Onderzoek naar een ongeschreven taal
Elke dag wel even naar Cliff luisteren
Het Gesprek van de Dag
Een rookvrije auto
rookt nog vrij veel
'ZATERDAG 14 JANUAR11995
h( Hoe behoed je een uitster
vende taal voor het nage
slacht? Door haar te analyse
ten, op te schrijven en vast te
leggen. Alleen op die manier
kan zij aan de vergetelheid
vyorden ontrukt.
De Leidse onderzoekster
Helma van den Berg werkte
vier jaar aan het ontrafelen
van de grammatica en het
fnaken van een basis-woor
denlijst van het Hunzib. Deze
ongeschreven taal wordt door
slechts 2000 mensen gespro
ken in het uiterste zuiden van
Rusland. Daar, in de Oost-
kaukasische republiek Dage
stan, spreken twee miljoen
mensen maar liefst dertig
verschillende talen.
De republiek is iets groter
dan Nederland. Het is voor
wetenschappers een uiterma
te interessant onderzoekster
rein omdat de hier gesproken
talen uniek zijn, vertelt Van
den Berg. „Ze zijn aan geen
enkele andere taal verwant.
Niet te vergelijken met het
Russisch of een andere Slavi
sche taal." Zelf spreekt de
Leidse taalwetenschapper
Russisch. „Je kunt het Hunzib
vergelijken met Russisch
zoals je Nederlands kunt ver
gelijken met het Chinees: niet
dus."
Toen Van den Berg vier jaar
geleden aan de slag ging was
er nauwelijks iets bekend
over de structuur van het
Hunzib en het gebruik ervan
in de Dagestaanse samenle
ving. „Ik begon met literatuur
lezen, maar dat waren niet
meer dan 100 pagina's en
nog eens 200 ongepubliceer
de bladzijden tekst in een ar
chief in Moskou."
Slechts 9 van de 30 Kaukasi-
sche talen worden gebruikt in
kranten, onderwijs en op ra
dio en televisie. Alle andere
talen, zoals het Hunzib, wor-
den alleen thuis, in het dorp
246 A Grammar of Hunzib
14. "dibi y-at-i da?" Xe niss-n li, "y-aC'; "dibi y-at'-i?"; "y-atv; dibi-n y-
at'-i?"; "y-at"."
15. "y-at'-oX, r-oth-o lac'i," Xe nisa-n li.
16. seh X'odo-s laci r-othu-k'-en li, siX'e.l-enlW li zinï-s laiï bad prosto.
17. lac'i SiX'e.l-en, tö-y-n sa.sa^id-go has=cit' q'unis okrO niX-aa li.
18. "has=cit' dibi, has=cit' dibi, has=cit' oXu-u."
19. "m-eX'e," Xe nisa-n li, "bazar-li-i."
20. "has zo r-ox-o," Xe nisa-n li "h5s=c'it" q'urus-bo-s baha lod.er io",
Xe misa-n, "r-aq'u-r oz-di-i da aqe nii-c," Xe nisa-n
21. m-eXe-n lo Xoc.noc-n bazar-li-i.
Vier jaar werkte de Leidse onderzoekster Helma van den Berg aan het ontrafelen van de
grammatica van het Hunzib - een taal die nog door een een handvol mensen in het uiterste
zuiden van Rusland wordt gesproken.
en met de buren gesproken.
In de bergen is de taal Avaars
de contacttaai met anderen,
op de laagvlakte wordt vooral
Russisch gebruikt om te com-
De Leidse onderzoekster was
vooral afhankelijk van veld
werk: ze ging ter plaatse op
onderzoek uit. „Ik moest alles
zelf uitvinden. Ik had bijvoor
beeld veel contact met Dage
staanse vrouwen. Praten over
hun leefwereld: soep koken,
de kinderen, de was en het
weer. De bevolking in de isla
mitische republiek is zeer
gastvrij. Ik werd hartelijk ont
vangen. Uit beleefdheid paste
ik uiteraard mijn kleding aan.
Ik droeg een hoofdddoek en
een lange rok. Verder bracht
ik ook cadeautjes mee zoals
koffie, thee, chocola en kleine
sieraden zoals haarspelden.
Dat werd erg op prijs ge
steld."
