,;De vijfde colonne heeft aan macht gewonnen' H_ 'Nederland kan wel de top halen' Sport chterlijn ATERDAG 17 DECEMBER 1994 CHEF WILLEM SPIERDIJK. 071-356464. PLV.-CHEF ROB ONDERWATER. 071 -356463 JT\e amateurtrainer zit steeds sneller op de schopstoel let zal mij benieuwen of de trainer de kerst haalt'. Tot )or kort was dat een gangbare vraag bij menig voetbal- jreniging. Maar in 1994 heeft Sint Nicolaas de Kerstman 'getroefd in het nemen van impopulaire maatregelen. stonden Peter Ciere (Rijswijk), Wim van Zwam (ARC) n John Manuputty (Leiden) op of zelfs vóór 5 december sporl op de keien. IDEN TIM BROUWER DE KONING madi VAN DER ZANDEN sels de trend, die de bewuste ^.'Wteurclubs van bun betaalde MM?"ega s hebben afgekeken, na- o biging krijgt, kunnen de trai- 5 nolrs van UVS, Alphense Boys en legstgeest hun biezen pakken, rimers, het beoogde schokef- n. °Jkt is het best besteed aan 4ubs die ergens onderaan de inglijst bungelen. UVS is hekkesluiter in de lofdklasse A met slechts 6 punten, Alphense Boys doet het met 7 punten nauwelijks beter. „Als ik kijk naar de puntentota len van andere verenigingen die trainers op straat zetten", zegt UVS-trainer Gerard Désar, „hadden ze mij al veel eerder moeten wegsturen." De Leidse oefenmeester (hij heeft overigens zelf te kennen gegeven na dit seizoen te stop pen) doelt ongetwijfeld op de score van 13 punten uit 11 wed strijden waarmee collega Ma- Désar: 'Niet weg, al had UVS nul punten', archieffoto loekzuyderduin nu putty bij Leiden moest ver trekken. „Geen slechte score", vindt de 44-jarige sportleraar uit Sassenheim, „alleen beleefden we een terugval na de eerste zes wedstrijden. Daardoor ben ik voor het eerst in mijn trai nersloopbaan ontslagen. Het ontslaan van trainers bij slechte resulaten hebben de amateur clubs van de profclubs overge nomen. Dat vind ik een zorgelij ke ontwikkeling." De oorzaak van zijn ontslag zoekt Manuputty niet in zijn verstandhouding met de spe lersgroep. „Die was in mijn ogen normaal, of de spelers zouden fantastisch toneel moe ten hebben gespeeld. Ik heb niet het idee dat zij achter mijn rug om naar het bestuur zijn ge stapt om mij weg te sturen." Manuputty vermoedt dat zijn openhartige opstelling naar het bestuur toe hem parten heeft gespeeld. „Die laatste zaterdag (3 december, red.) had ik er be hoefte aan mijn teleurstelling over de nederlaag tegen Reeuw- ijk te uiten. Dat doe ik bij voor keur niet in het bijzijn van spe lers, die ik altijd probeer op te peppen. Ik verwachtte een luis terend oor van het bestuur." Het bestuur luisterde ook wel, maar legde de woorden van Manuputty meteen uit als een brevet van onvermogen. Op Sinterklaasavond kreeg de trai ner een telefoontje van voorzit ter Ed Immink, die als reden van het ontslag aanvoerde dat de trainer 'de groep niet opti maal kon motiveren'. De stand op de ranglijst kwam niet over een met de hooggespannen ver wachtingen van het bestuur van Leiden, dat hoopt op een snelle terugkeer naar de derde klasse. Peter Ciere, de eerste trainer uit de Leidse regio die zijn kof fers pakte, heeft het gevoel dat er tegenwoordig veel meer be langen spelen. „De tijden zijn veranderd, er was vroeger heel wat meer nodig om een trainer weg te sturen. Je hebt nu als trainer veel meer te maken met de vijfde colonne, die heeft de laatste jaren aan macht gewon nen." De Leidenaar kreeg het mes op de keel gezet bij Rijswijk dat met 4 uit 9 teleurstelde. Maar net als bij Van Zwam en Ma nuputty was ook in zijn geval de relatie met de spelers goed. „Het was puur een bestuurlijk besluit dat kwam op een mo ment dat wij binnen de selectie het idee hadden dat het ging lo pen. Volgens mij laten voorzit ters zich te veel leiden door sponsorbelangen en zijn zij bang voor het