Irene Moors:
de nationale
kinderoppas
ZATERDAG 18 MAART 1995
Ouders van nu koesteren haar zo ongeveer als de nationale
kinderoppas. Terwijl menige volwassene de vermoeienissen van de
weggewerkte week wegslaapt of zich anderszins op zaterdagochtend in
bed ontspant, houdt Irene Moors kinderen vijf uur lang bezig op
RTL4. In haar eigen weekendcrèche 'Telekids' is ze de gepatenteerde
kinderjuf, aan wie je ongezien de kinderen uitbesteedt.
Als het aan haar ligt, wordt ze binnenkort ook gezelschapsdame voor
ouderen. „Ik kan meer dan Telekids presenteren.
Stel dat je iets wilt vertellen over je
korfbalvereniging. Bijvoorbeeld dat
ze tegenwoordig steeds verliezen.
Het mag ook een voetbalvereniging
zijn, of een politieke partij. Ze ver
liezen slag op slag en het is nu al de
zesde keer dat ze verliezen. Hoe
moet je zoiets zeggen? Dat was tot
voor kort niet zo eenvoudig in het
Nederlands. Maar er is een aardige
en praktische nieuwe uitdrukking
voor gekomen. Daar gaat het van
daag over.
Als ik zeg dat mijn politieke partij zojuist
voor de zesde keer verloren heeft, dan is
dat niet nauwkeurig genoeg. In de loop der
tijden hebben ze wel vaker verloren. Ik wil
zeggen dat ze voor de zesde achtereenvol
gende keer verloren hebben. Maar 'zesde
achtereenvolgende keer' is een beetje stijf
geformuleerd. Dat geldt ook voor 'de zesde
keer achtereen'. En als ik het woord neder
laag wil gebruiken, wordt het nog moeilij
ker. Hun 'zesde achtereenvolgende neder
laag' is stijve boekentaal. En 'hun zesde ne
derlaag achterelkaar' is zelfs geen goed Ne
derlands. Ik zou kunnen zeggen: 'hun zesde
nederlaag in successie', maar dat is zéker
geen spreektaal: meer een zin uit een wet
boek of een proces verbaal. En 'hun zesde
successieve nederlaag' is eigenlijk helemaal
onbruikbaar in een gewoon krantestukje.
Drommels nog aan toe! Het kan toch ge
beuren dat ze zes keer achtermekaar
verliezen. Daar moet toch een woord voor
zijn. Er is niks mis met 'een reeks van zes
nederlagen', of 'ze verloren zes keer achter
mekaar', maar dan praat ik over de hele
reeks. Wat moet ik zeggen als ik alleen over
de nieuwste nederlaag wil spreken? De zes
de nederlaag in successie, de zesde achter
volgende nederlaag dus, maar dan in
gewoon Nederlands.
Ik geloof dat hier echt een witte plek in
onze taal bestond. Iets wat je alleen maar
ofwel met geleerde woorden en boekentaal
kon zeggen, of met veel omhaal van woor
den, Bijvoorbeeld: 'Dit is nu al hun zesde
nederlaag die ze achterelkaar lijden'. Maar
dat lukt niet in een zin als: 'Deze zesde
nederlaagwas minder groot dan de vori
ge'.
Sinds kort lijkt dit probleem opgelost. We
plakken er gewoon 'op rij' achter. Het is
ven wennen, maar heel praktisch en pre
cies wat we bedoelen. Zo stond er vorige
week in de krant: 'De PvdA-leider zei giste
ren na de zesde nederlaag op rij, dat dit
geen graadmeter voor paars is'. Dat is be
slist korter, duidelijker en makkelijker dan
'de zesde achtereenvolgende nederlaag', of
'de zesde nederlaag in successie'.
