Meedogenloos klein rovertje Hoop gloort voor kalende mannen v's Mr' rN Ruimteproefjes vlak boven grond Milieu 7 mi Bezuiniging geschrapt Wetenschap Zeeuws ziekenhuis onderzoekt Amerikaans middel Er gloort, wederom, hoop voor mannen die na hun jonge jaren meer dan alleen hun wilde haren verliezen. Finasteride heet dit maal de strohalm; het middel is onder de naam Proscar op de markt. Het blijkt onver wacht positieve effecten te hebben op he ren met een brede scheiding of uitdijende kruin. De haaruitval blijkt te stagneren en er werd zelfs hergroei geconstateerd. Ameri kaanse onderzoekers tonen zich, na de éér ste testen, enthousiast. Een uitgebreid ver volgonderzoek, dat onder meer wordt uit gevoerd in Ziekenhuis Walcheren in Vlissin- gen, moet uitwijzen of er inderdaad sprake is van een effectief middel. Alle berichten in de roddelbladen ten spijt is er nog altijd geen afdoend middel tegen beginnende kaalhoofdigheid. Het meest be kend is nog altijd minoxidil, waarvan de re sultaten ook maar beperkt zijn. De heilza me werking van finasteride werd bij toeval ontdekt. Veel mannen op leeftijd slikken het middel tegen vergroting van de prostaat. Bij een lagere dosering blijkt echter dat her en der op het hoofd verloren gewaande be groeiing opnieuw tot leven werd gewekt. Fi nasteride blokkeert de werking van het mannelijk hormoon testosteron, dat in werkt op de haarwortels en daardoor haar uitval kan veroorzaken. Tijdens een Amerikaans vooronderzoek werden vierhonderd mensen ermee behan deld. De positieve resultaten gaven aanlei ding tot een vervolgonderzoek, dat wordt gehouden in ongeveer twintig medische centra in de Verenigde Staten en Europa. Het Vlissingse hospitaal gaat twintig proef personen verzamelen, die een jaar lang eenmaal daags een pil moeten slikken. Zij dienen tussen de twintig en veertig jaar oud te zijn, moeten lichamelijk en geestelijk in een goede conditie verkeren en hun kaal heid mag niet in een vergevorderd stadium zijn. Het gaat om een experiment, waarbij de proefpersoon noch de arts wee' neppil slikt. Biologe ontdekt 'uitgestorven' konijnkangoeroe HAMBURG DPA Een Australische biologe heeft een buideldiersoort ontdekt die al 125 jaar zou zijn uitgestorven. Volgens het Duitse tijdschrift Geo wilde de dierkundestuden- te Elizabeth Sinclair eigenlijk een kortstaartkangoeroe van gen. Toen ze haar vallen contro leerde, vond ze echter twee Gilbert-konijnkangoeroes (potorous gilberti), een soort die voor het laatst in 1869 was gesigna leerd. Het buideldier is onge veer zo groot en zwaar als een flink konijn, maar lijkt vanwege de lange onbe haarde staart veel op een rat. Het is niet duidelijk of de Gil- bert-konijnkangoeroe op den duur kan overleven. Dermatoloog dr. E. Prens leidt het onder zoek in Vlissingen. Het verband tussen het mannelijk geslachtshormoon en haaruitval is al langer bekend. Prens: „Mannen die bij voorbeeld door een ongeluk gecastreerd zijn geraakt, ontwikkelen geen kaalheid meer. Dat is het enige keiharde bewijs voor dat verband. Er liggen diverse middelen op de plank die de werking van het hormoon tegengaan, maar het probleem is dat die te weinig selectief zijn. Er zijn te veel bijeffec ten. Finasteride wordt echter al langer we reldwijd gebruikt. Het is een relatief veilig middel." Van een wondermiddel wil Prens nog niet spreken, al heeft hij hoge verwachtingen. „De Amerikanen hebben inderdaad bij een aantal patiënten goede effecten gezien. Het remt het proces duidelijk af. Mannen van 25 die normaal op hun dertigste kaal wor den, worden dat nu misschien op hun vijf- :igste." De schrik sloeg het voltallige Europese astronomenbestand om het hart: in september 1993 was het bouwrijp maken van de bergtop van Mount Paranal, in de Chileense Andes, vrijwel