ii Opmars van de tuinkabouters Door het oog van de Ander P ZATERDAG 7 JANUAR11995 Over de Poolse wiskundige en filosoof Alfred Korzybski die tussen de beide wereldoorlogen in de Verenigde Sta ten woonde en werkte, gaat het volgende verhaal. Op een dag trok hij in de collegezaal met krijt een horizontale lijn over de halve lengte van het bord en vroeg zijn studen ten: „Wie van jullie kan deze lijn klein maken zonder 'm, waarmee dan ook, aan te raken? Een tijdlang opperden de studenten tevergeefs de meest vergezochte en inge wikkelde voorstellen. Tenslotte liep Korzybski naar het bord toe en terwijl hij zei 'zo doe je dat', trok hij boven de eerste lijn een veel langere tweede lijn. De tuinkabouter is al tientallen jaren het symbool bij uitstek van kleinburgerlijkheid en wansmaak. In Duitsland waar de emoties vaak hoger oplopen dan in ons land gold hij in 'weldenkende kringen' zelfs als een 'proto-fascist'. Maar: het tij is voor het puntmutsengilde aan het keren. Mede vooral) dankzij Gunter Griebel, een 51-jarige keramiekfabrikant uit Rot am See, een dorp in de deelstaat Baden Wiirttemberg. ünter Griebel heeft een stand- beeld voor hem opgericht. Op het grasveld voor de keramiekfa- riek in Rot am See staat hij op zijn sokkel, i~e-1-14-.centimeter grote tuinkabouter. Rode p .tuitmuts, wollig baardje, blozende konen, ipade in de hand; hij is de volmaakte oerka- 4outer en straalt de wezenloze blijmoedig- ïeid uit, waarvoor de Duitsers het onvertaal bare woord 'bieder' hebben. PC *>Dat hebben we gedaan toen de tuinka- "lóuter 111 jaar oud werd, elk jaar is een cen- Pjmeter", aldus Griebel over zijn hommage in •aardewerk aan de figuur die zijn leven be heerst. Want Griebel (51), klein en kwiek, be heert niet alleen de keramiekfabriek, een fa met dertig werknemers, hij stond -het zijn vrouw Jutta ook aan de wieg van de Opzienbarende wedergeboorte van de tuin kabouter. Hij is de oprichter en directeur van •jet enige kaboutermüseum ter wereld, ver reed verzamelaar van klassieke kabouters en hntwerper van nieuwe modellen die in krin- jen van meer orthodoxe nanologen (kabou- :ergeleerden) hoogst omstreden zijn. Dat de kabouter ooit zo zijn leven zou do mineren, had hij als tiener niet kunnen be hoeden. „Ik haatte kabouters. En nipt alleen jmdat ze kitsch zouden zijn. Als je tegen een jieisje zei dat je vader in kabouters 'deed', Jan kon je het verder wel vergeten." 'Eerlijke kitsch' Tu is hij Duitslands bekendste pleitbezorger p de tuinkabouter, gast in talk-shows, mhrijver van boeken en brochures, en altijd ■araat, wanneer men dit 'typisch Duitse' 'thepsel onheus bejegent. Zoals de eeuwige g .antijging bij voorbeeld dat de kabouter ftitsch' is, het symbool bij uitstek van het be- epiepen burgerdom. g „Natuurlijk is hij kitsch, maar hij is eerlijke er Jtsch. Vroeger maakte zich daar niemand Jruk om. Pas na de oorlog werd hij geassoci- erd met kwalijke, 'typisch Duitse', eigen- •fhappen en was het bon ton om op hem af i geven. Wie een kabouter in zijn tuin zette, /as een spitsburger of een simpele ziel. De ibrikanten hebben daar verder het hunne an bijgedragen door plastic modellen te ma in. Afschuwelijk." Maar de kabouter blijkt onverwoestbaar, ij is vervolgd door nazi's en stalinisten, ver- lisd door de 'goede smaak', en toch hebben 2' hem nooit klein kunnen krijgen. Hij is en ijft de 'eeuwige metgezel, die er zal zijn zo ng er mensen zijn." Omtrent zijn oorsprong tasten de geleer- :n in het duister. Hij treedt op in vele irookjes en legenden als een schuw, in het irborgene levend wezen. Je had goede en ichte kabouters, die mensen hielpen of in it verderf stortten. In die verhalen is ook ak sprake van een goud- of zilverschat, aardoor de theorie in omloop is gekomen it de kabouter afstamt van dwergen die in oudheid in de goud- en zilvermijnen irkten. De weg voor