De Hunzib-sprekers wonen
verspreid over zes dorpen.
Helma van den Berg verbleef
een jaar in Dagestan om de
taal te leren. Ze sprak met de
bewoners en vroeg hen haar
simpele woordjes te leren.
„Daar begint het mee. Vragen
naar de Hunzib-vertaling
voor woorden als mes, lepel,
vork, haar, oog enzovoorts.
Daarna leer je kleine zinne
tjes, en nog weer later pro
beer je verhaaltjes, liedjes en
sprookjes te begrijpen. Ik heb
2000 woorden van de taal
vervolgens in het internatio
nale fonetisch alfabet opge
schreven, met een Engelse
vertaling erbij. Daarnaast heb
ik een elementaire grammati
ca gemaakt. Het Hunzib is
best een moeilijke taal. De
structuur van de taal lijkt in
de verte op Turks."
In Van den Bergs proefschrift
staan korte tekstjes vertaald:
sprookjes en verhaaltjes. „Je
kunt een taal niet echt voor
uitsterven behoeden maar ze
ligt nu tenminste wel vast
voor de wetenschap." Eind
januari hoopt de onderzoek
ster te promoveren aan de
Rijksuniversiteit Leiden. De
plaatselijke bevolking in Da-
gestan krijgt een aantal
exemplaren van haar boek.
Maar daarmee is het verhaal
nog niet afgelopen. In april
begint Van den Berg met een
volgend project. Ze gaat het
Darginisch, ook een Kaukasi-
sche taal, onderzoeken. „Die
taal wordt door 350.000 men
sen gesproken en telt wel
twaalf dialectgroepen. Daar
over is nog weinig bekend.
CAROLINE VAN OVERBEEKE
Reacties en suggesties voor
"Gesprek van de Dag"
Telefoon 071-356444
of
Postbus 54,2300 AB
te Leiden
Theo Bakker
Blauw, lollig, menselijk
In Oegstgeest heet stoep trot
toir. En wat je nooit zou ver
wachten, er wordt door on
verlaten op gefietst! Zonder
licht zelfs, nam CDA-lid Kem
pen-Van Dommelen een
keertje waar. In Leiden op de
stoep fietsen, o.k., maar in O.
op het trottoir, dat geeft geen
pas. Je loopt niets vermoe
dend naar de auto en in ene
word je geschept door buur
man die op de crossfiets van
zoontje naar een andere buur
onderweg is om de gang van
zaken op de beurs te bespre
ken. Wat beurs, ik beurs, blijf
je nog beleefd.
Bleef het maar bij die stoep-
fietsers. Levensgevaarlijk is
het op straat in Oegstgeest. Zo
wordt onze leefgemeenschap
geteisterd door een epidemi
sche aanval van kleurenblind
heid. Rood, ha we kunnen,
denken de meesten. En als je
een gehandicapte een rondje
door de lanen wil duwen,
merkje dat iedere derde auto
de stoep, pardon het trottoir,
blokkeert, waardoor je trottoir
op en af moet en je goede
werk ontaardt in een overle
vingstocht.
Dan komt er een moment, dat
je zo niet verder kan. Dat je je
omwille van de veiligheid van
het gezin afvraagt of je de wijk
moet nemen. Want het poli
tiebureau gaat dan wel enige
uren per week dicht, waar
door er meer 'blauw' op straat
komt. Maar D66-er Poelmans
wil als toppunt van bestuurlij
ke vernieuwing eerst een en
quête houden onder de
Oegstgeestenaren om te be
palen of de vrijkomende uren
inderdaad besteed
worden aan het herstellen van
de openbare orde op weg en
trottoir. 'Dat duurt te lang.
vrouw. Dat risico kunnen we
niet nemen. We verkassen
naar een aanpalende ge
meente. We zijn blank en
geen asielzoekers, dus overal
welkom. Waarheen, dat is de
vraag.'
