'Israël zal de nederzettingen nooit opgeven'
Iraanse leiders gooien hun eigen glazen in met verbod op Coca Cola
Buitenland
Duitsers staan na val van Muur voor
tweede verwerking van hun verleden
ZATERDAG 14 JANUAR11995
Palestijnse advocaat Shawqi Issa in voorhoede van 'Uveede intifada
Shawqi Issa werkt als advocaat voor het Palestijnse insti
tuut 'Land en Water'. Het is de belangrijkste organisatie
achter de recente reeks demonstraties tegen landonteige-
ning en Israëlische nederzettingen. De protesten hebben
de aandacht opnieuw gevestigd op de gestaag doorgaan
de bouw in bezet gebied. De Israëlische regering kan die
aandacht slecht gebruiken.
SHUAFAT AD BLOEMENDAAL
CORRESPONDENT
Halverwege ons gesprek gaat de
telefoon. Een journalist van het
Israëlische dagblad Ma'ariir wil
weten of de .politie al langs is
geweest om de boel te sluiten.
Shawqi Issa produceert een
wrange glimlach. „Een paar da
gen geleden werd ik opgebeld
door de Israëlische televisie. Ze
vroegen me of ik ze onmiddel
lijk wilde inlichten als de politie
voor de deur stond, zodat ze
opnamen konden maken van
de sluiting. Tien dagen geleden
verboden de Israëliërs ons een
persconferentie te geven. Ik heb
het gevoel dat er wat op handen
De acht advocaten van 'Land
en Water' verdedigen Palestijn
se inwoners van de Westelijke
Jordaanoever en de Gazastrook
die menen eigenaar te zijn van
land waaraan het militaire be
stuur een Israëlische bestem
ming heeft gegeven. Theore
tisch gezien ligt de zaak een
voudig. Nederzettingen in bezet
gebied zijn volgens de Vierde
Geneefse Conventie verboden
en Israël behoort tot de onder
tekenaars van die Conventie.
Maar de praktijk is ingewikkel
der. De Israëlische Knesset heeft
deze conventie nooit opgeno
men in het Israëlische recht en
daarom kan geen enkele Pales
tijn zich er met succes op be
roepen.
Op de Westelijke Jordaanoe
ver geldt een ratjetoe van Otto
maans, Brits en Jordaans recht,
aangevuld met vele honderden
Israëlische militaire verordenin
gen. Volgens Issa kiezen de Is
raëliërs al naar gelang het hun
uitkomt voor het Turkse of het
Jordaanse recht. „En als geen
van beide voldoet, vaardigen ze
gewoon een nieuwe militaire
verordening uit."
Onder de Turken behoorde al
het land aan de sultan, die in
ruil voor de betaling van belas
ting percelen uitgaf aan boeren.
Een landadrninistratie van eni
ge betekenis was er niet. De
Britten lieten dat zo en pas in
1957, onder het Jordaanse be
stuur, werd een begin gemaakt
met registratie van privé-land.
Tien jaar later, toen de Westoe
ver door Israël werd bezet, was
eenderde van het grondgebied
ingeschreven in de registers.
Het Israëlische militaire be
stuur beschouwt de rest van het
land als staatseigendom en als
potentieel grondgebied voor ne
derzettingen, tenzij Palestijnén
hun eigendomsrecht onomsto
telijk kunnen bewijzen. De ge
brekkige administratie in het
verleden sluit dat laatste vrijwel
uit. Om kort te gaan: de Pales
tijnse advocaten winnen zelden
of nooit.
Issa: „De laatste jaren gebeurt
het wel eens dat een Palestijnse
eigenaar een deel van zijn land
terugkrijgt. Maar dat is een truc,
die de Israëliërs hebben be
dacht om de indruk weg te ne
men dat het winnen van een
onteigeningszaak onmogelijk is.