aanzien van hun club als er onverhoopt degrada tie volgt. Dan tellen ze niet meer mee en dat is hun eer te na." „Je moet tegenwoordig com municeren met de spelers, het bestuur, de sponsors en zelfs de barjuffrouw. Ik ben geen type dat vijf biertjes weggeeft aan ie mand met de bedoeling om zijn positie als trainer te versterken. Mijn taak ligt op het technische vlak en mijn werkwijze is voor mij bevredigend en die zal ook niet snel veranderen. Als ze zeg gen 'rot maar op', nou dan ga ik." Zijn collega Wim van Zwam stond één dag vóór Sinterklaas op straat. ARC kwam maar niet van de laatste plaats in de eerste klasse A af en ontdeed zich na elf wedstrijden van zijn trainer. „Het bestuur raakte kennelijk in paniek doordat we onder de ro de streep terecht kwamen. Maar de bestuursleden gingen voorbij aan het feit dat de spelers hen niet meer dulden in de spelers bus en de kleedkamer. Boven dien vraag ik mij af of beleids makers enig zicht hebben op de technische gang van zaken bij een club." Van Zwam denkt met een ze kere weemoed terug aan zijn periode bij Quick Boys. Ook toen werd hij in december on aangenaam verrast door de me dedeling dat hij kon opkrassen. „Ik had toen moeite met de ma nier waarop dat werd gepresen teerd. Maar bij Quick Boys mocht ik tenminste het seizoen afmaken. Het bestuur heeft mij verder gewoon laten werken. Er wordt nu eenmaal in december al aan trainers getrokken. Van daar dat het al dan niet verlen gen van een contract al wordt geregeld als de competitie pas drie maanden oud is. Ik heb nu al weer twee aanbiedingen van andere clubs op zak." Het kan ook anders. Hoewel de zondag hoofdklassers Al phense Boys en UVS er min stens zo beroerd voor staan als ARC, heeft dat geen onmiddel lijke consequenties voor de trai ners Paul Bahlmann en Gerard Désar. Beiden hebben het voor deel dat zij in de loop der jaren tot het interieur van hun club zijn gaan behoren. „Wij doen al negen jaar met dezelfde trai ner", zegt secretaris Wilfred van Rooijen van Alphense Boys. „Wij beogen geen schokeffect, maar verwachten veel meer van rust. Alleen als het niet zou klik ken tussen de trainer en de spe lersgroep zou dat een reden tot ingrijpen kunnen zijn. Maar Wat is er mis met de topsport in Nederland? /an alles volgens de critici. De wielrenners zijn al jaren niet voor- lit te branden, de atleten struikelden dit seizoen bij de EK reeds »ver de eerste of tweede horde en de zwemmers waren al blij dat :e bij de mondiale titelstrijd hun hoofd boven water konden louden. De 'positivo's' in sportland zullen het niet tegenspreken, maar dat is volgens hen nog geen reden om de treurmars te bla zen. Ze wijzen op de zilveren WK-plakken van de volleyballers en de hockeyers, de successen van de roeiers en de opvallende ver achtingen van de judoka's. Hoe dan ook, de topsport is in bewe- ?ng- Aan het eind van een sportjaar, met positieve en negatieve uit schieters, brengt deze krant een serie over topsport in Neder land. In een zevental verhalen komen onderwerpen aan de orde als het 'Noorse model', sponsoring, maatschappelijke begelei ding, de sportbeleving van de jeugd en het huishoudboekje van een topsporter. ARNHEM PAUL BERKHOUT CPD-VERSLACGEVER Nederland speurt naar de sleu- ^tel die toegang geeft tot sportie ve roem. Op Papendal, waar de prikkelende geur van denne- igroen hangt, wordt geen moge- 'lijkheid onbenut gelaten. Hier «zetelt de twee-eenheid Neder- llands Olympisch Comité Ne- lderlandse Sport Federatie. Hier durft men het hoogste na te streven en wordt lering getrok- ariken uit het verleden. Sinds 1990 bestaat er een Nederlands Mo Les één, van het Neder lands Model: „Wie niet planma- jtig werkt, heeft geen blijvend succes". Les twee: „Topsport verdient de hoogste