België heeft een zondebok, maar hij was het minst omstreden Feiten &Meningen Stabiliteitspact niet meer dan aarzelend begin 'Als Achmed hier komt wonen, verhuist de rest naar het Gooi' DONDERDAG 23 MAART 1995 NIEUWSANALYSE In het licht van de schijnwerpers glimt de Franse premier Balladur van trots. „Een nieuwe lente voor Europa is begonnen", klinkt het plechtig. Zijn hooggeëerd publiek van meer dan vijftig ministers werkt beleefd klappend mee aan de mediashow, die de getergde presidentskandidaat de kans geeft zich te presenteren als staatsman. Maar achter de facade gaat teleurstelling schuil. De poging de etnische tijdbommen in Oost- Europa te demonteren via een grandioos 'stabiliteitspact', is na twee jaar vergaderen en stille diplomatie geen doorslaand succes gebleken. De cruciale onderhandelingen tussen Hongarije, Roemenië en Slowakije verlopen stroef; de spanningen tusserf Moskou en de drie Baltische staten zijn niet volledig weg genomen. „Er is meer vooruitgang geboekt dan ik oorspronkelijk verwachtte", houdt minister Van Mierlo moedig vol. Maar ook hij noemt de afkondiging van het 'stabili teitspact' een 'optocht van algemeenhe den'. Het was de vrees voor een herhaling van het joegoslavische drama die Balladur twee jaar geleden tot een even simpel als ambi tieus plan aanzette. Een blik op de Oost- europese landkaart had hem geleerd dat daar nog veel oude vetes leven. Liefst 3,5 miljoen Hongaren wonen sinds de Eerste Wereldoorlog buiten Hongarije. Hun positie in met name Roemenië en Slowakije is vaak verre van florissant. Een andere belangrijke minderheid, de Roemeense zigeuners, leeft verspreid over talloze landen. De ontbinding van de Sovjet-Unie heeft de honderdduizenden Russen in Letland, Estland en Litouwen plots in een minder heidspositie gebracht. En nu hel Warschau pact is weggevallen, ontdekken de Baltische staten, Honagrije, Slowakije en Roemenië dat hun grenzen op tal van plaatsen ondui delijk en omstreden zijn. Gevoegd bij de onvrede over de trage economische hervor mingen, ontstaat zo een explosief mengsel waarvan nationalistische krachten wijwei overal politiek profijt proberen te trekken. Voor Balladur was duidelijk dat alleen een alomvattend 'stabiliteitspact' de landen zou kunnen bewegen een herhaling van het Joegoslavische drama te voorkomen. Maar het resultaat van twee jaar onderhandelen is mager, al deed de show die afgelopen maandag en dinsdag door de 52 betrokken Europese landen in Parijs werd opgevoerd, anders vermoeden. Het 'stabiliteitspact' is een verzameling geworden van meer dan tachtig bilaterale verdragen, waarvan de meeste dateren van voor het plan-Balladur. Als kleine beloning voor goed gedrag heeft de Europese Unie 130 miljoen gulden toe gezegd voor nieuwe grensoverschrijdende projecten in Oost-Europa. Maar de meeste regeringen hebben slechts schoorvoetend meegewerk. Het Oosten verwijt het Westen een eenzijdige benadering. Bij ongeregeldheden tussen de Hongaarse minderheid en de Roemeense politie zijn in 1990 slechts zes doden geval len; heel wat minder dat in Spaans Basken land of Noord-Ierland. Polen heeft daar naast nooit verheeld dat het alleen maar aan het 'stabiliteitspact' meewerkt omdat dat als voorwaarde werd gesteld voor een lidmaatschap van de EU. De Polen vinden dat ze de afgelopen jaren door verdragen met hun buren hun zaakjes al redelijk netjes hebben geregeld. De twee belangrijkste spanningshaarden waarvoor het plan-Balladur was bedoeld, zijn bovendien niet echt weggenomen. Stil le diplomatie heeft de Esten, Letten en Li touwers er toe bewogen hun oorspronkelij ke, zeer strikte