voltooid toen er een brief op poten binnenkwam van een tot dan toe onbekende, Chileense familie. De advocaat van de fa milie claimde dat de bergtop en grote delen van het gebied eromheen sedert 1977 eigen dom was van de familie. Of die sterrenkundigen maar even op wilden krassen met al die graaf- en betonstortappara- tuur; en of men de bergtop weer in de oorspronkelijke staat wilde herstellen. En dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Er is meer dan 300.000 kubieke meter rots en grond van de bergtop verwij derd en een gebied van 100 bij 100 meter afgevlakt en voor zien van een duizenden tonnen zware fundering van gewapend beton voor wat de allergrootste telescoop ter wereld moet wor den: de Ver)'Large Telescope (VLT). Mount Paranal, bijna 4.000 meter hoog, ligt 700 kilometer ten noorden van een andere berg, La Silla, waar de Europea nen, op zoek naar een zo ideaal mogelijke observatieplaats, al in 1963 neerstreken. Sedertdien is op de top van die berg een klein dorp van koepels verre zen, waaronder meer dan een dozijn uitstekende telescopen staan opgesteld: de Europese Zuidelijke Sterrenwacht (ESO). Onder dat telescopenpark be vindt zich het neusje van de technologische zalm: de New Technology Telescope (NTT). Met zijn spiegeldiameter van 3,5 meter niet de grootste ter wereld, maar wel een die in staat is de scherpste beelden te ontwerpen, dank zij zijn ver mogen om de altijd aanwezige luchtonrust grotendeels te cor rigeren. Op basis van de NTT-techniek wilde de ESO de VLT gaan con- i. Op de top van La Silla s geen plaats meer voor de- reus, die uit kende telescopen, elk met een spiegel van acht meter middel lijn zal bestaan, en dus werd in 1984 een bergtop gevonden waar de waarnemingscondities minstens zo goed zijn als op La Silla: Mount Paranal. Bijna twee jaar geleden spande de genoemde Chileense familie de ESO plotseling een proces aan met als argument dat in to taal 22 vierkante kilometer, waaronder de hele top van de Mount Paranal, haar eigendom was. Inderdaad werd er met een eigendomsakte geschermd, die dateert uit 1977, maar die akte is (nog) niet openbaar ge maakt. Onder de juridische druk wer den de werkzaamheden in het voorjaar van 1994 enige tijd stilgelegd, mede door een aan klacht tegen de Chileense con structiemaatschappij Skanska Belfi, die de opdracht voor het geschikt maken van de bergtop van de ESO had verkregen. Door al die tegenwerking zag de ESO zich begin februari ge noodzaakt de tactiek van zwij gen en luisteren te doorbreken Lieveheersbeestje leeft voornamelijk op bladluismenu IN HET VELD De voorgenomen bezuiniging van twee miljoen gulden op na tuur- en milieu-educatie voor 1995 gaat niet door. Het minis terie van VROM kort dit bedrag nu op het algemene milieube leid. Voor volgend jaar zijn 'eni ge bezuinigingen' op educatie echter onvermijdelijk, zo schrijft minister De Boer aan de Twee de Kamer. De bewindsvrouw was van plan de helft van haar budget voor het zogeheten ka derplan natuur- en milieu-edu catie (Kaderplan NME) te schrappen. Dit voornemen stuitte evenwel op enig verzet in de Tweede Kamer. Het Kaderplan NME (eind 1993) voorziet in de afstem ming van de activiteiten van de verschillende depar tementen op het gebied van natuur- en milieu-educatie. Zeven ministeries betalen aan de uitvoering van het plan. Het lieveheersbeestje lijkt ei genlijk een beetje op een pad destoel, alleen omgekeerd: niet rood met witte stippen, maar rood met zwarte stippen. Voor onze Germaanse voorou ders waren lieveheers beestjes heilig, zoals ze voor alles ontzag had- «j\ den wat rood geldeurd was. Ze wijdden het ke vertje aan Freya, de godin van de liefde en het hu welijk. Dit aureool van heilig heid hebben de christenen later aanvaard en het diertje