Zalm blijft ondanks miljoenen weg Natuur Milieu Een van de beste natuurfoto's van het jaar Kruisbek is een vreemde snuiter DINSDAG 13 DECEMBER 1994 eindredactie peter wolfsbercei NATUURLIJK Zo leeft de beuk (2) Als de winter zich meldt dan is de beuk daar op voorbereid. Tere or ganen zitten goed opgeborgen in bast en vezel, die langzaam verder groeien. Ook worden er al voorbereidingen getroffen voor de komst van de eerste lentedagen. Die kunnen guur en koud zijn, maar bij de beuk worden toekomstig blad en bloesem warm 'aangekleed' met een uit haren be staand donskleed. Het klinkt een beetje vreemd, dat een plant gebruik maakt van haren. Inderdaad is het woord haren mislei dend; in vaktermen spreekt men van tricho- Die haren zijn plantecellen, ontstaan uit de opperhuidcellen van de plant zelf. Dit gaat als volgt: bij planten wier bladen heel ge voelig zijn voor zonlicht het beukeblad is er een mooi voorbeeld van richt een op perhuidcel zich omhoog (microscopisch klein!); die cel deelt zich een aantal keren er neemt zo de vorm van een haar aan. In tegenstelling tot de echte bladcellen zijn de 'haren' niet met protoplasmavocht ge vuld, maar met lucht, zodat er geen bevrie zingsgevaar is. Per blad komt dit haarver- schijnsel precies naar behoefte voor, met als gevolg dat het blad bedekt wordt door een 'vacht' van haren, die fluwelzacht, don zig aanvoelt. Zo is de naam 'donskleed' ont staan. Het lijkt inderdaad alsof er heel 'veel 'haren' bij zo'n kleed betrokken zijn, maar dat is beslist niet nodig. Maar er gebeurt nog meer. Tegelijk met de vorming van 'haar' bereiden de bladknop pen zich erop voor om in de eerste lente dagen zo snel mogelijk, maar wel op de juiste tijd, goed voor de dag komen. In herfst en vroege wintertijd zijn er knoppen met nieuwe bladen (bladknoppen) tot ont wikkeling gekomen. Maar hoe bewaar je die kostbaarheden tot het moment is gekomen dat ze zich mogen vertonen? Heel eenvoudig, je vouwt het blad op, zoals het scherm van een paraplu keurig in een hoes geborgen zit. Welnu, zo ook het boomblad. Elk blad heeft een middennerf en van daar uit lopen links en rechts stevige zijnerven. Hoofd- en zijnerven zijn te vergelijken met de baleinen van het parapluscherm (3 op de tekening). Maar, is zo'n bladknop wel vorstbestendig? Ook daar is voor gezorgd. De al genoemde 'haren' buigen zich ook over de plooien heen en zorgen er zo voor, dat de vrieskou geen kwaad kan doen. Op die manier kun nen enkele 'haren' voor een goede bekle ding zorgen. U ziet, natuur werkt efficiënt. In de loop van de winter zijn bij de beuk de blad- en bloemknoppen duidelijk te onder scheiden. De bladknoppen zijn slank en spits (tekening, 1). De bloemlóioppen zijn dikkeren langer (2). Zo is het dus al mogelijk om vast te stellen of het nieuwe bloeiseizoen veel of weinig bloemen zal geven! Aan het blad van de beuk valt het op, dat als extra bestherming er zogenaamde steunbladeren zijn, die een overmaat van licht, bij pas uit de knoppen gekomen bladschijven tegenhouden en bo vendien in heldere voorjaarsnachten be scherming geven tegen warmteverlies. Is het volop lenteweer, dan hebben de steunbladeren hun taak volbracht en schrompelen ineen (tekening, 4), om daar na naar de aarde terug te keren. Let u er maar eens op, in die tijd ligt de grond onder de beuk, maar ook bij de eik en linde, be zaaid met afgevallen steunbladeren. Als dan in de lente de wind door de bomen suist, dan wordt het stuifmeel overgebracht op de stempel, zodat de bevruchting plaats vindt. Dier of mens zijn daar niet bij nodig. Als de,bevruchting is geslaagd, dan kan de vrucht, een noot, tot ontwikkeling komen. Ook hier is weer rekening gehouden met de wisseling van sèizoenen. De vrucht is om geven door een