We hadden premier Drees in
1948 naar huis moeten sturen
Wat wil Sorgdrager nou met drugbeleid en waarom?
De wondere
wereld
van de bus
Feiten Meningen
WOENSDAG 25 JANUAR11995
152
COLUMN
Nederland zit momenteel weer opge
scheept met een van die wonderbaarlijke
conflicten waarop het zo langzamerhand
een patent heeft. De buschauffeurs van het
streekvervoer zijn in staking onder leiding
van de Vervoersbond FNV. Als ik het goed
heb begrepen, gaat het daarbij niet zozeer
om het geld als om de aantasting van de ar
beidsomstandigheden.
De werkgevers hebben het bestaan wat
meer flexibiliteit van hun chauffeurs te ei
sen. Dat komt neer op een wat soepeler
omgang met pauzes, het mogen missen van
twee in plaats van een keer per maand van
de warme maaltijd met het gezin en een
flexibele inzet van chauffeurs bij het ont
werpen van roosters. Met name meer inzet
in drukke tijden en minder inzet in slappe
tijden. Dat vinden de chauffeurs en hun
bond niet leuk.
Daar tegenover staat het behoud van
werkgelegenheid en een redelijke loonsver
hoging. De inzet van de werkgevers is be
paald niet hemelbestormend, maar toch
achten chauffeurs en bond dit een staking
waard die vrijwel het hele busvervoer in Ne
derland plat legt. De Vervoersbond CNV
heeft het akkoord met werkgevers wel geac
cepteerd. Deze bond heeft echter zo weinig
leden dat dit weinig zoden aan de dijk zet
en dus is de staking, op een enkele busver
binding na, landelijk en algemeen.
Nu wil ik niet direct zeuren over de scha
de die derden, die niets met dit conflict te
maken hebben, ondervinden. We kennen
stakingsrecht van werknemers en hun orga
nisaties en dat is een goede zaak. Dat stelt
hen in staat om onredelijk geachte werkge
vers te laten bijdraaien en dat is in een de
mocratische samenleving best wat onge
mak en geld waard. Of de stakers middel en
doel voldoende in evenwicht houden, is on
derwerp van rech
terlijk oordeel. Al
met al is dat dus
goed geregeld.
Waar het mij wèl
om gaat is de in
houd van het con
flict. Het openbaar
vervoer evolueert
van een overheids-
monopolie in de
richting van gepri
vatiseerde bedrij
ven. Die werken op
een markt en moe
ten voldoen aan de
daar geldende wet
ten. Dat heeft gevol
gen voor de bedrijfsvoering, voor de ar
beidsorganisatie en niet in de laatste plaats
voor de aangeboden produkten.
Het Verenigd Streekvervoer Nederland
(VSN) heeft zijn organisatievorm daaraan
aangepast. Enkele jaren terug was het VSN
nog een vereniging van streekvervoerbedrij-
ven. Nu is het een holding met aandeelhou
ders en de aangesloten bedrijven zijn werk
maatschappijen. Die zijn resultaat-aanspra
kelijk. Gevolg daarvan is veel en veel be
drijfsmatiger werken, efficiënter en daar
door goedkoper en naar ik mag hopen
een beter produkt en in ieder geval een sca
la aan nieuwe produkten, waarbij luxueus
spitsvervoer een van de trekkers is.
De overheid bemoeit zich er alleen nog in
hoofdlijnen mee en vermindert gaandeweg
haar subsidie. Zonder subsidie zal het wel
nooit kunnen, maar het einde van de subsi
dievermindering is zeker nog niet in zicht,
mede omdat de overheidsfinanciën nog
steeds niet op orde zijn.
Een van de nieuwste ontwikkelingen op
de openbaar-vervoermarkt is het successie
velijk beëindigen van het alleenvertonings
recht van de voormalige overheidsbedrij
ven. Dat is niet alleen nodig om van de
openbaar-vervoermarkt een echte markt te
maken, met dus meer dan één aanbieder,
maar ook vanwege de Brusselse regelge
ving. De Nederlandse Spoorwegen moeten
straks met concurrentie door andere bedrij
ven kunnen omgaan en dat geldt ook voor
het stads- en streekvervoer. Die concurren
tie is overigens grenzeloos. Ook buitenland
se bedrijven mogen in Nederland hun geluk
beproeven. En dat gebeurt ook; de eerste
Amerikaanse busmaatschappij heeft zich
inmiddels gemeld.
