Een schrijvend manusj e-van- alles Dichter wilde Bies van Ede ooit worden. Popster ook trou wens. Naderhand had hij de ambitie ten minste de gelijke van Willem Frederik Hermans te worden. Het is er allemaal niet van gekomen. Wel heeft hij een repu tatie gevestigd als schrijver van kinderboeken. En thans bedenkt hij mede de verhaallijnen van de TV-soap 'Onderweg naar Morgen'. Portret van een ploeteraar die naar eigen zeggen op een ach ternam iddag duizend dingen half doet. Beroepsmatig heeft Bies van Ede leren leven met een chronisch minderwaardigheidsgevoel, waar, hij paradoxaal genoeg niet gebukt onder gaat. Integendeel, het is zijn elixer, de Haar lemse publicist voelt zich er juist door gesti muleerd. „Ik had graag Willem Frederik Her mans naar de kroon willen steken. Helaas bleek dat geen haalbare optie. Maar voor een ploeteraar die duizend dingen half doet, is er ook volop emplooi te vinden." Bies van Ede levert zijn opdrachtgevers tekst en uitleg. Als achtenswaardige directeur van het eenmansbedrijf Achternamiddag Produkten vermeldt hij het voor alle zeker heid in de brievenhoofden van z'n corres pondentie. Veelzijdigheid is daarbij het han delsmerk van de kleine zelfstandige. Van Ede heeft tal van kinderboeken op z'n naam staan. Deze naar eigen zeggen geflipte onder wijzer verleende zijn medewerking aan edu catieve jeugdprogramma's op TV. De oprech te Haarlemmer was ooit als eindredacteur aan deze krant verbonden. „En nu, nu verzin ik met nog drie anderen de verhaallijnen voor de prachtserie Onderweg naar Morgen, elke avond om half acht te zien bij Veronica of bij de TROS." Proberen, daar bestaat tot dusver voor de 37-jarige Van Ede zowat het hele leven uit. Noodgedwongen weliswaar, want naar eigen zeggen is het er nooit van gekomen dat hij na gedane zaken zichzelf een schouderklopje uitdeelde. Valse bescheidenheid? Niks daar van. Het is de realiteit van de belevingswe reld van Bies van Ede. „Die veelzijdigheid komt voort uit dat gevoel van niks goed kun nen. Je doet iets, bent daar niet tevreden over en je gaat iets anders doen. Op een gegeven moment stel je voor jezelf de grenzen wat la ger. Vanuit een soort teleurstelling stel je je zelf de vraag: 'Zal ik dat dan maar proberen?' En dan doe je het maar." Deceptie Nog voor z'n twintigste leerde Bies zichzelf op te monteren na.een verwerkte deceptie. Zwelgend van liefdesverdriet was hij aan het dichten geslagen. Maar bij nader inzien moest Van Ede toch vaststellen dat zijn gerij mel min of meer het oeuvre van Lodeizen na-echoode. Popster wilde Van Ede vervol gens worden. Danig geënthousiasmeerd door dat nobele voornemen maakte hij ook song teksten. Om vervolgens tot het inzicht te ko men dat wat hij bedacht het op geen stukken na haalde bij wat zijn voorbeelden Lennon, McCartney, Jagger en Richards hadden ge produceerd. „Ja, toen kwam ik voor de klas te staan. En las daar van die kinderverhaaltjes in bladen. Dacht: moet ik toch ook kunnen. Ik stuurde mijn schrijfsels op naar een uitgever. 'Goh, leuk', was de reactie. Mij werd vervolgens ge vraagd een strip te schrijven. Had ik nooit ge daan, had wel veel strips gelezen. Dus ik dacht: nou vooruit, proberen maar, wie weet kan ik het. En dan blijkt het nooit echt gewel dig te worden, maar ook niet zo slecht dat liet niet publicabel is." Kinderboeken, daar kent de goegemeente hem van. Van Ede behoort in zijn categorie tot de veel verkochte schrijvers. Maar wat wil je ook, alleen al de titel van een echte Van Ede houdt de belofte van een onverbiddelijke bestseller in. 