Kolder, seks en politiek
193
ZATERDAG 4 FEBRUARI 1995
Het uitbundige Coster-feest op het binnenplaatsje van Teylers Museum. Jacob de Vos, 1923.
Onthullingen over geheim Haarlems genootschap na 125 jaar stilte
HOMME SIEBENGA
"Tl
en wonderlijke groep verklede
j mensen verzamelt zich op 23 sep-
tember 1823 voor een feest in Tey
lers Museum te Haarlem. Zingend en
speechend sjouwen de fuifnummers een
beeld van Laurens Janszoon Coster door het
museum. Ze maken een rondedansje om de
grote elektriseermachine en belanden uitein
delijk op de binnenplaats, waar ze zich uit
bundig op de hapjes en de drankjes storten.
Plotseling wordt er een beddepan tevoor
schijn gehaald waarop de spreuk Geen Geluk-
IZonder Druk staat let op de woordspeling!
Het geval wordt vol drank gegoten en gaat
rond om de dorst van de aanwezigen te les
sen. Hier viert het kolderieke en letterlieven
de genootschap Democriet een van zijn vele
uitbundige feesten.
De fuiftiummers zijn uitgedost als histori
sche figuren, die allemaal iets te maken heb
ben met de boekdrukkunst. De vrolijke bij
eenkomst is namelijk bedoeld om de laat
middeleeuwse Haarlemmer Coster te eren,
de vermeende uitvinder van de boekdruk
kunst. Een van de feestgangers is uitgedost
als Napoleon, want hij zou ontzettend veel
hinder hebben ondervonden van de massale
verspreiding van boeken. Maar ook Guten
berg is van de partij, de Duitse concurrent
van Coster, die zijn idee zou hebben gejat.
Als de verklede personages de nodige alcohol
naar binnen hebben gewerkt en de stem
ming er op de binnenplaats goed inzit, decla
meren ze gedichten voor het beeld van Cos-
ter. 'Gutenberg' smeekt hem om vergiffenis
voor zijn diefstal.
Negen jaar later, in 1832, komen twaalf le
den van hetzelfde gezelschap bijeen onder
heel wat mistroostiger omstandigheden.
Hoewel het genootschap volgens het regle
ment in het teken van de leut en de humor
staat, is de stemming behoorlijk bedrukt. Het
gaat namelijk ronduit beroerd met het in
middels 43-jarige gezelschap. Na een lange
bloeiperiode komt de klad er langzaam in,
vergrijst het ledenbestand en doemt de mo
gelijkheid op dat Democriet binnen afzien
bare tijd ter ziele gaat.
Met vooruitziende blik stelt een commissie
zorgvuldig een testament op, waarin ligt ver
ankerd dat bij opheffing de dichtwerken en
verzenboeken niet in verkeerde handen zul
len vallen. Democriet bestaat weliswaar uit
gerespecteerde burgers, maar wat ze in het
geheim allemaal aan het papier toevertrou
wen aan meligheid en erotische dubbelzin
nigheden, kan absoluut niet door de beugel
van het burgerfatsoen. Een voorbeeld van
een olijk Democriet versje: Van vijf tot zeven
duim is mijn gewoone grootte/Ik ben meer
kantig rond, en taamlijk dik en stijf /Mijn
werk bestaat in vreugd voor burgers en des-
pooot- en,/Doch doe in't minst geen dienst,
waneer 'k hang aan 't lijf. En zo gaat dat nog
een tijdje door: Wijl soms een vrouwenhand
mij vat, en schudt met lusten/ en Daar geef ik
stoot op stoot. Gezien de heersende moraal is
het niet zo vreemd dat men voorzorgsmaat
regelen neemt. Het testament wordt zelfs be
waard in een dichtgesoldeerd blik.
Hondstrouw
Pas zo'n 37 jaar later wordt het zieltogende
gezelschap definitief uit zijn lijden verlost. De
laatste grijze leden komen op 3 augustus
1869 bijeen en openen plechtig het blik, le
zen het testament en heffen Democriet op.
Het archief, een kast met elfhoeken vol notu
Zo'n 125 jaar geleden kreeg Teylers Museum in Haarlem een
mysterieus kastje in bewaringhet archief van het kolderieke en
letterlievende genootschap Democriet. De erotische en politiek
opruiende teksten van de notabele leden moesten voor eeuwig
achter slot en grendel blijven. Onlangs gingen de deurtjes van het
kastje toch open. Het onthullende resultaat wordt binnenkort
tentoongesteld in het museum.
len op rijm, 55 verzenboeken en gedichten
bundels, wordt overgedragen aan de Teyler
Stichting, verbonden aan Teylers Museum.
Dat de wonderlijke nalatenschap naar het
museum gaat, ligt voor de hand want als het
testament wordt opgesteld, zijn twee direc
teuren en een kastelein van de Teyler Stich
ting lid van Democriet.