Ze onteigenen dan gewoon an
derhalf maal zoveel als ze nodig
hebben en als de eigenaar zijn
beklag doet, krijgt hij eenderde
van zijn land terug. Met recht
heeft het allemaal weinig te ma
ken. We moeten met de klager
naar een militaire beroepsin
stantie van maximaal drie offi
cieren. Van hen moet er op zijn
minst één jurist zijn. Soms is zo
iemand zelf een kolonist. Als de
klacht wordt afgewezen, kan de
klager nog beroep aantekenen
Palestijnse bewoners van de Westelijke Jordaanoever passeren twee Israëlische militairen. Joodse kolonisten proberen nog steeds nederzettingen uit te breiden in Palestijns gebied.
FOTO REUTER DAVID SILVERMAN
bij het Hooggerechtshof, maar
daar hebben Palestijnse landei
genaren nog nooit een zaak ge-
Omdat de strijd tegen het Is-
raëlisché nederzettingenbeleid
niet met juridische middelen
kan worden gewonnen, grijpen
de Palestijnen nu naar andere
wapens. In samenwerking met
'Land en Water' organiseren
plaatselijke 'defensie-comite's'
van gedupeerde Palestijnen bij
na dagelijks demonstraties in de
buurt van Israëlische nederzet
tingen. De Israëlische pers
spreekt al van 'de tweede in-
tifqda'.
Volgens Issa is de belangrijk
ste drijfveer van de betogers het
besef dat het vredesproces een
farce is. „Mensen die een paar
jaar geleden nog vertrouwen
hadden in de onderhandelingen
zien nu dat het allemaal niets
helpt. Dé Israëlische bouw gaat
gewoon door en we verliezen
steeds meer land. De kolonisten
kunnen nog steeds doen wat ze
willen. Sinds kort is het militaire
bestuur bezig land te onteige
nen voor zogenaamde veilig
heidswegen. Op die manier
kunnen de kolonisten van de
ene nederzetting naar de ande
re zonder dat ze door de Pales
tijnse bevolkingscentra hoeven,
die volgens het verdrag binnen
kort onder Palestijns bestuur
komen. Ook daaraan zie je dat
Israël niet van plan is de neder
zettingen ooit op te geven. Die
veiligheidswegen zijn, inclusief
veiligheidszones aan weerszij
den, vierhonderd meter breed.
De bevolking hier spreekt dan
ook al van 'landingsbanen'. Vo
rige week zijn er al drie huizen
afgebroken, en dat is pas het
begin."
De Palestijnse organisaties
onderhouden contacten met Is
raëlische vredesbewegingen en
met de Meretz-partij, de liberale
coalitiepartner van premier Ra
bin. „Meretz meent het goed",
zegt Issa. „Ze zijn tegen de ne
derzettingen en tegen de ontei
geningen. Maar het helpt ons
weinig, want z.e hebben als
minderheid binnen de regering
weinig in te brengen. De rege-
ring-Rabin beloofde in 1992,
toen ze kredietgaranties van de
Amerikanen wilde, dat er geen
nieuwe nederzettingen zouden
worden gebouwd. En in In
staande nederzettingen zouden
alleen in aanbouw zijnde hui
zen mogen worden voltooid.
Maar die belofte wordt op grote
schaal geschonden
De advocaten van 'Land en
Water' behartigen tegenwoordig
ook de belangen van Palestijnse
landeigenaren in de autonome
Palestijnse gebieden. Het ver
gaat ze daar al even slecht.
Twee zaken in Jericho hebben
ze verloren. Nu speelt er nog
een kwestie in het zuiden van
de Gazastroook, waar de Pales
tijnse Nationale Autoriteit land
heeft onteigend voor de aanleg
van een vliegveld. Over de af
loop maken de advocaten zich
geen enkele illusie. Welke juri
dische procedures gelden er
trouwens in de Palestijnse ge
bieden? „Daar gelden geen pro
cedures", stelt Issa schamper
vast, „daar gelden alleen presi
dentiële dictaten."
