'Blaffende honden bijten niet'
Ik ben hopeloos onmodieus'
Feiten &Meningen
Europa
ÜQU lK 'H
OHWr^
Wiegel: „Neem Wolffensperger van D66. Een intelligente jongeman hoor, maar hij heeft het niet"
„Sigaar heren?" De doos coro
na's gaat uitnodigend open. Hij
rookt ze graag, Hans Wiegel, en
doorlopend. Het voormalige
Orakel van Leeuwarden, tegen
woordig part-time hoofd van
zorgverzekerend Nederland, tuit
de lippen niet om z'n sigaar
maar zet er zijn tanden in. En
dan maar praten. „Kamerleden
anno 1995 die om vijf uur de
computer uitzetten en de deur
achter zich dichttrekken, dat
kan toch niet. Dan begint het
pas!".
In mei wordt hij senator. Hij
heeft er zin in, al is het alleen al
omdat die ouderwetse sigaren-
kast in de Senaat de tand des
tijds heeft weerstaan. „Ik was
onlangs weer eens in het ge
bouw van de Eerste Kamer. Ge
woon vast even kijken, een be
zoekje, moet je verder niets ach
ter zoeken. Tot mijn grote
vreugde zag ik dat die befaamde
sigarenkast nog steeds bestaat.
Het is een metalen kastje dat in
de doorgang tussen de koffieka
mer en de vergaderzaal hangt.
Voor iedere senator heeft het
kastje een genummerd vakje
waarin een al dan niet branden
de sigaar tijdelijk kan worden
neergelegd, zodat tussen de de
batten door het genot voorhan
den blijft."
Weer die grijns. Wiegel bewaart
goede herinneringen aan de
Eerste Kamer. Als jongeling be
spiedde hij vanaf de publieke
tribune het grijze gezelschap.
„Later was ik er regelmatig te
gast. Werd ik als jeugdig be
windspersoon toegesproken
door deze geleerde heren. Ik
vond het altijd een feest daar te
zijn. In de Senaat bestaat geen
pikorde, een sfeer die ik zeer
prettig vind."
Maar er is meer dan nostalgie
en blauwe sigarenrook dat Wie
gel naar de Eerste Kamer trekt:
het politieke bloed kriebelt. „Je
bent toch weer een beetje terug
in Den Haag. Ik kom mijn oude
politieke maatjes weer tegen en
verheug me al op de kennisma
king met het journaille. Daar
naast mag ik bij tijd en wijle het
land in om een politieke speech
af te steken, heerlijk."
SCHOOTHONDJES
De triomf van het liberalisme,
geliefd gespreksthema van par
tijgenoot Bolkestein, zal Wiegel
evenwel niet verkondigen. Luis
teren is het parool, zo laat de
senator-in-spe deemoedig we
ten. „Toen ik in de Tweede Ka
mer kwam, alweer bijna hon
derd jaar geleden, heb ik de eer
ste tijd ook vooral geluisterd.
Eerst eens rustig kijken hoe de
hazen lopen. Per slot van reke
ning beland ik tussen senatoren
die daar al tien, twintig jaar zit
ten. Die trekken zo'n gezicht
van: wat moeten die jongelui
hier."
Dat de Senaat de Senaat niet
meer is, staat ook voor Wiegel
buiten kijf. Het is de verdienste
van de recent overleden CDA-
senator Kaland dat de Eerste
Kamer tanden heeft gekregen,
meent de liberaal. „Kaland is in
het gat gesprongen dat de
Tweede Kamer liet vallen. De
voorzitters van de regeringsfrac
ties aldaar waren verworden tot
de schoothondjes van de minis
ter-president. Er was ongeloof
lijk veel overleg in het Torentje
van de premier. Daar werden de
zaken geregeld. Het debat in de
Kamer was nog net geen wassen
neus, maar de politieke race
was gelopen. Toen de Tweede
Kamer haar eigen verantwoor
delijkheid steeds meer verdoe
zelde, heeft de Senaat het dua
lisme hooggehouden.