omhulsel, bestaande uit schutbladen, die samen de cupula vormen. Aan de buitenkant zien we weke stekels; bij rijpheid springt de vrucht open met vier kleppen en komen de beukenootjes te voor- schijn. Tot slot nog een kijkje in de grond, bij de wortel van de beuk. Een ontroerend voor beeld van vreedzame samenwerking tussen twee totaal verschillende planten. Rond de wortel van de beuk (groene plant) heeft zich het ragfijne weefsel van een niet-groene plant gevestigd. Deze laatste voorziet de beuk van water en voedingsstoffen uit de grond en de beuk geeft er organische verbindingen voor te rug, die hij onder invloed van het zonlicht met zijn groene bladeren heeft voortge bracht. Voorwaar een ideale samenwerking in de plantenwereld! Schoon rivierwater en vistrappen, macir geen paaiplaatsen De zalm heeft geen schijn van kans in de Nederlandse rivieren, waardoor een overheidsdroom vervliegt. Het ri vierwater scoort, na de desastreuze vervuilingen in de jaren zestig en ze ventig, kwalitatief een ruime vol doende. Maar de zijrivieren van de Rijn zijn inmiddels drastisch van ka rakter veranderd; daar voelt het sta tussymbool van het schone water zich nooit meer thuis. Daar helpt geen vistrap meer tegen, al is die van het modernste type en kost die ton nen. nieuwegein/hagestein gpd De kans op terugkeer van de zalm in de Lek en Neder- Rijn lijkt vertraagd doordat de vistrappen in deze rivie ren hoogstwaarschijnlijk niet op tijd klaar zijn. Maar zelfs als die trappen er zijn, is het maar de vraag of de vis soort ooit nog tot de inheemse fauna gerekend kan wor den, zoals de overheid zo hartstochtelijk wenst. Geschikte paaiplaatsen, zoals ze in de pe riode vóór de grote industriële vervuiling volop in Duitsland aanwezig waren, zijn grotendeels verdwenen. En daarom zal de zalm nooit meer in het Nederlandse water ingeburgerd raken, beweert de Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij in Nieuwegein. Hooguit door zalmen uit te zetten, kan de soort zich hier handhaven, aldus een woordvoerder. De Nederlandse overheid streeft ernaar om in 1997 weer zalm in de rivieren te laten spartelen. Dit streven komt voort .uit het Rijn Actie Plan van de Rijnoeverstaten, die in 1987 het ambitieuze plan opstelden om de Rijn zo schoon mogelijk te maken. De zalm staat te boek als hèt symbool voor een schoon riviermilieu. De rijksoverheid heeft in totaal een bud get van twintig miljoen gulden uitgetrokken om de zalm weer in de Nederlandse rivie ren te laten spartelen. Dat budget is nu zo goed als op, terwijl de noodzakelijke 'vis trappen' in de Lek en Neder-Rijn nog niet zijn aangelegd. Onlangs werd bekend dat die vistrappen aanzienlijk duurder worden dan gedacht, vanwege technische problemen veroorzaak door het waterhoogteverschil bij de stuwen bij Hagestein, Amerongen en Driel. Zonder vistrappen blijven die kanaliseringswerken voor de trekkende zalm onneembare ves tingen op weg naar de paaiplaatsen. Zover die althans nog bestaan. Met de woorden „een misrekening" doet B. Steinmetz, secretaris van het zalmoverleg en medewerker van het ministerie van Landbouw en Visserij, het af. „We zijn uit gegaan van de aanleg van vistrappen in de Maas, maar nu blijkt in de Neder-Rijn en de Lek het verschil tussen de waterstanden veel groter. Dit betekent dat de trap over een grotere afstand moet worden aange legd, om zo het hoogteverschil te overwin nen. En dat houdt weer in dat de vistrap Ruimte die er niet Dus wordt er nu naarstig gestudeerd op andere oplossingen, zoals nevengeulen. „Maar ik denk niet dat de aanleg hierdoor vertraging oploopt", aldus Steinmetz. De mogelijkheid dat de zalm nooit defini tief terugkeert in het Nederlandse faunabe stand, baart het ministerie geen zorgén. „Het zalmproject maakt