prioriteit". ILef, ambitie, inspiratie en structuur, dat zijn de sleutel woorden. Zegt Hans Bertels, hoofd Topsport: „Dat wij een achterstand hadden, is geble ken. Maar het is niet juist dat wij een klein land zijn op sport gebied. Wij zijn middelgroot, te vergelijken met Australië, of het voormaligOost-Duitsland". En, stelt Bertels vast: „De am bitie binnen de Nederlandse sport is terug gekomen. We zijn er in geslaagd 'elkaar te inspire- ren. De stelling dat de prestaties rij tegenvallen, daar ben ik het dus niet mee eens. Sommige spor- ten springen er negatief uit. - Maar daar is men zich dringend aan het beraden. Want aan an- i deren, ik noem de roeiers, de hockeyers, de volleyballers, kan iedereen zien dat Nederland wel degelijk de top kan halen". Succes werd in dit gematigd klimaat vaak ingegeven door toeval: door de grootsheid van een individu. Het NOC'NSF wil het toeval vangen, dresseren en verspreiden. Het NOC*NSF no digt topcoaches uit - zoals on langs Charly Francis, de omstre den succestrainer van Ben Johnson. Of bindt topcoaches aan zich, zoals Henk Kraaijen- hof, de (omstreden?) succestrai ner van Nelli Cooman en Merle- ne Ottey. Het NOC*NSF analy seert de aanpak in andere lan den. Het NOC'NSF zit niet stil. Maar Hans Bertels heeft geen macht. En hij wil geen macht. Hij wil overtuigen met argu menten, gelijk krijgen op basis van resultaten. Hans Bertels zegt het zonder omwegen: „Het NOC*NSF trekt niet aan de touwtjes. Dat is uitgesloten. Dat is onze rol niet. Wij kunnen niet in ons eentje een Nederlands topsport-klimaat realiseren. Wij kunnen voorwaarden scheppen, ideeën aandragen, geldbronnen aanboren.... Maar wij kunnen het niet alleen. De bonden be palen de kalender, formuleren hun wensen. Wij ondersteu nen". Daar ligt het verschil met het inmiddels beroemde Noorse Model. Een kleine revolutie maakte in Oslo alle sportbon den ondergeschikt aan een or ganisatie die zich 'Olympia Toppen' noemt. Die organisatie bepaalt hoeveel geld er voor be paalde sporten wordt uitgetrok ken. Maar ook: wie waar trainer wordt. „De organisatie is in ze kere zin belangrijker dan het voorradige talent", zei directeur Stensböl eens. Zegt Hans Bertels: „Nee nee, het hangt van de topsporter af. Wij maken het iets gemakkelij ker om voor het bestaan als top sporter te kiezen, wij leveren bijdrages. Maar het draait om het individu". Zegt André Bolhuis, de vrij williger die de olympische equi pe voor de Zomerspelen be heert: „Ons topsportbeleid wordt nog voor 99 procent be paald door de bonden en wij hebben daar eigenlijk geen of weinig invloed op". En: „Het Noorse model is heel dirigis tisch. Als je meedoet is alles ge regeld, doe je niet mee dan val je rigoureus af. We zijn minder streng in onze selectie". In Ne derland houden niet-topsport- gerichten (de ledenvergaderin gen van de bonden) in feite zeg genschap over de ruimte die topsport krijgt. „Dat is bepaald door traditie en historie", zegt Bertels. De volleybalbond heeft dat onlangs opgelost met een scheiding van belangen. Het is een stap voorwaarts. Het rapport 'Sport als inspira tiebron van onze samenleving' heeff veel aan de mentale door braak van de topsport bijgedra gen. Het maakte geld los bij de overheid, het opende de ogen. 