De uilen zullen het moeilijk krijgen
Geen mens ziet er uit als op de plaatjes'
Wetenschap
Beeldscherm kleurenblinden
Methode accentloos
aanleren tweede taal
Spitsmuis
Bladluis verkiest dood boven eten van sommige slasoorten
/OENSDAG 25 JANUAR11995
'ek van Andel gruwt van afschaffen snijpracticum
j' ransen schijnen meccano, het wat uit de tijd geraakte
ouwpakket van platen en plaatjes, schroeven en bout-
js, wel te verengelsen tot 'make and know', ofwel: al
oende leert men. Oefening baart kunst. Voor aanko-
ïende artsen is die oefening wel heel gering. Tot grote
rgernis van Pek van Andel, medewerker op het Labora-
irium voor Histologie en Embryologie aan de RU Gro-
ingen en kunstlenzenexpert. Hij vindt dat studenten
eel vaker het snijmes moeten hanteren.
■1 rqningen henk hellema
le i
de eerste jaren van hun stu-
ie wordt studenten genees-
rjunde nauwelijks meer de mo-
ijkheid geboden om in lijken
snijden. Alleen aan het eind
in hun tweede jaar krijgen de
liudenten nog een voorgesne-
en stuk menselijk lichaam on-
•r hun neus: om te bekijken.
Inbegrijpelijk en verontrus-
vindt Pek van Andel. Tij-
ens een practicum oogheel-
nde ervoer hij weer eens dat
veedejaars studenten genees-
unde niet weten hoe met mes
n ander fijn instrumentarium
m te gaan. Hij pleit voor een
erinvoering van dit essentiële
nderdeel van de geneeskunde-
tudie; het liefst verplicht,
an Andel heeft zeker niet de
retentie om studenten in het
egin van hun studie in een
aar middagen op de snijzaal
p te leiden tot ervaren chirur-
en. „Maar daar gaat het bij dit
nijpracticum ook niet om. Een
antal middagen snijden in een
ïenselijk lichaam dient veel
leer een ruimer, fundamente-
;r doel. Door een deel van het
ïenselijk lichaam te onüeden
je erachter te komen of je
iandig bent of niet, of je met
lies, schaar en pincet weet om
gaan, en ook of je snijden een
nooi vak vindt of niet. Binnen
e geneeskunde geldt nog altijd
en globale scheiding tussen
nijdende en niet-snijdende
akken. Maar hoe weet je of je
oed in snijden bent, en of je
at leuk vindt, als je daar in je
tudie niet of nauwelijks meer
nee in aanraking komt? Hoe
un je een zinvolle keuze ma-
;en zonder eerst zelf het mes
ter hand te hebben genomen?"
Knutselaar
Van Andel noemt het de ironie
van de huidige generatie aanko
mende studenten („opgegroeid
met de televisie, als kauwgom
voor de ogen") dat zij die het
minst geknutseld hebben, zelfs
in hun opleiding het minst te
knutselen krijgen. „Ik vraag mij
dan af: is men dan wel goed be
zig?"
De Groninger onderzoeker, zelf
een enthousiast knutselaar, is
niet de enige die zich zorgen
maakt over het afschaffen van
het snijpracticum. Met instem
ming citeert hij een uitspraak
van prof. P.J. Klopper, tot eind
vorig jaar hoogleraar experi
mentele chirurgie aan de Uni
versiteit van Amsterdam: „Mis
schien is nog wel het belangrijk
ste wat je op het snijpracticum
in je eerste jaar leert: dat je er
achter komt dat dit vak niets
voor je is. Daar kun je beter in je
eerste dan, zeg, in je derde of
vierdejaar pas achter komen."
Het zelf snijden in een mense
lijk lichaam heeft nog een ande
re zeer belangrijke functie, al
dus Van Andel. „Het leert de
aankomende arts het lichaam
ruimtelijk te zien, in zijn driedi
mensionale vorm. Mij wordt
wel voor de voeten geworpen
dat ik ouderwets ben, dat het le
ren van ruimtelijk inzicht in het
menselijk lichaam een veel mo
derner hulpmiddel kent: de
driedimensionale 'virtual reali
ty' op een computerscherm. Ik
zeg dan altijd: weet u wat er na
de virtual reality komt? Dat is
de real reality. Het menselijk li
chaam zelf. Geen mens ziet er
precies uit als op de plaatjes.