Het is- ronduit verbazingwekkend hoe
hondstrouw de opeenvolgende generaties
Teyler-directeuren zich aan de afspraak hou
den. Het kastje met de boeken blijft zo'n 125
jaar hermetisch gesloten. In de jaren tachtig
van deze eeuw krijgt Jan Fontijn, de biograaf
van literator Frederik van Eeden, toestem
ming de inhoud van het kastje in te kijken
meer niet. De grootvader en de vader van de
schrijver waren namelijk beiden geruime tijd
lid van Democriet. Pas enkele jaren later be
sluiten de Teyler-directeuren dat het nu wel
letjes is geweest met de geheimhouding en
dat er werkelijk niemand meer in leven kan
zijn die zich nog zou kunnen generen voor
de frivole teksten van zijn of haar voorvade
ren. Het onderzoek naar de talloze letterkun
dige en andersoortige gezelschappen in de
19de eeuw is inmiddels zo in zwang dat de
tijd rijp is om de deurtjes van de kast defini
tief open te zwaaien. Het eerste resultaat van
jarenlang ploegen door de dikke turven vol
rijmwerk wordt op 18 februari gepresenteerd,
het boek De verborgen wereld van Democriet.
Tegelijkertijd gaat een onthullende expositie
van start in hoe kan het ook anders
Teylers Museum.
Dankzij de heimelijke bewaarzucht is De
mocriet zonder meer het best gedocumen
teerde van de talloze letterlievende gezel
schappen van de 18de en 19de eeuw. En dat
is precies ook de unieke wetenschappelijke
waarde van de lijvige notulenboeken en de
stoffige gezangenbundels. Geniale literatuur
heeft het tachtig jaar onafgebroken gerijm
van Democriet zeker niet opgeleverd, maar
het archief is een fascinerend tijdsdocument.
Revolutionair
Jongens zijn het nog, amper volwassen jon
gens uit Haarlem. Adriaan Loosjes (28 jaar),
Bartel Willem van der Vlugt (26) en Izaak van
Westerkappel (20) richten op 23 oktober 1789
het genootschap op. Ze vernoemen zich naar
de Griekse filosoof Democritus, die 'al la
chende de waarheid zegt'. De drie komen uit
gegoede families, maar in hun aderen
stroomt onmiskenbaar revolutionair bloed.
Ze zijn Doopsgezind en behoren niet tot het
kleine kliekje regenten dat samen met stad
houder Willem V de touwtjes in handen
heeft. Het zijn patriotten, die hun hoop heb
ben gevestigd op de idealen van de Franse
revolutie: Vrijheid, Gelijkheid en Broeder
schap. Het genootschap heeft een duidelijk
ondergronds tintje en functioneert vooral als
geheime uitlaatklep voor maatschappelijke
onvrede over de Oranje-kliek. De leden be
leggen minstens één vrolijke avond in de
maand, waar ze elkaar met lollige gedichten
om de oren slaan.
Al die gezelligheid voltrekt zich overigens
volgens een streng reglement, zoals dat bij
een genootschap hoort. De bijeenkomsten
hebben de vorm van bestuursvergaderingen.
Na verloop van tijd onstaat de gewoonte elke
avond te openen en af te sluiten met het zin
gen van een lied uit Tijl Uilenspiegel, een
door de leden geschreven bundel met veel
poep- en piesversjes. Het zingen is de taak
van de 'kip', dat is de man die de boetes int.
Wie namelijk verzuimt een gedicht in te leve
ren of wie te laat komt, moet dokken om de
kas te spekken. Na de zang is het volgende
punt op de agenda uiteraard het voor
lezen van de meestal in zeer slecht rijm ge
schreven notulen. Hilarisch hoogtepunt van
de avond is steevast de 'propositie-ronde'
waarbij ieder lid de gelegenheid krijgt vooral
dwaze voorstellen te lanceren. Een voor
beeld: de notoire meelbiet Jan van Walré
doet het voorstel de herkenbaarheid van de
Democrieten te vergroten door baardgroei
verplicht te stellen. Ook oppert hij het plan
om in de notulen het woord 'voorzitter' te
vervangen door 'ezel', 'gasten' door 'smeer
lappen' en 'drinken' door 'pissen':
De notulen geven ook een aardig beeld van
de stemming tijdens jaarlijkse winterfeesten.
Zo is in de boeken terug te vinden hoe het
gezelschap na het lezen van de gedichten
verkleed en wel in optocht naar een bordeel
trekt.'t is na de vrouwen, hemel wie zag dit
voorheen/ooit op Democriet gebeuren! maar
niets is meer ongemeen/'t Schijnt de vrouwtjes
kunnen 't schikken, men ontvangt er ons zeer
gul. Uiteindelijk draait het er zelfs op uit dat
die avond enkele dames mee gaan naar de
vergaderzaal. Tenminste, zo staat het opgete
kend in de notulen.