Eerder heb ik al zinnen gezien als 'Felipe
Gonzalez is gisteren voor de vierde keer op
rij gekozen als regeringsleider'. En: 'De der
tiende dag op rij dat we tropisch warm weer
hebben'. En: 'We wonnen onze derde cup
op rij en waren twee jaar achtereen lands
kampioen geworden
Het is er al een paar jaar. Dit 'op rij' staat
namelijk al genoemd in de jongste druk van
de dikke Van Dale (uit 1992) en van Koenen
(ook uit 1992). Maar het klinkt nog erg
nieuw en menige journalist durft het eigen
lijk nog niet te gebruiken. Te 'popie'? Na
tuurlijk moet men er even aan weqnen,
maar wat mij betreft zet men z'n schroom
i maar overboord. Een korte, duidelijke
en prima Nederlandse uitdrukking, die ook
nog 'ns voorziet in een duidelijke behoefte,
mag van mij meteen toegepast worden.
Waar dit 'op rij' geboren is, weet ik niet.
Zijn we op het idee gekomen door het
Engels? Of is het voor het eerst gebruikt in
de sportverslaggeving? Gezien de aarzeling
van veel mensen om het te accepteren, zou
het inderdaad wel eens uit de sportwereld
afkomstig kunnen zijn. Maar waar het van
daan komt, kan me niet veel schelen. Be
langrijker is, dat het heel goed in onze taal
past en erg praktisch is. En beslist een ver
betering vergeleken bij 'in successie', wat
feitelijk een nooit echt ingeburgerde ontle
ning of na-aping van het Frans was.
Er zijn meer van zulke praktische ver
nieuwingen. Bijvoorbeeld voorgevallen als
de warmste zomer die we ooit gehad heb
ben. Of de duurste jas die ik ooit gekocht
heb. Of de beroemdste schilder die er ooit
geweest is. Steeds 'die er ooit geweest is' of
'die we ooit meegemaakt hebben' of'die ik
ooit gezien heb', dat is allemaal erg om
slachtig. De oplossing is nu, dat we er ge
woon 'ooit' achter plakken: de warmste zo
mer ooit, de beroemdste schilder ooit, de
duurste jas ooit. Dat is een geheel nieuw ge
bruik van het woord 'ooit'. Het is nog lang
niet door iedereen aanvaard, maar het nut
ervan is duidelijk. Daarover moet het dan
een volgende keer eens gaan. Ondertussen
weet u vast wat ik ervan vind.
ans van Telekids zien haar als een
I hotshot, die smurfen laat 'housen'.
Tot eigen verbazing haalde ze on-
ngs een absolute nummer een-notering in
le denkbare hitparades. „Je kunt inderdaad
ireken van een hausse", zegt ze. „Mensen
ie mij nog niet kenden, weten dank zij de
nurfen nu ook wie ik ben."
Onder hen Pierre Kartner, die meer dan
;ns heeft uitgesproken niet verrukt te zijn
in het succes van de Telekids-smurfen.De
swezen Vader Abraham voelde zich aange-
ist in z'n persoonlijke eigendom. Jatwerk?
lat is te zeggen: Kartner had tevoren wel wil-
:n horen van het voornemen de smurfen te
iten housen. Irene Moor§: „Maar als Kartner
et over mij heeft, drukt hij zich altijd mild
it. Zo van: 'Ik vind haar een aardige meid,
j kan er ook niets aan doen'. Vind ik wel
:hattig. En het is waar, ik kan er ook niets
an doen. Vorige zomer werd ik opeens be-
aderd: wil je iets doen met smurfen? Nou,
hartstikke leuk, waarom niet?"
En zo toog de in Haarlem opgegroeide,
nds een jaar in Heemstede woonachtige
ene Moors als platenartieste naar de studio,
s zingende chaperonne van de smurfen. Ze
Dngen wat liedjes in, de CD kwam op de
ïarkt en o wonder, de verkoopcijfers haai
en dubbel platina. „Geen redelijk denkend
lens die er wat van snapt, jnaar het is wel
ebeurd. De single No limits haalde ook nog
ans goud en nu loopt de nieuwe ook al weer
Is een trein. Bij de platenmaatschappij val-
n alle monden open. Daar vragen ze zich
imiddels ook af: wat is dit?"
