Idealen onder vuur y\T De wrede techniek ZATERDAG 25 MAART 19 Denkwijzer V - I 4" Arabische Liga stapelt mislukkingen op elkaar ijftig jaar lang heb ik de Ara- bieren ten strijde zien trekken, zonder terug te keren; don derslagen zien produceren, zonder dat het ooit regent'. Woorden geschreven door Nizar Qabani, de populairste Arabische dichter van dit moment. Zijn gedicht 'Wanneer zullen ze de dood van de Arabieren bekendmaken'? veroorzaakte eind vorig jaar een storm van emoties in het Midden-Oosten. Qabani, een naar het Westen uitgeweken Syriër, heeft vaker de zwakte van de Arabi sche samenleving aan de orde gesteld. Maar nooit was zijn toon zo bitter en zijn visie zo pessimistisch. En nooit tevoren heeft hij de stemming in de Arabische wereld zo haar scherp weergegeven. Op het politieke en eco nomische vlak is vrijwel alles wat de Arabie ren ooit met elkaar hebben ondernomen, uit gelopen op een jammerlijke mislukking. Het vijftigjarig bestaan van de Arabische Liga, de belichaming van het ideaal van Ara bische eenheid en samenwerking, werd deze week gevierd met een ministersconferentie in Cairo. 'Wat mij betreft, had de verjaardag beter zonder fanfare voorbij kunnen gaan', schrijft de Egyptische oud-minister van defensie Amin Howeidi in het semi-officiële dagblad 'Al-Ahram'. 'Al was het alleen maar om aan te geven hoe ontevreden de Arabische besluit vormers zijn en hoe groot het dilemma is waarvoor de Liga zich ziet gesteld'. Howeidi beschrijft het in koloniale stijl op getrokken gebouw van de Liga, aan Cairo's Qasr el-Nil, als 'een groot archief, waar voor stellen voor oplossingen en vele, vele resolu ties achter slot en grendel worden bewaard, terwijl de Arabische wil in staat van ontbin ding verkeert'. Bezoekers van het Liga-hoofdkwartier krij gen inderdaad de indruk een museum te be treden. Hier en daar beent een ambtenaar met een map documenten onder de. arm door de holle, hoge gangen. Maar verder heerst er de stilte van het graf. Gezeten achter zijn massieve bureau neemt de Syrische diplomaat Adnan Omran, vice-secretaris-generaal voor politieke zaken, uitgebreid de tijd voor een gesprek over de betekenis van de Liga in verleden, heden en toekomst. Qualitate qua kan hij zich niet de scepsis van Amin Howeidi of andere Arabi sche critici veroorloven. Ook in zijn woorden klinkt teleurstelling door over de vele kansen die de organisatie heeft laten liggen, maar hij wil graag beginnen met een positieve noot. De betere tijd Voor wat de Liga beschouwt als haar glorie dagen, moeten we terug naar de jaren vijftig en zestig. Gevoed door een wijd verbreid Ara bisch nationalisme ontdeed het Midden- Oosten zich van zijn koloniale juk. Het waren de dagen van Gamal Abdel Nasser, de man die volgens Omran gekozen had kunnen worden tot leider van welk Arabisch land dan ook. „Het was niet gemakkelijk oppositie te voeren tegen de Engelsen, de Fransen en la ter ook de Amerikanen. Een van de rédenen waarom de Fransen in 1956 de agressie tegen Egypte steunden, was de rol van de Arabische Liga én Egypte in de onafhankelijksstrijd van Algerije. Veel Arabische vrijheidsstrijders kre gen in Egypte, Syrië of Irak een militaire op leiding. Wij betaalden hen en we boden hen onderdak, Het was een belangrijke taak voor de Liga, die we vervulden tot in het begin van de jaren zeventig." Ook de jaren na de oktoberoorlog van 1973 herinnert Omran zich als een periode van successen. Zelf trok -hij met een delegatie naar Japan, dat bleek over te lopen van be grip voor het Arabische standpunt in het con flict met Israël. Die houding had direct te ma ken met het besluit van de Arabische landen het oliewapen in stelling te brengen. Omran zag de gevolgen van de nieuwe aanpak met eigen ogen toen hij zich in 1974 als ambassa deur van Syrië in Londen vestigde. „Groot- Brittannië had zelf nog weinig olie en de En gelsen waren echt bang. Maar hun houding werd weer negatiever naarmate ze zelf meer olie gingen produceren, dat was grappig om te zien.' Toch was ons embargo niet bedoeld De Golfoorlog. Dieptepunt in de geschiedenis van de Arabische Liga. Vijftig jaar geleden - op 22 maart 1945 - werd de Arabische Liga opgericht. Het doel: de samenwerking tussen de Arabische landen