deze theorie is vrijgemaakt id/ 'or de mijnbouwdeskundige professor He- ;a-1 rich Quiring die een wetenschappelijke re- itatie hoog had te houden. In 1948 publi- erde hij zijn 'Geschiedenis van het Goud', aarin hij het raadsel van de zeer lage mijn- ngen in Thüringen, de Harz en andere de- n van vooral Oost-Europa aan de orde stel- Aanvankelijk ging men er van uit dat er nderen in deze mijnen gewerkt hebben, aar Quiring nam met deze verklaring geen noegen. Hij volgde het .spoor van de gan gen via de Balkan naar Kreta en ontdekte dat ongeveer 3500 jaar geleden dwergen daar goud hadden gedolven en naar het Europese vasteland zijn getrokken, toen de mijnen uit geput waren. Of deze theorie klopt kan waarschijnlijk nooit met zekerheid worden vastgesteld, maar ze heeft in elk geval de charme dat ze -veel zaken in sprookjes verklaart of in elk ge val begrijpelijk maakt. Zo wórden de kabouters in sprookjes afge schilderd als kleine wezens die afgezonderd, bijvoorbeeld in het bos, woonden en nauwe lijks in contact kwamen met de andere, oor spronkelijke bewoners van de streek. Dat zou kunnen komen doordat de kleine gastarbei ders de taal en de gebruiken van de au tochtonen niet kenden. De dwergen in de overleveringen zijn meestal ook mijnwerkers, net als hun collega's uit Kreta. Dat er in het beroemdste kaboutersprook je, 'Sneeuwwitje', zeven dwergen voorkomen, hoeft niemand meer te verbazen, als hij weet dat een ploeg meestal uit zes tot acht kom- peltjes bestond. En om te voorkomen dat hij bij het hakken constant zijn hoofd stootte, droeg de dwerg een puntmuts, die hem als een voelspriet waarschuwde als de zoldering te laag werd. Daverend succes De klassieke kabouter zag rond 1880 het le venslicht in Grafenroda in Thüringen, het 'groene hart van Duitsland'. Twee figuren hebben destijds het vaderschap opgeëist, Günter Griebels overgrootvader Philipp en August Heissner, die beiden als geniale pot tenbakkers te boek stonden. Wie van hen daadwerkelijk als eerste een kabouter heeft geboetseerd, valt niet meer te achterhalen. De kabouter was meteen een doorslaand succes. Rond de eeuwwisseling bestond er een ware kabouterrage. De kabouter was 'troetelding' van de natie geworden. Hij be heerste de folkore, (volks)kunst en de recla me. De fabrikanten van meer dan duizend produkten, van babypoeder tot jenever, pro beerden toen al met de kabouter klanten te lokken. Het ultieme succes kwam toen hij zelf een exportartikel werd dat praktisch de hele wereld zou veroveren. Die bloeitijd kon niet eeuwig duren. Toen de nazi's aan de macht kwamen, werd de tuinkabouter persona non grata in hun brui ne rijk. De keramiekfabrikanten bakten met meer of minder enthousiasme bustes van de Führer in plaats van het vissende, kruiwagen- de of mijmerende tuinornament. Tijdens de oorlog was er natuurlijk helemaal geen plaats meer voor de kabouter. De keramiekovens konden beter gebruikt worden voor de pro- duktie van artikelen die voor de oorlogsvoe ring nuttiger waren. Na de oorlog bepaalde de Duitse deling iMrn 'Natuurlijk is het kitsch. Maar: eerlijke kitsch' Aan een student die protesteer de dat de eerste lijn in feite toch even groot of klein was ge bleven, vroeg Korzybski twee medestudenten aan te wijzen, de ene groot en de andere klein. Vervolgens vroeg hij de twee aangewezen studenten voor in de zaal naast elkaar te komen staan, en vroeg de protesterende student uit te leggen waarom de een groot en de ander klein was. „Tja", antwoordde de student, „dat is natuurlijk relatief." „Pre cies", reageerde Korzybski, „of je een mens als groot of klein er vaart, hangt af van waaraan je zijn lengte relateert, waarmee je hem vergelijkt, van je referen tiekader. En dat", zo ging hij ver der, „geldt niet alleen voor onze waarneming van lengte. Of we en probleem als groot of klein ervaren, of we een