Ernst Hirsch Ballin,
beroepspoliticus af
T
BRASSERIE
Bitterballen,
meters bier
en André Hazes
ZATERDAG 11 FEBRUAR11995
ichity
'""'[DA 'er Ernst Hirsch
Ballin verlaat deze
zomerde Tweede
inter. De voormalig
%inister van justitie
meent dat hij als
enator beter tot zijn
led recht komt. Zijn
Ia" politieke werk
kelj
j*nbineert hij met het
deeltijd-
hoogleraarschap
nternationaal recht
lisl
H aan de Tilburgse
"wersiteit. Ook treedt
hij op als vice-
m voorzitter van de
idia
vg strategische
e "iraadsgroep, die het
'.DA weer uit het dal
wil trekken.
CDA-kamerlid verkiest de realiteit van het dagelijks leven
oen hij onlangs twee dagen met
het CDA in Doorn bivakkeerde,
JL dwaalden zijn gedachten vanzelf
terug naar ruim een jaar geleden. Op zater
dag 22 januari 1994 meldde NRC Handels
blad dat het interregionale rechercheteam
Noord-Holland/Utrecht was ontbonden van
wege corruptie bij de Amsterdamse politie.
Die middag, in het Slotemaker de Bruine-
instituut in Doorn, begon voor de toenmalige
CDA-minister van justitie, Ernst Hirsch Bal
lin, een rampjaar. De Tweede Kamer drong
op zijn aftreden aan. De kiezer gaf zijn partij
een afstraffing. Paars kwam aan de macht.
Het CDA werd veroordeeld tot de oppositie.
Nu was de CDA-top opnieuw in Doorn bij
een. De partij steunde zijn wens om op te
stappen als lid van de Tweede Kamer. Ernst
Hirsch Ballin: kandidaat-senator. Opnieuw is
er onbegrip, weer is er kritiek.
„Ik herinner me de gebeurtenissen van een
jaar geleden nog zo goed omdat sommige
mensen mij, naar aanleiding van dat krante-
bericht, probeerden te bellen. Maar uitgere
kend die keer was, tegen de gewoonte in, het
telefoonnummer waar ik bereikbaar was niet
bekend. Daardoor kon de procureur-generaal
in Amsterdam, die graag urgent het een en
ander met me wilde bespreken, mij niet be
reiken. Hoofdcommissaris Nordholt, mis
schien iets bedrevener in de opsporing, lukte
het wel."
Hirsch Ballin noemt de IRT-affaire een 'uit
de hand gelopen burenruzie'. „Maar de zaak
ging politiek branden. De toen net aangetre
den minister van binnenlandse zaken (Van
Thijn, red.) en ik stelden een commissie in
die de kwestie uitzocht. Geen cover-up van
corruptie. Maar intussen was er een dyna
miek aan gegeven die verder zijn loop heeft
genomen."
Missie
Hirsch Ballin zegt zijn werk in het derde kabi-
net-Lubbers vier jaar met plezier te hebben
gedaan. Aan het laatste half jaar heeft hij
geen goede herinneringen. Hij was in een
goede verstandhouding met Ed van Thijn
aan de slag gegaan, maar al voor het eerste
IRT-debat bleek binnenskamers dat hun op
vattingen uiteenliepen.
Over Van Thijns voorgangster, Ien Dales:
„Wij hadden meer gemeenschappelijk dan
sommige waarnemers van buiten zich heb
ben gerealiseerd. Samen hadden we ook de
houding: dit kabinet heeft een missie te vol
brengen, bijvoorbeeld bij de reorganisatie
van de politie en bij de algemene wet gelijke
behandeling. De strijd mag tussentijds niet
worden gestaakt."
Hij vraagt zich af of het CDA het spel in de
laatste jaren wel goed heeft gespeeld. „Ach
teraf gezien was het voor het CDA waar
schijnlijk voordeliger geweest om na drie of
vier jaar te stoppen en met de nieuwe politie
ke man (Brinkman red.) naar de kiezer te
gaan. Maar als leden van het kabinet hebben
wij het werk vóór het partijbelang willen la
ten gaan."
