Genezen van remix-syndroom BEELDEN STQRM Cultuur Kunst NAi in 1995: Nederland als kunstwerk en de wederopbouw Nederlandse actrice Nel Kars speelt solostuk in Moskou 'Gijsbrecht' terug in Amsterdam ATERDAG 31 DECEMBER 1994 Jeugdtheater in Kapelzaal K&O ■EiDENJeugdtheater Variété de Wip geeft woensdag 4 januari een voorstelling in de Kapelzaal van K&O aan de Oude Vest 45 in iden. Het stuk heet Toeters en bellen' en gaat over een ver- itrooide en prettig gestoorde verkoper van feestartikelen. De 'oorstelling is geschikt voor kinderen van 5 tot 12 jaar en begint om 14.00 uur M-People maakt dansmuziek met echte songs en echte instrumenten Architectuurinstituut trok in eerste jaar zo''n 100.000 bezoekers Nederland als kunstwerk is de titel van de belangrijkste tentoonstelling die het Nederlands Architectuurinsti tuut (NAi) volgend jaar organiseert. Verder staan op het programma de expositie gewijd aan de Japanse archi tect Arata Isozaki, die doorloopt tot en met 12 maart. Ook krijgt in 1995, vijftig jaar na de bevrijding, de we deropbouw extra aandacht. In 'Nederland als kunstwerk' geeft het NAi een beeld van de weg- en waterbouwkunde die Nederland heb ben gemaakt tot wat het is, en worden de achtergron den geschetst van de totstandkoming van het land schap met zijn wateren, bruggen, aquaducten, spoor- en autowegen, tunnels, sluizen en waterkeringen. Het is volgens het NAi voor het eerst dat een overzicht wordt gegeven van wat het ingenieurswerk voor de ver schijningsvorm, de bewoonbaarheid en de inrichting van Nederland betekent. De tentoonstelling loopt van 27 mei tot 3 september. Het NAi besteedt volgend jaar speciale aandacht aan de periode 1945-1970, de tijd van de wederopbouw. In april begint een expositie over architectuurprijsvragen voor de wederopbouw. Voorts verschijnt een tweedeli ge publikatie over architectuur en stedebouw tijdens de bezetting en in de periode daarna. Het NAi gaat in 1995 ook proberen zoveel mogelijk archieven van architec ten te verwerven. OMA's opmars is de titel van een expositie die in au gustus begint. Zij gaat over de invloed van het Office for Metropolitan Architecture (OMA), het bureau van ar chitect Rem Koolhaas. Niet Koolhaas zelf komt aan bod, maar de architecten die bij OMA hebben gewerkt. Vanaf september gaat het instituut een jaar lang bij zondere aandacht geven aan het architectuuronderwijs. De relatie met universiteiten en andere opleidingsin stellingen zal worden versterkt. Het NAi heeft in 1994, het eerste jaar van het insti tuut, zo'n 100.000 bezoekers getrokken. Daaronder wa ren nogal wat mensen die het nieuwe gebouw wilden bekijken, aldus interim-directeur Hein van Haaren. Voor volgend jaar wordt gehoopt op eenzelfde aantal, al wordt rekening gehouden met een terugval omdat er minder publiek op het nieuwe gebouw zal afkomen. Na het vertrek van directeur Adri Duivestein wordt nog steeds gezocht naar een opvolger, omdat Frits Becht, die de benoeming op zak had, dit najaar plotse ling afhaakte. M-People? Als je begint over de volumineuze, op gestoken haardos van zan geres Heather Small (mo del atoombompaddestoel) of hun grootste hit 'Movin' On Up' voorzingt, dan weet iedereen over wie je het hebt. In thuisland En geland is M-People echt groot. Hun huidige toemee is tot op de laatste plaats uitverkocht, de single 'Sight for sore eyes' is een dikke hit en de nieuwe cd 'Bizarre fruit' kent ook al indrukwekkende verkoop cijfers. LEEUWARDEN JACOB HAAGSMA De M in M-People stond oor spronkelijk voor Mike Pickering. Het debuutalbum van de groep, 'Northern soul', zou eigenlijk een solo-album worden van de man die de house naar Enge land bracht en daarvoor enkele jaren in Rotterdam