>chuiteman aan de slag bij Feyenoord
Fo m spo
stad
Scylla wilde maar één ding: winnen'
Üi Leiden
Sport
Bettine Vriesekoop
top-fit naar Top 12
chterlijn
[ERDAG 28 JANUARI 1995
CHEF WILLEM SPIERDIJK, 071-356464, PLV.-CHEF ROB ONDERWATER, 071-356463
I Veluwe trots op blonde bakkerszoon uit Garderen
eger, maar wat is vroeger in het leven van Bernard
uiteman, stond hij 's morgens om vier uur op en rol-
lij voor zijn vader het deeg in de bakkerij. Nu slaapt
pjit, hoeft hij zich pas om half elf op het trainingsveld
[nelden en verdient hij een ministersalaris. Maar de
arige international van Jong Oranje en nieuwe cen-
(nverdediger van Feyenoord is zijn zware jaren nog
vergeten.
ERDAM MARCEL VAN DER KRAAN
VERSLAGGEVER
prijs me gelukkig dat ik in
bakkerij heb geleerd wat
h een is," zegt Bernard Schui-
2in. „Als alles je komt aan
dien in het leven mis je een
je karakter. Je moet weten
knokken is. Waar ik vroeger
te beroerd was om mijn
ïwen op te stropen, ben ik
nu ook niet. Ik heb een
:m doorzettingsvermogen
egen. Als anderen kapot zit-
kan ik nog even verder."
ider Schuiteman heeft de
cerij inmiddels verkocht,
r de mensen in het dorp
leren, aan de rand van de
we, blijft hij niettemin de
ide bakkerszoon. Zijn status
irofvoetballer bij Feyenoord
spijt. „Ja, ze vinden het
htig hoor. Dat ik destijds op
i houtje naar FC Twente
en op m'n zeventiende al
een avontuur in de Bun-
iga koos. Maar in het dorp
t je geen praatjes hebben,
vonen net 2000 mensen,
kent ons', weet je wel? Ik
er ook nog graag. Bij m'n
club, Veluwse Boys en bij
vrienden."
mard Schuiteman doet zijn
aal in de Brasserie van het
we Maasgebouw. Aan zijn
i zit Nadine, een vrolijke
:enrijkse die hij in Duitsland
t leren kennen. Van de taal
ijpt ze nog weinig, maar
zal gauw verandering in
en. Ze verhuist met haar
mee naar de omgeving
Rotterdam. Net als de
ste nieuwkomers zal Schui-
Hotelwerk
„Het is nu nog een beetje het
bekende hotelwerk. Je zit op je
kamer, moet een hoop zaken
regelen en zorgen dat alles bui
ten het voetbal in orde komt. Ik
hoop dat dat snel voorbij is,
omdat ik me dan helemaal op
het voetbal kan concentreren. Ik
heb Feyenoord aardig wat cen
ten gekost, dus ik neem aan dat
ze me toch snel een kans zullen
geven. Die moet ik dan meteen
grijpen."
Een woordvoerder van zijn
oude club Bayer Leverkusen
verklaarde vorige week dat Ber
nard Schuiteman 1,7 miljoen
gulden had opgeleverd. Volgens
de speler is het minder. „Niet
veel, maar toch wel wat. De he
ren vonden het zeker interes
sant om een hoger bedrag op te
geven. Dat komt natuurlijk goed
over in Duitsland, vooral als het
om een speler gaat die de club
niets heeft gekost."
In de kleedkamer bij Lever
kusen, waar hij de haakjes aan
de muur deelde met sterren 'als
Rudi Voller, Bernd Schuster en
de Roemeen loan Lupescu,
werd aanvankelijk gelachen om
het feit dat een buitenlandse
club zoveel geld over had voor
een jonge verdediger. „Ja, som
mige jongens lagen dubbel. Aan
de andere kant beschouwde ik
mijzelf niet zomaar als een wil
lekeurige jongeling in die groep.
Ik heb meegespeeld in de Euro
pa Cup," ik kon me moeiteloos
handhaven in de Bundesliga en
werd door de belangrijke men
sen voldoende gewaardeerd.
Bovendien sta ik sinds enige tijd
als centrale verdediger in Jong
Oranje. Er is nooit een moment
geweest dat ik vreesde niet te
zullen slagen in het Duitse prof
voetbal."