Het verbod van de Iraanse geestelijk leider ayatollah
Khamenei op het drinken van Coca Cola lijkt de zo
veelste poging van Teheran om de greep op de be
volking weer terug te winnen. Begin dit jaar werden
schotelantennes verboden om het volk te behoeden
voor verderfelijke invloeden en vorig jaar bepaalde
Teheran dat ook het dragen van stropdassen, T-
shirts en sportschoenen uit den boze is.
De decreten, die elkaar bijna wekelijks opvolgen, lij
ken de aandacht te moeten afleiden van de politieke
en religieuze crisis. Khamenei en consorten houden
zich bezig met dit soort pietluttigheden, omdat zij
niet in staat zijn de eenvoudigste problemen van de
burgers op te lossen, aldus een woordvoerder van de
belangrijkste Iraanse oppositiepartij Volksmujahed-
din.
De economische situatie is belabberd sinds de mol
lahs in Teheran zestien jaar geleden de macht over
namen. En met de dag wordt die schrijnender. Van
economische vraagstukken hebben de schriftgeleer
den duidelijk geen kaaS gegeten. Hun maatregelen
om de inflatie te beteugelen door de doodstraf in te
stellen tegen speculanten is slechts symptoombe
strijding. De overgrote meerderheid van de bevol
king heeft de grootste moeite de eindjes aan elkaar
te knopen.
De interne politieke crisis waarin Teheran verkeert,
is ironisch genoeg het gevolg van de inspanningen
van de regering de greep op de samenleving te ver
sterken. In een poging het imago van Khamenei op
te vijzelen, benoemde de regering hem vorige
maand tot mar ja at-taqlid (bron van voorbeeld), de
opperste geestelijk leider van alle honderd miljoen
shi'ieten in de wereld. En hier zit hem de kneep.
Waarnemers menen dat de benoemingskwestie veel
bedreigender is voor het voorbestaan van de theo
cratische regering dan de onkunde.
Met de beqoeming van Khamenei hebben de mol-
lahs een tijdbom gelegd onder hun eigen regerings
zetel én onder de shi'itische hiërarchie. Want veel
oprecht gelovige shi'ieten wijzen erop dat Khamenei
helemaal niet de juiste papieren heeft voor dit ver
heven ambt. Hij zou daarvoor op zijn minst groot
ayatollah moeten zijn en niet slechts ayatollah.
De leiders in Teheran willen staat en religie met el
kaar verbinden. Ook willen ze de controle krijgen
over alle shi'ieten in de wereld en hun vorm van mi
litant shi'isme verbreiden. Teheran krijgt dan in de
persoon van Khamenei verstrekkende invloed op de
shi'itische minderheden in omringende landen.
Teheran wil voorts voorkomen dat iemand marja al-
taqlid wordt die er voorstander van is dat de ayatol
lahs zich alleen met religieuze zaken inlaten en niet
met politieke. Want de mollahs in Teheran vrezen
dat ze dan niet alleen hun politieke macht moeten
opgeven, maar ook hun rijkdommen die ze in 1979
van de sjah en de toenmalige verdreven elite heb
ben afgenomen.
Khamenei heeft inmiddels laten weten wel marja al-
taqlid te willen zijn voor de shi'ieten in het buiten
land, maar niet in eigen land. Hij ontkent echter dat
zijn beslissing verband houdt met een interne
machtsstrijd. Of Khamenei door de gelovigen in het
buitenland wordt aanvaard is twijfelachtig. Shi'iti
sche voorgangers in Pakistan, Irak en Libanon heb
ben al laten weten de door Teheran benoemde
'bron van voorbeeld' niet te accepteren.
Ook onder de a-politieke geestelijken in Iran groeit
de kritiek. Intellectuelen, gepensioneerde legeroffi
cieren, fabrikanten en kooplieden hebben de laatste
rpaanden herhaaldelijk geprotesteerd tegen censuur
en verbod op partijen en verenigingen. Ze'worden
gesteund door de conservatieve mollahs. I lel was
juist deze bundeling van krachten die in 1979 leidde
tot de val van de sjah. „I let vermengen van religie
met politiek kan slechts tot een tragedie leiden", al
dus de dissidente ayatollah Tabatanai-Qomi. „Deze
politiek heeft ons volk aan de rand van de opstand
gebracht."