'Toen de duivel op Zuidpunt kwam', was zo'n fraaie. En wat te denken van 'Gebakken Rat met beukeblad' als sleutelzin waarachter de beschrijving van het Beleg van Haarlem schuil gaat? „Zelf lees ik mijn boe ken nooit terug. Dat wil zeggen: ik heb wel eens een bladzij opgeslagen. En ik dacht on Bies van Ede, geflankeerd door beelden uit 'zijn' Onderweg naar Morgen: „Aardige schnabbel, ja, met het kinderboek als basisinko men." FOTO'S UNITED PHOTOS DE BOER OLAF KRAAK (Van Ede) en KIPPA (Onderweg naar Morgen) Bies van Ede put inspiratie uitzijn minderwaardigheidsgevoel middellijk: god nog aan toe, wat heb je daar nou geschreven? Tot dusver is het zelden voorgekomen dat ik tevreden was met mijn geesteskinderen. Ik heb dat nu ook weer met m'n laatste boek. Gaat waarschijnlijk 'De akelige hobby van meneer Nowee' heten. Heeft te veel tijd gekost en het verhaal is toch niet helemaal geworden wat ik ervan ver wachtte. Maar ja, die deadline, hè. Het moest maandag af zijn. Nou ja, dan denk je: het mot maar." Maar intussen lokt de ene opdracht de an dere wel uit. Vooralsnog heeft het brein hem nog geen achternamiddag voor een writers- block gezet. Met welke klus Van Ede ook be zig is, kennelijk is hij zo lenig van geest dat de zinnen in een logisch verband op het compu terscherm verschijnen. Her en der grijpt hij uit het leven personen, zaken en voorvallen, die hem van pas komen. Bhagwan-jurken in de Houtstraat, een pension voor zeelui in Griekenland. Zijn straattheatergezelschap, dat hij na een ingewikkelde gedachtensprong als een bende oplichters in de middeleeuwen situeert. Als hij op z'n woord mag worden ge loofd is het een kwestie van een 'synopsisje' maken, een paar op zichzelf staande zaken in een logisch verband met elkaar brengen om ze te gebruiken als munitie voor een aanne melijk verhaal. „En dan is het plaatsnemen achter de tekstverwerker. Rammen maar, dat is het ei genlijk. Ik leef van boek naar boek. En van verhaal naar verhaal. Niet .zelden werk ik aan twee, drie opdrachten tegelijk. Ik denk vol gens een bepaald stramien, hoe chaotisch ik voor anderen ook moge zijn. En daardoor kan ik de zaken aardig uitelkaar houden." Deadline Hij voelt zich achter de vodden gezeten door de angst niet meer te worden gevraagd. De chaoot die zich van de weeromstuit houdt aan een strakke discipline teneinde de dead line voor te zijn. „Als je toezegt dat iets voor een bepaalde datum af is, moet het er ook zijn. Anders wordt gezegd: 'Voor jou een an der', zo simpel is het. Al met al kom ik wel aan vijftig uur per week. Schrijven is kloten- werk. Geschreven hebben, dat is pas leuk." Naar de kroeg gaan ook trouwens. Je doet er als schrijver nog eens inspiratie op. Of op z'n tijd een lucratieve schnabbel. Zo stelde Van Ede aan de tap, na zich een paar borrels moed te hebben ingedronken, met enige na druk zijn kandidatuur voor de functie van dialoogschrijver voor de soapserie Onderweg naar Morgen. Van Ede doet zeer uitvoerig verslag: „Het contact is op een nogal bizarre manier ge legd, maar zo hoort het ook. Kijk, Haarlem is een dorp. Iedereen kent er iedereen. Jaren geleden heb ik muziek gemaakt met ene Piet-Hein Nelissen. Je weet wel, van die be kende makelaarsfamilie, verrijkt met ik geloof wel honderd kinderen. Ze hebben allemaal een dubbele naam, gewèèèldig. Nu had Paul- Jan, een broer van Piet-Hein, een opname- studiootje aan de Bakenessergracht. Ik hoor de die jongen ooit een nummer van z'n zelf uitgebrachte CD zingen. Was mooi, heel mooi. Na afloop heb ik hem gecomplimen teerd. Afijn, om een lang verhaal kort te ma ken, we kwamen elkaar na lange tijd weer te gen in het café." Paul-Jan keek Bies aan, Bies Paul-Jan en zo werd het feest der herkenning geopend. „We wisselden beleefdheden uit. Zo van: goh, wat doe je nu? Bleek dat hij zijn studio had ver kocht en inmiddels de editor was van Onder weg naar Morgen. De serie was toen twee we ken op de buis, ik had er hooguit vijf minuten van gezien. In mijn enthousiasme riep ik: jij hebt schrijvers nodig. 