Slechts de aanwezigheid van
een half dozijn buitenlanders
bij zijn vorige werkgever deed
hem besluiten terug te keren
naar Nederland. Op het mo
ment dat Feyenoord interesse
in hem toonde, had hij
zichzelf al uitgemaakt dat hij de
stap zou maken. „Het maakte
me eigenlijk niet zoveel uit wat
voor aanbieding ik zou krijgen.
Als het een normaal contract is,
had ik vóór mijzelf al bepaald,
zou ik meteen tekenen."
Rapport
Bernard Schuiteman zegt geen
harde bewijzen te hebben, maar
hij sluit niet uit dat Rinus Israel
- coach van Jong Oranje - hem
een goed rapport heeft meege
geven. De Amsterdammer
stond zelf jaren geleden in het
hart van de defensie, keerde als
hoofdtrainer terug in de Kuip en
weet als geen ander welke eisen
er aan spelers in Rotterdam-
Zuid worden gesteld. „Ik weet
echt niet of hij een goed woord
je voor me heeft gedaan. Maar
ik vermoed het wel. Na mijn
eerste optreden in Jong Oranje,
hoorde ik later van anderen,
vertelde hij dat mijn spel hem
wel was bevallen. Ik was niet
bang, ging lekker stevig de duels
aan en was kopsterk."
„Of die beoordeling klopte? Ik
denk het wel. Ik ben een speler
die goed in de dekking kan spe
len. Ik zie mij in de eerste sei
zoenen ook eerder als mandek
ker dan als libero spelen. Mis
schien dat ik later kan groeien
naar een andere rol."
Met Israel, die van Guus Hid-
dink de coaching van Jong
Oranje binnenkort moet opge
ven, kon Schuiteman goed
overweg. De samenwerking met
trainers, die zelf hun sporen in
Bernard Schuiteman zoekt na een training de warme douche op. „Ik heb Feyenoord een hoop geld gekost.
Dus ik neem aan dat ze me snel een kans geven." foto ap
het betaalde voetbal hebben waar ik als jonge speler 'U' te-
verdiend, vindt hij geweldig, gen zeg. De naam Van Hane-
„Daarom hoop ik bij Feyenoord gem viel ook als eerste bij de
nog een poosje met Van Hane- spelers van Leverkusen, toen ze
gem te kunnen trainen. Dat is hoorde dat ik naar Feyenoord
voor mij toch een trainer en ging. Echt iedereen kent hem in
speler met een staat van dienst, Duitsland. Dat heeft meer met
het WK van '74 te maken dan
met de prestatie van Feyenoord
in Bremen. Al werden die gas
ten daar in november ook best
stil van."
HUISDUINEN ANP
Met haar zestiende deelname
aan het Europese Top-12-ta-
feltennistoernooi, volgend
weekeinde in Dijon, evenaart
Bettine Vriesekoop het record
van de Fransman Jacques Se
cretin. „Ik sta ook zestien op
de wereldranglijst. Dat is dus
sinds kort mijn geluksgetal",
lacht de Amsterdamse in haar
trainingskamp in het uiterste
puntje van Noord-Holland. In
Huisduinen is er tijd voor
grappen en grollen, sinds kort
voor Vriesekoop de ideale
voorbereiding om straks te
genstanders te dollen.
Ontspannen leeft Vriese
koop naar de Top 12 in Frank
rijk toe. En dat is wel eens heel
anders geweest. „De afgelopen
jaren waren er steeds ruzies
met de bond waardoor ik
enorm onder druk stond. De
lol was weg. Vorig jaar bijvoor
beeld, in Arezzo, speelde ik
goed, maar ging ik met een
rotgevoel naar huis. Dat is on
gezond en mag niet meer ge
beuren."
Sterk
Vriesekoop begon 1995 sterk,
met een overwinning in de
Open Engelse. Vervolgens ver
stoorde een griepje de voorbe
reiding. „Het één was het ge
volg van het ander. Eigenlijk
paste het toernooi in Engeland
niet in mijn schema. Ik zou
eerst ook niet gaan, maar van
de ene op de andere dag had
ik het gevoel dat ik een serieu
ze krachtmeting nodig had. Ik
had te lang geen serieuze wed
strijd gespeeld. Daarom ben ik
wel gegaan. En omdat je in
topvorm bent, weet je dat je
als je gaat reizen vatbaar
bent."