nationaliteitenwetgeving te versoepelen, om zo de Russische minder heid meer rechten te geven. Ook hebben de Russen hun laatste troepen uit de Baltische staten weggehaald en zijn de diplomatieke relaties duiddijk verbeterd. Maar beide kampen maakten in Parijs duidelijk dat daarmee het laatste woord niet is gezegd. De Russische minister Kozyrev noemde de wetswijzigingen onvoldoende; zijn Letse ambtgenoot Birkavs kaatste terug dat de Russen hun afspraken niet nakomen. Nog minder vooruitgang valt er te be speuren in het dispuut over de behandeling van de Hongaarse minderheid in Slowakije en Roemenië. Weliswaar tekenden Boeda pest en Bratislava een plechtige gezamenlij ke verklaring, maar de inhoud daarvan is vaag en weinig geruststellend. Volgens de Slowaakse bewindsman Meciar kan er na melijk geen sprake zijn van officiële rechten voor de Hongaarse minderheid als groep op bijvoorbeeld eigen partijen, scholen en taal. Slowakije erkent alleen individuele rechten. Dat is 'niet erg substantieel', vindt minister Van Mierlo en 'kan nog voor veel ellende zorgen'. Want de nationalistische oppositie in Hongarije is razend over het slappe com promis. Tussen Roemenië en Hongarije zijn de onderhandelingen zelfs volledig vastgelo pen, al beloofden beide landen in Parijs dat ze binnenkort verder praten. De kans dat Roemenië de bijna twee miljoen leden van de Hongaarse minderheid vergaand tege moet komt, is echter minimaal. De Roe meense regering steunt voor haar voortbe staan op twee extreem-nationalistische par tijen en kan zich dus geen grotere conces sies veroorloven dan Slowakije. De bedoeling van het stabiliteitspact was, aldus Van Mierlo, te voorkomen dat 'we gruwelijke burenruzies binnenhalen' bij de uitbreiding van de Europese Unie naar het oosten. Maar het idee dat de ontwaakte geest van het nationalisme makkelijk in de fles zou kunnen worden teruggestopt, is na ïef gebleken: „Het gaat om primaire emo ties en bewegingen, en die gevoelens heb je niet met één verdrag gesmoord". PARUS PETER DE VRIES Koppen kunnen rollen nu Vandenbroucke als eerste is opgestapt Frank Vandenbroucke, minister van buitenlandse zaken en vice-premier van België gaf gisteravond eerst een persconferentie en trad daarna af. foi Het succes lachte Frank Vandenbroucke 39 jaar lang toe. Zoon uit een hoogleraarsgezin, briljant student, op z'n 33ste partijvoorzitter en zes jaar later vice-premier van België en minister van buitenlandse zaken. Alles wat goed kon gaan ging goed, tot het Agusta-schandaal vier weken geleden boven de hoofden van de verbijsterde Vlaamse socialisten losbrak. Sindsdien gaat alles fout. De val van Vandenbroucke maakt aan die draaikolk waarschijnlijk geen einde. Want de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat hij van alle in opspraak geraakte partijbonzen eigenlijk nog de minst omstreden was. Wat bekend staat als het 'Agusta-schan daal', is in feite een bonte verzameling van hele en halve affaires, wilde geruch ten en onbewezen verdachtmakingen. Feiten zijn schaars in het verhaal, zij het dat inmiddels vaststaat dat de Italiaanse helikopterfabrikant Agusta eind jaren tachtig zo'n 2,7 miljoen gulden smeer geld overmaakte aan SP^penningmeester Mangé. De SP was voor Agusta interes sant, omdat namens die partij Willy Claes als minister bij de onderhandelin gen was betrokken. De partijbonzen Claes, Tobback en de kersverse voorzit ter Vandenbroucke verboden Mangé het geld aan te pakken, maar die negeerde dat. Met vijf verdachten in de cel, onder wie Mangé, zit justitie met een paar verve lende onopgeloste vragen. Waar bleef het geld? Welke