Rouwig is hij daar absoluut niet
om. „Ik ben een dualist pur
sang. Het scherpt de verschillen
tussen partijen aan, schept dui
delijkheid. De oppositie zit er
dan niet voor spek en bonen bij.
Ik heb in de jaren zeventig zelf
vier jaar oppositie gevoerd te
gen het kabinet-Den Uyl. Dat
was ploegen op de rotsen, je
kreeg nooit de kans iets klaar te
maken."
PANIEKKEUZE
Onder paars ligt dat heel an
ders, verzekert Wiegel. „De kan
sen die de oppositie heeft zijn
groot door de meningsverschil
len tussen PvdA, WD en D66.
Daarbij is het CDA voor alle drie
een respectabele partij om een
ciealtje mee te sluiten." Dat de
christendemocraten daar nau
welijks van profiteren, wijt hij
aan onervarenheid en een ver
keerde fractievoorzitter.
„Heerma heeft het niet. Hij
heeft wel humor, Friese humor,
maar weet dat niet in zijn poli
tieke verhaal te brengen. Heer-
ma is niet de leider die het CDA
nu nodig heeft. Hij is een pa
niekkeuze: die hele partij stond
immers op z'n kop." De CDA'er
verkeert evenwel in goed gezel
schap, laat Wiegel geruststel
lend weten. „Neem Wolffens
perger van D66. Een intelligente
jongeman hoor, maar hij heeft
het óók niet."
De liberaal dwaalt vaak af naar
de 'echte' politiek, het gesteggel
tussen kabinet en Tweede Ka
mer. Is zijn senaatszetel een
klapstoel die straks zonder
moeite wordt weggezet in ruil
voor het regeringspluche? „In
de Senaat is het toch weer een
beetje proeven: aan de politiek,
aan de macht. Je kunt de zaken
een zekere sturing geven. Je
hoort iets soms eerder dan an
deren, er komen regelmatig mi
nisters over de vloer. En marge
van het debat kun je dan wat
zaken aankaarten."
Een opstapje dus naar een mi
nisterspost? „Het politieke
bloed zit in mijn aderen, zeker.
Maar je weet niet hoe het leven
loopt. Er zit geen masterplan
achter mijn carrière. Ik wist in
'77 ook niet dat ik minister zou
worden."
Even een nieuwe sigaar, dan
gaat hij verder: „Mijn huidige
baan bevalt uitstekend. Ik heb
beloofd dit minstens vier jaar te
doen. Daarnaast was ik al eens
minister. Ik wil hier graag de
woorden van oud-minister
Gruijters aanhalen, die zei dat
het mooiste van het minister
schap is datje het geweest
bent."
Wiegel heeft er vertrouwen in.
Hij roemt de daadkracht van
het kabinet-Kok ('de regering
regeert weer') en stelt dat het
paarse beleid voor de WD 'zeer
herkenbaar is.' Mogelijk nog
meer deugd doet hem de op
stelling van de D66-ministers
Wijers, Sorgdrager en Borst. „Zij
zijn van beduidend meer libera
le snit dan old-handVan Mierlo.
Dat kan voor de toekomst inte
ressant zijn."
De rol van Kaland zal Wiegel in
de Senaat niet overnemen. „Ik
ga niet blaffen, want zoals u
weet: blaffende honden bijten
niet. Bovendien heeft de Twee
de Kamer het dualisme hervon
den. Dat geeft de Eerste Kamer
de mogelijkheid haar oude posi
tie als chambre de réflexion
weer in te nemen. Echt heren,
het worden rustige jaren. Denk
ik."
houten dick hofland
en marc peeperkorn
Beiden zijn ze gere
nommeerde oudge
dienden van de Haag
se politiek, nog stevig
geworteld in de ideo
logieën van weleer.
Eind mei zullen ze el
kaar treffen in de Eer
ste Kamer om aldaar
de degens te kruisen.
