Alarm in het Noorderkwartier ZATERDAG 10 DECEMBER 1994 Het heeft maar weinig gescheeld of het Noorderkwartier in Leiden had een knokploeg gehad. Zo'n dertig, veertig bewoners van de vrouwenhofjes aan de Willem de Zwijgerlaan, zijn de overlast van jongeren meer dan beu. Een incident met een in brand gestoken brommer - een paar weken geleden - was de druppel die wat hen betreft de emmer bijna deed overlopen. Een inventarisatie van een groot wijkprobleem. De jongens van WAT! ,,'s Woensdags na de soos zouden ze rondhangen op straat? Welnee. De meesten gaan gewoon naar huis want ze moeten de volgende dag weer naar school." foto henk bouwman ANNET VAN AARSSEN De bewoners van het Noorder kwartier hebben genoeg van een groep jongeren die - naar zij zeggen - ernstige overlast veroorzaakt. In de omgeving van de vrouwenhofjes en het buurthuis aan de Bernhardkade wordt ge klaagd over vernielingen en intimidaties. „De buurt kan het niet meer aan", zegt Koos, be woner en lid van Buurtbelangengroep Een dracht. „Als er nu niet snel iets verbetert, staat die knokploeg er echt bij het volgende incident. Mijn buren hebben een honkbal knuppel achter de deur staan. En zij zijn be slist niet de enigen." Het wijkcomité Plan Noord trok deze week hard aan de bel bij de gemeente. Een bijeen komst afgelopen donderdag in buurthuis 't Spoortje moest uitkomst bieden. „We hebben - als wijkcomité en als bewoners - de proble men met de jongeren heel lang proberen op te lossen, maar het lukt niet meer", beweert Bram Pater van het wijkcomité. Met een goed gesprek neemt hij geen genoegen; hij eist vóór Oud en Nieuw maatregelen, te ne men door het gemeentebestuur en de politie. „Anders is het rond de jaarwisseling raak. Dan staan er twee groepen tegenover el kaar", vreest hij. Pater gelooft in het effect van harder optre den door de politie. „We hebben al zo vaak gepraat. Maar het heeft niet geholpen. Als ze alleen zijn, zijn het allemaal aardige, redelijke jongens; een aantal Marokkanen, een paar Nederlanders. Maar tijdens de gesprekken die we hebben gevoerd, zat de harde kern van het groepje er niet bij. En-juist die jon gens verpesten het. We hebben met jan en alleman aan de tafel gezeten - met de ge meente, met de politie - maar we mogen nooit zeggen wat we werkelijk denken. En zo krijg je langzamerhand de wrevel. Het gaat langzaam, sluipend." En dan komt het hoge woord eruit. De mensen van het wijkcomité willen spreiding. Pater: „Spreiding van allochtonen over de stad. Iedereen zegt dat het een vies Woord is. Als de SP erover begint in de gemeenteraad, wordt die partij afgeschoten. Maar wat wij vooral ook bedoelen is, dat er wat meer duur 'Anders staat die knokploeg er straks echt' dere huizen in Leiden-Noord moeten komen en goedkopere woningen in andere wijken. Zodat mensen kunnen kiezen waar ze willen wonen. Het zou dé oplossing voor de langere termijn zijn. En in de tussentijd willen we ge woon meer politie op straat." Meningsverschil De bijeenkomst in 't Spoortje was niet direct wat het wijkcomité zich er van had voorge steld. Het wijkcomité wilde harde toezeggin gen van de politiek, die net als de politie, de bewoners, 'de jongens' en hun ouders was uitgenodigd door het wijkcomité. Maar dat was niet volgens de afspraak, zo liet Moham med Boras weten. Hij is lid van WAT!, de kort geleden door kapper Abdullah Hamidame in het leven geroepen Werkgroep Anders Tali- gen, die activiteiten organiseert voor de Marokkaanse jeugd. WAT! en de jongeren hadden - vanuit een afspraak - verwacht dat zij tijdens de bijeen komst alleen de buurtbewoners en de leden van het wijkcomité zouden ontmoeten. Een forse woordenwisseling over het feit dat er