versterken en hun onafhankelijkheid beschermen. Aanvankelijk ondertekenden Eg}'pte, Irak, Jordanië, Libanon en Syrië de oprichtingsakte. Saudi-Arabië en Jemen volgden een paar dagen later. Momenteel telt de Liga inclusief'Palestina', 22 leden. Terugblik op een halve eeuw Liga. Er is weinig om trots op te zijn. als strafmaatregel, integendeel. Het bracht uiteindelijk éen Europees-Arabische dialoog op gang, waarbij de Liga een belangrijke rol speelde." Mislukking In 1956 besloten de Arabische landen tot de oprichting van een economische gemeen schap. Met moeite herinnert Omran zich de vorming van enkele gemeenschappelijke on dernemingen, waaronder een scheepvaart maatschappij. Maar de indruk van faliekante mislukking overheerst. „Helaas hadden we niet de wijsheid van de Europeanen, die be grepen dat economische samenwerking een inleiding kon vormen tot politieke eenheid. Wij begonnen aan de politieke kant, omdat we ervan overtuigd waren dat de Arabieren één natie vormen." In de praktijk bleek poli tieke eenheid niet veel meer dan een ideaal en weigerden de meeste Arabische landen de voorwaarden van de resolutie na te komen. Omran rekent de Arabische steun aan Irak in de oorlog tégen Iran, tot de successen van zijn organisatie, maar het behoeft geen be toog dat de Golfoorlog van 1991 een diepte punt vormde in de geschiedenis van de Liga. ,,Er zijn nog teveel conflicten in de Arabische wereld", vat de Syrische diplomaat het ge brek aan vooruitgang samen. „Waarom zijn we er niet in geslaagd een gemeenschappelij ke markt te vormen? En waarom zijn er geen duidelijke rode lijnen als het gaat om onder linge geschillen, zodat het uitbreken van oor logen kan worden voorkomen"? In zijn betoog in 'Al-Ahram' stelt Amin Ho weidi vast dat de onmacht van de Arabische Liga in de Golfcrisis ertoe heeft geleid dat de Golfstaten de idee van gezamenlijke Arabi sche actie opgaven en beschutting zochten onder buitenlandse paraplu's. 'Zal die afwij zing van collectieve Arabische inspanningen een tijdelijke of een blijvende politiek zijn? Als het blijvend is, wat zal dan de uitwerking zijn op de Liga, in een tijd waarin steeds meer stemmen opgaan voor de vorming Van eert organisatie van landen in het Midden- Oosten en een economische markt voor het hele gebied'? Met dat laatste doelt hij op voorstellen van de Israëlische minister van buitenlandse za ken, Shimon Peres, in diens boek 'Het Nieu we Midden-Oosten'. Zal Israël ooit deel kun nen uitmaken van een economische markt die alle landen van het Midden-Oosten om vat? Niet als het aan de Arabische Liga ligt. Wat afzonderlijke Arabische landen met Is raël willen regelen, moeten ze zelf weten, zegt Adnan Omran. 'Geen sprake van...' „Maar waarom zouden we als organisatie FOTO'S ARCHIEF van Arabische landen Israël de voorkeur ge ven boven Europa, waarmee we traditioneel een goede relatie hebben? Als er een alom vattende vredesregeling tot stand zou komen, dan kan Israël rekenen op dezelfde behande ling als landen in Europa of Afrika", aldus Omran. „Maar er kan geen sprake zijn van voor rechten. De Israëliërs hebben de mond vol over samenwerking, waarbij zij de technolo gie zouden leveren en de Arabieren het geld. Maar laten we realistisch zijn: als het gaat om technologie, moet Israël alle Europese landen voor laten gaan. De Israëliërs stelen techno logie van Amerika en Europa en proberen die dan te verkopen in Azië en Afrika. Maar waarom zouden we kopen van een Israëlisch bedrijf, als we in Amerika betere waar kun nen krijgen? Waarom zou ik een Israëlische handelaar vijftien procent commissie betalen als ik ook direct zaken kan doen met Phi lips"? In de loop van haar vijftigjarige geschiede nis heeft de Liga voortdurend de indruk ge wekt te zijn opgericht voor het bijeenroepen van topconferenties, het opstellen van verkla ringen en het uitgeven van resoluties. Howei di spreekt van een tendens tot het formule ren van het gewenste, in plaats van het zoe ken naar wegen om dingen voor elkaar te krijgen. Misschien heeft dat bijgedragen tot de neergang van het seculaire arabisme en de opkomst van het islamisme, de politieke is lam. Adnan Omran maakt geen geheim van zijn verlangen naar de periode Nasser. „Het gevoel van Arabische