Voor het personeel bij de huidige busbe
drijven betekent dit, dat het als de wiede
weerga zijn ambtelijke instelling moet zien
kwijt te raken. Ze zullen klantgericht moe
ten werken, dienstbaar moeten zijn en
vooral flexibel in optreden en inzetbaar
heid. Dat nu, is een hele moeilijke omscha
keling. Lange tijd zijn deze ambtenaren ge
wend geweest om hun rechten via onder
handelingen door de bond al maar uit te
breiden. Tot en met een in de CAO geregeld
recht op gebruik van warme maaltijden met
het gezin. Ik denk niet dat er nog een CAO
bestaat die dit soort zaken zo tot in detail
regelt. In het licht van de concurrentie,
maar ook van de andere leefwijze en bevol
kingssamenstelling zijn dit soort regelingen
natuurlijk niet alleen hopeloos ouderwets,
maar ook niet vol te houden.
De bus moet concurreren in prijs, pro
dukt en kwaliteit. Dat moeten de stakende
chauffeurs maar eens tot zich laten door
dringen. Vasthouden aan al die verworven
rechten prijst hun bus straks uit de markt
en daarmee hun baan. De Vervoersbond
FNV is niet alleen aartsconservatief, maar
zo bezien ook nog een heel slechte raadge
ver. Een ding is zeker: de Vervoersbond
FNV schept geen werk, nu niet en straks
niet. Noodgedwongen zal ze de nu staken
de chauffeurs dus straks moeten laten zit
ten. Thuis bij moeder de vrouw wel te ver
staan. Als vanzelf is dan het recht op het ge
zamenlijk gebruik van de warme maaltijd
veilig gesteld. Elke dag. Maar zeker een
beetje kariger maaltijd dan nu. Dat geeft in
ieder geval te denken, zou ik zo zeggen.
PIM FORTUYN
medewerker
Van cler Goes van Naters vindt eigen PvdA achteraf te slap
„De PvdA-fractie kan verweten worden dat ze Drees na de tweede politionele actie in Indonesië niet heeft afgestraft. Ons kan verweten worden dat
we Drees toen geen tik om de oren hebben gegeven." Zegt de 94-jarige Marinus van der Goes van Naters. Hij was van 1945 tot 1951 fractievoorziter
van de PvdA en werd wel 'de rode jonkheer' genoemd. „Als u mij nu vraagt: hadden wij Drees weg moeten sturen, dan zeg ik ja".
r de souvereiniteitsoverdracht a
Drees mocht van zijn partij blijven, hoewel de
PvdA-fractie zowel tegen de eerste politionele ac
tie was in de zomer van 1947 als tegen de tweede
die eind december 1948 plaatsvond. Tot de eerste
actie besloot het kabinet van KVP-premier Beel.
Drees zat daarin als minister van sociale zaken.
Voor de tweede actie was het kabinet-Drees/Van
Schaik verantwoordelijk, waaraan Drees zelf lei
ding gaf.
De PvdA was verdeeld over de proclamatie van de
onafhankelijkheid van Indonesië door Soekarno
en Hatta in augustus 1945. Net als de rest van Ne
derland overigens, onderstreept Van der Goes van
Naters. „Het plan van de PvdA was wel dat Indo
nesië een emancipatie zou doormaken. Daar wa
ren wij ook socialisten voor." Het tempo van de
Indonesiërs ging sommigen echter wat te snel.
Het akkoord van Linggarjati, waarin werd afge
sproken dat Indonesië en Nederland een unie
zouden vormen, zag Van der Goes van Naters
eind 1946 als een goede manier om de dekoloni
satie geleidelijk te laten verlopen. In een motie
van de KVP-fractieleider Romme werd benadrukt
dat het niet zo'n vaart zou lopen met de onafhan
kelijkheid. „Het was een rottekst, zo'n beetje een
waterige motie", aldus de oud-fractievoorzitter.
Hij besloot de motie toch te steunen „omdat
werd gezegd dat het akkoord van Linggarjati, dat
wij een goede zaak Vbnden, anders niet door de
Tweede Kamer zou komen". Hij bestrijdt dat
door de motie de contacten met de Indonesische
politici drastisch zijn verslechterd. „De motie
heeft wellicht een zekere ergernis of wantrouwen
gewekt, maar ik heb niet de indruk dat dat dra
matisch is geweest."
In de zomer van 1947 besloot het kabinet-Beel tot
de eerste politionele actie om een eind te maken
aan de gewelddadigheden van de Indonesische
nationalisten. De kritiek binnen de PvdA was
groot en die kritiek had vertakkingen tot in het
kabinet aan toe. De vijf sociaaldemocratische mi
nisters overwogen zelfs af te treden als de actie
werd uitgebreid. Zo ver is het uiteindelijk niet ge
komen. Het militaire optreden werd namelijk on
der internationale druk stopgezet.