Tot eind 1993 was er nog weinig aan de
hand met de succesvolle carrière van Hirsch
Ballin. Tijdens de kandidaatstelling voor de
Tweede Kamerverkiezingen ging iedereen,
ook hijzelf, er vanuit dat hij minister van jus
titie zou kunnen blijven. „Hoewel ik dat nooit
als zekerheid heb beschouwd, was dat toen
toch het meest waarschijnlijk. Als het CDA bij
de formatie Justitie niet zou hebben behou
den, was ik in geweest voor Onderwijs. Ook is
er over gesproken om, na de verkiezingen, de
kopgroep op een andere manier te gaan
schikken tussen kabinet en fractie."
Fractieleider
Na aandringen geeft Hirsch Ballin toe dat hij
in die periode door sommigen werd ge
noemd als mogelijk aanvoerder van de CDA-
Tweede Kamerfractie. „Al was het niet de
meest voor de hand liggende mogelijkheid,
omdat ik nog geen lid van de Tweede Kamer
was geweest. Maar die onzekerheden had ik
uiteraard geaccepteerd. Daar is geen twijfel
over."
Het liep allemaal anders. Het CDA kwam
slecht uit de verkiezingen. In augustus koos
de fractie Enneüs Heerma tot voorzitter. „Ik
heb mezelf niet opgeworpen als kandidaat.
Er waren wel fractieleden die mij wilden,
maar ik heb mij niet beschikbaar gesteld en
heb het dus niet op een telling laten aanko
men. Het ging uiteindelijk tussen Enneüs
Heerma en Jaap de Hoop Scheffer. Heerma is
het geworden, die heeft mijn steun."
Voor hem resteerde de rol van 'gewoon'
kamerlid. Hoewel hij het voorzitterschap van
de commissie Europese Zaken graag vervul
de, bleken de mogelijkheden om de christen
democratische uitgangspunten zichtbaar te
maken en uit te dragen echter gering. Na
lang dubben, koos hij voor de overstap naar
de Eerste Kamer. „Van een Eerste-Kamerlid
wordt gevraagd dat hij de algemene richting
van het overheidsbeleid kritisch volgt. Die
benadering op hoofdlijnen spreekt mij aan.
In de Tweede-Kamerfractie is dat vooral de
taak van de fractievoorzitter. Het is voor de
anderen geen verboden terrein: iedereen
draagt de CDA-visie mee uit. Ik heb daar ook
mijn aandeel in genomen. Maar ik en ande
ren verwachten dat ik als christen-democra
tisch politicus in de Senaat minstens zo zin
vol, of misschien wel zinvoller, bezig kan zijn.
Vooral omdat je als Eerste-Kamerlid ook in
de samenleving je stem kunt laten horen. Je
bent geen beroepspoliticus, je hebt ook een
plek in de maatschappij, dat is het verschil. Ik
ben niet in de politiek gegaan om het politi
cus-zijn. Voor mij geldt dat ik mijn politieke
ideeën niet kan en wil loskoppelen van de
praktijk, van het daadwerkelijk met iets bezig
zijn. Dat is voor mij het kernpunt. Ik wil be
trokken blijven bij de realiteit van het dage
lijks leven."
Kaiand
Met nadruk stelt Hirsch Ballin dat hij als lid
van de Eerste Kamer parlementariër blijft.
Van ontrouw aan de kiezers is geen sprake,
oordeelt hij. „Ik ontken niet dat er verschillen
zijn tussen de Eerste en Tweede Kamer. Die
verschillen zijn voor mij ook van betekenis.
Maar samen vormen zij de Staten Generaal.
Bovendien zijn er genoeg mensen die heb
ben laten zien dat je in de Senaat herkenbare
politiek kunt bedrijven. Ik zie mij nog niet als
de nieuwe Kaland, die ambitie is te hoogge-
gegrepen. Maar Kaland heeft wel aangetoond
dat je in politiek opzicht een belangrijke rol
kunt spelen, zonder fulltime politicus te
zijn."
Wie hem kritiseert over zijn gang naar de
Senaat, is wettisch bezig, vindt Hirsch Ballin.