ambtenaar of politicus is omgekocht? En wat wisten de partijlei ders Claes, Vandenbroucke en Tobback? Met verkiezingen in aantocht, zit de SP- leiding met heel andere problemen: Wie moet als zondebok fungeren? Zitten er nog meer lijken in de kast? Hoe hebben we zo stom kunnen zijn om eerst te zeg gen dat we van niks wisten om vervol gens toch te bekennen dat Mangé ons wel informeerde? De enigen die onbekommerd genieten van Agusta, is het handjevol gespeciali seerde 'affaire-journalisten' dat België rijk is. Zij brengen dagelijks nieuwe 'ont hullingen'. Soms helpen de'feiten een handje, zoals toen luchtmacht-generaal Lefèbvre zelfmoord pleegde nadat hij t was verhoord door Justitie, soms schiet het gerecht te hulp door een procesver baal te laten uitlekken. En in geval van nood worden onbewezen verhalen afge drukt, zoals over de samenhang tussen Agusta en de moord op de spraakma kende socialistische politicus André Co ols. Het netto-resultaat van al die ophef is zo'n enorme rookontwikkeling, dat zelfs de simpelste ziel doet vermoeden dat er wat aan de hand is. Al weken klinkt in België de roep om een zoenoffer om de affaire waardig te kun nen afsluiten. Frank Vandenbroucke nam die rol gisteren op zich. De manier waarop hij struikelde, is typerend. Een maand geleden liep hij zelf naar Justitie om uit de doeken te doen hoe hij als jong ambitieus partijvoorzitter vanaf 1988 orde op zaken had gesteld. Van ge sjoemel wilde de rechtlijnige Vanden broucke, ex-trotskist en afgestudeerd econoom, niets weten. Het hele web van stichtinkjes waarlangs de SP, als alle par tijen, geld kreeg toegeschoven, moest worden gesaneerd. De breuk met het verleden leverde hem harde conflicten op met de representanten van de oude garde. Eén van de anecdotes die Vandenbrouc ke vorige maand aan Justitie vertelde, was het relaas van de twee geheime klui zen die hij in 1991 ontdekte. Daar zaten wat ongeboekte miljoenen in. Vanden broucke gaf penningmeester Mangé op dracht het geld te verbranden omdat hij er helemaal niets mee te maken wilde hebben. Naar nu is gebleken, negeerde Mangé ook die opdracht. Erg veel heeft Vandenbroucke daarmee niet misdaan, want dat het om Agusta- geld ging wist hij niet. Natuurlijk, hij had meteen naar Justitie moeten lopen, maar dat hij dat niet deed, is nog wel enigszins te begrijpen. Problematischer is dat de SP-prominen- ten Claes, Tobback en Vandenbroucke kennelijk veel vaker aan smeergeldzaak jes hebben geroken dan ze eerst wilden toegeven. En dat die circuits beheerd werden door de SP-penningmeester, voor wiens doen en laten de partijtop toch de politieke verantwoordelijkheid droeg. Toch is het maar de vraag of met de val van Vandenbroucke voor de SP voldoen de druk van de ketel wordt gehaald. Want Vandenbrouckes rol in Agusta is bescheiden vergeleken met die van Willy Claes, de man die hij zes maanden gele den opvolgde als minister van buiten landse zaken. Op de keper beschouwd blijft Claes' po sitie het meest kwetsbaar. Claes was des tijds de minister die voorstelde Agusta te kiezen, zijn ambtelijk vertrouwensman zit in de cel, en zijn openlijke leugen op TV is niemand vergeten. Maar Claes heeft zich van de boze buitenwereld af gesloten. Op het NAVO-hoofdkwartier waar hij sinds een half jaar secretaris-ge neraal is, moppert hij over de manier waarop de SP hem na 27 jaar trouwe partijdienst in de steek laat en klaagt hij over de media die een heksenjacht op hem hebben geopend. Hij is vastbeslo ten ziqh de kop niet gek te laten maken. De vraag is echter of de val van Vanden broucke de gemoederen zal bedaren, of dat het juist het begin is van een reeks politieke koppen die gaan rollen. De zogeheten Agusta-affaire speelt in feite al vanaf begin 1983, als de Belgische regering be sluit tot de aankoop van 46 gevechtshelikop ters voor de landmacht. De laatste weken is de affaire in een stroomversnelling geraakt, die gisteren heeft geleid tot het aftreden van Van denbroucke. 