Ja
DEN HAAG HANS HOOGENDUK
Een halve eeuw geleden ging
het dictatoriale Duitse nazirijk
in bloed en as ten onder, vijf
jaar geleden verdween de even
eens dictatoriaal geleide com
munistische DDR vreedzaam
van de landkaart. Al bijna vijftig
jaar zijn de Westduitsers bezig
met het verwerken van hun
bruine verleden. De democratie
werd hen geschonken door de
geallieerden uit de Tweede We
reldoorlog, maar invullen moes
ten ze deze staatsvorm zelf. Een
moeizaam, nog steeds niet afge
sloten, proces.
Nu zijn ze zelf de overwinnaars
en moeten ze het proces met de
trawanten van Erich Honecker
nog eens dunnetjes overdoen.
En daarbij is de vraag interes
sant of de methoden die de pril
le Bondsrepubliek hanteerde
om nazi-industriëlen, 'verkeer
de' ambtenaren, rechters en po
litiemannen te integreren, ook
toegepast kan worden op de
(oud)stalinisten en hun achter
ban.
Scenario
Jörg Friederich, Duits histori
cus, publicist en kersvers ere
doctor aan de Univeristeit van
Amsterdam, probeerde deze
week in Den Haag aan de hand
van ervaringen in het verleden
een scenario voor het heden te
schetsen.
Natuurlijk, zo zei hij, zijn er pa
rallellen tussen de Duitse on
dergang in 1945 en de 'An
schluss' van de DDR in 1990
aan de Bondsrepubliek. In bei
de gevallen gaat het om een ze
gevierende macht die de verte
genwoordigers van een onder
gegane dictatuur ter verant
woording roept.
Vopo's
Toen waren het duizenden beu
len en moordenaars en hon
derdduizenden dienstwillige
ambtenaren, rechters en andere
steunpilaren van het terreurap-
paraat. Nu, na de Duitse een
heid, zijn het de jonge Vopo's
die aan de vroegere grens
vluchtelingen doodschoten.
Mannen en vrouwen die hun
vrienden en collega's aan de ge
heime dienst verraadden. Rech
ters die in opdracht van de par
tij critici van het regime van
hun vrijheid beroofden. En de
grijsaards van het Centraal Co
mité, die de hele onderdrukking
stuurden. Deze hele rode kliek
beweert hetzelfde als die ande
re, bruine, in 1946. Ze heeft na
melijk niets anders gedaan dan
de geldende wetten uitvoeren,
bevelen gehoorzamen en het
vaderland dienen.
De grote vraag is nu hoe de
overwinnaar daarmee omgaat.
Als een rode draad loopt het ge
lijk van de winnaar door het be
toog van Friederich. Als voor
beeld haalde hij het oorlogstri
bunaal in Neurenberg aan. Daar
zat de top van het nazi-regime
in de beklaagdenbank en werd
verantwoordelijk gesteld voor
de holocaust op de joden, de
moord op miljoenen anderen
en alle andere gruwelen tijdens
hun zesjarige heerschappij over
een groot deel van Europa. Vol
komen terecht natuurlijk, maar
dat ook de geallieerden hét gel
dende recht vaak op flagrante
wijze geschonden hadden,
kwam niet ter sprake. Nee, de
overwinnaars hadden gelijk en
de Duitsers schikten zich,
moesten zich wel schikken.
Alleen van een collectieve
schuld wilden ze niets weten.
Ze waren gewoon misleid door
Hitier en zijn kliek. Ze hadden
normaal hun plicht gedaan. Be-
fehl istBefehl. En heel veel Duit
sers zagen de processen van
Neurenberg en de daarop vol
gende Entnazifizierungals een
doelgerichte actie om hun land
er voor eens en voor altijd on
der te krijgen. De wraak dus van
de overwinnaars op de verlie
zer.