„In strikte zin kan je zeggen: je bent in de
Tweede Kamer gekozen, daar hoor je, daar
dien je te blijven. Ik vind het niet verkeerd
om naar de Eerste Kamer te gaan. Ook bij
zo'n beslissing moet je rekening houden met
de geschiedenis en de werkelijke situatie.
Waar en hoe kan ik als volksvertegenwoordi
ger het best mijn taak vervullen? Alleen als je
daarop let kun je verantwoord beslissen."
TED VAN BUSSEL EN CHRISTL VISSER»
Hirsch Ballin in het oude justitie-gebouw op het Binnen hof, waar nu de CDA-fractie is gehuisvest.
Broertjes Baars uit Santpoort-Zuid runnen Nederlands café in Parijs
Peter (links) en Leonard Baars, jongens uit Santpoort-Zuid, kroegbazen te Parijs.
FOTO SABINE HARTLE
Het ruikt bij binnenkomst
meteen vertrouwd. De lucht is
zwanger van de typische, krui
dige melange van as, verschraald bier en bit
terballen. Uit de luidsprekers schalt 'Het leven
is de moeite waard van André Hazes en aan
de bar bestelt iemand net een meter bier.
Het zou een willekeurig bruin café in een
willekeurige Nederlandse stad kunnen zijn,
maar het etablissement heet Brasserie Le Port
d'Amsterdam en ligt in het hartje van Parijs.
In het tweede arrondissement in de Rue du
Croissant, een rustig straatje dat ooit betere
tijden heeft gekend.
Vlak naast het roemruchte Café du Crois
sant waar in 1914 de historische leider van
het Franse socialisme, Jean Jaurès, werd ver
moord, baten de broers Peter (25) en Leo
nard (27) Baars sinds acht maanden een Ne
derlands bruin café uit. Dankzij de uit Sant
poort („Santpoort-Zuid", benadrukt Peter)
afkomstige broers kan het op gastronomisch
gebied toch bepaald niet slecht bedeelde Pa
rijs kennismaken met porties saté, bitterbal
len en mini-loempia's. En natuurlijk met Ne
derlands bier (Grolsch) en de bijbehorende
drinkgewoonten.
De gok van de twee jonge Santpoorters om
een typisch Hollands café te beginnén in de
wereldstad Parijs, lijkt geslaagd. Op een wille
keurige maandagavond toch niet bepaald
een stapavond is het in Le Port d'Amster
dam al vroeg in de avond redelijk druk. Het
publiek bestaat voor de helft uit Nederlan
ders en voor de rest uit groepjes jonge Fran
sen en Engelsen, die de op fors volume uit de
speakers schallende André Hazes gelaten
over zich heen laten komen. Als de Neder
landse kolonie wat later uit volle borst mee
zingt, of beter gezegd: meelalt, slaan de bui
tenlanders het tafereel geamuseerd gade.
Stamcaf
„De helft Nederlanders en voor de rest veel
Fransen en Engelsen, dat is zo'n beetje het
doorsnee-publiek", vertelt Peter Baars een
dag later op een wat rustiger uur. „We kregen
van het begin af aan veel Nederlanders bin
nen. Via mondelinge reclame was al heel snel
bekend dat er een Nederlands café in Parijs
was."
In een mum van tijd was Le Port d'Amster-
dam het stamcafé van een fors deel van de
honderden Nederlanders die al dan niet tij
delijk in Parijs wonen en werken. Diplomaten
en medewerkers van de ambassade, zaken
lieden, studenten, stagiairs en, niet te verge
ten, tientallen Nederlandse meisjes die als
au-pair werken, wippen regelmatig binnen
om even te snuiven aan de 'typisch Neder
landse' sfeer. Om een beetje te kletsen met
landgenoten of om, niet onbelangrijk, een
voor Parijse begrippen spotgoedkoop pitéje te
drinken.
In Le Port d'Amsterdam kost een pilsje
'slechts' tien frank, pakweg drie gulden der
tig. Dat is minstens de helft goedkoper dan
elders in Parijs doorgaans voor een pilsje
wordt gerekend. Het draagt ongetwijfeld bij
aan het succes van het café. „Voor Nederlan
ders is tien frank voor een pilsje een normale
prijs. Nederlanders hebben andere café- en
drinkgewoontes. Die geven graag een rondje
en bestellen vijf of tien pils tegelijk. De ge
middelde Fransman, zelfs als-ie met een
groepje vrienden is, bestelt een pilsje voor
zichzelf. Dat is natuurlijk ook niet vreemd als
je normaal gesproken een tientje of meer
voor één biertje moet betalen", aldus Leo
nard.