de naam gegeven van de christelij ke Godheid. Een naam die het overigens beslist niet verdient, aangezien het een meedogen loos rovertje is. Het is een roofkevertje, dat voornamelijk bladluizen op zijn menu heeft. Volwassen lieve heersbeestjes verslinden er da gelijks zestig tot honderd. Dat is een hele maaltijd voor zo'n nie tig beestje. Zijn larven nemen met iets minder genoegen zij werken er per dag een stuk of twintig achter de kiezen. Van deze vrolijk gekleur de moordenaars hebben we in ons land zestig soorten: zevenstippig, tweeëntwintigstippig, tweestip- pig en ga zo maar door. Om de verwarring groot te maken, cor respondeert het aantal stippen echter dikwijls niet met de soort. Een zevenstippige kan zich rustig vertonen met liet meer dan twee stippen. Je moet van goeden huize komen om ze te kunnen determineren. In bijen bijvoorbeeld, het loodje leggen. En: behalve de plaag geesten zelf, worden ook hun natuurlijke vijan den om zeep ge bracht, waardoor de plaag, nadat het be- strijdingsmiddel is uit gewerkt, mogelijk in heviger mate terugkeert. Natuurlijke vijanden, zoals lieveheersbeestjes, zijn daarom Klein hoefblad Het duurt niet lang meer of hele wegbermen staan weer goud geel te pronken met bloemen van het klein hoefblad. Er is vrij wel geen mens die zich voor dit plantje interesseert. Het is zo gewoon. De meeste men sen zoeven in hun autós langs hem heen. En als ze hem wèl zien in een file bijvoorbeeld dan verslijten ze de bloem al snel voor een doodgewone paarde bloem. onontbeerlijk. In een klimaat als Jammer toch, want het klein e gedijen hun prooidi- hoefblad is eigenlijk ieder geval heeft het aantal stip pen te maken met de soort en beslist niet met de leeftijd van het de honger is lieveheersbeestje be wijst een bijna hon derd jaar oud wapenfeit. Door als verstekelingen op een schip meegekomen schildluizen raak- Sindsdien te de Amerikaanse sinaasappel teelt in grote moeilijkheden. Stuk voor stuk werden de Cali- fornische bomen aangetast. Wat te doen? De Amerikanen bedachten iets wat vandaag de dag nog als modern wordt be schouwd: een insekten - kenner kreeg de opdracht te zoeken naar de natuur lijke vijand van de schildluis. Deze des kundige verzamelde, na lang speurwerk, een reusachtig aantal lieve heersbeestjes, die er bin nen drie maanden in slaagden de boomgaarden vrij van schildluizen te maken. de opvatting ter dat het zeer doeltreffend is schadelijke dieren te bestrijden met biologische middelen. De natuur rekent zelf heel gemak kelijk af met een overvloed aan kwalijke beestjes. Zo werden ui- envelden gebombardeerd 'groene vlie- waren alle- L met ma: maal mannelijke vliegen, die door bestraling on vruchtbaar waren ge maakt. Hiervan hadden de vrouwelijke vliegjes die zeer schadelijk zijn voor de uienteelt, omdat ze hun eitjes in leggen, waarna de ze door de larven smakelijk worden verorberd uiteraard geen weet. Ze paarden lustig met de steriele mannetjes, maar brachten geen kroost voort. Af gelopen waren de plagen! Zo kan het. Chemische bestrij ding van schadelijke insekten is vaak niet nodig. Ze brengt dikwijls grote risico's met zich mee, zoals het feit dat ook nuttige insekten, eren, bladluizen, bijzonder goed. Na twee weken hebben de vrouwtjes al voor pakweg dertig nakomelingen gezorgd en dit herhalen ze in één sei zoen nog tien maal. Dat bete kent driehonderd jonge blad luisjes per vrouwtje. Zoiets kan heel gemakkelijk ontaarden in een plaag. Vooral doordat ons lieveheersbeestjesbestand ver ontrustend snel slinkt. Lieveheersbeestjes doen overi gens alle moeite te overleven. Voor een insekt kunnen ze bij zonder oud worden: wel een jaar of drie. Het grootste pro bleem is echter de winter door te komen. Veel soorten kruipen in de herfst in groepen bijeen, die