onderdeel uit van een groter geheel ter verbetering van het ecologisch hers'tel van de rivieren", zegt een woordvoerder. „Bovendien profiteren ook andere vissoorten ervan, zoals de elft. Bij de zeeforel, die hier ook verdwenen was, is.in middels weer sprake van een heuse stand." Dat de rivieren inmiddels schoon genoeg zijn voor de zalm, wordt bevestigd door de Stichting Reinwater. Maar volgens mede werker M. de Rooy is er geen reden tot te vredenheid. „Betere indicatoren voor de waterkwali teit zijn de paling en de otter. De paling wroet veel in de bodem en krijgt daardoor ook stoffen uit de bodemlaag binnen. Bo vendien slaat hij veel schadelijke stoffen op in zijn vetlaag. En palingen zijn vet! Het blijkt dat palingen nog veel te vaak veel te veel schadelijke stoffen bevatten. En wat de otter betreft... tsja, die is in Nederland uit gestorven." De Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij schat dat in de toekomst hooguit 'enkele honderden tot duizenden' zalmen in Nederland zullen vertoeven. Voor de beroeps- en sportvisser verre van interessant, aldus woordvoerder J. Walder. Dat het aantal zalmen gering zal blijven, heeft onder meer te maken met het ver dwijnen van natuurlijke paaiplaatsen. „Zalmen hebben voor hun voortplanting beekjes met kiezels van een bepaalde groot te nodig. Veel beekjes zijn inmiddels geka naliseerd, waardoor ze sneller zijn gaan stromen. Daardoor is de oever afgekalfd en zijn de kiezels met zand bedekt. Bovendien zijn op veel plaatsen de kiezels afgegraven. Zo is negentig procent van de paaiplaatsen in de Franse Loire verdwenen. Nu stort men daar karrevrachten met kiezels terug, allemaal voor de zalm." Amsterdam Usbeer en poolvos dat is de titel van deze ijzersterke plaat van de Amerikaanse fotograaf Thomas D. Mangelsen, die uitgeroepen is tot Natuurfotograaf van het jaar 1994. De vos is' op deze afdruk nog maar net te zien, rechts van de berekop. In het Museon aan de Stadhouderslaan in Den Haag zijn nog tot 8 januari van het volgend jaar de beste natuurfoto's van de wereld te zien, onder het motto: Wildlife Photographer of the Year 1994. FOTO THOMAS D. MANCELSEN B estrij dingsmiddel zelf bestreden Wereldbankkrediet milieuprojecten in Arabische landen johannesburg Oplettendheid van Timothy-Fannin en Paula Young, Zuidafrikaanse tieners die insekten verzamelen, heeft ervoor gezorgd dat de Zwitserse geneesmiddelengigant Ciba-Geigy een omstreden bestrijdingsmiddel uit de markt heeft genomen. De twee dertienjarigen trokken aan de bel, toen zij derupsen uit hun verzameling plotseling dood gingen. Dat gebeurde nadat zij de diertjes hadden gevoed met moerbeibladeren uit een nabijgelegen boomgaard. „Eerst werden ze groot en dik, toen bruin en daarna gingen ze dood", zegt Timothy. „Zijde maakten ze niet Hel duo legde het probleem voor aan de afdeling van de Wildlife Society, waar zij lid van zijn. Een onderzoek kwam op gang en een entomoloog van de universiteit vond uit, dat een nieuw bestrijdingsmiddel, dat door Ciba-Geigy werd gemaakt, vermoedelijk de boosdoener Het middel AWARE is dit jaar door de Zuidafri kaanse vestiging van het Zwitserse bedrijf in produktie genomen en is bedoeld voor de bestrijding van schild luizen, die citrusbomen aantasten. Dat het ook effect hebben op andere insekten had de fabrikant wel vacht, maar dit effect was niet voorzien, aldus me dewerker Jan Nel. Geconfronteerd met het probleem stuurde Ciba-Geigy onderzoekers naar plaatsen waar het middel was ge bruikt en vorige maand kwam een vertegenwoordiger de onderneming uit Zurich over om Timothy en Paula te vertellen dat het middel 'voorlopig' uit de kt werd genomen. Volgens Penny McKibbin van de Zuidafrikaanse Wild life Society heeft Zuid-Afrika uitermate