bivakkeerde. Tijdens de opnames werd de muzikale band tussen hem, Paul Heard en Heather Small zo innig (ze gaan tegenwoordig zelfs met zijn allen op vakantie), dat er een groep geboren was. En niet alleen een studiogroep. Vergezeld door een man of tien zoekt het trio ook graag het po dium op en vele van die muzi kanten maken eveneens hun opwachting op 'Bizarre fruit'. „We hebben altijd een combi natie van echte en synthetische instrumenten gebruikt", zegt Pickering. „Maar we hebben sinds twee jaar onze vaste band, terwijl we in het begin werkten met sessiemuzikanten die soms moeite hadden om in de juiste 'vibe' te raken. Dat is een leer proces, ook voor onszelf. Op de laatste twee platen stonden alle neuzen veel meer dezelfde kant op." kjEN HAAG ANP 'oor het eerst in de geschiedenis speelt een Ne- 1 tilerlandse actrice een solostuk in Moskou. Nel ars brengt op 18 en 19 januari 'De Russische iranje' op "de planken in het Majakovski theater, let stuk, dat Ton Vorstenbosch speciaal voor ar schreef, ging een jaar geleden in Nederland première.. De Nederlandse ambassade in Mos kou heeft de toneelspeelster uitgenodigd ter gele genheid van de 200e-geboortedag van Anna Pau- fowna. k Omdat de voorstellingen in het Nederlands Lzijn, heeft Vorstenbosch de zes aktes uitvoerig be schreven. De vertaling daarvan in het Russisch wordt als bijlage bij het programma gevoegd. Kars speelt de rol van Anna Paulowna, de tsa- rendochter die op 18 januari 1795 werd geboren in St. Petersburg. In 1815 trouwde ze met kroon prins Willem, de latere koning Willem II. Uit dat huwelijk werd koning Willem III geboren. Anna Paulowna werd in 1840 koningin der Nederlan den. Na de dood van haar man bleef ze in Neder land wonen, waar ze in 1865 stierf. Kars speelde de rol het afgelopen jaar meer dan 140 keer, onder meer in Paleis Het Loo, waar prinses Juliana de voorstelling bijwoonde. Juliana is de achterkleindochter van Anna Paulowna. Vóór 'De Russische Oranje' maakten Kars en Vorstenbosch de produktie 'Koningin Sophie'. Die ging over Anna's schoondochter, de eerste echtgenote van koning Willem III. Kars speelde de voorstelling ruim 400 keer. door: Hans Croisset CHTERGROND De snoekduik van Freek de Jonge '30 strijkers in kleine voetbal ge stopt...', staat er veelbeteke nend, in grote witte letters. En kleiner, ergens onderaan: 'Je bent een rund als je met vuur werk stunt'. Dat laatste is stellig waar, maar het is de vraag of de manier waarop de Stichting Ideële Reclame (SIRE) het ge rotzooi met gillende keuken meiden en Bengaalse potten denkt te bestrijden nog wel de goede is. Na een aantal ludieke experi menten (Urbanus verkleed als rotje: 'Verknal je toekomst niet'), zijn de campagnes van SIRE van jaar tot jaar cynischer geworden. Niet langer worden de schadelijke gevolgen van het creatief-explosieve hobbyisme op een geestige manier gesug gereerd: de laatste jaren worden ze botweg en zonder omhaal aan den volke getoond. Zo ont liep vrijwel niemand de afgelo pen week de confrontatie met de affiches, waarop een stel pokdalige pubers hun lichame lijke verminkingen liet zieq. Ik geef toe: op mij heeft dat best indruk gemaakt. Nu hou ik veel van vuurwerk, maar ik ben niet zo iemand die koektrommeltjes en elektriciteitspijpen volstopt met zevenklappers. Ik acht mij dan ook niet representatief voor de doelgroep van SIRE. En dat is het punt: ik betWijfel of de knal- beluste knutselaars zelf ook zo van de affiches zijn geschrokken als ik. Ik heb althans nog niets gehoord over drommen bech- schaamde puistenkoppen, die hun illegale vuurwerkvoorraad bij de wijkagent zijn komen in leveren. Het tegendeel lijkt me even aannemelijk. In die krin gen ben je een des te grotere held