nog meer mensen op de gastenlijst stonden, leidde er uiteindelijk toe dat de aanwezige raadsleden hun biezen pakten. „Praat eerst nog maar eens in een ldeine groep met el kaar. Wij komen maandag terug om mee te denken over oplossingen", zegde PvdA- raadslid Hans Baaijens toe. De stellingen zijn ingenomen in het Noor derkwartier, de sfeer ontegenzeggelijk ver hard. En zo is een gevaarlijke situatie ont staan. „Als een Nederlandse jongen iets uit haalt, denkt niemand dat alle Nederlandse jongens gevaarlijk zijn. Maar als een Marok kaanse jongen over de schreef gaat, zijn in eens alle Marokkanen verdacht. Dat doet pijn", zegt Patrick Chotoe, één van de leden van WAT!, een dag voor het treffen in het buurthuis. Joop Vervoorn, vice-voorzitter van het wijkcomité en in de wandelgangen de burge meester van Noord genoemd: „Waar het hier om gaét is dat wij heel weinig contact kun nen krijgen met de allochtonen. Het lijkt wel of ze bang zijn voor wit. En nu is er een stel letje dat zich geroepen voelt om een deel van de wijk in te lijven bij een andere natie. Dat kan niet. Het is ons ernst, wij zijn vanavond van plan om de problemen over te dragen aan de politiek. Een bewoonster werd het wat te gortig. „Wij zijn hier gekomen om afspraken te ma ken met de ouders en met de kinderen. Ik had gedacht dat we het onderling gezellig zouden kunnen regelen. We hebben het hier beslist niet over criminelen. Wij hebben het over kinderen, een stel ondeugende kinde ren." Incident Bewoner Koos is het daar niet mee eens. Met zichtbaar ongenoegen verhaalt hij over het incident, zondag 13 november, met de in brand gestoken brommer. „Mijn vrouw zag de brand en ging er naar toe. Er stond een groep Marokkaanse jongens bij. Mijrj vrouw vroeg waarom ze die brommer in brand had den gestoken. Ze kreeg gelijk de hele groep over zich heen. Ze hebben haar beledigd, ze hebben geprobeerd haar te slaan. Mijn zoon - bepaald geen kleine jongen - kon dat nog net voorkomen. Toen was het op, afgelopen. Stonden er ineens veertig buren klaar, die een knokploeg wilden beginnen. Er werden pamfletten verspreid. Ik schrok daar van, heb gezegd dat we rustig moesten blijven, dat we eerst maar eens met iedereen aan tafel moe ten gaan zitten. Maar als er na de komende gesprekken in 't Spoortje niets verandert, dan is het binnen de kortste keren bingo. Van de vijftig mensen, zitten er veertig voor de ra men te wachten tot er wat gebeurt. En als er dan iets gebeurt, staan ze allemaal buiten." Ook Patrick Chotoe weet van het incident. „De jongens waren op weg van 't Spoortje naar huis", zegt hij, „Toen ze langs het Anna van Burenhof liepen stond die brommer al in brand. Wat doe je dan, dan ga je kijken. De jongens dus ook. En toen werd er gelijk naar hen gewezen. Ik heb de indruk dat de men sen nu graag naar een zondebok wijzen. De Marokkanen. Maar als er hier een probleem is, dan is het een jongerenprobleem." De ellende is begonnen tijdens een inter culturele vrouwendag vorig jaar in 't Spoortje, zo beweert Daan Kerdijk van het wijkcomité. „De jongens mochten niet naar binnen en dat was tegen het zere been. Sindsdiep i$ het iedere keer raak. Relletjes trappen, mensen bedreigen en uitschelden, spullen vernielen... Sinds kort is er iedere woensdag en iedere zaterdag voor de jongens disco in 't Spoortje, 's Woendags staan ze om tien uur buiten, zaterdags om twaalf uur en dan gaan ze de boel slopen. Iedere keer lig gen de ruiten van het bushokje eruit. De jon gens zijn bijzonder lastig. Schelden in puur bargoens naar oude vrouwen, lopen over au to's heen, breken antennes af. De Kooitunnel is pas stralend wit geverfd. Maar nu ziet het er weer uit als vroeger: besmeurde