De gedwongen pauze heeft
volgens Vriesekoop misschien
wel een gunstige uitwerking
gehad. „Het was eigenlijk wel
even lekker, een paar dagjes
rustig aan." De nummer drie
van de plaatsingslijst in Dijon
trainde vervolgens een paar
dagen bij haar voormalige pri-
vé-coach Jan Vlieg in België.
„Omdat het er daar heerlijk
ontspannen aan toe gaat."
Sinds maandag is Vriese
koop aan het werk in Huisdui
nen, waar bondscoach Peter
Engel enkele sparring-partners
liet opdraven. „Het is hier echt
lachen. Ik heb het idee dat
m'n voorbereiding veel beter
is dan de afgelopen keren. Vo
rig jaar was ik bij Milan Sten
zei in Grenzau. Hij putte me in
drie trainingen per dag hele
maal uit. Dat was ook niet zo
slim van me, hij staat allang
bekend als trainingsbeest."
Ervaring
Ze was het zelf ook, een trai
ningsbeest. In 1978, bij haar
Top-12-debuut in Praag en in
1985 in Barcelona, toen ze het
toernooi voor de tweede en
laatste keer won. Tegenwoor
dig leunt ze meer op haar er
varing.
De zeventiende, volgend
jaar, zou een record beteke
nen. „In principe sta ik er dan
weer. Behalve als ze in juli be
sluiten het 'lijmen' af te schaf
fen. Als dat gebeurt, wordt het
tafeltennis tien jaar terugge
worpen. Dan is het geen ge
zicht meer. Ik denk niet dat ik
er dan nog zin in heb, dat kan
ik mentaal denk ik niet aan."
De ellenlange rally's zouden
dan terugkeren. Ze was er
vroeger de beste in. „Maar
toen was ik fitter", bekent ze.
Nu lacht ze meer. Ze geldt
desondanks, samen met de
Duitse Schöpp, als favoriete
voor de titel. „Ik ben be
nieuwd. Als ik maar goed
speel...", mompelt ze, vastbe
sloten op 5 februari in Dijon
ook als laatste te lachen.
I door: Gert-Jan Onvlee
Ik kon het eigenlijk niet ge
loven. Maar het stond er
toch, in de krant van
woensdag. De strekking van het
in kaart brengen van Lei
als top-sportstad neemt
nwoordig niet veel tijd
r in beslag. Met de rugby-
Tlniging DIOK is zo'n beetje
nige club genoemd die na-
aal een rol van betekenis
lt. In andere sporten heeft
Sleutelstad de aansluiting
j,de Nederlandse top volle-
s verloren. Elf jaar geleden
tjigde Leiden nog eens als
e sportstad van Nederland
Te jaarlijkse verkiezing van
IVRO. Maar ook dat gaf al
.j vertekend beeld. Het was
)iiers in de jaren zestig en
^ntig dat Leidse verenigin-
in tal van sporten wel seri-
j neededen.
den om deze weken in
delen terug te blikken op
^)jd dat Leidse clubs zich op
an sportieve fronten lieten
,sen. Waarna in deel negen
1; aantal betrokkenen dis-
ieert over 'de toekomst
Leiden als topsportstad'.
>Tlaag in aflevering 6: de ta-
s nnisverenigingScylla.
A A GERT-JAN ONVLEE
van Zoelen, op dat moment
zitter van de Leidse tafel-
isvereniging, bracht het
la-gevoel' in 1969 schitte-
onder woorden. „Ik ben",
3ret de preases weten, „trots
de ziekte van Scylla. Die
ise heet mentaliteit. Het is
;|I die besmettelijk is. leder-
bij Scylla krijgt er direct
13 te maken."
it waren de hoogtijdagen
Scylla. De vrouwen hadden
^)63 al de nationale titel naar
een gesleept (Ria Bakker, El-
Kort en Truus Ham - later
tc aalden Sandra de Kruijff,
hine van Gennip en So'phia
'burg dat kunststukje), de
d grossierde in nationale ti
en de mannen waren net
de tweede keer Nederlands
pioen geworden.
elirard (op dat moment nog
"Gé rondstappend) Bakker
d toen al als 'kampioenen-
er' te boek. Want Bakker
in die tijd niet alleen speler
e Scylla één, ook fungeerde
"als speler/coach van dat
team en als (jeugd)trainer van
de vereniging. Een trainer èn
een vereniging die hun tijd ver
vooruit waren. In trainingsuren,
bijvoorbeeld. Bakker: „Als het
maar even kon, werd er ge
traind. Dat er geen fatsoenlijke
accommodatie was om in te
trainen, maakte helemaal niet
uit. We vonden altijd wel een
kippenhok waar we een tafel in
kwijt konden. En op zondag
trainden we ook. Soms zonder
licht. Omdat we dan in gebou
wen waren, waar we helemaal
niet in mochten zijn."