„Met die eerste actie hebben wij ingestemd om
dat de PvdA Drees per se niet wilde laten vallen",
legt Van der Goes van Naters uit. „Twee maanden
voor de actie was immers zijn noodwet voor de
ouden van dagen aangenomen en hij was krank
zinnig populair. Oud en arm hoefde voor het
eerst niet langer samen te gaan. Die dankbaar
heid wat een vreselijk woord moet je niet
vergeten", aldus de oud-politicus. „Het verband
tussen beide zaken wordt vaak over het hoofd ge
zien. De Tweede-Kamerfractie was heel ongeluk
kig met de politionele actie, maar wij konden
Drees niet laten vallen."
In december 1948 volgde de tweede politionele
actie. „Daar warén wij absoluut tegen. Wij waren
in november met de fractievoorzitters in Indone
sië geweest, waar generaal Spoor ons rijp moest
maken voor die actie. Ik wilde niet en de ARP vol
gens mij ook niet. In de PvdA-fractie dachten we
dat we de actie hadden tegengehouden, maar een
paar dagen voor Kerstmis is het toch gebeurd."
De tweede politionale actie ging op 19 december
1948 van start.
Drees, die op dat moment premier was, besloot
met zijn kabinet tot de actie zonder overleg met
de PvdA-kamerfractie. „Wij waren woedend dat
Drees dat gedaan had. Het was een rotstreek",
zegt Van der Goes van Naters. De PvdA moest een
speciale partijraad-beleggen om de gemoederen
tot bedaren te brengen. Uiteindelijk besloot men
Drees te laten zitten. Als argument gold, dat de
sociaal-democraten de regeermacht niet na een
paai- maanden al weer uit handen moesten ge-
In de Tweede Kamer werd nog wel een motie in
gediend waarin het optreden van de regering
werd betreurd. Maar, zegt Van der Goes van Na
ters: „Als u mij nu vraagt: hadden wij Drees weg
moeten sturen, dan zeg ik ja".
De oud-fractievoorzitter voelt zich echter niet
schuldig voor „al die akelige moorden" van toen.
Een schuldbekentenis van de regering, waarop
PvdA-minister Pronk onlangs aandrong, vindt hij
„enorme flauwekul". „Stel je voor dat een rege
ring geen fouten maakt. Het is bezopen om als
nog de politieke verantwoordelijkheid op ons te
DEN HAAG JACO V
Het helemaal vrijgeven van
softdrugs is in Nederland om
streden. Voorstanders noemen
het huidige halfslachtige beleid
hypocriet en criminaliteitbe-
vorderend. Tegenstanders vre
zen de buitenlandse politieke
reacties, een aanzuigende wer
king op buitenlandse gebrui
kers of zijn principieel tegen
alle drugs. Minister Sorgdrager
van justitie heeft nu voorge
steld de produktie van en han
del in softdrugs te reguleren.
In tien vragen wordt uiteenge
zet waarom ze dat wil en hoe
dat er in de praktijk zal gaan
uitzien.
Wat is Het huidige drugbeleid
van Nederland?
Het Nederlandse drugbeleid is,
anders dan in de meeste andere
landen, altijd relatief liberaal ge
weest. Het is gebaseerd op het
gescheiden houden van de cir
cuits voor hard- en softdrugs.
Het hebben van en handelen in
harddrugs is strafbaar. Neder
land heeft in verhouding tot an
dere landen veel aandacht voor
hulpverlening aan drugverslaaf
den. Zo probeert men het pro
bleem beheersbaar te houden.
Softdrugs (hasj en marihuana)
zijn formeel ook verboden,
maar de handel in en het in be
zit hebben van kleine hoeveel
heden wordt gedoogd.
Voldoet dit beleid?
Op hoofdlijnen nog steeds wel.
Nederland telt relatief weinig
verslaafden aan harddrugs ver
geleken bij andere westerse lan
den. Toch vindt het kabinet dat
het beleid moet worden aange
past, omdat het enkele uitwas
sen met zich meebrengt: het
aantal coffeeshops loopt uit de
hand, ze trekken veel buiten
landse druggebruikers aan en
veroorzaken overlast. De schei
ding tussen soft- en harddrugs
is onder druk gekomen, omdat
in menig coffeeshop ook hard
drugs worden verhandeld. De
criminaliteit die gepaard gaat
met handel in en gebruik van
drugs loopt de spuigaten uit:
veertig tot vijftig procent van al
le gevangenen bestaat uit ver
slaafden.
Zijn softdrugs gevaarlijk voor
de gezondheid?