17 februari: Justitie doet huiszoeking in het hoofdkwartier van de Vlaamse socialisten in verband met het omkoopschandaal rond de feitelijke aankoop in 1988 van 46 Italiaanse Agusta-helikopters. Le Soir meldt dat de partij vijftig miljoen franks (ruim 2,5 miljoen gulden) aan steekpenningen heeft ontvangen. Tot nu toe waren vooral de Franstalige socialisten bij het schandaal betrokken. Een paar uur voor de inval kondigt premier Jean-Luc Dehaene aan dat hij de parlementsverkiezingen wil vervroe gen. 19 februari: Justitie wil in verband met de Agusta-affaire NAVO-secretaris-generaal Willy Claes verhoren. Claes was in 1988 minister van economische zaken en gaf zijn fiat aan de aan koop van de helikopters. Hij ontkent elke be trokkenheid bij de affaire. 20 februari: Penningmeester Etienne Mangé van de Vlaamse socialisten bekent dat hij ruim 2,5 miljoen gulden aan smeergeld heeft ont vangen. Justitie doet ook huiszoeking bij de Belgische Eurocommissaris Karei van der Miert, oud-voorzitter van de Vlaamse SP. 21 februari: De top van de Vlaamse SP, onder wie minister van buitenlandse zaken Frank Vandenbroucke, zegt niets van betaling smeer geld te weten. Justitie wil de diplomatieke on schendbaarheid van Claes opheffen. 22 februari: De NAVO houdt vertrouwen in Claes. Claes was wel degelijk op de hoogte van het aanbod van Agusta, meldt Mangé, sleutel- verdachte in de Agusta-affaire. Vandenbroucke bevestigt het verhaal van Mangé; Claes blijft 's middags nog ontkennen ooit op de hoogte te zijn geweest van een aanbod van de helikop terfabrikant, maar geeft 's avonds toe er wel van geweten te hebben. Hij sluit echter zijn ei gen aftreden pertinent uit. 24 februari: De Vlaamse socialisten willen Claes laten vallen, zo melden de Vlaamse kran ten. 'SP schuift zwarte piet naar Claes', kopt de Standaard. Ook de kleine oppositiepartijen in België willen.dat Claes vertrekt. 27 februari: Claes en Vandenbroucke worden verhoord door Justitie. 28 februari: De oud-kabinetschef van Claes wordt gearresteerd. 1 maart: De sleutelverdachte in het Agusta- omkoopschandaal, Mangé, wordt met de dood bedreigd. De politie vindt het lijk van Belgische luitenant-generaal Jacques Lefèbre; mogelijk kroongetuige in Agusta-affaire. Hij heeft zelf moord gepleegd. 2 maart: Premier Dehaene neemt Claes in be scherming. 3 maart: Het omkoopschandaal breidt zich uit. De Franse firma Aérospatiale, een andere leve rancier van het Belgische leger, zou eveneens smeergeld hebben betaald. Voor de micro foons van de Canadese radio en televisie ver breekt Claes zijn stilzwijgen: 'In het belang van de NAVO en dat van mijzelf eis ik de volledige waarheid.' 10 maart: De Franse vliegtuigfabrikant Das sault ontkent smeergeld te hebben betaald om grote Belgische defensieorder in de wacht te slepen. 