als je ondanks alle verma ningen rustig blijft doorknette ren. Maar zelfs als er van enig aantoonbaar gunstig effect sprake is, dan nog vermoed ik dat het van korte duur zal zijn. Omdat zelfs de grofste plaatjes binnen de kortste keren afstom pen. De afgelopen jaren is telkens meer vuurwerk verkocht, en ie der jaar heeft SIRE harder ge schreeuwd om door het geknal heen verstaanbaar te blijven. Met het onverbloemd tonen van verminkingen lijken de ui terste grenzen van het ideële stembereik wel zo'n beetje be reikt. Feitelijk hebben de deugdzame adverteerders de li mieten van de goede smaak nu al ruimschoots overschreden. Wat is er tenslotte nog ethisch aan het exploiteren van ver minkte fotomodellen, die je met een aan pornografie grenzende wellust fotografeert, om ze ver volgens, en plein public, voor 'rund' uit te maken? Het steeds platter worden van de advertenties van SIRE duidt op één van de eigenaardighe den van de beeldcultuur, name lijk dat een te veelvuldig gebruik de zeggingskracht van een plaatje uitholt. Het effect van 'gewone', commerciële recla mes is juist gebaseerd op die uitholling: door herhaling wordt het redelijke denken afge stompt, de kooplust gestimu leerd. Wie wil waarschuwen voor het ongemak van geamputeerde le dematen, is natuurlijk niet ge baat bij afstomping. Dat bete kent dat de ideële reclamema ker telkens andere beelden no dig heeft om nog gehoord te kunnen worden. Zoekt hij het, zoals nu gebeurd is, in een als maar grover en ongesublimeer- der beeldvuurwerk, dan is het eindpunt snel in zicht. Nog bot ter kan ongetwijfeld, maar dan zal ieder restje piëteit met de slachtoffers definitief verloren gaan. Waarmee de campagne zelf zijn eigen toekomst ver knalt. 't Zal me dus benieuwen waar SIRE volgend jaar mee komt, met kanonsslagen of ster retjes. ONNO SCHILSTRA Sinds 1953 verschijnt in ons |and eenmaal per jaar Het Ne derlands Theaterjaarboek, een lijvig boekwerk waarin alles wat er in één seizoen op de Neder landse planken gepasseerd is, in voord en beeld staat afgedrukt, n die veertig jaren hebben vele Uitgevers, vele redacties zich in gespannen om iedere vier, vijf jaar een formule te vinden die op dat moment en glimp van de ijd zou kunnen opvangen en weergeven. :en jaarboek stelt zich als jaar boek een opdracht. Jarenlang dacht men het interessantste, mooiste fotomateriaal van het afgelopen seizoen te bundelen, zodat er een jaarlijks herinne ringsboek ontstond dat zowel door de toneelmensen als het jubliek zeer gewaardeerd werd. ïedentendage echter is het jaar boek, na tientallen gedaante wisselingen, een soort adres boek geworden van een schier iontelbaar aantal toneelorgani saties, gelardeerd met een paar jkaternen foto's van diverse zeer van elkaar verschillende thea- teruitingen. Het is kortom zo saai en onoverzichtelijk gewor den dat een beleidsmedewerker van het ministerie zich in een van de artikelen terecht lijkt af te vragen: „Door wie zoiets nu wordt!" Laat ik beginnen met te zeggen dat ik geen nostalgische rede- ™nen heb om een lans te breken ivoor de formule van 'vroeger'. Het gezeur dat vroeger ^lles be ter was, is - zolang dat niet be wezen wordt - verloren tijd en 'moeite. Nieuwe tijden, ander 1 dtoneel, andere jaarboeken, niet- Vroeger was bij het toneel falies overzichtelijker, er waren minder gezelschappen, de klei- ine zaal bestond nog niet, en van vlakkevloer-toneel had nog nooit iemand gehoord. Het hui dige Nederlandse theater daar entegen is oneindig veel boei ender, veelzijdiger, kortom veel opwindender geworden. En het bereikt een zeer geschakeerd publiek waarvan velen definitief voor een bepaald soort toneel hebben gekozen en zich daar heerlijk bij voelen. Zij zijn