'Klopt', zei Paul-Jan." Je reinste borrelpraat, zegt Van Ede ach teraf. Vrijwel meteen nadat de heren hun laatste biertje achterover hadden geslagen, was Van Ede wel nuchter genoeg om te be denken dat aan dit tweegesprek niet al te ho ge verwachtingen mochten worden ontleend. „Maar tot mijn grote verwondering belde Paul-Jan me een week later voor een af spraak, ik kreeg een stapel scripts in m'n handen geduwd om me in te lezen. En of ik maar even een proefscript wilde maken." Van Ede besloot toen maar eens de moeite te nemen naar de serie te kijken. Zijn eerste indruk? „Ja, een echte soap. Nederlands dra ma. Eigenlijk dacht ik meteen: 'Als ik dit zo zie, moet het voor een geflipte onderwijzer toch ook mogelijk zijn een dialoog te schrij ven voor deze TV-serie. Dat is dan de uitda ging die je jezelf stelt. Maar je kunt wel een grote muil opzetten in het café, achter de tekstverwerker moet je het wel waar zien te maken. Je leest zo'n script en dan denk je jaaah... Maar moet je het zelf allemaal optik ken, dan duurt het toch uren voordat zo'n scène op papier staat. En dan weet je nog steeds niet wat de editors, de eindredacteu ren en de acteurs van je tekst vinden. Nou, ik heb het script ingeleverd, kreeg vervolgens een telefoontje van Paul-Jan die het heel be hoorlijk vond." Soepjurk Tegenwoordig werkt hij met twee computers. Die ene gebruikt Van Ede voor het Schrijven van z'n boeken. „En die andere is van de zaak, van Van den Ende, speciaal voor On derweg naar Morgen. Daar is een verhaal op zich over te vertellen. Ik was als scriptschrij ver aangenomen, ik moest me melden in Aal smeer. Kom je daar in je soepjurk en je af tandse jas, je knikt naar de dame aan de balie en vijf minuten later loop je fluitend de deur uit met een computer onder je arm ter waar de van pakweg drieduizend pieken. En nie mand die je wat vraagt. Gewèèèldig." Hij heeft afleveringen gezien, die bijna let terlijk uit z'n tekstverwerker kwamen. Maar het is ook voorgekomen dat zijn naam op de aftiteling voorkwam en er maar drie scènes v&n hem in de aflevering zaten. „De eindre dactie gaat over je tekst heen. En ook nog de editor. Het is zelfs gebeurd dat door mij ge schreven scènes helemaal zijn geschapt van wege tijdgebrek of omdat ze er niks mee kon den. Frustrerend? Nee hoor, ik vind van niet. Als scriptschrijver heb je niet de vrije hand. Het verhaal bevindt zich op een gegeven mo ment op punt X en de verhalenverzinners vinden dat er zus-en-me-zo moet gebeuren om het op punt Y te krijgen. Aan de hand van scènebeschrijvingen krijg je als scriptschrij ver de opdracht de dialogen te schrijven. Daarvoor moet je wel de serie en de karakters goed kennen. Je moet naar een karakter toe schrijven. Je moet weten dat Victor nooit dit en dat zal zeggen. Net zo min dat je Sinter klaas vloekend op een zwarte knol laat zit ten." - Creatief is anders. Het lijkt meer het betere Men vraagt en wij draaien'-werk. „Da's niet waar. Je moet het verhaal niet alleen van X naar Y zien te krijgen, je moet er ook een spanningsboog zien in te bouwen. Dat is wel degelijk creatief." Hij wordt per 'blok', oftewel per week ge honoreerd. Vooralsnog zonder contract, puur op mondelinge afspraak. Maar neem van Bies van Ede aan dat de 'firma Van den Ende' keurig van betalen is. „Hoeveel Onderweg naar Morgen me ople vert? Huhuhuhuh.. Per blok, per week 2.500 gulden. Aardige schnabbel, ja, met het kin derboek als basisinkomen." Dat is lekker eten, natuurlijk, al weer spreekt hij met klem de veronderstelling dat het ideologische kind in Bies van Ede nu zó