Maar ook de manier van trai
ning maakte Scylla tot een apar
te club: „Wat we toen deden
was uniek voor Nederland. We
trainden met zandzakjes om het
middel, we werkten met lichts
ignalen om de reactiesnelheid
op te voeren. Dat soort dingen."
Zaken die in Nederland niet
bekend, maar in het buitenland
gesneden koek waren. Bakker:
„We bedachten die dingen ook
niet zelf, we namen ze over. Dat
ging vaak via Bert van der
Helm. Als die weer eens in het
buitenland was geweest, kwam
hij vaak met wat nieuws terug.
Een nieuwe slag, of zo. Bert en
ik gingen die slag dan samen
trainen en gaven die dan ook
weer door. Zo zakte zo'n slag
vanzelf de hele vereniging in."
Met Bert van der Helm noemt
Bakker direct de topper die
Scylla in de jaren zestig mede
groot aanzien gaf in' tafeltennis-
land. Van der Helm, tot dit jaar
met 25 nationale titels record
houder van Nederland, debu
teerde in het seizoen '63-'64 als
15-jarige al in Scylla één. Met
eveneens jeugdige Dick Sprin
ger nam hij de plaats in van
Verkerk en Van Zoelen. Hoe
groot het talent Van der Helm
was bleek al snel. Van der Helm
scoorde uitstekend in de erek
lasse-competitie en werd nog in
1963, een jaar na Bakker, in de
nationale ploeg opgenomen.
Desondanks duurde het tot
zaterdagavond 1 april 1967
voordat Scylla de jarenlange he
gemonie van de Amsterdamse
tafeltennisclubs (AMVJ, Ned-
Lloyd) doorbrak. NedLloyd was
Zes spelers die op zaterdag 22 maart 1969 voor wellicht de mooiste dag van Scylla zorgden. Het eerste team
(staand, v.l.n.r: Ed van der Berg, Bert van der Helm en Gerard Bakker) werd kampioen van Nederland door
een 6-4 winst op NedLloyd, terwijl het tweede (v.l.n.r: Peter van Schie, Anton Will van Zoelen en Ed Fallaux)
diezelfde dag de promotie naar de ereklasse veilig stelde.
de tegenstander waarvan Scylla
in de afsluitende wedstrijd niet
mocht verliezen. Wim Schoone-
meijer, Frans en Bert Schoofs de
sterke opponenten achter de ta
fel. De 'onbegrijpelijk sterk spe
lende' Bakker en Van der Helm
klaarden het karwei met z'n
tweetjes. Derde man Chiel Kui
per behoefde geen partij te pak
ken om de 'winnende' 5-5 eind
stand op het bord te krijgen.
Scylla was toen al de laatste
op amateuristische leest ge
schoeide tafeltennisclub in de
top van Nederland. En dat was
twee jaar later nog steeds zo
toen Scylla op zaterdag 22
maart 1969 misschien wel de
mooiste dag van haar bestaan
meemaakte. Op dezelfde dag
dat het keurkorps (Bakker, Van
der Helm en Ed van der Berg)
de tweede nationale titel ver
overde, stelde het tweede (Ed
Fallaux, Peter van Schie en An
ton Will van Zoelen) promotie
naar de ereklasse veilig.
Het tafeltennisbolwerk Scylla
dat in eigen land als een huis
stond, deed internationaal ove
rigens nauwelijks mee. In de
strijd om de Jaarbeursbeker
werd weliswaar eens de derde
ronde gehaald, maar Europa
Cup wedstrijden als tegen het
Zweedse Sölvesborg BTK of het
Duitse VFL Osnabrück werden
met maximale cijfers verloren.
Bakker: „Op het moment dat
we tegen de echte topteams
kwamen, waren we kansloos.
Niet zo gek. In Zweden speelde
ik toen nog eens een trainings
partijtje tegen een jongen van
zestien jaar. Die had net een
flatje gekregen van de sponsor
van die club, kon hele dagen
trainen en stond toch nog maar
reserve. Dat verschil viel zelfs
door een fanatieke club als Scyl
la niet weg te werken."