Pek van Andel: „Mij wordt wel voor de voeten geworpen dat ik ouderwets ben, dat het leren van ruimtelijk
inzicht in het menselijk lichaam een veel moderner hulpmiddel kent: de driedimensionale 'virtual reality' op
een computerscherm." foto cp
Een kenmerk van levende orga
nismen is immers dat ze alle
maal iets van elkaar verschillen.
En om dat te ontdekken moet je
gesneden hebben."
Het afschaffen van het snijprac
ticum ziet hij ook als uitvloeisel
van een meer algemene trend.
„Nog altijd is het zo dat er min
der waardering bestaat voor
mensen die met hun handen
werken dan voor degenen die
met hun hoofd de kost verdie
nen. Het woord prutser kan iets
waarderends uitdrukken in de
zin van onderzoekend knutse
len, maar ook iets laatdun
kends."
Maar geneeskunde-studenten
worden toch niet voor niets op
geleid tot praktizerend arts. „In
de geneeskunde, maar ook
meer algemeen in de weten
schap, levert de combinatie van
theorie en praktijk, van kennen
en kunnen, nog altijd het mees
te rendement op. Het een hoeft
het andere niet uit te sluiten.
Samen werken ze het meest
produktief." Illustratief in dit
verband noemt Van Andel het
antwoord van Conrad Röntgen,
nadat deze de naar hem ge
noemde stralen had ontdekt, op
de vraag: wat dacht u toen u die
stralen ontdekte - „Ik dacht
niet, ik experimenteerde."
redactie *023-150263/150265
anp Deze afwijking treft 8,5 procent van de bevolking.
Het komt er op neer dat ruim een miljoen Neder
landers, voornamelijk mannen, daar last van heb
ben.
De vinding van TNO Technische Menskunde
maakt het nu mogelijk deze mensen te helpen.
De simulator stelt sofware-ontwikkelaars in staat
voor hun pakketten de beste, voldoende contras
terende kleuren te kiezen. Dit hoeft volgens TNO
geen afbreuk te doen aan de kwaliteit van de ge
presenteerde beelden.
Mensen die kleurenblind zijn, hebben soms
moeite met de beelden op een kleurenscherm. De
onderzoekorganisatie TNO heeftdaar een oplos
sing voor gevonden. Zij ontwikkelde een simula
tor die de kleurenbeelden kan weergeven op de
manier waarop een kleurenblinde ze waarneemt.
Bij de keuze van de kleuren gingen de ontwerpers
van software tot nu toe uit van een gebruiker die
kleuren normaal kan onderscheiden. Zij hielden
geen rekening met mensen die kleurenblind zijn.
ATLANTA UPI
Amerikaanse onderzoekers heb
ben met behulp van de compu
ter een interactieve methode
ontwikkeld voor het op volwas
sen leeftijd accentloos leren
spreken van een buitenlandse
taal. De methode vergroot de
mogelijkheden om ook op ou
dere leeftijd onderscheid te ma
ken tussen klanken die volwas
sen oren vreemd zijn.
Volgens de communicatiedes-
kundigde prof. Winifred Strange
van de Universiteit van Zuid-
Florida in Tampa is het onver
mogen om verschil te horen
tussen klanken die niet in de
moedertaal bestaan, maar van
essentieel belang zijn in de bui
tenlandse taal, de belangrijkste
reden waarom mensen boven
de vijftien een andere taal nooit
volledig onder de knie krijgen.
Onderzoek heeft aangetoond
dat baby's van minder dan zes
maanden verschillen in klanken
horen die hun ouders ontgaan.
Zo blijken Japanse volwassenen
die Engels leren, moeilijk het
verschil tussen de r en de 1 te
horen - deze medeklinkers kent
het Japans niet -, maar hebben
hun kinderen daar geen enkele
moeite mee.