Al enige dagen twijfelen we of
het leiden dan wel Voorscho
ten moet worden. Het zal wel
uitdraaien op een enquête in
ons gezin. Alle andere ge
meenten vielen af omdat het
hun burgervaders aan charis
ma ontbreekt. Want hoe be
langrijk is het niet dat een
dorp of stad wordt aange
voerd door een nimmer ver
sagend boegbeeld! De nieuw
jaarstoespraak is in deze een
belangrijke graadmeter. Dan
moeten burgemeesters ore
ren, dan moeten zij er met
een gloedvol, vlammend be
toog voor zorgen dat hun in
gezetenen nog harder gaan
bruisen dan de geschonken
champagne. En de voorman
nen van Leiden en Voorscho
ten hebben dat, ieder op ver
schillende wijze, uitnemend
gedaan.
Eerst Goekoop. Hij wenste
zijn stad, Leiden, deze week
een 'lollig nieuwjaar' toe.
Waar vind je zo'n burgemees
ter? Bereidt zijn speech niet
voor, geeft toe 'bij God' niet te
weten wat 1995 zijn stad
brengen zal, maar gelooft er
zonder onderbouwing in dat
1995 een goed jaar kan wor
den. Er moet achttien miljoen
worden bezuinigd en enkele
tientallen ambtenaren verlie
zen hun baan, maar Goekoop
gaf een beste remedie: 'Weg
met de zwartgalligheid, leve
de lol en de humor.' Is dat een
wijs leider of niet? Een drie
weken durend verblijf op Bali
heeft Goekoop tot dit inzicht
gebracht. Daar zag hij dat de
mensen ondanks veel ellende
lachend door het leven gaan.
'Daarom', zo sprak Goekoop,
'kan iedere Leidenaar die de
in 1995 de lol vergaat bij mij
per soonlijk aankloppen voor
een reis van drie weken naar
Bali.' "Verhip, Do, naar l-eiden
moeten we. Nooit zal ik meer
zure stukjes schrijven.'
Dan Cannegieter. Hij wenste
Voorschoten niks geen lol toe.
Gannegieter is duidelijk niet
mee geweest naar Bali. Hem
stemt het leven juist zwartgal-
liger dan ooit. 'De consument
beleeft de politiek als een
voetbalwedstrijd en het we
reldnieuws als een horror
show', stelde Gannegieter op
zijn nieuwjaarsreceptie vast.
Daar is niks hilarisch aan,
maar Gannegieter noteerde
wél dat Voorschoten een ge
meente is waar de kansen op
een echte, menselijke en per
soonlijke samenleving volop
aanwezig zijn. 'We gaan toch
maar naar Voorschoten,
schat. Hier, lees, die Ganne
gieter wil vechten tegen 'het
harteloze vooroordeel van de
geprogrammeerde consump
tiemens'. Hij gaat zelfs zo ver
dat hij in de snackbars de pa
tatjes oorlog wil verbieden.'
'Laten we onze enquête dan
plannen voor eind december,'
tempert liefste. 'Kunnen we
tussentijds bezien hoe 'blauw'
Oegstgeest in 1995 wordt, hoe
'menselijk' Voorschoten en
hoe 'lollig' Leiden.'
voorbij dat ik niet even naar
Cliff luister. Het is jeugdsenti
ment, hè. Zijn muziek brengt
beelden van vroeger terug.'
Gelukkig voor hem houdt vrien
din Ineke ook van Gliff Richard.
Sterker nog, Planjer heeft haar
zelfs ontmoet door hun geza
menlijke interesse. „Zij kwam
veel bij mij over de vloer om
miin videobanden van Cliff te
bekijken. Van het een kwam het
ander en zo is dat uitgegroeid
tot een relatie."
Kijken doen ze nog steeds sa
men. „Op eerste kerstdag waren
we alleen. Toen hebben we de
hele dag naar video's van Cliff
gekeken. Wij kunnen daar echt
dagen naar kijken. Uiteindelijk
herken je elke beweging, maar
desondanks kunnen we er geen
genoeg van krijgen."
Kinderen
Zijn kinderen daarentegen vin
den de hobby van hun vader
maar raar. „Ze zeggen dan, 'die
ouwe lui met die oudbollige
muziek'," vertelt Planjer la
chend. „Maar Cliff gaat echt
met zijn tijd mee, hoor." En hij
laat een videoband zien waar de
bijna 55-jarige zanger een hou-
se-versie uitvoert van zijn grote
hit 'We don't talk anymore'.
„Hij ziet er ook nog zo goed uit,
he," zwijmelen de twee. „Ik te
ken ervoor op die leeftijd."