Smurfmania
Ie maakt de plotselinge Smurfmania niet te
lelde. Dat wil zeggen, Moors voelt er weinig
aor zaterdagsnachts rond een uur of twaalf
p te draVen als disco-cult in het uitgaanscir-
tit.
I „Toen 'No Limits' net uit was, kwamen ze
ij de platenmaatschappij er al achter dat het
ummer in kroegen en in discotheken werd
edraaid. Lachen, gieren, brullen, natuurlijk,
ilaar om nu zelf op te treden in dat soort ge-
^genheden... O, ik geloof best dat er een
feer van helemaal te gek - iedereen uit z'n
ak - zal ontstaan. Maar of dat allemaal ge-
iieend zou zijn?! Ik zou me toch niet hele-
ïaal serieus genomen voelen. Bovendien
top je ook nog het risico een paar bierglazen
laar je hoofd gegooid te krijgen. Kinderen
ijn als publiek wèl helemaal echt, die vinden
let goed wat ik doe. Dus daarom ga ik mee
p de Smurfen House Tour, vanaf 1 april. Het
tod door met, ik heb het van horen zeggen,
6n auto met van alles erop en eraan. Lucht-
Ussens, smurfenpaleizen, hele toestanden,
nne nou ja, daar doe ik een uur liedjes en
nurfentoestanden.
Irene Moors is zo'n typisch meisje van
iemaast; 27 jaar nog maar. Op haar zestien-
e wilde ze (HAVO-scholiere toen) al voor de
amera. Als een ondernemende meid die op
aar toekomst was voorbereid, deed ze
ireentests. Dat moest van haarzelf, zegt
loors met nadruk. „Ik had voor m'n vader
en programmaatje aanelkaar gepraat, om-
at een vriend van hem jarig was. Mijn tantes
i ooms vonden het allemaal even geweldig,
'als tantes en ooms dat natuurlijk altijd vin-
en. Ik dacht: het zal allemaal wel. Maar gek
ïnoeg was er kennelijk toch iets blijven han-
in. Jeugdige overmoed bekroop me, zoiets
in: 'misschien kan ik het ook wel'. Op een
'Maar ik kan meer dan Telekids presenteren'
Irene Moors: „Mijn kracht ligt in het inspelen op het onverwachte'.
rikatuur van Irene Moors. Ik moest van die
enge pakjes en jurkjes aan en ik moest... Nou
ja, natuurlijk heb ik me daar wel eens tegen
afgezet. Ik moest ook nog platte schoenen
aan en Carlo schoenen met hoge hakken,
omdat hij een stukje kleiner is dan ik. Wat
een onzin. Iedereen heeft toch z'n eigen
lengte?! Niets ten nadele van Aalsmeer, ieder
een heeft er z'n taak, het gaat er bij Van den
Ende heel professioneel aan toe. Maar ik hou
niet van dat voorgekookte, dat strak gepro-
grammeerde. Mijn kracht ligt in het inspelen
ophet onverwachte."
Dan voelt ze zich in Telekids aanzienlijk
meer op haar gemak. Dat programma leeft
immers bij de gratie van de improvisatie, in
geënt als het is met de inspiratie van het
BBC-programma Going Live. „Toen Telekids
nog werd opgenomen, heb ik er vaak naar
gekeken. Het heet nu 'Live and Kicking, maar
dat ongedwongene op de vloer is er nog
steeds. Er heerst nooit doodse stilte, camera
mensen praten terug, het programma leeft.
En vorig seizoen is dat spontane er bij Tele
kids ook in geslopen."
Ze rijst een kleine 1 meter 80 boven NAP
uit, maar wat opvalt is dat Irene Moors in ge
sprek met haar doelgroep nooit op haar knie
ën hurkt. „Nee, want dan krijg je tututu. We
richten ons op kinderen tussen 10 en 12 jaar,
wat jonger is trekken we vanzelf mee. En ho
pelijk de iets ouderen ook. Wat heel leuk is:
heel veel volwassenen schijnen later in de
morgen te kijken. En hebben veel lol om wat
Carlo en ik doen. Kinderen kunnen dat soms
niet begrijpen, maar voor ouders is het dan
wel grappig. Het lijkt of het steeds populair
der wordt."