eenheid was toen over weldigend", zegt hij met een nostalgische blik in de ogen. „Als je nu naar Marokko of Saudi-Arabië gaat en met gewone mensen op straat praat, dan ben ik bang dat je meer isla- mistische geluiden opvangt." Werken aan 'Top' Wat de onmiddellijke toekomst betreft, werkt de Liga aan het bijeenroepen van een Arabi sche topconferentie in Cairo. Het is er al niet meer van gekomen sinds mei 1990, toen de Arabische leiders bijeen waren in de Iraakse hoofdstad Bagdad. Weinigen konden toen vermoeden dat het gastland een half jaar la ter het grondgebied van de gast Koeweit zou binnenvallen. Daarom aarzelt Adnan Omran bij het beantwoorden van de vraag of het zal lukken de volgende top voor het eind van dit jaar te organiseren. Hij slaakt een diepe zucht. „We zetten alles op alles", zegt hij. ,,Voor wie kies je nou? Voor je moeder of voor je vriend „Ik kies voor mijn vriend", luidt het antwoord van 1 meisje dat tussen haar moeder en haar vriend in zit. E\ valt er een gespannen stilte. Ik meen te zien dat op 1 verder onbewogen gezicht van de moeder een spier 1 gint te trillen, schuin onder haar linkeroog. Dan staat vriend op uit zijn stoel, haalt uit zijn broekzak een kli doosje, knielt voor het meisje neer, opent het dooi haalt er een verlovingsring uit, en schuift deze aan hi vinger. Er klinkt een spoor van applaus uit de zaal Terwijl haar gezicht zich verder verstrakt, draait de mi der haar hoofd van de scène af. „Wat een wreedheid denk ik. Een idee dat alleen maar versterkt wordt, als presentatrice de moeder - en hoe ze eraan toe is - stri negeert en enkele mensen in de zaal aan het woord lj die vinden dat het meisje groot gelijk heeft. Mijn gedachten zijn nog altijd bij de moeder en hoe zij zich de komende tijd wel niet moet voelen na haar openbare 'terechtstelling, als Jenny Jones zonder omhaal het item afkapt om er voor de reclame uit te gaan. Diezelfde Jenny Jones haal de zeer onlangs nog de voorpagi na's omdat een man die tijdens haar programma in conflict was geraakt met een andere man, na afloop zijn gelijk kwam halen door zijn tegenstander dood te schieten. Een van de grote filosofen van deze eeuw, Martin Heidegger, heeft eens gezegd dat er met mensen iets opmerkelijks aan de hand is als je in een groep men sen een nieuwe techniek intro duceert. Dan is het vaak zo, dat ze binnen een mum van tijd hun leven voor een belangrijk deel om de techniek heen organise ren. Naast de auto en de telefoon is de televisie daarvan een van de meest sprekende voorbeelden. In de werkelijk ontzettend korte tijd van nog geen 35 jaar hebben miljarden mensen in alle uithoe ken van de wereld hun gezinsle ven, hun etenstijden, hun vrije tijd, hun wereldbeeld, hun ge dachten en fantasieën en hun le vensbeslissingen rondom of door middel van de televisie bepaald. Heidegger, en met hem andere 'techniek'filosofen, hebben nog iets anders opgemerkt dat juist in verband met de televisie en het begrijpen van Jenny Jo- nes-achtige uitwassen belangrijk is. Techniek is naar hun mening niet alleen maar een verzameling apparaten die het leven gemak kelijker en mensen werkloos kunnen maken. Techniek is ook een cultuur, een vorm van afgo derij, een religie bijkans. Daarom spreken ze ook wel over onze tijd als het tijdperk van de techneli- gie techniek-religie. Net als ie dere andere vorm van afgoderij heeft ook de techneligie zijn ei gen, zij het ongeschreven, cate chismus. Het eerste artikel in de techneligische catechismus luidt: „Voor het aangezicht van de techniek is niets taboe, heilig of verboden, alles moet door haar onderzocht, geëxploreerd, ont huld kunnen worden". Als de techniek, en daarmee de technische mens, iets niet kan verdragen, dan is het wel dat de natuur geheimen achter zou houden. Dat geldt niet alleen voof de natuur buiten de mens, maar ook voor de natuur van de mens. Vanuit de techneligie ge zien is ook aan de mens zelf niets meer heilig of onaantastbaar. Zijn religieus beleven, bijvoor beeld, moet bekeken kunnen worden door hem aan de PET- scan - een soort kijkdoos voor de hersenen - te leggen en na te- gaan welk deel er oplicht als de naam van God wordt gebruikt. Zijn oprechtheid, zijn eerlijkheid, moet getest kunnen worden door een 