Bij Hans Wiegel (WD)
tintelt het politieke
bloed nog steeds in de
aderen. De dualist pur
sang wil weer 'proeven
aan de macht'. Thijs
Wöltgens (PvdA) daar
entegen heeft er de
buik vol van. Het spijt
hem een beetje, die
hoge plaats op de kan
didatenlijst voor de
Senaat. En dat dualis
me, die onafhankelijke
houding jegens het ka
binet, is hem een gru
wel. Niks 'Nachten van
Wöltgens', liever een
prachtig carnaval.
ZATERDAG 25 MAART 1995
t
De PvdA is de enige potentiële regeringspartij die sociale rechtvaardigheid nastreeft. Het bestaan van de partij hangt daar
ARCHlQf
„Doe de groeten aan Thijs, hè".
De drie mannen op het pleintje
kennen hem wel, hun burge
meester. Hij straalt van oor tot
oor als we hem de groeten over
brengen. Het is nog steeds een
jongensdroom voor hem, daar
in Kerkrade. „Het was als thuis
komen: gezellig".
In zijn geboortestad geniet Thijs
Wöltgens van zijn werk, van zijn
functie tussen de mensen die
hij zo goed kent. Heerlijk vindt
hij het om na zeventien jaar
landelijke politiek niet meer el
ke dag permanent beschikbaar
te zijn. Niet meer dat gehaaste,
de oren voortdurend gespitst op
de tamtam van het Binnenhof,
niet meer op alles en nog wat
•reageren. De PvdA vindt zus en
de FVdA vindt zo: het is allemaal
voorbij. „Ik mis het niet. Ik heb
er heel snel afstand van geno
men".
Daar heeft hij nog wel een anec
dote over. „Op 1 september vo
rig jaar ben ik hier begonnen.
Een paar weken later zegt mijn
vrouw: Thijs, moetje niet naar
Den Haag Vandaag kijken? Ik
zeg: waarom zou ik? Zegt mijn
vrouw: omdat het vandaag
Prinsjesdag is. Bijna trouweloos
vond ik dat van mezelf. Zeven
tien jaar lang was dat het jaar
lijks hoogtepunt en het is zo
snel uit m'n gedachten wegge
vallen."
De vraag ligt voor de hand:
waarom gaat hij dan toch weer
terug naar die Haagse politiek?
Zijn lach buldert door de burge
meesterskamer. „Ja, haha, ja,
dat is een hele goeie vraag.
Maar nou nog het antwoord.
Tja... met het besluit naar Kerk
rade te gaan dacht ik behoefte
te hebben aan een soort ont
wenningsprogramma. Als ama
teur-politicus in de Senaat zou
ik daar geleidelijk van afkunnen
komen, een soort afkickpro
gramma."
ACTIVISME
Achteraf gezien volstrekt over
bodig, deze ontwenningskuur,
concludeert Wöltgens gelukza
lig. Spijt dus? „Ach, spijt, ik weet
het niet....feit blijft dat ik met
zoveel politiek ervaring een ech
te generalist ben geworden. De
ideale achtergrond dus als sena
tor. Politiek op hoofdlijnen, niet
meer dat dagelijkse gevecht op
de vierkante centimeter. Dat
bevalt me wel. Die overdaad
aan activisme ligt me niet zo".
Hij zegt het Hans Wiegel na: het
worden rustige jaren in de Eer
ste Kamer. Wöltgens: „Het poli
tieke debat moet worden ge
voerd tussen het kabinet en de
Tweede Kamer. De Eerste Ka
mer moet die strijd niet nog
eens gaan overdoen. Tijdens het
laatste kabinet-Lubbers gebeur
de dat wel, vooral door een man
als CDA-senator Kaland, die ge
regeld afstand nam van het re
geringsbeleid. Dat deed hij om
dat-ie niet wilde dat het CDA
met de PvdA regeerde. Maar
een Senaat die meent dat ze de
rol van de Tweede Kamer moet
overnemen, zo'n Senaat moetje
opheffen".
