komt in Amsterdam
weer een beetje
tot leven
4#-ï> ik
ZATERDAG 18 MAART 1995
Het Concertgebouw in Amsterdam maakt
zich op voor wat een van de mooiste muzi
kale manifestaties moet worden van deze
eeuw: het Mahler Feest 1995. Goedbe
schouwd niets meer en niets minder dan
een grootse herhaling van zetten, want
precies driekwart eeuw geleden vond het
eerste Mahler Feest plaats. Een festijn dat
Nederland in het algemeen en Amsterdam
in het bijzonder voor immer aan de Oos
tenrijkse componist zou binden. Dit bij
zondere jubileum wordt dit voorjaar her
dacht, met de uitvoering van Mahlers vrij
wel complete oeuvre in het Concertge
bouw. Door onder meer het Koninklijk
Concertgebouworkest, de Wiener Philhar-
moniker en de Berliner Philharmoniker.
Onder leiding van klinkende namen als
Haitink, Muti, Abbado en Chailly. Her
dacht ook met de uitgave van het boek
Mahler in Amsterdam en de gelijknamige,
buitengewoon aardige expositie in het
hoofdstedelijk Gemeentearchief. Daar
komt Mahler vanaf 22 maart weer een
beetje tot leven en blijkt eens te meer dat
zijn muziek onsterfelijk is.
f
/V
rtï S
6-21 MEI 1020
Itft GF!J.^AHH!)VA IVr.T 25 I' HH-Hs'
j i
DlRIGFSrWNHhT mV IKHiLKUljW
El
p? Willem Men-
W gelberg, van
Y 1895 tot 1945 eer-
ste dirigent van het
Concertgebouworkest,
is rond de eeuwwisseling
een van de eersten die Mahler op zijn waarde
weet te schatten. Immers, het gros van con-
certminnend Nederland hangt nog aan
Beethoven, Mendelssohn en Schumann of op
z'n best aan modernen als Berlioz, Liszt en
Wagner. En Mahler maakt moderne, eigentijd
se en bovenal langdurige werken en is in 1900
even onbekend als onbegrepen.
In zekere zin neemt Mengelberg dus een gok
als hij de Oostenrijkse componist en dirigent
uitnodigt om in het najaar van 1903 naar Am
sterdam te komen, voor uitvoeringen van zijn
Derde en Eerste Symfonie.
Johan Giskes, muziekhistoricus bij het Ge
meentearchief, voormalig altviolist van het
Concertgebouworkest en (deels) schrijver van
het boek Mahler in Amsterdam„Achteraf een
gouden greep, want het klikte met het Con
certgebouworkest. De werkwijze was als volgt.
Mengelberg bereidde de symfonieën voor met
het orkest, waarna Mahler de leiding overnam,
het orkest naar zijn hand zette en de concer
ten dirigeerde. Tijdens de repetities van Ma
hler zat Mengelberg in de zaal en maakte hij
aantekeningen in zijn partituren, die daar
blauw en rood van zien."
En het klikt met het publiek dat, aanvanke
lijk aarzelend maar gaandeweg enthousiaster,
Mahler in de armen sluit. Dat blijkt wel uit de
talrijke uitvoeringen in Amsterdam, die volgen
in de jaren tot 1920. Tussen 1903 en 1911 (het
stervensjaar van de componist) zijn dat er nog
26, in de negen jaar naar het Mahler Feest toe
liefst 110! Giskes: „In het begin is er sprake van
slechts een beperkte olievlekwerking, in krin
gen rond Mengelberg en orkestleden. Maar
met ieder bezoek van Mahler aan het Amster
damse Concertgebouw, waar hij opnieuw diri
geert in 1904, 1906 en 1909, wordt de belang
stelling groter, totdat uiteindelijk een heuse
hype ontstaat."
Doodsvrees
Opmerkelijk is dat iedereen iets van zijn of
haar eigen gading lijkt te vinden in Mahlers
muziek. Giskes stuitte tijdens zijn onderzoek
op een vat vol gevoelens bij de fans. „Sommi
gen bewonderen hem om de religieuze sfeer
van zijn werken, anderen dwepen met de mys
tiek. Of zij vallen voor Mahlers worsteling met
de thematiek van leven en dood, die nog
wordt aangescherpt door het sterven van zijn
dochtertje. En de Amsterdamse wethouder
Wibaut hoort in de symfonieën trompetge
schal ter aankondiging van het socialisme."