'leugen'detector. Hij en zij moeten het laboratorium in ge sleurd kunnen worden om intie me processen zoals hoe ze een orgasme bereiken, bloot te leg gen. En wat voor de (technische) wetenschap of wat daar voor doorgaat, niet respectabel ge noeg is om te onthullen, moet in ieder geval op een andere manier in beeld gebracht of bespreek baar gemaakt kunnen worden. Daar ligt de taak van de media, en met namejde televisie, en die kwijt zich er met verve van, getuige wat de prima donna's van de Amerikaanse televisie zoals Oprah Winfrey, Jenny Jones en Geraldo en bij ons program ma's als 'Het Spijt Me', 'Lief en Leed' en dergelijke, op het menu hebben staan. Maar er zijn veel meer media-dienaren van dat eerste gebod. Deze tijd staat bol van de mensen die zich gedragen of werken alsof de persoonlijke geaardheid van ieder individuele mens, in principe onbeperkt toe gankelijk moet kunnen zijn; transparant gemaakt, 'gerönt gend' moet kunrten worden. Staat er een nieuwe politicus op, dan moet de (media) techniek hem tot op het fijnste barstje in zijn ziel kunnen doorlichten. We moeten te weten kunnen komen of hij op zijn zij dan wel op zij rug slaapt, dan wel of hij ooit: briefpapier van zijn baas heef) gebruikt om liefdesbrieven aa! zijn secretaresse te dicteren. Ii der gerucht moet ruchtbaar gi maakt en nagetrokken kunne: worden. Maar hetzelfde geldt voor de sportkampioen, de ac teur, de schrijver en de gewor man en vrouw die zich in de t visie-ring wagen. Kortom, de techniek mag blootleggen, onthullen, opbla^ wat en zoveel ze wil en zij is a geen enkele hogere instantie i antwoording verschuldigd vol de gevolgen daarvan. Ze kan hoogstens achteraf formeel to een rectificatie worden verooi^ deeld, maar dan is het kwaad i tijd al geschied en hebben de* mensen die het betrof vaak al weken, soms maanden emotH neel in puin gelegen. iai Günther Anders, een anderZe 'techniek'filosoof, maakte opi L punt een treffende vergelijkirhf Net zoals ooit God geen rekeiia en verantwoording hoefde em.1 wilde afleggen toen de arme sscl veling Job zijn jammerklachtteli tot hem richtte omdat hij vollio: men onverwacht en onrecht->n vaardig werd geslagen met vn b lijke rampen, zo kan ook de (f 1 )god van deze tijd- m de (media)techniek - doen o] zij wil, zonder voor de verniel n. ging die zij aanricht ter verank f woording geroepen te kunnen, worden. ;is Een maand of wat geleden - n dus lang voor het Jenny Jonj incident - benaderde ik een die roep-organisatie met het veqtii of ze bereid was mee te werkte aan een onderzoek naar de nek gelijke gevolgen, positief en itn gatief, voor mensen die aan pg' gramma's als 'Het Spijt Me' erij dergelijke hadden meegedaajni Mijn bedoeling was niet derg t( ke programma's aan de kaak^sl stellen, maar eerst en vooral t v na te gaan wat hun betekenisge vorm van, zeg maar, sociale ier terventie of hulp is en om infe i matie aan omroepen terug tegr veren met betrekking tot hetee zorgzaam en zorgvuldig mog g maken, presenteren en orgarite ren van zulke programma's. Ja Ik heb, ondanks herhaalde, L gingen, nul op het rekest gekt gen. Men vindt het blijkbaar na griezelig om in eigen keukenvo laten kijken. Op mijn vraag ae een van de producenten naael waarom ze dit soort programe; ma's maken, liet het antwootf e niets aan duidelijkheid te weot sen over: „Je moet gewoon idej re paar minuten een flinke eè tie laten zien, want anders zard pen ze door naar een ander lid: naai". Daarmee is de aap uit de mouw. De hogepriesters i de techniek zijn er op uit om emotioneel aan hun God, de techniek of het medium, te b den. Om dat te bereiken en v te houden, moeten ze ons en tioneel diep (en om te zorgei we gebonden blijven: steeds per) raken. De grenzen schui dus almaar op. Maar voor on gevoelsleven geldt, dat wie o: daar diep raakt, ons daar ooi diep kan kwetsen, verwonde soms zelfs dodelijk verwondt Ons gevoelsleven is het meei waardevolle dat we als mens hebben. Helaas beseffen veel techniekpriesters te weinig d daarom voor ons gevoelsleve als niets andèrs opgaat wat d dichter Lucebert zo ontroere; heeft gezegd: „Alles van waa) is weerloos". RENE DIEKSTRA hoogleraar klinische en gezondheidspsychologie

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 38