Het succes van Scylla werkte
het wegvallen van de Leidse
club als titelkandidaat vreemd
genoeg nadrukkelijk in de hand.
Immers: de spelers van Scylla
moesten het in die tijd stellen
met een kleine 'schadevergoe
ding' via Blaupunkt. Terwijl in
Amsterdam eind jaren zestig,
begin zeventig door de gespon
sorde ploegen al wel met grote
geldbedragen werd gewerkt.
Twee jaar al had Hunter '25
tevergeefs bij Van der Helm
aangeklopt, toen de oorspron
kelijk van het Zoeterwoudse Pit
'54 afkomstige speler in 1970
wel toehapte. Gerard Bakker:
„Later kon ik daar beter mee
omgaan. Maar ik heb dat Bert in
die tijd heel erg kwalijk geno
men. Het kón er bij mij niet in
dat iemand voor geld weg zou
gaan bij Scylla. Mij zijn in die
tijd ook echt grote bedragen ge
boden. Maar dat deed je ge
woon toch niet."
Scylla handhaafde zich de ja
ren erna, onder andere met de
Joegoslaaf Milan Stencel, nog
wel in de ereklasse, maar de ti
tel was volledig onbereikbaar
foto pr
geworden. In december 1974
degradeerden de mannen van
Scylla na de meest succesvolle
periode uit het bestaan uit de
ereklasse. Om daar trouwens
heel snel weer in terug te keren.
Er waren indertijd mensen
die het niet zo erg vonden dat in
de vaak afgeladen Leidse mili
taire sportzaal in de Mors even
niet meer op het hoogste niveau
werd gespeeld. Veelal waren dat
personen die te maken hadden
met de.Nederlandse Tafeltennis
Bond. Want de verhouding tus
sen Scylla en de NTTB was nu
niet direct heel erg goed. De
Leidse vereniging werd door de
bondsbestuurderen maar een
heel lastige club gevonden. Bak
ker begrijpt dat wel: „Het is de
botsing die je wel vaker ziet als
één partij moeite doet om zo
professioneel mogelijk bezig te
zijn en de andere kant puur
amateuristisch denkt en han
delt. Bij Scylla wilden we maar
één ding: zo goed mogelijk ta
feltennissen en zo veel mogelijk
winnen. En als je op die manier
bezig bent, moet je bij de ande
re kant wel op onbegrip stui-
(Eerder verschenen in deze
rubriek: de wielrenners van
Swift Leiden, de gewichthef-
fers van LKV/ De Spartaan,
de waterpoloërs van De Zijl
LGB, korfbalvereniging De
Danaïden en de schakers
van Philidor Leiden)
Leuk. Beter gezegd,
vermakelijk toch die
gang van zaken rond
de traditionele wedstrijd die het
Leids korfbalteam afwerkt tegen
het echte Oranje. Dat je het
achttal uit de Sleutelstad
enigszins versterkt wil laten
aantreden, daar kan ik me iets
bij voorstellen. De inbreng van
één of twee toppers van buiten
af kan er voor zorgen dat de
jaarlijkse ontmoeting iets meer
strijd en in elk geval beter korf
bal te zien geeft. Je kan er tegen
zijn, maar een dergelijke selec
tieprocedure is verdedigbaar- te
genover de Leidse korfbalclubs
èn de toeschouwers die naar de
5 Meihal komen om 'hun' jon
gens en meiden aan te moedi
gen.
Die toeschouwers nu, laten
het de laatste jaren echter al in
groten getale afweten als die
wedstrijd ter sprake komt. En
als de voortekenen niet bedrie
gen zal het op 1 februari nog
weer een stukje rustiger zijn.
Tenminste, waar het het aantal
Leidse bezoekers betreft. Want
de kans bestaat natuurlijk dat
die lege plaatsen zullen worden
opgevuld door korfballiefheb
bers uit andere gemeenten.
Delft, Den Haag en Nieuw Ven
nep zijn immers goed vertegen
woordigd in het 'Leidse' achttal
dat na het afzeggen van Jan Wil
lem Meijer en Diana Beij zelfs
geen enkele Leidse inbreng
meer kent.