16 maart: Justitie vermoedt dat socialistische spaarbank CODEP spookrekeningen beheert die verband kunnen houden met Agusta-affai- 22 maart: Het weekblad Knack maakt bekend dat Vandenbroucke in 1992 opdracht heeft ge geven een onbekende som zwart geld te laten verbranden, omdat de herkomst onduidelijk was. Mogelijk is het geld afkomstig van Agusta. Vandenbroucke geqft dat op een persconferen tie toe en treedt daarna af. Bericht uit Bolkesteins woonbuurt in Amsterdam-Zuid De maat is vol, vindt Bolkestein. Bui tenlanders moeten niet op een kluitje in de grote steden, maar bijvoorbeeld in Almelo en Goes gaan wonen. Zo niet, dan kampen we binnenkort met Amerikaanse toestanden: getto's met slechte huizen, hoge werkloosheid en een onbeteugelbare criminaliteit. In Amsterdam-Zuid, de luxueuze thuis haven van de liberale voorman, zijn ze niet bang voor de spreiding: „Achmed kan het hier toch niet betalen." Elke morgen reist de 25-jarige Daniël- le Brasser van de zwarte naar de witte wereld. Daar verkoopt ze luxe huis- houdartikelen. Schuin tegenover het huis van Frits Bolkestein, in de Corne- lis Schuytstraat. „De enige buitenlan ders die je hier ziet, zijn toeristen die met dollars willen betalen. Ik vind het een verademing om hier 's morgens te komen. Niet dat ik een hekel heb aan Turken en zo, maar het zijn er zoveel bij mij in de Indische buurt in Amster dam-Oost", zegt ze. In de viswinkel in de Cornelis Schuyt straat ligt de prijs van zalmmoten gul dens hoger dan elders in Amsterdam. Achter glas liggen, verleidelijk, bon bons, wijn en delicatessen. Mensen komen er voor kwaliteit en luxe, een advocaat, een makelaar in schepen of veilinghuis Christie's. Niets herinnert aan de jaren zestig toen kamerver huurbedrijven de verpauperde kapita le panden volpropten met allochto nen. Het is nu een blanke buurt met hier en daar een goed opgeleide Aziaat. En het mag een onsje meer zijn. Bedrijfsleider Rob van Kerkwijk van slagerij Van Dam is blij met zijn cliën- tèle. „Achmed woont hier niet. We verkopen ook wel veel lamsvlees, maar hier is het luxe. Er wonen hier veel prominenten, Bolkestein is klant, net als Van Mierlo en Ursul de Geer. Die kunnen het betalen." Spreiding van allochtonen ziet Van Kerkwijk wel zitten. Hij is content met de uitspraken van overbuurman Bol kestein. „Gebaseerd op wijsheid, ie dereen wil graag dat het was zoals honderd jaar geleden. Maar we moe ten ze niet alleen spreiden over Ne derland, we moeten ook de stroom verminderen. Anders zitten ze straks nog overal. Mag het misschien een onsje minder zijn? Het is toch eigen lijk Nederland." Bang voor de invasie van Achmed en zijn familie zijn ze niet in de Cornelis Schuytstraat. De woningen zijn peper duur en onbetaalbaar voor de veelal laag opgeleide immigranten. Komen ze toch, met huursubsidie, dan neemt vermogend Zuid de benen, meent de slager. „De mensen hier verhuizen dan allemaal naar het Gooi. Kijk, ze willen wel in Amsterdam wonen, maar niet in het echte Amsterdam. Dit is stand." Dat het leven er een paar kilometer verderop heel anders uitziet, lijken veel bewoners van Zuid niet te besef fen. Visboer Maurice Kolff: „De men sen hebben hier bepaalde ideeën over dingen. Ze praten makkelijk over bui tenlanders. Het zou eigenlijk wel goed zijn als die ook hier kwamen wonen." Zo denkt J. Becker er ook over'. Hij drentelt op deze lentemorgen heen en weer tussen de hondenkapsalon en de modezaak Jessica's Dream aan de Cornelis Schuytstraat. „Het wordt toch veel mooier met bruin bloed er- -WmwM- Pfi»T- tussen. Ik heb eigenlijk een veel te groot huis met tuin hier om de hoek. Hier zijn geen problemen. Het is zo comfortabel. Ze hebben in deze buurt geen idee hoe je in die wijken woont." Becker denkt dat de problemen zullen verdwijnen met de tijd. „Het zijn alle maal aanloopstrubbelingen. Onder jongeren op scholen zie je al de groot ste verbroedering. Vooral oudere mensen zeuren, die zijn minder fléxi- bel. Het moet wat beter gaan met de AMSTERDAM MONIQUE EN PETER DE KNEGT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 2