volwassen is geworden dat de zakenman in hem is opgestaan. „Hadden ze me er 500 gulden per week voor gegeven, dan zou ik ook 'ja' hebben ge zegd. Ik vind het een belachelijk bedrag. ZATERDAG 21 JANUAR11995 'Schrijven is lclotenwerk. Geschreven hebben, dat is pas leuk. Schaam me er diep voor, ha, ha, ha. Met een kinderboek ben ik drie, vier maanden bezig en dat levert me in eerste instantie een voor schot van 1.500 gulden op. En daarna 10 pro cent royalties over 4.000 exemplaren, die in twee jaar over de toonbank gaan. Van het schrijven kan ik leven, al moet ik dan elk dubbeltje omdraaien. Maar door het geld dat ik krijg voor Onderweg naar Morgen heb ik nu een boterham met gouden kaas.' Verhalenverzinner Hij is inmiddels dialoogschrijver-af. Hij is toegetreden tot het selecte gezelschap van verhalenverzinners. Elke donderdag en vrij dag komen Paul-Jan Nelissen, Hans van Hulst, Willy Breebaart en Bies van Ede bijeen voor een brainstormsessie. „Ik heb promotie gemaakt. In april ben ik begonnen met het schrijven van dialogen. Afgezien van de zo mertijd heb ik dat tot november gedaan. Het schijnt dat verhalen verzinnen moeilijk is. Ik heb Paul-Jan Nelissen maar eens een exem plaar van het Beleg van Haarlem-boek in z'n handen gedrukt en een exemplaar van nog een ander boek. Na lezing reageerde hij nogal enthousiast: 'Goh, leuk, je kunt dus echt verhalen verzinnen!'. Hij is vervolgens naar Olga Madsen gestapt, de moeder van de Nederlandse soap. Paul-Jan deed haar het voorstel mij ook tot het clubje te laten toetre den, er volgde een gesprekje met haar en nu zit ik er ook in." Als freelancer houdt Bies van Ede er voort durend rekening mee er elk ogenblik uitge gooid te kunnen worden. Eerlijk gezegd ver wondert het hem, dat hij nog altijd bij Joop van den Ende zit. „Want ik heb niet het ge voel ongelooflijk goed werk te leveren. Doe wel m'n best en zo, maar ik vind het niks bij zonders. Kan natuurlijk aan mij liggen. Mis schien heb ik wel een basis-minderwaardig heidscomplex. Elke week ga ik naar Aalsmeer met het angstvisioen dat straks iemand op me afstapt en dan zegt: 'Van Ede hou nou toch op, dit kan echt niet'." Op verjaardagen wordt hem door ongedul dige fans van de serie nog wel eens gevraagd waar Onderweg naartoe gaat. Maar de door gaans praatgage Van Ede zwijgt dan. „Ik denk er niet dagelijks over na. Maar nu ik er zo over aan het mijmeren ben, geeft me het in dit nietige kamertje van vijf bij ruim twee meter toch een heel abstract machtsgevoel iets te weten wat anderen willen weten." - Niet bevreesd je talent te versnipperen met al die activiteiten. De tragiek van multifunc tioneel zijn is dat het nauwelijks gelegenheid biedt tot uitblinken. „Dan maar niet. Zo veel dingen zijn zo leuk. Ik werd pas gebeld door iemand die een musical moet schrijven in het kader van Haarlem 750. Of ik de liedjesteksten wilde schrijven. Toen dacht ik: Jezus, ik heb al tien jaar geen liedjes meer gesèhreven. Tuurlijk, doe ik dat. En dan ga je maar weer zitten rij men, met je voeten meetikken om vast te stellen of het metrum klopt. Hartstikke leuk. En ja, als die liedjes dan klaar zijn denk je: ja, het is geen Jan Boerstoel, maar dan zal het wel een Van Ede zijn." Het scenario van z'n eigen levensverhaal vermeldt behalve een binnenkort te sluiten huwelijk de beroepsmatige regelmaat van het onderweg zijn van het volgende naar het daarop volgende boek. „Ik hoop zo onderweg te zijn naar dat huisje op Kreta, met dat pleintje voor de deur. Dat is mijn einddoel. Hoe mooi zou het toch niet zijn om daar op m'n 65ste mijn levenswerk te schrijven." Wat een schrijver op een achternamiddag al niet kan dagdromen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 33