Planjer heeft Cliff één keer per
soonlijk ontmoet. „In 1969 heb
ik voor de fanclub Dynamite
een interview met Cliff Richard
gedaan. Dat was harstikke leuk,
natuurlijk. En ik heb voor de
zelfde fanclub ook twee repeti
ties van hem mogen bijwonen."
Het gezicht van Planjer glundert
als die herinneringen ophaalt.
„Twee jaar geleden was hij op
toernee. We zijn toen achter
hem aan gegaan naar Duits
land, België en Engeland. Dat
was zo leuk. Na het concert van
Brussel reden we achter zijn bus
aan naar Paradiso. Zie je het
voor je?"
„John is er echt elke dag mee
bezig", vertelt Ineke. „Hij raakt
er ook niet over uitgepraat. John
is vrij stil, maar als het over Cliff
gaat, ratelt hij maar door. En als
hij platen draait is hij bereid om
tachtig keer op te staan om de
plaat om te draaien. Soms legt
hij ook al zijn lp's op de grond
uit om te kijken hoeveel hij er
heeft. Dan zit hij op zolder tus
sen al die platen. Daar heeft hij
plezier in. Hij gaat ook met zijn
platen om alsof het zijn kinde
ren zijn, heel voorzichtig."
Planjer heeft nog een harte-
wens. „Ik zou zo graag eens een
dagje met Cliff willen optrek
ken. Een gewone dag of bijvoor
beeld eentje als hij opnamen
maakt. Dat zou ik nou nog eens
willen."
In de wieg
ligt een baby
en geen kalf
Een journalist hoort een on
wankelbaar vertrouwen uit te
stralen in de kwaliteit van
zijn eigen kranl. Maar sums
is dat we! eens moeilijk. Dan
begint de twijfel te knagen
over de juistheid van een be
richt. Zoals bij dat nieuwtje
over die Chinese baby, die
zou zijn geboren met twee
hoorntjes van vijf centimeter
op het hoofd, de neus en
ogen van een koe en grote,
harde oren.
De romp en ledematen zijn
naar verluidt wél normaal.
En in de familie komen ver
der ook geen rare afwijkin
gen voor. Dat zijn alle gege
vens over het kind. Het be
richt is de wereld in gezon
den door een gerenommeerd
persbureau, UPI, en zorgvul-
dig geselecteerd dooi de bin
nen-buitehlandredactle van
het Leidsch Dagblad. Maar
toch. Er had toch minimaal
een foto bij moeten staan.
Eerst zien en dan pas gelo
ven, nietwaar.
Mevrouw A. Gittenberger-De
Groot, hoogleraar anatomie
en embryologie aan de leid
se universiteit heeft ook zo
haar twijfels. „We hebben
een hele collectie met mon
sters in ons laboratorium,
om het zo maar eens te zeg
gen, maar dit komt mij wel
zeer vreemd voor. Het lijkt
me erg onwaarschijnlijk."
Toch maar eens even specu
leren zonder foto en zonder
verder gegevens. „Hoorntjes?
Ik moet voorzichtig zijn,
maar knobbels op de sche
del, die zijn wel ergens be
schreven in de vaklitera
tuur", filosofeert Gittenber
ger-De Groot. „Zoiets zou
het eventueel kunnen zijn.
Exostoses oftewel botult-
groeisels. Onze oren zijn net
als die van een koe van
kraakbeen. Alleen hoon dat
niet zo hard te zijn. En alle
baby's worden geboren met
grote bruin-zwarte ogen."
Dat klinkt behoorlijk nuch
ter. „Ja, ik heb gewoon het
fgevoel dat het een uitermate
olijke baby is. Het zal zeker
een kind met afwijkingen
zijn, maar ik zou aan dat be
richt maar een stukje magie
vastkoppelen. Als je naar
zo'n baby kijkt, kun je met
een beetje fantasie van alles
zien."
HERMAN JOUSTRA
Een rijdende auto rookt een stevige pijp. Dat is schade
lijk voor het milieu. Dus de chauffeurs moeten zich maar
een beetje inhouden en niet ook nog eens een sigaret
opsteken. Dat vinden ze tenminste bij Hertz, een inter-
I nationaal autoverhuurbedrijf, met onder meer een vesti
ging in Leiden. 'In het kader van milieu-overwegingen
zo wordt dat genoemd.