muren." „De klachten kennen we", zegt Patrick Chotoe. „Maar we komen niet verder met verwijten over en weer schreeuwen." Hij ziet juist de soosavonden in 't Spoortje als dé op lossing, maar hij vreest dat WAT! de tijd niet krijgt om orde op zaken te stellen. En dat ter wijl de groep juist grootse plannen heeft. Zo hebben de jongeren toestemming gekregen van de Vrije School om in een lokaal wat aan theater te doen Maar ook willen ze meer zaaluren in 't Spoortje om de activiteiten uit te breiden. En ze willen aan de slag met de ouders; een soort vadergroep in het leven roepen. Positieve dingen „Wij proberen juist te laten zien dat we het kunnen", zegt Chotoe. „Er hebben zich in middels flink wat jongens aangesloten bij WAT! Er gebeuren hier positieve dingen. Maar de mensen van het wijkcomité willen dat we de deuren dichtdoen en dat de jonge ren de wijk uitgaan. Wat ze zich niet realise ren, is dat de jongens hier wonen en dat we hfér met ze aan de slag moeten. We zijn nog maar net bezig, maar we zien vooruitgang. Het begin is er. De jongens willen er zelf ook aan werken, ze houden elkaar in de gaten. Hier binnen is het gewoon gezellig, gebeuren er geen vervelende dingen. Ze zouden 's woensdags na de soos blijven rondhangen op straat? Welnee. De meesten gaan naar huis, ze moeten de volgende dag gewoon naar school." Ook wijkagent Aldert Busscher zegt niet bepaald moeite te hebben met de jongeren. „Er valt best mee te praten. Als wijkagent heb ik goede contacten met ze. En als er rare din gen gebeuren, dan is er de recherche om dat strafrechtelijk aan te pakken." Bram Pater van het Wijkcomité is het er niet mee eens. „Praten, praten", zegt hij. „Als de bewoners bellen, willen we dat de politie er aan komt om de jongens weg te sturen. Maar de wijkagent is geen wijkagent meer. De wijkagent moet een veel te groot gebied bestrijken. We snappen best dat hij dat niet allemaal kan behappen. Maar we vinden het wel lastig en we vrezen dat het straks, na ja nuari, nóg lastiger wordt. Dan is er opnieuw gereorganiseerd bij de politie. Dan krijgen we dertig agenten. Niet in de wijk, maar in het complete noorden van de Leidse regio. Alsof ze dan nog door hebben bij de politie wat er in de wijk speelt." Zijn collega Kerdijk van het wijkcomité be weert er echt genoeg van te hebben. Hij wil weg uit de Bernhardstraat, weg uit het Noor derkwartier. „Mijn zoon van twaalf gaat de straat niet meer op. Als hij naar het zwembad wil, gaat hij via de brandgang naar de Willem de Zwijgerlaan en loopt hij helemaal om. in de Surinamestraat - de kortste weg - is hij een paar keer lastig gevallen. Er is een tijdje geweest dat hij niet eens naar Albert Heijn durfde te gaan. Ik denk er hard over om te verhuizen. Het is een lastig probleem. Als be woner heb je zoiets van 'dit pik ik niet lan ger', als lid van, het wijkcomité denk je 'dit moeten we oplossen'." De komende weken moeten spijkers met koppen worden geslagen, zegt Bram Pater. „Deze week is het niets geworden, er zijn geen afspraken gemaakt. Maar maandag hebben we overleg met de politiek. We willen dat het gemeentebestuur maatregelen neemt. Hoe het verder gaat? Ik weet het niet. Maar èèn ding is zeker: er moet wat gebeu ren." „We hebben voorlopig niets bereikt, behal ve dan dat we een beetje begrip hebben ge kregen", zegt een ietwat teleurgestelde Cho toe. „Het wijkcomité wil dat we ermee op houden. Dat zeggen zeniet hardop, maar dat zit er wèl achter." De Kooitunnel. „Pas geverfd en nu al weer besmeurd foto loekzuyderduin Volgens het wijkcomité gaat Leiden-Noord gebukt onder vernielingen en vandalisme. foto loek zuyderduin

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 37