Uitgeslapen meid trouwens op zaterdag
morgen. Want leg een smoorverliefde meid
van een jaar of elf maar eens uit wat tongzoe
nen is, zonder dat de ouders daarover vallen.
Irene Moors loste het op geheel eigen wijze
op. Niet door haar medepresentator Carlo
Boszhard in de dubbele nelson te nemen en
ook niet door een etalagepop innig te omhel-
zen. Ze pakte twee spekkies... Twee spekkies?
„Ja, twee spekkies. Je moet er inderdaad
maar op komen, maar die stelden twee tong
en voor. Het zag er heel onschuldig uit, nie
mand heeft er wakker van gelegen. Maar ie
dereen weet nu wel hoe er getongd moet
worden."
Op zich vindt Irene Moors het niet erg ge
stigmatiseerd te worden als de TV-kinderjuf.
Uit het vijfjarige contract dat haar in oktober
werd voorgehouden sprak niet alleen waar
dering, het bood Moors ook financiële zéker
heid. Maar echt het gevoel dat helemaal
recht wordt gedaan aan haar capaciteiten,
heeft ze niet.
'„Ik denk wel meer te kunnen dan alleen
Telekids presenteren. Ik snap ook wel dat je
me niet in een actualiteitenrubriek moet zet
ten. Kan niet in combinatie met een jeugd
programma. Maar een familieprogramma
zou ik best aandurven. Alleen zijn er zó veel
presentatoren bij RTL: Henny Huisman, Ron
Brandsteder, André van Duin, Peter Jan Rens.
Ik heb geen zin op hun pensioen te moeten
wachten. In het nieuwe seizoen wil ik toch
iets doen, waarvan de adrenaline door mijn
lichaam gaat stromen. Telekids gaat me, uh,
te makkelijk af. Neemt niet weg dat ik dat
programma wil blijven doen zo lang kinde
ren zich met mij identificeren, zo lang ze rqij
als hun oudere zus zien. Want, ja, Telekids is
wèl mijn kind geworden."
Irene Moors en Carlo Boszhard, de 'gezichten' van Telekids. foto archief
dag deed de VARA een oproep op TV: om-
roepsters gezocht. Ik dacht: wat kan het sche
len, ik schrijf een brief."
Ze drong door tot de laatste drie, maar
werd iets te vrolijk bevonden voor het serieu
ze omroepWerk. Naderhand ïcreeg Moors een
herkansing bij de KRO en ook daar schaarde
ze zich onder de beste drie. Maar helaas kon
digde ze Lee Towers precies zo aan als pas
toor Zusenmezo; voor de KRO reden genoeg
om Moors de zegen na te geven.
Dan maar de verpleging in, bedacht ze.
Maar daar was ze nog te jong voor, de leef
tijdgrens lag bij 17 jaar en 7 maanden. „Dus
ik moest nog een jaar overbruggen. En dat
heb ik keurig.gedaan door de opleiding van
medisch-secretaresse te gaan volgen. Ik
moest nog ergens in een ziekenhuis stage lo
pen. Nou, dat vond ik dus helemaal niks,
voelde me diep ongelukkig. Ik vind het heel
knap van mensen die de verpleging wèl aan
kunnen, maar ik zag al heel snel in dat het
niet mijn wereld was. De opleiding heb ik wel
met goed gevolg afgemaakt. Want zo ben ik
ook wel" weer, als ik ergens aan begin maak ik
het af."