relatie als goed of slecht ervaren, of we ons zelf als minderwaardig of juist niet ervaren, wordt pas werkelijk begrijpelijk voor anderen als ze ons innerlijk referentiekader ken nen. En omgekeerd, als we willen beginnen te begrijpen waarom iemand iets of ons op een be paald wijze ervaart, moeten we beginnen met zijn of haar refe rentiekader te leren kennen. Dat s luisteren; je inspannen om de wereld waar te nemen via het fil ter van de innerlijke maatstaven, van de gevoelens, gedachten en historie van de ander." Korzybski noemde die inspan ning 'empathisch' (van de Griekse woorden voor 'in' en 'voelen', dus invoelend) luiste ren. Stephen Covey, die net als veel Amerikaanse communica tie-deskundigen sterk voortbor duurt op het werk van Korzybski, definieert in zijn boek TheSeven Habits of Highly Effective People empathisch luisteren op de vol gende eenvoudige maar treffen de manier: empathisch luisteren is eerst proberen te begrijpen, en dan pas proberen begrepen te worden. Wat de meeste mensen ge woonlijk onder luisteren ver staan, is precies het omgekeerde. Ze luisteren niet met de bedoe ling om te begrijpen, maar om te antwoorden (een veelbetekenen de term want het betekent letter lijk 'tegen'woord). Ze zijn, zoge naamd luisterend, al bezig om hun tegenwoord voor te berei den, of ze zitten te wachten op een geschikt moment om er met hun 'tegen'woord tussen te kun nen springen. We willen eerst be grepen worden, vanuit de grond houding dat we denken dat de ander zal gaan denken wat wij denken als hij maar eens na zou denken. En pas dan, misschien, willen we proberen te begrijpen. „Ik begrijp mijn zoon (of doch ter) niet, praten tussen ons gaat heel moeizaam, hij luistert ge woon niet naar je", klagen veel vaders (en moeders), zonder zich te realiseren dat ze daarmee wat luisteren betreft de wereld in zijn achteruit zetten. Wie zijn kind wil begrijpen, zal moeten begin nen met (empathisch) naar dat kind te luisteren, in plaats yan het omgekeerde te eisen. De grondhouding bij empathisch luisteren is, dat je wilt proberen te denken zoals de ander denkt. Maar daarom is empathisch luis teren ook riskant, roept het angst vaak op. Want je openstellen voor de gedachten, voor het refe rentiekader van een ander bete kent die ander de mogelijkheid geven om je denken te beïnvloe den, met inbegrip van je gedach ten en gevoelens over jezelf. Als iemand tegen ons zegt dat hij of zij het moeilijk vindt om met ons om te gaan, dan is het veilig en weinig moedig om daarop als te genwoord te geven 'Nou, dat is dan jouw probleem' of 'Dat vind ik met jou ook'. Veel riskanter, veel kwetsbaarder is het, de an der vragen om uit te leggen wat het hem moeilijk maakt met jou om te gaan en duidelijk te maken dat het jou er in de eerste plaats om te doen is dat te leren begrij pen. Kijkend door het oog van je zoon kan het bijvoorbeeld heel begrijpelijk worden dat hij jou een heleboel dingen over zichzelf niet (meer) vertelt. Dan zie je misschien, zoals hij al lang doet, hoe vaak het is voorgeko men dat jij onmiddellijk klaar stond met oplossingen, adviezen, ofkleinerende (ver)oordelen wanneer hij zijn onvrede over zijn leven, zijn angst voor zijn toekomst, zijn twijfels of hij met een bepaalde taak wel verder zou gaan, uitte Ach joh, zo'n perio de heb ik ook weieens gehad toen ik jong was, maar dat gaat op een gegeven moment echt wel weer over."). Kijkend door het oog van je partner, wordt het misschien pijnlijk begrijpelijk waarom deze geen zin meer heeft om jou te vertellen wat hem of haar dwars zit. Dan wordt mogelijk heel zichtbaar dat je wel erg vaak, onmiddellijk bepaalde en soms bepaald merkwaardige, adviezen begint te roepen. De een: „Nou, ik had mijn moeder vandaag weer een uur of zo aan de telefoon, en echt hoor af en toe dan krijg ik daar het heen en weer van." De ander: „Nou, als ik jou was, zou ik op een gegeven moment gewoon de hoorn erop klappen." Het zijn dit soort 'ant'woorden, die ver'ant'woordelijk zijn voor de meest gehoorde klacht op de ze aardbol, of het nu om part ners, ouders en kinderen, colle ga's of dokters en hun patiënten gaat: 'Hij (zij) begrijpt me niet'. Omdat het gevoel begrepen te worden voorwaarde is voor het accepteren van suggesties, advie zen, oplossingen of oordelen van anderen, snijden dit type ant woorden praktisch en emotio neel geen of hooguit negatief hout. Empathisch luisteren is de meest krachtige vorm van communica tie ('vergemeenschappelijking') die we hebben, en het grootste geschenk dat we een ander kun nen geven, omdat het een van onze meest fundamentele be hoeften vervult, namelijk de be hoefte om erkend, begrepen, ver staan te worden. Als iemand zich de moeite geeft om te wereld te zien zoals wij die zien, dan zegt die persoon in feite tegen ons dat onze wereldvisie een moeite waard is, dat die er mag zijn; dan geeft hij ons psychologisch de ruimte, lucht. We hoeven ons dan niet langer benauwd te voe len in zijn of haar nabijheid. Het trieste van de relatie tussen veel ouders en hun volwassen kinde ren is, dat daarin vaak zo weinig psychologische ruimte, psycho logische zuurstof is, dat de een of de ander het al gauw benauwd krijgt en spoedig weer weg wil. De meeste ouders willen eerst door hun kinderen begrepen worden, voordat ze eventueel be reid zijn te begrijpen. En de meeste kinderen willen van hun kant hetzelfde. Het onvermijde lijke gevolg is dat niemand nie mand meer begrijpt. Vandaar een paar eenvoudige suggesties voor het nieuwe jaar. 1. Breng in 1995 tijd met uw kinderen door; ik bedoel met ie der kind afzonderlijk, niet met al le kinderen tegelijk. Luister haar ze, probeer de wereld door de ogen van hun gevoelens te zien. Kijk naar hun wereld, hun gezin, naar hun werk, de opgaven en problemen in hun leven door hun ogen. 2. Ga regelmatig met uw partner uit, uit eten of ergens anders naar toe wat u beiden leuk vindt. Spreek af wie mag be ginnen en luister dan naar el kaar. Doe oprechte pogingen de wereld door het oog van de an der te ervaren. 3. Kies een relatie waarin het al een tijdlang over en weer niet goed gaat. Probeer de situatie te begrijpen en op te schrijven vanuit het referen tiekader van de ander. Maak dan een afspraak met die ander, en zeg dat het uw bedoeling is eerst te begrijpen en dan eventueel begrepen te worden. Marnix Gijsen schrijft in zijn boek Joachim van Baby Ion: „Wie naar grijsaards en vrouwen luistert, wordt spoedig hun vriend." Volgens mij zijn er nog wel meer doelgroepen te verzin nen, bij wie dit soort luisterrijke effecten bereikt kunnen worden. RENE DIEKSTRA hoogleraar klinische en gezondheidspsychologie meen hebben met de brave oudere genera ties. De moderne kabouter heeft een tijger broekje aan en roept zich uit tot de Tarzan van het Thüringer Woud. Of is een 'potlood- venter' die zich grijnzend -toont. Of demon stratief zijn middelvinger opsteekt om de bu ren te laten zien wat hij van ze vindt. Eén model is inmiddels al klassiek gewor den. Toen Griebel hoorde dat een man na een inmiddels legendarisch proces zijn ka bouters moest verwijderen uit de gemeen schappelijke tuin van de flat waar hij woon de, maakte hij een dood op de grond liggen de kabouter bij wie het mes nog in de rug steekt. Veel mensen zien in dit 'slachtoffer van de buren' niet toevallig een commentaar op de vreemdelingenhaat die ongeveer de zelfde tijd de kop op stak. De kabouter is dus niet meer het symbool van harmonie dat hij bij zijn geboorte was. Begin vorig jaar werd er opnieuw een ge ruchtmakend proces gevoerd, waarbij kabou ters een hoofdrol speelden. Leraar Harald Schmidt uit Grünstadt besloot zijn ruzie met de buurman niet meer zelf uit te vechten, maar kabouters