Andere experimenten, aan de
Universiteit van Alabama in Bir
mingham, tonen aan dat klan
ken die mensen in hun prilste
levensstadium horen, heel hun
leven beklijven. De onderzoe
kers ontdekten dat studenten
die voor hun tweede levensjaar
met een buitenlandse taal wa
ren geconfronteerd, zich die
klanken na achttien jaar weer
herinnerden, ook al waren ze in
de tussentijd niet met die taal in
aanraking gekomen. „De vraag
was hoe wij dit vermogen bij
volwassenen konden vergroten.
Velen van ons, immigranten of
anderen, moeten tenslotte op
latere leeftijd een nieuwe taal
aanleren", zegt Strange.
De methode leert studenten
zeer geconcentreerd te luisteren
naar klanken die hun vreemd
zijn. Strange werkte met Japan
se en Amerikaanse studenten
die klanken te horen kregen uit
het Hindi die „voor ons hetzelf
de lijken, maar even verschil
lend zijn als de r en de 1."
Voor de cursus hadden de Ja
panners een lichte voorsprong
op hun Amerikaanse leeftijds
genoten, omdat de klanken
dichter bij hun taal lagen dan
bij het Engels. Maar na de
twaalfde dag hadden beide
groepen aanmerkelijke vorde
ringen gemaakt, aldus Strange.
„Met de methode concentreer
je de aandacht van de luisteraar
op de moeilijkste klank en
breng je geleidelijk meer prik
kels in om het geleerde uit te
breiden. De techniek werkt door
het opnemingsvermogen te ver
groten. De hamvraag is, of de
methode helpt om de klank uit
te spreken", zegt de onderzoek
ster uit Florida. „Ons doel is om
de mensen te helpen die aspec
ten van een taal te leren die hun
de meeste problemen bezor
gen."
Kerncentrales
en aardbeving
De Japanse overheidscom
missie voor nucleaire veilig
heid gaat bestuderen of de
aardbevingsnormen voor
nucleaire installaties moe
ten worden aangescherpt.
Zij komt tot deze overwe
ging naar aanleiding van de
beving bij Kobe op 17 janu
ari. Daarbij hebben de
kerncentrales geen schade
geleden of hun werkings
duur moeten onderbreken.
De dichtstbijzijnde vijftien
kerncentrales staan op 100
kilometer afstand in
Tsuruga.
De elektriciteitsbedrijven
gaan bij het ontwerp van
een kerncentrale uit van de
krachten zoals die tot dus
ver bij aardbevingen voor
kwamen. De overheid heeft
hiervoor in 1981 regels vast
gesteld. De onverwacht
sterke aardbeving bij Kobe
maakt het volgens de over
heid noodzakelijk na te
gaan of de regelgeving nog
voldoende is.
De Japanse overheid heeft
de exploitanten van kernin
stallaties de opdracht gege
ven om hun rampenplan
nen grondig te bestuderen
en eventueel te herzien. De
Japanse milieubeweging
stelt daarentegen dat de
kerncentrales nu dicht
moeten in afwachting van
de resultaten van het aard-
bevingsonderzoek.
IN HET VELD
Zondvloed kostte vaak ongemerkt in dierenwereld ontelbare levens
dekschilden van kevers en an
dere insekten kunnen vermor
zelen. Spitsmuizen leven name
lijk uitsluitend van dierlijk voed
sel.
En hoe! Want hoe klein ze ook
zijn, ze hebben een fantastische
vraatzucht. Ze eten op een dag
een hoeveelheid wormen, slak
ken, spinnen en torren die over
eenkomt met minstens drie
kwart van hun eigen lichaams
gewicht. Maar meestal eten ze
meer dan hun eigen gewicht.
Als je even voorbijgaat aan het
verschil in grootte en omvang,
dan eet een spitsmuis veertig
keer zo veel als een olifant!
De spitsmuis heeft die overvloe
dige hoeveelheden ook hard
nodig. Dat kleine lijfje moet
werken als een paard om aan al
dat eten te komen, want hij ge
bruikt enorm veel energie in
zijn korte leventje. Dat betekent
ook dat hij dag en nacht moet
dooreten. Zijn leven bestaat on
geveer uit drie uur slapen en
drie uur eten, drie uur slapen en
weer drie uur rondrennen.
Nog erger wordt het als er jon
kies komen. Ook daarin onder
scheidt een spitsmuis zich van
andere 'gewone' muizen. Die
krijgen enorme hoeveelheden
jongen in meerdere worpen per
jaar.