summiere milieuwetgeving en is bijvoorbeeld het gebruik van schadelijke bestrijdingsmiddelen als DDT en cyanide gewoon toegestaan. De Wereldbank heeft onlangs toege zegd het krediet voor milieuprojecten in Arabische landen te zullen verdubbelen tot een miljard dollar (1,76 miljard gul den). Caio Koch-Weser, de vice-president van de bank belast met het Midden- Oosten, zei dat de regio op de rand van een crisis staat door een verslechtering van de watervoorziening, luchtvervui ling en een verkleining van het land bouwareaal. Hij deed deze uitspraak na een onderhoud met de ministers van milieu van de 22 landen van de Arabi sche Liga. De ministers overlegden in Cairo over een gezamenlijk milieube leid. Volgens een rapport van de Wereld bank heeft een kwart van de 240 mil joen inwoners van het Midden-Oosten en Noord-Afrika geen schoon drinkwa ter. Zo'n 95 miljoen mensen kennen geen deugdelijk sanitair en slechts 20 procent van het afvalwater in de steden wordt gezuiverd. Volgens de Wereldbank lijdt de regio als gevolg van de milieuvervuiling jaar lijks miljarden dollars schade op het ge bied van gezondheidszorg, landbouw. Miljoenen voor bescherming van neushoorn De Verenigde Staten zullen in de komende drie jaar 2 miljoen dollar (3,5 miljoen gul den) aan Indonesië en Maleisië beschikbaar stellen voor de bescherming van de neus hoorn. Volgens C. Jan Kamp, de vertegenwoordi ger van het VN Ontwikkelingsprogramma in Jakarta, zijn de Sumatraanse en de Ja- vaapse neushoorn de meest bedreigde zoogdieren ter wereld. Hij schatte dat er verspreid over 35 locaties in Indonesië en Maleisië nog maar 500 Sumatraanse neus hoorns voorkomen, die worden bedreigd door jagers en de verkleining van hun leef gebied. Een natuurbeschermingsorganisatie in Lampung, in het zuiden van Sumatra, ver wacht dat er in het jaar 2100 weer 1.500 tweehoornige Sumatraanse neushoorns zullen zijn. De Wereldbank heeft eerder al een miljoen dollar beschikbaar gesteld voor de bescherming van de neushoorn. De Indische neushoorn neemt e FOTO ARCHIEF BUITENLEVEN In december halen we een boom in huis. 1 Dat dit een nogal absurde handeling is, rea-na liseren we ons niet of nauwelijks en als we ie het al beseffen, negeren we het. Alsof we 'a. blindelings gedreven worden door een oer- N- oud instinct slepen we het ding de huiska mer in om het overeind te zetten en te be- Pc hangen met glanzende ballen en fonkelen- v de slingers. Massaal trachten we zo aan de donkerste maand van het jaar enige knusse r)( gezelligheid te geven. Zo'n steuntje in de rug kunnen we in het hart van het barre jaargetijde goed gebrui- T ken, wanneer buiten alles dood en grauw lijkt. Het frisse sparregroen moet de onuit- j puttelijke levenskracht van de natuur sym boliseren: een in oorsprong betekenisvol zinnebeeld van het onoverwinnelijke leven. Aan de meeste mensen gaat echter deze symboliek voorbij, zodat de kerstboom 1C slechts sfeervolle versiering is. Maar voor 'e een wonderlijk, papegaai-acljtig vogeltje is 'e de spar nuchtere werkelijkheid en van le- vensbelang. Die vogel is de kruisbek. Hij is misschien wel de meest vreemde snuiter van onze avifauna. Hoewel hij tot de grote laJ vinkenfamilie behoort, lijkt hij eerder een minipapegaai. Vooral zijn kleur is hieraan [n debet: het mannetje is van een exotisch u, steenrood, terwijl het vrouwtje in een mos groen mantelpakje door het leven gaat. wo Ook hun gedrag lijkt van Lorre te zijn afge- &pi keken. De kruisbek klautert over de takken en hangt ondersteboven aan sparrekegels [,h zoals een ara of een kaketoe dit zou doen. vo Niets laat hij na om zijn capriolen zo hals- sp brekend mogelijk te maken. Maar allereerst trc is het de snavel die hem schijnt te doen be- lai horen tot het vrolijke