het werk te laten doen. Schmidt maakte een serie kabouters die hun blote achterwerk tonen, gekke bekken trek ken, op hun voorhoofd wijzen, de tong uit steken, en zette die in de vensterbank, zodat buurman Manfred kon zien hoe hij er bij Schmidt opstond. De buurman sleepte zijn kwelgeest voor de rechter en kreeg gelijk. „Het maakt geen ver schil of de verdachte zelf in de tuin was gaan staan en zijn ontblote achterwerk had ge toond of dat hij dat door plaatsvervangers van keramiek heeft laten doen, omdat hij daar zelf niet permanent toe in staat is", al dus het vonnis waarin Schmidt werd gelast zijn kabouters weg te halen. Het is niet alleen de kabouter onvriendelij ke rechtspraak die Guenter Griebel zorgen baart. Ondanks het succes van de 'nieuwe generatie' wordt de bonafide tuinkabouter ook economisch bedreigd. Goedkope imita ties uit Polen overspoelen sinds een paar jaar de markt. Griebel heeft wegens deze oneerlij ke concurrentie al twee werknemers moeten ontslaan. „Het is hun goed recht als ze hun eigen modellen goedkoop weten te slijten, maar ze hebben ook de 'potloodventer' voor een spotprijs in de verkoop", klaagt hij. Niettemin blijft hij goed gemutst en zit hij vol plannen. Zijn baanbrekende werk is in middels ook in het buitenland erkend. Een Amerikaanse student heeft voor zijn proef schrift royaal geput uit het materiaal van Griebel en ook in andere landen neemt de belangstelling toe. Reden genoeg voor de na- noloog uit Rot am See om het volste vertrou wen te hebben in de toekomst. De statistieken lijken hem gelijk te geven. Per jaar komen er alleen al in Duitsland 5001000 kabouters bij. In sommige tuinen is er inmiddels sprake van overbevolking: 25 of meer puntmutsen zijn geen uitzondering. Het kleine leger rukt weer stevig op. Het monument van de tuinkabouter bij Rot am See. FOTO GPD PETER VAN NUIJSENBURG niet alleen het lot van de Duitsers, maar ook dat van de kabouters. Grafenroda, de baker mat van de kabouter, lag in de Russische be zettingszone die later de DDR zou worden. De chef van de firma Heissner, een overtuigd nazi, wist met kisten vol mallen en modellen naar het westen te ontkomen, waar hij het bedrijf tot nieuwe bloei bracht. Zijn concur renten, de Griebels, bleven en moesten toe zien dat de kabouter ook onder het nieuwe regiem vervolgd werd. Hij was te 'reactionair' voor de progressieve boeren- en arbeiders- staat. Helemaal consequent waren de DDR-re- genten daarin niet. Toen ze door kregen dat ze met de kabouter harde, westerse deviezen konden verdienen, werd de produktie weer in gang gezet. De kabouters werden naar het buitenland verscheept. De DDR-burger die de kleine lakei van het kapitalisme in de tuin wilde zetten, kon hem alleen 'onder de toon bank' kopen. Veel plezier hebben de Griebels aan de nieuwe richtlijnen niet beleefd. Hun bedrijf werd in 1972 genationaliseerd. Willi Grieber werd bedrijfsleider ónder 'kameraad Adler', die hem verbood in het Engels zaken te doen met buitenalndse klanten. Willi's broer Erich was net als de nazisti sche bedrijfsleider van de firma Heissner naar het westen gevlucht. Maar in tegenstel ling tot zijn concurrent had hij geen kisten vol modellen mee kunnen nemen. Zijn baga ge paste in een aktentas. Hij moest helemaal opnieuw beginnen, eerst in Stuttgart, sinds 1957 in Rot am See. Emancipatie De glorieuze come-back van de Griebel-ka- bouter in de laatste jaren is vooral het werk van zijn zoon Günter en diens vrouw Jutta. Met name door de creatie van een nieuwe generatie kabouters, die voor grote opschud ding in het bedaagde wereldje van de nano logen heeft gezorgd. „We vonden dat de kabouter moest eman ciperen en dat-ie wel wat humor kon gebrui ken", aldus Griebel. Zo onstond in 1987 een serie alternatieve kabouters die weinig ge

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 39