Volgens zijn collega-in-spe Wie
gel kon de Senaat die rol juist
spelen omdat mensen als Wölt
gens, destijds fractieleider in de
Tweede Kamer, als schoothond
jes bij Lubbers zaten. „Ach, die
Hans. Ik dacht dat het vóór die
tijd toch vooral WD-schoot-
hondjes waren geweest, want
Lubbers heeft twee kabinetten
met de WD geleid, nietwaar?".
Een korte pauze, een nieuwe
wilde havana. Dan: „Ik was niet
zozeer een schoothondje als wel
een waakhond. Door zoveel
mogelijk bij Lubbers en ook
Brinkman te zitten kon ik er
voor zorgen dat het CDA zich
aan de afspraken met de PvdA
hield en niet met de WD aan de
haal ging."
„Ik ben niet zo'n voorstander
van dualisme. Ik geef toe, een
hopeloos onmodieuze opvat
ting nu iedereen het zo hartstik
ke leuk vindt dat kabinet en
Tweede Kamer geregeld anders
over dingen denken en dat er zo
veel moet worden gestemd.
Maar puur uit redenen van
machtspolitiek heb ik daar mijn
bedenkingen over. Als je iets
wilt bereiken is het resultaat be
langrijker dan de manier waar
op".
„Het ging en gaat mij erom dat
de laagste inkomens niet de du
pe worden van een kabinetsbe
sluit. Om dat te bereiken kan de
PvdA zich geen dualisme per
mitteren. Want voor de opvat
tingen van de PvdA op sociaal
terrein is niet automatisch een
meerderheid."
Ook nu, als 'geïnteresseerde
krantelezer op afstarid', is hij er
niet gerust op. Het sociale ge
zicht van zijn partij heeft hij nog
veel te weinig gezien. „De PvdA
is de enige potentiële regerings
partij die sociale rechtvaardig
heid nastreeft. Het bestaan van
de partij hangt daar van af. Dus
kan ze niet alles blijven slik
ken".
SLIPSTREAM
Ondertussen ziet hij D66 lang
zaam maar zeker WD-trekken
krijgen. „Vooral op sociaal-eco
nomisch gebied maak ik me
grote zorgen over die ontwikke
ling. D66 bepaalt het evenwicht
in de paarse coalitie. Als die
partij consequent in de slip
stream van de WD blijft zitten,
wordt het voor de WdA moei
lijk. Maar, en dat is geruststel
lend, daarmee zou het kabinet
in gevaar komen en ik denk niet
dat D66 dat wil. Zeker Hans van
Mierlo niet, want die wilde al
leen maar dit kabinet".
Reden temeer voor de PvdA
zich nadrukkelijker te profile
ren. Maar niet ten koste van
Wim Kok. „Dat moet je nóóit
doen, want de premier is je be
langrijkste kapitaal. Kijk maar
naar het CDA. Brinkman heeft
zich geprofileerd ten koste van
Lubbers".
Hij moet ineens grinniken.
„Hoor mij nou. Hoeveel stuurlui
hebben wij niet aan wal? Als
fractievoorzitter had ik een
hartgrondige hekel aan al die
oud-prominenten die via de pu
bliciteit de PvdA met droefgees
tige raadgevingen achtervolg
den. En nu doe ik het zelf'.
Straks, als senator, zal hij zich
inhouden. „Nachten van Wölt
gens, nee, nee, dat is niet mijn
inzet". Hij zal zelfs kalm blijven
tegenover Felix Rottenberg, de
partijvoorzitter met wie hij aan
het eind van zijn Haagse loop
baan een gigantische ruzie had,
maar die hem wel terug vroeg
voor de Senaat. „De verhouding
met Felix is verbeterd, al zullen
onze karakters altijd blijven bot
sen. Maar hoeveel kritiek je ook
op FelLx kunt hebben, hij heeft
de PvdA uit de goot gehaald".
kerkrade dick hofland
en marc peeperkorn
'Een vrij .verkeer van kapitaal,
i goederen en personen' was
I ons beloofd, toen op 1 januari
1994 de Europese Unie een
fe't werd- Aannemers in De-
.ondén nemarken konden voortaan
naar hartelust Spaanse bouw
vakkers inhuren, Engelse huiseigenaren zou
den hun opstallen in Griekenland kunnen
gaan verzekeren, Franse ingenieurs zagen
eindelijk hun diploma in Nederland erkend.