Puin ruimen
De nieuwe politieke partijen
merkten al heel snel dat het
volk niets meer met hen te ma
ken wilde hebben, als zij door
bleven gaan met hun steun aan
de ontmaskering en vervolging
van nazi's. Duitsland wilde puin
ruimen en de orde herstellen.
Als de democratie dat voor el
kaar zou krijgen, was het prima,
maar er dienden geen ouwe
koeien uit de sloot te worden
gehaald. Dan zou het gauw ge
daan zijn met de prille demo
cratie en zou vol heimwee naar
de Hitlertijd worden gekeken.
En dus werd de nazi-vervolging
op een uiterst laag pitje gezet,
werden de miljoenen belaste
burgers geïntegreerd en begon
het Wirtschaftswunder. De
(oud)nazi's hielden zich aan de
spelregels: geen politieke activi
teiten, en de staat vervolgde
voor de vorm en zonder al te
veel succes, tot diep in de jaren
'80 vroegere beulen.
Uiteraard werd deze hele om
mezwaai voor een niet belang
rijk deel mogelijk gemaakt door
de Koude Oorlog en daarin was
West-Duitsland frontgebied. En
dus moest het land een bere
kenbare, trouwe bondgenoot
worden.
Terug naar de ondergang van
de DDR. Natuurlijk is het nazi
regime niet te vergelijken met
de dictatuur van de communis
ten, maar de reacties van de
verliezende partij zijn, volgens
Friederich, in grote lijnen het
zelfde. De stem des volks: „Het
is toch een schande dat de
'nieuwe heersers' mensen die
alleen maar hun plicht deden
door justitie laten vervolgen. Zo
wordt de Koude Oorlog ver
lengd, wordt een koloniale
heerschappij in het leven geroe
pen en worden miljoenen men
sen die alleen maar de pech
hadden aan de verkeerde kant
van de Elbe te zijn geboren, in
de armen gedreven van de
magogen en onverbeterlijke sta
linisten, die men toch eigenlijk
had willen overwinnen."
Nazi's In de beklaagdenbank tijdens de processen van Neurenberg. FOTO ARCHIEF
Hoe kan West-Duitsland oorde
len over een staat, voor wiens
leider in 1987 in Bonn de rode
loper werd uitgerold en zijn fail
liete boedel met Westmarken in
leven werd gehouden? De histo
ricus: „De DDR bleef stabiel
door de dodelijke schoten aan
de Muur en wie die stabiliteit
mede mogelijk maakte, nar de
executies zwijgend op de koop
toe. Wie zo handelde, is een
slechte aanklager.
Toch worden er processen ge
voerd. Friederich: „Waarom
hebben de Duitsers deze vervol
gingsijver? Dat is een raadsel en
om het nog raadselachtiger te
maken: we doen het zonder dat
er ooit een meerderheid voor te
vinden is geweest. Maar er was
en is op elk moment wel een
meerderheid te vinden om er
een streep onder te zetten.
Waarom doen wij niet wat vol
keren met een rauw koloniaal
verleden, zoals Portugal en Ne
derland, instinctief doen, name
lijk er afblijven, de rechtbanken
er niet gek mee maken en de
zonden aan het zwijgende ge
weten en de eeuwige God over
laten?"
Een duidelijk antwoord heeft
ook Jörg Friederich niet, maar
wel een aanduiding. Eigenlijk,
zo zegt hij, zou Duitsland nor
maal vergeten, verdringen en
begraven willen, zoals andere
landen. Maar de nazi-daders
staan in de weg. Omdat zij in de
eerste jaren na de oorlog hard
nekkig vervolgd zijn, kan men,
in de ogen van miljoenen West
duitsers, de rode staatscrimine-
len niet als helemaal genezen
ontslagen. En daarom zijn we
ertoe verdoemd nog een tijd
lang in deze open wonden te
roeren. Als compensatie mag de
SED/PDS ongestraft reclame
maken voor het mooie leven
onder de dictatuur".