Een spitsmuis-vrouwtje werpt
hooguit vijf of zes jongen en dat
gemiddeld slechts twee keer per
jaar. Het verschil zit hem in de
smaak van gewone muizen en
spitsmuizen. Veld- huis-, bos-
en andere gewone muizen wor
den graag opgepeuzeld door
duizend-en-een roofdieren.
Spitsmuizen zijn daarentegen
niet om te eten, volgens de ken
ners onder de roofdieren.
Een onervaren kat wil nog wel
eens een spitsmuisje verschal
ken, maar opeten is er echt niet
bij. Naast zijn staart heeft een
spitsmuis namelijk twee klieren
die een stinkende vloeistof af
scheiden. Die dient niet alleen
ter afschrikking, maar ook voor
de onderlinge communicatie.
Spitsmuizen zijn namelijk ver
schrikkelijk kippig en moeten
het dus veel meer hebben van
hun reuk dan van hun ogen.
De enige roofdieren die wel een
spitsmuisje lusten, zijn uilen en
snoeken. Maar van die twee is
bekend dat ze alles opslokken
wat beweegt en blijkbaar niet
beschikken over een verfijnde
smaak op culinair gebied.
TON IN 'T VELD
THEO SCHILDKAMP GPD
De zondvloed die ons land
overspoelde, heeft uiteraard ook
de dierenwereld getroffen. Maar
deze secundaire ramp is lande
lijk gezien vrijwel onopgemerkt
gebleven. Welk een uittocht
ging vooraf aan het oprukkende
water. Er moet een enorme exo
dus van dieren hebben plaats
gevonden, vooral gedurende de
nachten, maar ook, onopge
merkt, overdag.
Honderdduizenden bewoners
van uiterwaarden en laagland
zijn op de vlucht gegaan: konij
nen, hazen, reeën, vossen, ver
wilderde katten, bunzings en
wezels, enzovoorts.
In stilte, maar massaal,
vluchtten ze van weiland naar
weiland, van boomgroep naar
bosje, van rietkraag naar dijk
helling en later van straat naar
straat, van voortuin naar ach
tertuin. Geen overheid regelde
deze dierenvolksverhuizing,
geen opvangcentrum opende
voor haar de poorten: nergens
stond een goedgevulde ruif of
voederbak ldaar, geen warm en
veilig hol of nest bood gastvrij
onderdak.
De dieren zwierven van
droogte naar droogte, de blij
vers verdronken. Zo hebben de
afgelopen weken ontelbare me
deschepselen het leven gelaten:
van Maastricht tot Culemborg
heeft ons land onnoemelijk veel
slachtoffers te betreuren. De ko
nijnen waren immers in hun
holen, toen het water kwam, de
mollen in hun onderaardse
gangen en de egels zijn niet
eens ontwaakt uit hun winter
slaap.
Leden van een kanovereniging redden begin deze maand, in de buurt van Gennep, tientallen hazen uit het wassende water en van een wisse dood.
Maar zo'n gelukje had slechts een fractie van de in het wild levende dieren.
De gevolgen van deze voltref- nauwelijks vlinders zullen zijn dig gedekt,
fer, die de fauna te incasseren en even zo weinig muizen. De Anderzijds kunnen er plagen
kreeg, zijn niet te overzien. Met uilen zullen het moeilijk krijgen optreden, die, wat aard en om-
de natte vinger kunnen we zo en de binnenkort uit het zuiden vang betreft, onvoorspelbaar
iets zeggen als dat er in de ge- terugkerende zangvogels vin- zijn. Want bijvoorbeeld de
troffen gebieden deze zomer den de tafel beslist niet overda- spitsmuizen hebben een zware
foto anp marcel antonisse
tol betaald en dat zal conse
quenties hebben. Deze insek-
teneters roeien gezamenlijk on
voorstelbare hoeveelheden wor
men, sprinkhanen, pissebed
den, spinnen, slakken en kevers
uit. De voedselbehoefte van
spitsmuizen is dermate groot,
dat ze na een paar uur zonde^;
eten al van honger sterven. Met
gemak verorberen spitsmuizen
dagelijks hun eigen gewicht aan
voedsel. Het behoeft geen be
toog dat wat niet door spitsmui
zen wordt opgegeten, straks in
de zomer voor veel overlast kan
zorgen. Het kan ongeremd z'n
gang gaan, wat betreft eten en
voortplanting en het evenwicht
in bos en veld danig verstoren.