dan ook in het geheel niet geïnteres seerd in de ontwikkelingen rondom hen. Dit geldt zowel voor de fervente Ideine zaalgan- ger als voor de schouwburgbe zoeker. Vrijheid blijheid, voor mij geen probleem. Aan één ding echter mag je, lijkt me, niet voorbij gaan bij het sa menstellen van een Theater- jaarboek; en dan doel ik op het feit dat het Nederlandse schouwburgtoneel, het grote zalencircuit, nog altijd tiendui zenden bezoekers meer trekt dan alle kleine zalen bij elkaar. Zou het niet van enig niet ver werpelijk commercieel denken getuigen, wanneer daar bij het samenstellen van dat jaarboek enige rekening mee werd ge houden? Helaas, van die ver houding grote-kleine zaal is weinig of niets in het Theater- jaarboek terug te vinden. Misschien moet ook hier de leus gelden: Vrijheid, blijheid! Een sterke redactie weet im mers waarachtig wel wie zijn le zers zijn? Maar mijn door onze vader landse cultuur ingeprente mee gaandheid en begrip voor keuze en mening van anderen werd danig op de proef gesteld toen ik al bladerend stuitte op een gemis. Waarom is er zo opval lend voorbijgegaan aan een van de belangrijkste theatergebeur tenissen van het vorige seizoen en is er geen foto opgenomen van Freek de Jonge naast André van den Heuvel in Koning Lear bij Het Nationale Toneel in de regie van Franz Marijnen? Als er één voorstelling was die een onbetwist, door vriend en vijand bejubeld, hoogtepunt vormde vorig seizoen dan was het toch wel die Koning Lear, waarvan tot op de dag van van daag de echo's doorklinken in het programma De Tol van Freek de Jonge zelf. Helaas, niet een van de bijna in alle kranten gepubliceerde foto's van Freek in Koning Lear, gemaakt door Pan Sok en Leo van Velzen - bij voorbeeld de snoekduik over de •tafel naar zijn koning - kon ge nade vinden in de ogen van de redactie. Een misser! Een redactie dig zijn afkeer van het 'Koning Lear toneel' door weglating laat blijken, diskwali ficeert zichzelf. Zo spijtig. NederlandsTheaterjaarboek, 93-94 nr. 43. Uitgave: Theater Instituut Nederland, fl. 25,- Acteur, regisseur Hans Croiset is oprichter en voormalig artis tiek directeur van Toneelgroep Theater, Het Publiekstheater en Het Nationale Toneel. Filmarchief op losse schroeven van de grond kwam. „Dat was het goeie aan M-People: einde lijkeen album uit." Pickering heeft zich altijd met dansmuziek bezig gehouden. „Dansmuziek is de belangrijkse factor in de Britse jeugdcultuur van de laatste 25, 30 jaar. Ik kom uit een milieu waarin ge danst werd. Toen ik rond 1980 in Rotterdam woonde, zag ik dat daar geen hond danste." Daar deed Pickering iets aan door in Hal 4, waar destijds ook opvallende concerten van lie den als New Order en Captain Beefheart plaatsvonden, dans avonden te organiseren onder de noemer 'Rotterdam moet dansen'. „Ik draaide Chic, Stacy Lattisaw, dat soort dingen." Persoonlijkheid Met zijn groep Quando Quango sloeg hij voort op het ingeslagen danspad, om vervolgens, weer terug in Engeland, zijn vader land kennis te laten maken met house. Hij werkte veel als dee jay, leverde als T-Coy de eerste Britse houseplaat af en maakte vele remixen. „Het remix-syndroom", schampert hij. „Brrr." Daar is hij nu van genezen. M-People- nummers worden wel aan an dere remixers overgelaten, maar hun versies zijn altijd een bonus voor de eigen versie. „Remixers halen je persoonlijkheid uit het nummer", klaagt hij. Dan haalt hij herinneringen op aan de tijd dat hij zelf zijn brood verdiende met het optuigen van ander mans nummers. „Van de tien nummers die je te doen krijgt zijn er maar een of twee goed. Vaak is het zo: als je die track en die track doet, mag je ook Janet Jackson remixen. Het eindigt er mee dat je al je