Het tweetal had geen zin om
'uitsluitend met vreemden' te
gaan ballen en coach Ruud van
der Horst van het Sassenheimse
TOP had geen zin om meer spe
lers en speelsters uit Leiden te
selecteren. Het niveau in Leiden
ligt te laag, vindt-ie. Alsof dat er
iets mee te maken heeft. Ik hoor
het de coach van het Leids voet
balelftal al zeggen als, ik zeg
maar wat, de KNVB Afdeling
Leiden er in is geslaagd het Ne
derlands elftal naar Leiden te
halen voor een oefenduel.
„Leuk dat Oranje komt, maar
we zijn in Leiden iets te zwak
voor die ploeg van Hiddink.
Daarom heb ik het eerste elftal
van FC Den Haag maar ge
vraagd om Leiden in die wed
strijd te vertegenwoordigen.
Dat zou toch op z'n minst ook
uiterst vermakelijk zijn?
verhaaltje: het werd tijd dat Go
Ahead Eagles (weer) gaat pres
teren. Om dat bereiken was
trainer Henk ten Cate een ul
timatum gesteld. De inderdaad
dit seizoen niet bijster succes
volle oefenmeester had nog
twee weken de tijd gekregen om
het tij te keren. Een periode die
pas zou ingaan als als Alphons
Arts en Noordwijker Cees Mar-
bus (ze waren lange tijd gebles
seerd) weer door Ten Cate zou
den kunnen worden ingezet.
Niet de inhoud van het be
richt, verbaasde me. Ik ben deze
variant van het spelletje 'schop
je-trainer-er-uit' weliswaar niet
zo vaak tegengekomen, maar de
boodschap kan op tal van ma
nieren worden verpakt.
Nee, wat mij zeer verraste
was dat vice-voorzitter Henk Aa
van Go Ahead Eagles degene
was geweest die deze bood
schap telefonisch aan Ten Cate
had verstrekt. Uitgerekend de
bestuurder die na de relletjes
rondom en na het treffen tussen
Go Ahead en Volendam had
verklaard zelf te zullen vertrek
ken als Ten Cate de laan zou
worden uitgestuurd, had de
trainer nu de wacht aangezegd.
Niet zo vreemd dus dat ik
even bang was dat Aa deze
week weer was teruggekeerd op
aarde. Dat hij z'n plek tussen de
gewone bestuursleden van de
gewone BVO's weer had inge
nomen. Maar nee, niets ervan.
Twee daagen eerder nog dan
zijn collega-bestuursleden de
trainer konden ontslaan, is
Henk Aa woensdagmiddag zelf
uit het bestuur gestapt. Om zijn
onvrede te uiten over de toen
nog onzekere positie van in
middels voor Ab Fafié ingeruil
de Ten Cate. Hulde, een stand
beeld voor die man. Maar ook
direct een groot verlies voor het
voetbal in het algemeen en het
betaald voetbal in het bijzon
der.
Hadden die anderen niet be
ter kunnen opstappen?
Nederland is een
clown rijker. Jacco
Eltingh is zijn
naam. Hij komt uit Heerde, ten
niste in een niet eens zo grijs
verleden ook nog eventjes bij
het Leidse Unicum en speelde
dat spelletje de afgelopen we
ken in Melbourne.
Daar, tijdens dat voor hem zo
succesvol verlopen 'Australian
Open' werd Eltingh bevorderd
tot de rijen der Popovs. Thomas
Muster was de man die de ge
bruikelijke persconferentie na
afloop benutte om de speler die
jarenlang met Rijnsburger Jan
Siemerink (vaak achterin de au
to van Jan senior) het land
doortrok van een rode neus te
voorzien. Eltingh deed volgens
Muster niet veel meer dan een
bal slaan, naar voren rennen en
als een clown heen en weer
springen aan het net.
Het is al jaren bekend dat
Muster niet direct de beste ver
liezer op de tennisbaan is. Maar
als ik het de Oostenrijker niet
zelf had horen zeggen, had ik
het echt nooit geloofd.
'Dat was geen tennis'. Het
zijn opmerkingen die je nor
maal gesproken slechts hoort
als de ene D-dertigplusser van
een andere D-dertigplusser
heeft verloren. En zelfs dan ge
beurt het nog met grote regel
maat dat die een, zeg na het
derde biertje, op die stelling te
rugkomt. „Als ik echt beter was
geweest, had ik wel gewonnen."
En zo is het maar net.