Andersom heeft Mahler het alle keren bui
tengewoon naar zijn zin in Holland, dat hij in
brieven aan zijn vrouw Alma beschrijft als zijn
'zweite Heimat'. De band die hij smeedt met
Mengelberg bij wie hij doorgaans logeert
is hecht. Net als het contact met Hendrik de
Booy, bestuurslid van-het Concertgebouw, en
vooral ook de vriendschap met zijn Neder
landse collega-componist Alphons Diepenb-
rock. Op laatstgenoemde is hij zelfs zo gesteld
dat hij feestelijke diners, waarbij Diepenbrock
niet aanwezig is, maar saai vindt en het liefst
aan zich voorbij laat gaan.
Met De Booy maakt hij lange wandelingen
De expositie Mahler in Amsterdam, van Mengel
berg tot Chailly duurt van 22 maart tot en met 11
juni. Het Gemeentearchief aan de Amsteldijk 67 is
dagelijks geopend tussen 11.00 en 17.00 uur. Voor
nadere informatie kan men bellen met telefoon
nummer 020 - 6646699.
Het Mahler Feest 1995 in het Concertgebouw
vindt plaats van 1 tot en met 17 mei. Het hoofd
programma omvat alle symfonieën, liederen uit
Des Knaben Wunderhorn, Kindertotenlieder, Das
klagende Lied en Das Lied von der Erde. Uitvoe
rende orkesten zijn onder meer het Koninklijk Con
certgebouworkest, de Berliner Philharmonikec en
de Wiener Philharmoniker onder leiding van onder
anderen Bernard Haitink, Claudio Abbado, Riccar-
do Muti, Simon Rattle en Riccardo Chailly. Het bij
programma bestaat onder andere uit liederen van
Schönberg, pianokwartetten van Mahler en Sch-
nittke en Diepenbrocks Hymne an die Nacht.
Expositie geeft kijkje in de keuken van Concertgebouworkest
ustav
MAHLER
Gustav Mahler aan de Zuiderzeekust bij Valkeveen, maart 1906
Voor de één was het de peilloze diepte van Gustav
Mahlers smartelijke klanken, voor de ander zijn in de
speelde componisten. Zeker na zijn dood, als
Mengelberg een echte Mahler-campagne be
gint. Na 1920 zijn er zelfs seizoenen waarin ne
gen werken van zijn hand in Amsterdam wor
den uitgevoerd.
„Vind je het gek dat het orkest Mahler uit
eindelijk tot in de vingertoppen beheerst.
Daaruit is het ook te verklaren dat het in 1929
onder Otto Klemperer slechts één repetitie no
dig heeft voor de uitvoering. En dat het later
moeiteloos de interpretatie van Bruno Walter
volgt, die wezenlijk afwijkt van Mengelbergs
visie. De oude meester stelde veel meer het
verhaal achter de muziek centraal, terwijl Wal
ter dé structuur van het werk zelf aangreep."
Dat is tevens wat Giskes het meest intrigeert:
de veelheid aan muzikale opvattingen over
Mahlers werk. „Zelf ben ik opgegroeid met de
Mahler van Haitink. Pas later kwamen daar de
interpretaties van Eduard van Beinum, Bern
stein, Klemperer en Chailly bij. Allemaal pro
beren ze de partituur zo trouw mogelijk te vol
gen. En allemaal klinken ze compleet anders,
zoals ook te horen is op de tentoonstelling in
het Gemeentearchief. Dat persoonlijke stem
pel, die telkens nieuwe, sterke visie, vind ik
mateloos boeiend."
Dood in Venetië
Mengelbergs houding tijdens de oorlog
maakt hem tot persona non grata in Neder
land en het wordt hem verboden hier nog op
te treden. Maar de band tussen Mahler en het
Concertgebouworkest blijft. Of het nu Van Bei
num is die dirigeert of Bernard Haitink of Ric
cardo Chailly, allen zetten de traditie met lief
de voort. Giskes: „Vooral Haitink is van on
schatbare waarde gebleken. Zijn uitvoeringen
hebben een hele nieuwe generatie aan Mahler
gebonden, net zoals de film Dood in Venetië
van Visconti (waarin de Vijfde Symfonie van
Mahler klinkt, red.) dat heeft gedaan".
Zelf werkte Giskes tussen '68 en '76 als alt
violist onder Haitink mee aan plaatopnamen
van verscheidene symfonieën. Vanuit die ach
tergrond had hij voor het boek Mahler in Am
sterdam en voor de gelijknamige tentoonstel
ling in het Gemeentearchief, gemakkelijk toe
gang tot 'de keuken' van het orkest. „De or
kestpartijen met de notities van de musici zijn
alleraardigst om te bekijken. Haitink bijvoor
beeld, is in het Scherzo van de Negende bijna
tien procent sneller dan zijn beroemde colle
ga's. Waarop een' van de strijkers schreef:
'wind mee in Scherzo'."