'Sport als inspiratiebron van on ze samenleving'. Hans Bertels noemt het de ommekeer. „De vlaggeschip-functie van top sport wordt daarin vastgelegd", De Leidse roeier Ronald Florijn bewees met een gouden roeimedaille in Seoul dat Nederlanders wel tot de top van de topsport kunnen behoren. archieffoto anp zegt hij. „Een tiental jaren lag in Nederland de nadruk op recrea tiesport. Het behalen van de hoogst mogelijke prestatie raak te op de achtergrond. De afgelo pen jaren is er langzaam maar zeker meer geld en aandacht gekomen voor topsport. In Australië, en in Amerika, staan oud-sporters op prominente posities in de samenleving. De waardering is daar groter. Dat hebben wij in Nederland nog TOPSPORT IN NEDERLAND niet zo. Maar het wordt ontdekt. Er ontstaat acceptatie, erken ning. Ik vind dat ook nodig en terecht". Sport in Nederland bevond zich in stilstaand water. Maar nu is de stroomversnelling daar. Schaarste is er nog altijd, aan middelen en aan talent. „Met het huidige budget kunnen wij slechts 40 procent van al onze doelen realiseren", zegt Bertels. „Er is nooit zo veel geld, dat al les met geld te koop is". Maar er is al veel terreinwinst ge boekt. Zegt Bertels: „Na de Olympische Spelen ontstaat er geen dip meer zoals in het verleden. Veel sportbonden, wer ken met een lange termijnplanning". En: „Er ontstaat een win-win situatie, we gebruiken eikaars sterke punten". Bo vendien: „We kun nen elkaar op de prestaties aanspre ken. Omdat er een gezamenlijk plan ligt, omdat er ver trouwen is". De schijn bedriegt op Papen dal. Achter het rustieke groen gaat een onopvallende bedrij vigheid schuil. En in het kan toor van het Hoofd Topsport, Hans Bertels, gaan-optimisme, idealisme en realisme hand in hand. Het NOC'NSF zal niet rusten, nooit. „Want topsport staat niet stil, het is een mo mentopname. Du moment dat wij menen aardig bij te zijn, is er al weer een achterstand. We moeten zo alert zijn, zo scherp, zo gericht op verbetering, voortuitgang, vernieuwing, dat we nooit kunnen berusten. Steeds moeten we elkaar blijven prikkelen...". Vandaar dat het NOC*NSF gretig luistert naar Charly Fran cis, of naar zomaar een kleine sportbond. Het toeval vangen en dresseren, in een klimaat dat open staat voor topsport. Alleen wel, hoe jammer, in de zeker heid dat niets zeker is. Want, zegt Hans Bertels: „Op de grote kampioenschappen wordt uit eindelijk afgerekend". Daar wordt bepaald welke inspan ningen worden beloond. Daar wordt het sportklimaat in Ne derland werkelijk gemeten. Paul Bahlmann: Niet weg Bij Alphense Boys, want die club heeft nog nooit een trainer halverwege het jaar weggestuurd. archieffoto loek zuyderduin daarvan is absoluut geen spra ke. Bij mijn weten heeft Alphen se Boys nog nooit een hoofd trainer halverwege het jaar weg gestuurd." Voorzitter Bart van Leeuwen van UVS houdt er een vergelijk bare opvatting op na. „Zelfs als UVS nul punten had, zouden wij Désar niet wegsturen. Hoog stens zou hij de eer aan zichzelf houden. Dat heeft hij in de zo mer van 1983 ondanks zijn con tractverlenging ook gedaan. Het enige wat wij doen is een beetje bijsturen. Zo is enkele weken geleden de speelwijze van UVS veranderd. De spelersgroep vond dat ook nodig." Oegstgeest staat met 9 uit 13 voorlaatste, maar het bestuur van de zaterdagderdeklasser is niet van plan de magere resula ten in de schoenen van trainer Wim van Harskamp te schui ven. Vice-voorzitter Dick van der Meij: „We sturen hem so wie so niet voortijdig weg. De trainer is met zorg geselecteerd uit twintig kandidaten. Bij Oegstgeest ligt het ook aan de voetballers. Trouwens, de vorige trainer, Wim Visser, ontkwam hier in zijn eerste jaar pas in de laatste wedstrijd aan degradatie en promoveerde later naar de derde klasse." Peter Ciere waardeert het dat Oegstgeest geduld heeft met een trainer. Maar wat hem be treft hoeft een oefenmeester geen onbeperkt krediet te krij gen van zijn bestuur. „Laten we wel wezen: je mag eisen stellen aan een trainer. Hij krijgt geld en er is sprake van een arbeids contract. Die eisen mogen ook best hoger worden. Een coach weet dat hij het risico loopt om weggestuurd te worden." De weggepeste trainers zitten met een kater. En vooral met een zwarte bladzijde in hun curriculum vitae. 