uit honderden exemplaren kunnen bestaan. Dit doen ze niet zozeer om zich aan elkaar te warmen, zoals in vriesnach- ten winterkoninkjes wel doen, maar vooral omdat geschikte schuilplaatsen moeilijk zijn te vinden. Massaal zoeken de kevertjes die plekjes op, waar temperatuur en luchtvochtigheid optimaal zijn. Graag nemen ze hun toe vlucht tot onze huizen. Bijvoor beeld tussen de houtblokken, die naast de open haard liggen opgestapeU' der. Kijk maar eens hoe hij daar uitbundig staat te bloeien zon der dat er een blad aan de plant staat. Dat komt later wel. Eerst moet er gebloeid worden. Wat wij aanzien voor één bloem blijkt, als u er met uw neus bo venop kruipt, een hele verzame ling piepkleine bloempjes: zo tussen de 330 en 340. Aan de randen staan zón 300 lintbloempjes. Als u goed kijkt, ziet u dat ze vrouwelijk zijn. Uit alle lintjes steekt een 'stemvork- je', een stempel die het stuif meel van de mannelijke bloe men op moet vangen. Die man nelijke bloemen staan in het midden en zien er weer heel an ders uit. Het zijn wat men noemt 'nor male' bloemen met een kelk, meeldraden en óók een stem pel. Dat laatste klopt natuurlijk niet, want zo'n stempel hoort bij een vrouwelijke bloem. Maar hij werkt dan ook niet zoals een stempel hóórt te werken. Het is meer een vorkheftruck. Zón lo ze stempel groeit namelijk heel hard als de zon schijnt en neemt dan het stuifmeel mee naar boven. Dat stuifmeel is bedoeld voor vroege insekten en die ziet u dan ook volop verschijnen op mooie dag. Bijvoorbeeld de eerste bijen die de korven voor een verkenningsvlucht verlaten. En de hommelkoninginnen die als enige van hun nest de winter hebben overleefd. Misschien zelfs een eerste vlinder, het ci troentje, dat de somberheid en koude heeft getrotseerd onder de bladeren van de altijdgroene klimop. Flelaas voor het klein hoefblad gebeurt het nogal eens dat die mooie zonnige dag niet wil ko men. Dat het guur weer is, met hagel, natte sneeuw of regen. Dan blijven de bloempjes dicht. Maar daardoor worden de lint bloempjes ook tegen de manne lijke bloempjes aangedrukt. En zo komt het stuifmeel toch waar het hoort. Zodra die hele bestuiving verle den tijd is, veranderen de bloe men van het klein hoefblad in pluizebollen, net als bij paarde bloemen. Dat moet in alle rust gebeuren en daarom laat de bloem het hoofdje hangen. Tij delijk maar. Want nu gaat de geschubde bloemstengel ha rd groeien. Hij wordt wel twee keer zo lang, waardoor het pluize- bolletje zo hoog mogelijk boven de grond komt te staan. Dan kan de wind goed vat krijgen op de pluisjes, die lijken op para chuutjes. Alleen bij droog weer kunnen de parachuutjes zich ontvou wen en ver uitwaaien, op zoek naar een kaal stukje pas omge woelde grond. Daar voelt het hoefblad zich het best thuis. Tot groot verdriet van de boer, maar lot genoegen van de wegenbou- 1 let klein hoefblad houdt name lijk met zijn wortelstokken uit stekend de kale grond van pas aangelegde wegbermen vast. En misschien ook nog eens tot ple zier van de automobilist in de file die dit stukje heeft gelezen. TON INT VELD j WOENSDAG 8 MAART 1995 Raketsimulator LARS Eindhovense vinding Juridisch touwtrekken om Chileense bergtop FOTO GPD en kenbaar te maken dat er duidelijke afspraken met de Chileense regering werden ge maakt en dat men zich vooral niet met polemieken wil inla ten. „En als men zich aan zijn verantwoordelijkheden ont trekt", zo liet de duidelijk boze ESO-directeur Giacconi weten, „dan rest ons geen andere keus dan de Chileense staat voor een internationaal gerechtshof te dagen wegens contract breuk". Dat hielp. Eind februari putte de ene na de andere ministe riële en juridische hotemetoot zich uit in uiteenzettingen, met als klap op de vuurpijl een ver klaring van de Chileense minis ter van Buitenlandse Zaken. Jo sé M. Insulza, dat de ESO hier op geen enkele wijze schuld draagt. 