Onzin. In wezen gaat het Hertz daar natuurlijk niet om.
j Dat kan ook niet als je, zoals het bericht tevens opmerkt,
meer dan vijfduizend kantoren hebt in meer dan hon
derddertig landen. En een wagenpark van 420.000 au-
f to's..'s Werelds grootste en beste autoverhuurorganisatie'
staat er. Dan moet je niet zeuren over milieu-overwegin
gen. Nee, het draait om het zinnetje: 'Om aan de toene
mende vraag van onze klanten te voldoen.
Dat kan kloppen. Het aantal niet-rokers is nog steeds -
groeiende. En rook is Voor niet-rokers uitermate hinder
lijk. Ook al reinig je het interieur van de auto's nog zo
grondig, de geur van tabaksrook valt niet te verwijderen.
Daarom introduceert Hertz in februari: de rookvrije au
to. Klaterend applaus en het publiek op de banken. De
concurrentie zal zich nu wel yoor de kop slaan en snel
volgen.
Dat valt tegen. Eerder is er bij de concurrent sprake van
verbazing. „Een auto waar nooit in wordt gerookt?"
Koen, van het verhuurbedrijf Auto Peter in Leiden, is
even confuus van de mededeling. „Dat kan niet. Je kunt
zo'n auto niet apart houden. We verhuren niet op kente
ken maar op soort auto. Stel nou dat het een heel druk
weekend is en je hebt nog maar één auto over. Die ene
waar niet in gerookt zou mogen worden. En er komt nog
een roker die een auto wil huren. Nou, dan verhuur je
die auto toch."
Dat is niet het enige, betoogt Koen. „Als je de asbakken
er uithaalt of ze afplakt, gooien de mensen de as gewoon
op de vloer. Voor de duidelijkheid, voordat we een auto
meegeven zijn alle asbakken geleegd en is de hele auto
schoongemaakt. Zo kan het ook. En als er nog vraag
naar was. Maar ik heb nog nooit iemand horen vragen
naar een rookvrije auto."
Zo reageren ze ook bij Happy'Rent in Noordwijk. „Een
rookvrije wagen? Die garantie kan ik nooit geven", zegt
een woordvoerder. „Ik zou niet weten hoe ik dat zou
moeten onderzoeken. Joh, al onze auto's zijn schoon. Ze
zijn ook jong. Na acht tot tien maanden worden ze weer
omgewisseld voor andere. Dan is de rook echt nog niet
in de wagen getrokken. Bovendien, er wordt nooit ge
vraagd naar een rookvrije auto." -
Bij Budget in Alphen aan den Rijn wel. „Eén keer', zegt
Victor die er nu drie jaar werkt. „Eén keer in al die tijd
dat ik hier werk. Ik kan me heus wel voorstellen dat een
klant een hekel heeft aan roken. Maar hij stapt heus niet
meteen in een auto waar net een roker in heeft gezeten,
i Daar zit zeker drie uur tussen, de tijd die nodig is om de
wagen helemaal schoon te maken."
Of er nu veel of weinig vraag naar is, de introductie van
een rookvrije auto is een blijft toch een loffelijk streven.
Al is de auto strikt genomen natuurlijk niet rookvrij. Per
slot van rekening is een rokende wandelaar nog altijd
minder schadelijk voor het milieu dan een niet-rokende
automobilist.
Je hebt ze nog, de echte fans
voor het leven. Zoals John Plan
jer (48) uit Hazerswoude Rijn
dijk. Het eerste wat opvalt bij
binnenkomst is een levensgroot
kartonnen hoofd van Cliff Ri
chard op een tafeltje in de huis
kamer. Planjer spaart alles wat
los en vast zit van deze inmid
dels legendarisch zanger. Die
toentertijd wel werd afgeschil
derd als het Engelse antwoord
op Elvis Presley - met dien ver
stande dat de King" allang dood
en Cliff Richard nog altijd op
treedt. De oogst, van Planjer tot
nog toe: 350 lp's, 80 ep's, 150
singles, 50 cd's, 60 videobanden
en dan nog kalenders, posters,
promo's, picture discs, T-shirts
en zelfs briefpapier van Cliff Ri
chard. En hij is er nog lang niet
uit.