'Een deuk in mijn blazoen', noemt Manuput ty zijn voortijdige aftocht bij Leiden. Ciere: „Het is me nooit gebeurd dat ik vroegtijdig ver trok bij een club. Beschadigd is een groot woord, maar het grijpt je wel aan. Ik wil tot mijn 45ste in het trainersvak blijven en ben nu toch iets afhankelij ker geworden. Bij een volgende sollicitatie zal het geval bij Rijs wijk meespelen. Dan telt het niet mee dat daar de spelers groep achter mij stond." door: Gert-Jan Onvlee Luxemburg heeft het afscheidsfeestje van Dick Advocaat niet kunnen verpesten. De dwergen van het Groothertogdom deden hun best, maar kwamen uitein delijk nog zo veel te kort dat on ze nationale voetbaltrots na de pauze niet eens meer het slechtste beentje behoefde voor te zetten. Nu hadden Advocaat en de zij nen er ook alles aan gedaan om de dag voor het vertrek van de bondscoach naar PSV niet met een domper te worden gecon fronteerd. Zo moesten we het in Nederland het afgelopen week einde bijvoorbeeld weer doen met een zeer beperkt program ma in de PTI' Telecompetitie, omdat de oranje leeuwen zich in Noordwijk op de zware klus moesten voorbereiden. Een belachelijke gang van zaken natuurlijk, ook al omdat Advo caat het in zijn onnavolgbare wijsheid wel goed vond dat in het buitenland actieve interna tionals eerst hun wedstrijdje af werkten, voordat ze naar Noordwijk trokken. Het leverde weer eens een interessant potje gekissebis op tussen Advocaat en Louis van Gaal. Waarom zij wel en wij niet? Uitgerekend de club met het zwaarste program ma, juist de hofleverancier van het Nederlands elftal (Advocaat pikt ze bij Ajax zelfs uit het tweede), mocht niet voetballen en kan die wedstrijd dus pas in een veel drukkere periode af werken. Louis begreep dat niet, maar dat kan hem niet worden aan gerekend. Er zijn vragen waar een weldenkend mens geen antwoord op kan geven en dit is er een van. Tenzij je natuurlijk spijkers op laag water gaat zoe ken, Advocaat gaat verwijten dat-ie de laatste weken al als een PSV-trainer heeft gedacht en gewerkt. Dat hij, met andere woorden, tegen de tijd dat die hele drukke periode voor Ajax aanbreekt, verwacht met zijn Eindhovense ploeg te kunnen profiteren van veelvuldig Am sterdams puntverlies. Maar ja, dat is natuurlijk onzin. Als Ad vocaat nu trainer was geworden van Roda JC, of zelfs Twente. Ja, dan misschien wel. Maar nu, nee, laten we het gewoon op dommigheid houden. Een kwalificatie die we Van Gaal trouwens nu nooit meer kunnen opplakken. Jonge, jonge wat was die op dreef tijdens dat symposium over 'presteren: punten halen of aantrekkelijk spelen?' Jammer dat Studio Sport niet het lef opbracht om de complete lezing van Van Gaal tot in onze huiskamers door te seinen. Nu moesten we ons behelpen met een paar, zo op het oog volstrekt willekeurig achter elkaar gezette fragmen ten. Maar Van Gaal had zelfs aan die vijf minuten meer dan voldoende om een imponeren de indruk te maken. De wijze waarop hij PSV en de kleine bo ze wolf Rijvers hun plaats wees, de manier waarop hij Volen- dam-trainerWim Rijsbergen voorhield om ook zonder hit manen en Kanu toch maar ge woon aantrekkelijk voetbal te spelen - grandioos. Het was een bondscoach waar dig. Waarmee Van Gaal nog maar weer eens voeding gaf aan de gedachte dat hij die baan in Zeist er eigenlijk gewoon wel even bij had kunnen nemen. Meer dan een dag of twee in de maand ben je als bondscoach immers niet kwijt. Als je tenminste voor potjes als tegen Luxemburg maar geen trainingskampen van vijf dagen organiseert. om de Grand Slam- cup is nog 'niet mooi genoeg'. De organisatoren denken aan uitbreiding van hun potsierlijke evenement. Nu moeten ook de vrouwen die tij dens de vier grote toernooien (Australië, Roland Garros, Wim bledon en US Open) het best