1 let werk op Paranal gaat inmiddels onverdroten voort en als de betrokken fami lie inderdaad eigenaar is van die bergtop, dan moet men dat met de overheid regelen. Want die zou de grond dan twee keer verkocht moeten hebben... Proefjes doen in de ruimte met minimale zwaartekracht is leuk. Maar je hebt er alleen wat aan, als je zeker weet dat het voorde len biedt boven experimenten op aarde. Want goedkoop is zo'n met mini-labs volgestamp- te wetenschapsraket bepaald niet. Je kunt de aarde in de ra ket nabootsen om die benodig de vergelijking te krijgen. Haro van Panhuys, een zojuist aan de mechatronica-ontwerpoplei- ding in Eindhoven afgestudeer de ingenieur, vond er wat beters op: de raketsimulator LARS. Het I uiteindelijke ontwerp houdt Van Panhuys overigens geheim. ESA heeft namelijk interesse ge- I toond in de vinding. In Europa zijn vooral Duitsers met hun Texus-project en Zwe den met het Maser-project al ja renlang actief met materiaalon derzoek in de ruimte. De zwaar tekracht die ons aan de aarde gekluisterd houdt, kan namelijk technisch en biologisch materi aal beïnvloeden. In enkele me ters hoge raketten plaatsen we tenschappers minilaboratoria, die niet veel groter zijn dan twee pakjes sigaretten. Zodra de raket in de ruimte is gekomen, starten microcomputers de ex perimenten in deze CIS-boxen (Cells In Space). In de ruimte gehouden proeven laten daadwerkelijk andere uit komsten zien dan bij dezelfde experimenten op aarde het ge- Een schematische weergave van de LARS. Het feitelijke ontwerp is ge heim. FOTO CPD val was. Om er zeker van te zijn dat de verschillen ontstaan door de zwaartekracht, of juist het bijna ontbreken daarvan, moe ten er vergelijkingsproeven ge houden worden. Dat kan in de raket zelf. Ter vergelijking met de andere CIS-boxen plaatsen de onder zoekers er één in de raket in een soort centrifuge. Die draait op het moment van proefneming in de ruimte snel rond en ver oorzaakt zo een zwaartekracht die nagenoeg gelijk is aan die op aarde. Omdat alle boxen bloot staan aan de kwellingen van de versnellingskrachten en de trillingen die bij lancering en terugkeer op aarde optreden, kunnen de resultaten goed ver geleken worden. Het nadeel van deze methode is, dat de centrifuge veel kostba re plaats in de raket inneemt. Ook is er maar een beperkt aan tal van deze apparaten beschik baar. Daarom vinden vergelij kende proeven ook op aarde plaats. Die hebben echter het nadeel, dat de CIS-boxen niet die krachten en trillingen on dergaan als de andere mini- labs. Met de LARS, LAunch and Re-entry Simulator, kan zo'n ra- ketvlucht op aarde worden na gebootst zonder dat het mini- lab ook maar een meter van de grond komt. Schematisch bestaat de LARS uit een juk met aan weerszijden een zogenoemde shaker, een trilbeker, 270 kilo zwaar. Een hydraulische motor draait de spil in het midden met een gi gantische snelheid rond. In de shakers komen de CIS-boxen voor de referentieproef. De aan drijving, met een vermogen van honderd gemiddelde automoto ren, slingert het juk in 0,8 se conden naar het vereiste aantal toeren per minuut. Door deze centrifugebeweging, samen met de trillende bekers, ondervin den de CIS-boxen dezelfde krachten als in een raket. De simulatie is niet helemaal perfect, vertelt Haro van Pan huys. „Ik kreeg geen uitsluitsel over de exacte G-krachten die optreden bij de lancering van de raket. De raket die model stond voor het bouwen van dit simulatiemodel is namelijk een militaire raket. De gegevens daarvan zijn geheim." De bouwactiviteiten op de top van de Paranal zijn al een behoorlijk eind gevorderd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 19