papegaaienvolk. Beide je snavelhelften zijn haakvormig en gekromd, pe Omdat ze elkaar kruisen heet het vogeltje pe kruisbek. De twee delen sluiten niet op.el- ke kaar, maar zijn met de punten naast elkaar ja; geplaatst. jn Zo'n vreemdsoortige snavel moet wel te M maken hebben met een zeer gespecialiseer- al de voedingswijze. Inderdaad, want de kruis- kl bek is wat voedsel betreft geheel aangewe- sc zen op naaldbomen en op niets anders. B< Zoals met een blikopener geen fles.ontkurkt ee kan worden, zo kan de kruisbeksnavel nau- ni welijks andere kost bemachtigen dan de za- to den van spar of den. De gewone kruisbek, die we in onze dreven het meest tegenko- I men, beperkt zich binnen dit dieet weer tot te voornamelijk de fijnspar. Jawel, de kerst- c( boom. Zi Het is juist in de kersttijd dat de kruisbek bij Bi ons arriveert. Terwijl hij normaliter in de 2', naaldwouden v^n Noord- en Oost-Europa n; huist, zoekt hij in strenge winters de bossen L op van mildere klimaatzones. Deze beval- Je len hem zo goed, dat er steeds meer sprake w is van blijvers, die zich zelfs bij ons aan het o broeden zettén. De oorspronkelijke winter- n gast begint dus standvogel te worderr. n Waarom ook niet? We hebben sparren te 'st over, in soorten en maten. v; Ook de fijnspar is alom aanwezig. Een kan- si jer, want wordt hij in zijn kleuterjaren niet tot kerstboom benoemd, dan kan hij uit groeien tot een reus van wel veertig meter, n Een boom die hout levert voor allerlei doel- p einden. Voor de mens dus van economi- d sche waarde, maar voor het dier nog veel y meer. Zoals de eekhoorn, de specht en de d kruisbek. Ze hebben het allemaal gemunt a op de sparrekegels. Voordat deze de ons zo ji vertrouwde karakteristieke vorm hebben, 11 zijn ze kleine roodachtige 'bloemen', die j c recht op de tak staan en pas later ombuigen om hangend te rijpen tot bruine, langwer pige kegels. Dit rijpingsproces geschiedt 's winters, zo dat in het voorjaar de zaden uitgestrooid kunnen worden over de bosgrond. Het is hierom dat de kruisbek al midden in de winter begint met het stichten van een ge zin. Het opgroeiend grut kan dan optimaal profiteren van de sparrezaden, die door de ouders worden aangedragen. Voedzame kost, die zaden: ze bevatten bij na veertig procent vet. De jongen lusten er wel pap van. Berekend is dat in één enkel broedsel vijfentachtigduizend zaden wor den gestouwd! Nog indrukwekkender wordt het kruisbekverhaal wanneer we kennis ne men van de wijze waarop al die zaden wor den bemachtigd. Een hele klus! Probeert u maar eens met uw vingers een sparrekegel open te breken. De kruisbek doet het moeiteloos. Allereerst gaat hij zo zitten of hangen dat de punt van de ondersnavel zich naast de kegel bevindt. Vervolgens opent hij de snavel en verschuift middels twee zeer flexibele gewr ichten de ondersnavel zodanig, dat de twee snavelpunten in één vlak liggen. Daarna manoeuvreert hij de snavel onder een schub, waarna hij hem sluit, zodat de on dersnavel weer wordt verschoven en de schub wordt opgelicht. Het sparrezaad ligt dan vrij en kan met de kleverige tong wor den gepakt. Al dit gescharrel brengt teweeg dat de bo dem onder een fourageerplaats bezaaid is met zaadvleugeltjes en afgevallen kegels, wat vooral duidelijk te zien is wanneer het heeft gesneeuwd. Hoewel het uiterst be perkte menu soms wordt aangevuld met bessen en insekten, maakt de speciaal op het openbreken van sparrekegels gebouwde snavel de kruisbek uitermate afhankelijk van naaldbomen en met name van de spar. Deze afhankelijkheid maakt de vogel kwets baar. We moeten hem dus koesteren, dit bonte winterpapegaaitje, dat onverbrekelijk verbonden is met de kerstboom. THEOSCHILDKAMP

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 18