ideeën weggeeft. Soms gebruikten we letterlijk niets van het origineel. Dan vraag je je wel af: waarom doen ze het niet meteen goed? Dat doen wij tenminste." Amsterdam Na een jarenlange afwezigheid is Vondels 'Gijsbrecht van Aemstel' terug op de planken. Morgen, op Nieuwjaarsdag, gaat de opvoering van 'Gijsbrecht', als jubileum stuk van de honderdjarige Amsterdamse Stadsschouwburg, daar in première. Het is een totaal andere Gijsbrecht. Ellie van Dooren heeft de tekst bewerkt. Boudewijn Tarenskeen, die kort daan/oor composities schreef voor'Klaagliederen' bij Toneelgroep Amsterdam, componeerde de muziek bij de ze muzikale en vocale interpretatie. Margrith Vrenegoor regiseert het stuk. Het tragische toneelspel over de onder gang en verwoesting van Amsterdam als ge volg van de bloedige strijd tussen de edel man Gijsbrecht van Aemstel en de 'Kermer- landers en Waterlanders' onder aanvoering van Diedrick van Haerlem en Willem van Eg- mond, voltooide Vondel in 1637. Op 3 januari 1638 werd het drama voor het eerst opgevoerd in de Stadsschouwburg van Amsterdam, toen nog gevestigd op de Keizersgracht. In de vertolking anno 1994/1995 zijn het patriottisme en de reli gieuze ootmoed verwisseld voor mondiale sentimenten en wereldse problematieken. Niet een blanke acteur speelt Gijsbrecht, maar de getinte Theo Fransz. 'Gijsbrecht' is in de Stadsschouwburg te zien van 1 tot en met 13 januari. foto gpd den haag Er komt op korte termijn geen Nationaal Audiovisueel Archief. De stuurgroep die sinds 1993 de totstandkoming van het archief voorbereidt, concludeert dat er onvoldoende draag- Zcylak voor is. Ze adviseert de oprichting van een Samenwerkings- n Stichting Nationale Audiovisuele Archieven. Dat blijkt uit het jn rapport van de Stuurgroep Nationaal Audiovisueel Archief, dat akjn opdracht van het ministerie van OCW is opgesteld. Staatsse cretaris Nuis bespreekt het advies volgend jaar met de betrokke nen. Daarna neemt hij een besluit. De Aristokatten op video Reiden 'De Aristokatten', de beroemde film van Walt Disney, uit zal vanaf 22 februari op video verschijnen. Niet alleen de Engelse versie is vanaf die datum te koop, maar ook de Neder lands gesproken en gezongen versie. Onder meer Wieteke van Bill van Dijk, Louis Neefs, Luc Lutz, Arnold Gelderman en m Duyn leenden hun stem aan de Aristokatten. «Ln V» M-People neemt een aparte plaats in in de voornamelijk op elektronica draaiende danswereld. foto gpd Foutloos De basisopnames voor 'Bizarre fruit' werden gemaakt in de be trekkelijke rust van Heards ei gen thuisstudio. „Het werkt een stuk ontspannener als je niet in een studio van zoveel duizend pond per dag zit", zegt Pic kering. Vooral voor Small, voor wie de druk in een echte studio een crime is. „Dan moet het echt foutloos. Ik sta veel liever op het podium". Met die nadruk op optredens - „de essentie van M-People", vindt Small - en de aanwezig heid van 'echte' instrumenten neemt M-People een aparte plaats in in de voornamelijk op elektronica draaiende danswe reld. En dan maken ze ook nog echte songs, een schijnbaar ver geten ambacht in de clubscene. Pickering: „De song staat cen traal. Daar zit bij ons ook de progressie in, de laatste jaren. Daarbij helpt ook het feit dat we veel live optreden, want in die situatie doe je weer ideeën op die je later in nieuwe songs kan verwerken." Zowel Heard als Pickering zijn al actief in de muziek voor de house-explosie losbarstte. Heard zat in jazzbands, in de Schotse cultgroep Orange Juice en in de groep Trouble, die on danks een enorme deal met Vir gin, inclusief peperdure video clips en een compleet, maar nooit uitgebracht album, nooit

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 15