Aanmoediging
Ze ging aan de slag bij uitgeverij VNU, eerst
op de afdeling Verzekeringen („Saai werk,
maar het was er erg gezellig") en vervolgens
op de afdeling Marketing van het Vrolijk
Weekblad. „Nee, ik hoefde niet die luchtzak
ken boven die snavels van Donald, Kwik,
Kwek en Kwak in te vullen met tekst. Maar
wel beantwoordde ik namens Donald brie
ven van lezertjes. En ik kwam op beurzen te
staan. In samenwerking met de NCRV wer
den de Disney Dagen georganiseerd, daar zat
ik vrij diep in. Zo kwamen de contacten met
de omroep tot stand. Er waren presentatoren
die me spelletjes zagen doen met kinderen:
vonden ze heel gezellig. En ik werd aange
moedigd mee te doen aan een screentest. Zo
is het gekomen."
Een seizoen lang praatte Irene Moors voor
de NCRV het gesnater van Donald Duck,
Kwik, Kwek en Kwak aanelkaar. „Maar ze
vonden me niet opvallend genoeg. Ik bleef
niet 'hangen', werd gezegd, had geen pukkel
of zo. Kortom ik viel te weinig op. Ze wilden
niet meteen van me af, maar me ergens on
derbrengen in een duopresentatie. Maar die
toezegging vond ik wel erg vaag. Ik dacht:
laat mij maar eens verder om me heen kijken
in de televisiewereld. Ik schrijven naar TV 10
en naar Véronique. Bij dat laatste station had
ik binnen een week een contract. Ik stond
daar in het kamertje van programmaleider
Ruud Hendriks. En die zei: 'Maak jij maar ef-
fe dertien uur kinder-TV'."
Daar stond Irene Moors dan. Verstand van
televisie maken had ze absoluut niet. In dat
jaartje NCRV had ze bij wijze van spreken al
leen uit andermans werk voorgedragen. „Te
lekids was dus duidelijk een geval van ie
mand in het diepe gooien. Wonder boven
wonder is het goed gegaan, ik had er blijk
baar feeling voor al improviserend een kin
derprogramma te presenteren. Het kwam er
in het begin voornamelijk op neer de teken
films aanelkaar te praten. Wat de leiding zich
niet had gerealiseerd was dat die tekenfilms
geen half uur, maar twintig minuten duur
den. Dus we hielden per uur al gauw twintig
minuten over. En daar ging ik uit mezelf, wat
nooit de bedoeling was geweest, onder-
werpjes voor bedenken.
Een leerzame, doch harde leerschool. Irene
Moors was zeker in de eerste drie maanden
van het bestaan van RTL-Véronique hele
maal op zichzelf aangewezen in Luxemburg.
„Niemand begreep mij daar, ze spraken er
alleen maar Letzeburgisch. Maakte ik een
grap, dan lachte niemand. Als ik het over een
boek had, dan moest ik er echt naar wijzen of
het dicht slaan, anders snapten die camera
mensen niet waar. ik heen wilde. Omdat ik
daar toch zat, moest ik ook maar meteen
even omroepen. Ik deed echt van alles in het
begin. Hét was zwaar pionieren. Ik denk dat
je het vak op geen betere manier kunt leren.
Ik heb daar in dat verschrikkelijke hotelbed
in die even verschrikkelijke hotelkamer vaak
in tranen gelegen. Maar het gekke is dat je na
verloop van tijd overal maling aan krijgt; dat
onwillekeurig het gevoel pver je komt de hele
wereld aan te kunnen."
'Vreselijk...'
Tot dusver heeft ze amper de gelegenheid ge
kregen zichzelf tegenover volwassenen te be
wijzen. Moors zat ooit in het panel 'Wie is
wie', ze presenteerde eenmaal het TV-gala in
het kader van de Ronald McDonald Comedy
Award en ze was vooral de assistente van
Carlo Boszhard in 'Hitbingo'. In die rol voel
de Moors zich bij zichzelf op visite. „Oplezen
van de autocue, pooit afwijken van de tekst,
vreselijk. En maar nummers afroepen: twaal-
luf, zes-tien, drie-en-twintig. Ik werd een ka-