Korea
„Mensen zeggen wel eens 'nu
heb je toch alles al', maar dat is
niet zo. Er is bijvoorbeeld een li-
ve-lp uit Korea van 1963. Daar
zijn er maar honderd van. Die
wil ik nog heel graag hebben.
Maar daar moet ik dan veel geld
voor betalen. Het is juist de
sport om er geen kapitalen voor
neer te leggen om mijn verza
meling compleet te maken. En
van bepaalde platen zijn ver
schillende persingen, uit Japen
of Amerika. Die wil ik dan ook
hebben, omdat ze een andere
hoes hebben. Van het nummer
Living Doll bijvoorbeeld heb ik
acht verschillende uitvoeringen.
Live zingt hij dat liedje weer
heel anders."
Zijn hele zolder ligt vol met pla
ten en videobanden. En ook zijn
schuur is deels benut om de
verzameling te bergen. Planjer
wil binnenkort een opslagplaats
huren om daar zijn spulletjes op
te slaan. „Ik sjouw me letterlijk
een breuk om mijn platen naar
de zolder te dragen. Een half
jaar geleden nog ben ik geope
reerd aan mijn rug door al dat
tillen."
Beurzen
Hij gaat elk weekend naar pla-
ten-verzamelbeurzen. Daar
huurt hij een stand om zelf pla
ten te verkopen en ondertussen
snuffelt hij bij andere stands
naar Cliff Richard of andere ja
ren '60-muziek. Hij neemt ook
altijd zijn vriendin Ineke mee.
„Voor de gezelligheid", zegt hij,
Maar op de beurs is Planjer
overal te vinden, behalve bij zijn
eigen stand, want daar past zij.
„Hij is dan zo geboeid met het
inkopen van platen voor zijn
collectie", lacht zijn vriendin.
„Hij loopt daar rond als een
klein kind zo blij."
Planjer verzamelde muziek
sinds zijn vijftiende. Niet alleen
van Cliff Richard, ook van diens
grote voorbeeld Elvis Presley,
van de Beatles, de Stones en an
dere groepen uit de zestiger ja
ren. Pas eind jaren '70 wierp hij
John Planjer en zijn verzameling. Elke dag is de Hazerswoudenaar wel even in de weer met Cliff Richard.
FOTO BEN DE BRUYN
zich fanatiek op alles wat hij
van Cliff Richard maar te pak
ken kon krijgen. „Ik wil echt al
les van hem hebben. Vooral de
oudefe werken. Achteraf is het
zonde dat ik toentertijd niet
meteen ben begonnen met spa
ren. Sommige singletjes uit de
beginperiode van Cliff, zijn nu
twee- tot driehonderd gulden
waard."
Planjer wil ook alles op origineel
vinyl hebben. „In Nederland
worden opnamen alleen nog
maar op cd gezet. Als ik een
nieuwe plaat van Cliff op vinyl
wil hebben, moet ik dat uit En
geland laten komen of via de
fanclub bestellen. En ik wil
vooral eerste persingen hebben.
Latere persingen zijn wel leuk,
maar zijn feitelijk niets waard."
Buitenland
Om zijn verzameling zo com
pleet mogelijk te maken, onder
neemt Planjer van alles. Naast
de platenbeurzen, gaat hij ook
naar het buitenland om op zoek
te gaan naar bijzondere platen.
Of hij zet advertenties in kran
ten. „Het allerleukste is natuur
lijk om bij mensen thuis in een
doos met oude grammofoon
platen te snuffelen. Bij beurzen
weten zè wel wat bepaalde pla
ten waard zijn, maar in een
doos op zolder komen veel ver
rassendere dingen tevoorschijn.
Dat is pas spannend."
Waarom memorablia verzame
len van Cliff Richard? Waarom
niet gekozen voor een veel
kleurrijker figuur als Elvis Pre
sley? „Misschien zie ik bij hem
wel iets van mezelf terug. Dat
rustige en ingetogene. Typerend
voor Cliff. En zijn stem is ver
trouwd. Als ik bijvoorbeeld
thuiskom van vakantie, dan is
het eerste wat ik doe een plaat
van Cliff opzetten. Ik voel me
prettig bij zijn stemgeluid.
Daarom gaat er ook geen dag