hebben gepresteerd aan het eind van het jaar maar een keer bij elkaar komen om nog een weekje voor gigantisch veel cen ten te komen tennissen. Wanneer houdt die waanzin nu eindelijk op? Wanneer zullen de verantwoordelijken nu eindelijk eens het licht zien, beseffen dat de tennissport er niet bij gebaat is dat er steeds meer poenige evenementen op de kalender belanden? De vier Grand Slam- toernooien en de jaarlijkse cy clus om de Davis Cup - die moeten op een speciale verho ging staan, daar moet de hele tenniswereld om draaien, elk seizoen weer verlangend naar uitzien. En dat bereik je niet door in de maand december zestien mannen in de Olym- piahalle in München om zes miljoen dollar te laten tennis sen. Laat staan als je daar nog wat vrouwen bij doet ook. Het is een gedachte die bij ATP Masters- en Grand Slam-cup- bedenkers nooit zal opkomen, naar ik vrees. Zoals ik ook bang ben dat de spelers dit soort eve nementen nooit massaal zullen boycotten. Goed, de winnaars in München gingen in het op de overwinning volgende seizoen door een diep dal (Sampras, Korda) of kwamen de 'slag' nooit meer te boven (Wheaton). Maar het bedrag van anderhalf miljoen dollar dat de winnaar in zo'n weekje tennis meepakt, vergoedt wel zo veel dat je je als nummer één niet onmiddellijk tot tegenstander van dat toer nooi verklaart. ersteklasserWilhel- i mus ontsloeg vorig seizoen trainer Ruud de Groot en vertoeft nu in de middenmoot van de tweede klasse. Rijswijk ontdeed zich een maandje geleden van Peter Cie re en loopt de laatste weken van de ene naar de andere neder- laag. Leiden vertelde John Manuput ty vorige week dat hij de rest van het seizoen niet meer hoef de te komen en verloor vervol gens van bijna-hekkesluiter Val ken '68. ARC stelde Wim van Zwam 'op non-actieF en ging zaterdag in de eerste Zwam-loze wedstrijd onderuit tegen mede-degrada tiekandidaat Zwart Wit '28. En besturen toch maar blijven hopen op een schok-effect. Ik heb begrepen dat Kat wijk al zo'n beetje kam pioen is. Kees Guyt en zijn ploeg werden afgelopen zater dag door de verslagen opponent FC Lisse nog niet van een bloe metje voorzien, maar dat scheelde maar weinig. Tegen dit Katwijk is niets te be ginnen, zo wordt allerwegen verkondigd. Zelfs bij de verre blauwwitte buren van Nieuw Zuid kunnen die geluiden al voorzichtig worden gehoord. Maar dan praten we over een heel kleine minderheid. Het grootste deel van de vereniging heeft een kampioenschap in het komende jubileumjaar nog niet uit het hoofd gezet. Een achter stand van drie (verlies)punten oogt ook absoluut niet kansloos. Quick Boys mag zich daarbij spiegelen aan de wetenschap dat een 'winterkampioen' na tuurlijk niet per definitie ook de titel pakt. Zo leidde Hoek vorig jaar bijvoorbeeld halverwege in de eerste klasse B en was het DOVO dat uiteindelijk tegen Katwijk mocht aantreden in de strijd om de zaterdagtitel. Een nog sprekender voorbeeld van een op z'n zachtst gezegd 'mati ge' tweede helft van het seizoen legde De Jodan Boys vorig sei zoen in de derde klasse A neer. Voerde de Goudse ploeg na elf wedstrijden het veld nog aan, na 22 wedstrijden was De Jodan Boys pas op de zesde plaats te rug te vinden. Alle kansen dus nog voor Quick Boys en andere titelpretenden- ten. Een competitie is pas dan gespeeld als alle wedstrijden 'op' zijn. Zelfs als de te kloppen ploeg Katwijk heet. De club die vorig seizoen bij het aanbreken van de winterstop welgeteld één verliespunt voor stond op num mer twee, FC Lisse. En aan het eind van de rit negen punten afr stand bleek te hebben genomen van de als tweede geëindigde Lissese fusieclub. Zou de competitie dan toch al gespeeld zijn? Dit was de laatste Achterlijn van dit

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 25