Vrij algemeen worden softdrugs
beschouwd als relatief onschul
dig. Net als een borreltje op zijn
tijd steekt er nauwelijks kwaad
in het gematigd gebruik van
hasj of marihuana. De laatste
tijd komen wel verontrustende
verhalen naar buiten over ne
derwiet, van eigen bodem. Kwe
kers zijn erin geslaagd de hoe
veelheid werkzame bestandde
len zo op te voeren, dat een deel
van de nederwiet in feite tot de
harddrugs kan worden gere
kend. Ook daalt de leeftijd
waarop jongeren softdrugs gaan
gebruiken.
Zijn softdrugs een maatschap
pelijk probleem?
Ja, vooral door de grootschalige
en professionele teelt van ne
derwiet en de criminele organi
saties die daar achter zitten.
Volgens onderzoekers staat de
deze teelt inmiddels op de zes-
,de plaats in de tuinbouw-top-
10. Alleen al voor binnenlands
gebruik wordt naar schatting
350.000 kilo geproduceerd ter
waarde van drie miljard gulden.
Volgens een topambtenaar van
Justitie is een kenmerk van de
Nederlandse mafiosi dat zij hun
criminele fortuin in hoofdzaak
hebben gemaakt in de hasj
handel.
Hoe staat de politiek tegenover
coffeeshops?
Coffeeshops konden ontstaan
omdat Nederland het gebruik
van en de handel in kleine hoe
veelheden softdrugs gedoogt.
Bijna alle politieke partijen zijn
het daarmee eens. De criteria
voor coffeeshops zijn echter iets
aangescherpt en zullen beter
gehandhaafd moeten worden.
Die criteria zijn: Geen reclame,
geen harddrugs, geen overlast,
geen verkoop aan jeugdigen on
der de achttien jaar en geen ver
koop van hoeveelheden boven
de dertig gram. Houdt een cof
feeshop zich daar niet aan, dan
moet hij gesloten worden. Con
trole hierop is een gemeentelij
ke zaak.
Waarom is het buitenland al
tijd zo boos op Nederland?
In de meeste landen is elk ge
bruik van drugs verboden en
weigert men principieel een on
derscheid te maken tussen
hard- en softdrugs. Omdat ze
hier goedkoper zijn, trekken
veel buitenlandse jongeren voor
hun drugs naar Nederland. De
angst is dat bij vrije verstrekking
dat aantal alleen maar zal toe
nemen. Op lokaal niveau groeit
echter de waardering voor het
Nederlandse beleid. Overigens
worden in India softdrugs in
staatswinkels verkocht aan reli
gieuzen.
Wat wil minister Sorgdrager
nu precies?
Dat is nog onduidelijk, maar ge
zien eerdere voorstellen van
haar ambtelijke top is het waar
schijnlijk dat softdrugs in eigen
land geproduceerd mogen wor
den. Er wordt dan een aantal
producenten aangewezen dat
zich moet houden aan een
maximum. In Nederland gepro
duceerde softdrugs mogen niet
worden geëxporteerd. De ver
koop aan gebruikers zal vooral
geschieden in coffeeshops, die
een constante voorraad mogen
hebben van één kilo. Worden er
ook harddrugs verkocht, dan
verliest de coffeeshophouder
zijn vergunning. Justitie ver
wacht zo de vermenging van de
circuits voor hard- en softdrugs
te voorkomen. Minder cof
feeshops en minder overlast
zullen het gevolg zijn.
Zijn er geen alternatieven?
Ruwweg zijn er twee andere
mogelijkheden. De eerste is zo
wel produktie als handel volle
dig onder staatstoezicht plaat
sen. De tweede is alles verbie
den en een volledige 'oorlog te
gen drugs' te voeren. In landen
die dat hebben gedaan, blijkt
echter steeds meer dat die aan
pak niet werkt.
Hoe groot is de kans dat het
plan van Sorgdrager doorgaat?
Op dit moment zijn alleen PvdA
en D66 voorstander. Doorgaan
is afhankelijk van de steun van
de WD. De WD was altijd fel
tegen, maar reageerde afgelo
pen weekeinde opvallend ge
matigd. Het CDA is op voor
hand tegen.
Zullen op den duur ook de
harddrugs worden gelegaliseerd?
Dat ligt niet voor de hand. De
meest liberale partij op dit punt
is D66, maar in het verkiezings
programma staat dat het vrijge
ven van harddrugs in de afzien
bare toekomst niet aan de orde
is. De andere partijen denken er
net zo over. Wel zijn er plannen
om op medische gronden een
beperkt aantal verslaafden
harddrugs te verstrekken.
DEN HAAG HARM HARKEMA
TOM JANSSEN