Dergelijke kleine persoonlijke ontboezemin
gen, een partituur van Mengelberg vol met
aantekeningen, een buste die Rodin maakte
van Mahler, schilderijen en tekeningen van de
meester en de vele dirigenten die in Amster
dam zijn werken vertolkten, de grootste pauk
ter wereld (speciaal gemaakt om de laagste to
nen in Mahlers werk te laten horen), recensies
uit binnen- en buitenland, oude toegangs
kaartjes en kleurrijke affiches, brengen de
mens Mahler en zijn tijdgenoten driekwart
eeuw na het grote Mahler Feest weer tot leven.
En tientallen (zeldzame) opnamen van het
Amsterdamse Concertgebouworkest, vari
ërend van Mengelbergs eerste plaat uit 1926,
via Van Beinums prachtige vertolking van Das
Lied von der Erde tot de Zesde Symfonie onder
leiding van Chailly, bewijzen de onsterfelijk
heid van zijn muziek.
AMSTERDAM JURRIAAN GELDERMANS/GPD
Geschetst portret van Willem Mengelberg
muziek verweven godsvrucht. Velen voelden zich
aangetrokken door de doodsvrees van de componist,
anderen roemden het feestgeschal en de Amsterdamse
wethouder Wibaut hoorde in de symfonieën het
opkomend socialisme. Waardoor gedreven dan ook, feit
is dat Nederland begin deze eeuw aan de voeten lag van
de Oostenrijkse componist. En, andersom, dat Mahler
(1860 - 1911) zich thuisvoelde in Holland, waar hij
wandelde langs de boorden van de Zuiderzee,
discussies voerde met geestverwanten als Diepenbrock
en het Concertgebouworkest dirigeerde in zes van zijn
symfonieën. Geen wonder dat het grote Mahler Feest
van 1920 een gebeurtenis werd waar de vonken vanaf
spatten.
21 mei 1920, in welke periode vrijwel al zijn
werken worden uitgevoerd. „Let wel: door één
dirigent en één orkest, dat alleen wordt ver
sterkt indien de orkestratie daarom vraagt," al
dus Giskes.
De chronologie van de
symfonieën wordt
slechts eenmaal door
broken: op T8 mei, de
sterfdag van de grote
kunstenaar, vertolkt
het orkest niet de
Achtste, maar de Ne
gende van Mahler: de
symfonie die hem
bang maakte, omdat
zoveel grote compo
nisten na hun negen
de symfonie stierven.
De grote zaal van het
Concertgebouw zit
avond aan avond vol
met de prominenten
van die tijd, onder wie
Otto Klemperer en Ar
nold Schönberg, maar
ook Mahlers weduwe
Alma. „Tot in het verre
buitenland stonden
jubelende recensies in
de kranten. De reeks
concerten plaatste het
Concertgebouw defi
nitief bij de top tien
van de wereld."
Tot aan de Tweede
Wereldoorlog blijft Mengelberg zijn stempel
drukken op het Concertgebouworkest, zij het
dat een andere Mahleriaan, Bruno Walter,
vanaf 1923 naast de maestro opereert. En dus
blijft Mahler bovenaan de lijst staan van ge-
langs de oevers van de toenmalige Zuiderzee
(waar hij graag poseert voor de camera van de
Nederlander) en op de hei, terwijl hij als recht
geaard toerist naar Zandvoort gaat en het Cs-
aar Peter-huisje in
Zaandam bezoekt. En
op chique diners verde
digt hifMultatuli's Max
Havelaar, die zijn
vrouw hem thuis heeft
voorgelezen!
In brieven aan Alma
is Mahler lyrisch over
Mengelberg: '...een
fameuze kerel. De enige
aan wie ik met volle
overtuiging mijn werk
toevertrouw'. Net zo ly
risch als over het Con
certgebouworkest. dat
hij keer op keer roemt.
Giskes: „Mengelberg,
zeer streng en autori
tair, hamerde het oeu
vre erin bij zijn orkest.
Geen wonder dat de
meester verguld was
met de musici en aan
zijn vrouw schreef dat
de orkestleden opnieuw
'herrlich vorbereitet'
Mahler feest
Het zilveren jubileum
van Mengelberg, die in
1920 een kwart eeuw als eerste dirigent ver
bonden is aan het Concertgebouworkest,
vormt de aanleiding tot een reeks van festivi
teiten. Hoogtepunt daarvan is zonder twijfel
het Mahler Feest, dat duurt van 6 tot en met