De grote omwenteling voor Democriet komt
in 1795, als de lang verwachte Fransen Hol
land binnenvallen. Uiteraard haalt het Haar
lemse gezelschap ze met veel gejuich en lo
vende verzen binnen. Maar dat betekent wel
dat het vernieuwingsgezinde elan vapaf dat
moment aan slijtage onderhevig raakt. De
maatschappelijke positie van de leden wordt
beter, dus de hang naar verandering ver
dwijnt gaandeweg. Bovendien blijken de
Fransen in de praJctijk nogal tegen te vallen
en hebben de Democriet-leden al snel niet
zo'n hoge pet meer op van de oude idealen.
Zo'n tien jaar na de grote ommezwaai blijkt
de stemming binnen Democriet geheel om
geslagen en zijn de leden stuk voor stuk anti
revolutionair. De politiek verdwijnt uit de no
tulen en van de agenda.
Dat leidt er onvermijdelijk toe dat Demo
criet een wat burgerlijker en gezapiger club
begint te worden en de nadruk op de losban
digheid verdwijnt. De poëzie, daar draait het
steeds meer om. Het gaat zelfs zover dat ge
zocht wordt naar nieuwe leden met een seri
euze inborst, die zich met hart en ziel toe
leggen op de amateurdichtkunst. Om nieuwe
wegen in te slaan, wordt binnen Democriet
een soort ridderorde in het leven geroepen,
compleet met rangen en standen. Uiteinde
lijk draait het uit op een soort wonderlijke va
riant van de vrijmetselarij met zijn geheim
zinnige rituelen en loges. De studentikoze,
jolige snotapen uit de tijd van de oprichting
zijn veranderd in bedaagde oudere heren
met grijzende slapen.
Tekenend voor de spectaculaire verande
ring van Democriet is het feit dat in 1820
zelfs een Oranjefeest wordt gegeven! Zo'n
veertig jaar eerder beschimpten ze Willem V,
die met de boot naar Engeland wegvluchtte
voor de revolutionaire Fransen. In 1813 zijn
de leden dolgelukkig als zijn zoon terugkeert.
Over verraad aan oude idealen gesproken.
Geen wonder dat het gezelschap uiteindelijk
verzandt en zijn eigen testament opstelt.
Scepter
Dankzij het bewaard gebleven archief kun
nen historici en literatuurwetenschappers
hun tanden voorlopig even stuk bijten op
eindeloze lappen tekst op rijm. Maar er rest
meer dan alleen dichtregels op papier. De
glazen met inscriptie waaruit de heren hun
wijn naar binnen klokten, zullen ook op de
expositie te zien zijn. Verder zijn ook onder
scheidingstekens en diploma's bewaard ge
bleven en ook de schitterende scepter met de
kop van een grijnzende nar wordt in het mu
seum getoond. Maar het absolute visuele
hoogtepunt zijn ongetwijfeld de tientallen te
keningen en aquarellen die een indruk geven
van de vergaderingen, feesten en dwaze ver
kleedpartijen.
Democriet mag dan in principe een letter
lievende club zijn, niet elk lid blijkt even
vaardig met de pen. Zo is de Haarlemse kost
schoolhouder Jan Gerard van der Wall geen
sterk dichter, maar dat compenseert hij met
zijn buitengewone tekentalent. Hij wordt in
1797 aangenomen als nieuw lid, op voor
waarde dat hij zijn touw met knopen
waarmee hij kennelijk zijn leerlingen afrost
thuis laat. Zijn toelating binnen de Demo-
criet-gelederen blijkt een gouden greep te
zijn. Dankzij hem en zijn latere opvolgers
komen de vele duizenden lollige versregels
los van het papier en kunnen we ons de De-
mocrietelingen voorstellen als wezens van
vlees en bloed, die zich uitleven in uitbundi
ge verkleedpartijen. Zo tekent Van der Wall
in 1800 de karakters uit voor het jaarlijks te
rugkerende verkleedfeest. In de bonte carna
valsstoet bevinden zich dwergen, een boer,
een militair, een heremiet en zelfs een traves
tiet. Niets menselijks was de Democrietelin-
gen vreemd.
Boek: De verborgen wereld van Democriet,
onder redactie van Bert Sliggers, uitgeverij
Schuyt&Co, 49,50.
Tentoonstelling: Democriet, een verborgen
Haarlems Genootschap. Te zien in Teylers
Museum, Spaarne 16, Haarlem, van 18 fe
bruari tot en met 7 mei.
De karakters op het verkleedfeest
van 1800. Jan Gerard van der
Wall. FOTO'S TEYLERS MUSEUM