Maar voorspellen is een inge
wikkeld probleem. Want het is
eveneens mogelijk dat, waar nu
een bepaalde diersoort schaars
is als gevolg van de ramp, bin
nen afzienbare tijd juist overbe
volking optreedt.
Neem nu de veldmuis, de tal
rijkste muizesoort van akkers,
weilanden en andere open ter
reinen. Deze muis is door het
wassende water vrijwel uitge
roeid. Dit betekent dat er voor
torenvalken en buizerds, waar
van de veldmuis het belangrijk
ste prooidier is, nauwelijks nog
voedsel zal zijn. Deze roofvogels
zullen dus elders een heenko
men zoeken, waardoor de over
gebleven muizen zich explosief
kunnen vermeerderen.
De wijfjes werpen immers al
op de leeftijd van zes weken en
de worpen volgen elkaar in ra
zend tempo op. Bij gebrek aan
roofvijanden, waartoe ook de
talloze verdronken wezels en
hermelijnen behoren, zou dan
een gigantische massa muizen
op de been komen.
Maar wellicht ook is deze vi
sie te somber en regelt de na
tuur haar zaken naar behoren.
WACENINGEN ANP
Bladluizen sterven nog liever van de hon
ger dan dat ze het voedsel uit sommige
slaplanten opnemen. Hun eetlust wordt
verstoord door een smaakvergallende stof
in enkele soorten sla. Die soorten zijn
door wetenschappers resistent gemaakt,
maar het is nog onduidelijk welke stof tot
hongerstaking aanzet.
Insektkundige M. van Helden van de
Landbouwuniversiteit in Wageningen be
vestigde op de rug van de minuscule,
hongerige luizen een flinterdun goud
draadje. dat in verbinding stond met een
waarnemingsapparaat. Zo kwam hij er
achter dat bladluizen met hun uitschuif-
bare zuigsnuiten de resistente sla wel
aanprikken, maar niets uit de suikerrijke
sappen opnemen.
Bladluizen zijn verantwoordelijk voor
een aanzienlijke schadepost in de teelt
van tuinbouwgewassen. De diertjes tap
pen niet alleen het voedingrijke plantesap
af, maar besmeuren bovendien de blade
ren met honingdauw, een kleverige, sui
kerrijke afscheiding. Die vormt een goede
voedingsbodem voor schimmels, waar
door aanzienlijke produktieverliezen kun
nen optreden. Vooral in de slateelt wor
den grote hoeveelheden insekticide toe
gepast om te voorkomen dat de dieren
zich in de krop vestigen.
Volgens de onderzoeker kan het achter
halen van de smaakvergaller een flinke
bijdrage leveren aan een milieuvriendelij
ke bestrijding van bladluizen.
Nederlandse bodemlander uitgeschakeld
DEN BURG GPD
De 'bodemlander', het onder
zoeksapparaat dat het Neder
landse schip Tyro in 1992 nabij
de Somalische kust op 1.535
meter diepte achterliet, heeft
slechts drie maanden volledig
gefunctioneerd. Het apparaat
dat temperatuur, zout- en zuur
stofgehalte van en stroming in
de Indische Oceaan moest regi
streren en regelmatig foto's
moest nemen raakte ver
moedelijk door kortsluiting ge
deeltelijk verlamd.
Dat werd verleden week op
Texel bekendgemaakt tijdens
een bijeenkomst over de eerste
resultaten van de oceaanexpe
ditie van het Nederlands Insti
tuut voor Onderzoek der Zee
(NIOZ). De bodemlander is
door het NIOZ ontwikkeld.
Dr. Tjeerd van Weering van
het NIOZ: „Over de kwaliteit
van de gegevens in die drie
maanden ben ik heel erg tevre
den." Bodemlanders blijven het
oceanografisch instrument van
de toekomst. Voor dit apparaat,
het enige in West-Europa, be
staat volgens Van Weering ook
in andere landen veel belang
stelling.