Ontwikkelingswerk
De gebroeders Baars doen in dat opzicht ont
wikkelingswerk in Parijs, zo blijkt. „In het be
gin keken Franse klanten vreemd aan tegen
het fenomeen rondjes geven. Degene die hier
wat vaker komen, beginnen er nu ook voor
zichtig mee. Het begint te komen", aldus Pe
ter. „We zien nu ook steeds vaker dat drie of
vier Franse jongens binnenkomen en meteen
een meter bier (twaalf pils) bestellen."
Ook aan snacks als porties saté met pinda
saus moet de gemiddelde Franse klant duide
lijk even wennen. „Onze Nederlandse pinda
saus kennen ze in Frankrijk niet. Als je ze uit
legt wat het is, zie je ze 'gadverdamme' den
ken, maar als je ze zo ver krijgt het te proe
ven, vinden ze het heel lekker", zegt Leonard.
Bitterballen met mosterd en mini-loem
piaatjes met hete saus gaan er bij Fransen
ook uitstekend in, zo is proefondervindelijk
gebleken.
Volgens Peter en I^eonard is het succes van
hun café „het loopt heel lekker" niet al
leen te danken aan de combinatie van goed
koop bier en voor de Fransen onbekende
snacks. De sfeer is een andere troef van Le
Port d'Amsterdam. „In een Nederlands bruin
café ontmoet je heel gemakkelijk mensen.
Die mogelijkheid om op een ontspannen
manier met mensen aan de praat te raken,
vrienden en kennissen te maken, dat kennen
ze in Frankrijk eigenlijk niet. In een Franse
brasserie komen mensen in groepjes binnen,
ze gaan om een tafel zitten en komen verder
niet of nauwelijks met andere klanten in con
tact. Hier kletst iedereen met iedereen", al
dus Peter.
Ierse pubs
Het eerste Nederlandse bruine café in Parijs
lijkt kortom een blijvertje. Kan het bruine ca
fé misschien een export-produkt worden
zoals Ierse pubs (Parijs telt er tientallen) dat
al veel langer zijn? Peter en Leonard sluiten
het niet uit. „Wat ons betreft mogen er meer
Nederlandse kroegen in Parijs komen, maar
ik geloof niet dat het zo hard zal gaan",
meent Leonard.
De voormalige HEAO-student, die net als
zijn jongere broer Peter eigenlijk nauwelijks
horeca-ervaring had alvorens in Parijs in het
diepe te springen, weet uit ervaring dat het
niet eenvoüdig is om in de Franse hoofdstad
een café over te nemen. „We hebben er tien
maanden over gedaan om een goede plek te
vinden en om de financiering rond te krijgen.
Voor ons is deze plek, een beetje weg van de
grote boulevards, ideaal. Een café aan een
drukke boulevard is onbetaalbaar. Je krijgt
dan bovendien een heel ander publiek. Veel
toevallige passanten en toeristen. Wij hebben
gekozen voor een wat rustigere plek, waar we
een vaste klantenkring kunnen opbouwen",
zegt Peter.
Spijt over hun stap hebben de Santpoortse
broers nog geen seconde gehad. Ze hebben
het in Parijs prima naar hun zin. „Het is na
tuurlijk een moordstad, die verschrikkelijk
veel te bieden heeft op cultureel gebied",
meent Peter. Het enige dat de gebroeders
Baars wel spijt, is dat ze zo weinig tijd heb
ben om daar van te genieten. „We werken al
lebei zeven avonden per week. Van zelf uit
gaan komt dus eigenlijk niet veel terecht",
verzucht Peter. „Het enige dat ik af en toe
mis, is een avondje gezellig stappen met mijn
vrienden in Nederland", voegt Leonard er
aan toe. „Stappen in Nederland, dat is na
tuurlijk toch iets heel anders dan stappen in
Parijs."
HANS GERTSEN