Na twee bloedige oorlogen en een lange pe
riode van economische fragmentatie was Eu
ropa eindelijk een interne markt geworden.
Een heus 'Europa zonder grenzen'.
Stervelingen die soms van het ene Europese
land naar het andere moeten verhuizen,
klonk die belofte als muziek in de oren. Zelf
herinnerde ik mij nog dat mijn in Nederland
gekochte televisie wel geluid maar geen beeld
gaf, toen ik hem in Londen aanzette. Ik liet
hem door een lokale televisiereparateur om
bouwen, waarna hij inderdaad een heel mooi
beeld gaf. Alleen, toen was er weer geen ge
luid. Gelukkig was een fabriek in de Lage Lan
den zo behulpzaam een onderdeel op te stu
ren, tegen betaling uiteraard, zodat ik uitein
delijk zowel geluid als beeld kreeg, zij het wel
een maand later.
Maar dit was vóór 1 januari 1994. De volgen
de keer, zo was ons beloofd, zou alles beter
worden. Op het moment dat ik deze woorden
schrijf, ben ik vier dagen verwijderd van mijn
verhuizing naar Parijs, maar nu reeds weet ik
dat er niets is veranderd. Ik wil niet klagen dat
ik gedwongen ben mijn Engelse auto te ver
ruilen voor een exemplaar met het stuur aan
de linkerkant. Ik zal de Europese Unie ook
niet verwijten dat ik opnieuw de stekkers van
alle elektrische apparaten moet vervangen. En
zelfs wens ik niet te morren over de noodzaak
mijn TV-toestellen en videorecorders ander
maal te moeten vervangen (een Britse TV in
Frankrijk geeft sneeuw zonder geluid). Won
deren kunnen misschien niet worden ver
wacht; Londen en Parijs werden ook niet op
één dag gebouwd.
Maar dat er zelfs in de dienstensector niets is
veranderd sinds januari '94, was een bittere
pil. Zo had ik venvacht mijn auto in Engeland
te kunnen blijven verzekeren. Maar, nee. „U
kunt hem dertig dagen meenemen naar het
buitenland, heer. Niet langer, helaas."
Ik had gehoopt mijn inboedel bij mijn Lon-
dense maatschappij te kunnen blijven verze
keren. Maar: „Het spijt ons, heer. Wij hebben
nog geen buitenlanddekking."
En dan het betalingsverkeer! Wie binnen Ne
derland of binnen Engeland een betaling wil
verrichten, kan dat gratis en snel doen. Maar
ik moest een cheque, uitgeschreven in Franse
francs, betalen aan een Parijse school. Mijn
gewone cheques van de National Westmin
ster Bank werden in Frankrijk niet geaccep
teerd, zodat ik de bank moest vrragen een
'buitenlandcheque' uit te schrijven. Kosten:
45 gulden (op een bedrag van 300 gulden).
De Nederlandse Postbank was met 20 gulden
iets goedkoper, maar werkte weer trager.
Wachttijd: twee weken.
Mijn verhuizer zal ongetwijfeld bevestigen dat
er nu vrij verkeer van goederen is. De Soros-
sen en Nick Leesons van deze wereld bewij
zen dat het met het vrije verkeer van kapitaal
ook wel goed zit. Personen? Nee, er zijn nau
welijks nog grenscontroles.
Maar een interne markt, een Verenigde Staten
van Europa? Misschien in 2094!
cees van zweeden correspondent
TOM JANSSEN
,„&i