ME IF VOU LIKE ME 'We zongen voor hem toen Rob ons belde' 'Dit is mijn bakkieshuis' Wie is wie en waarom ook niet? CALL E.C.D. FOR A DATE WITH Een afspraakje in de auto Het Gesprek van de Dag Een oude geit in veiligheid Experiment met pinnen op de taxi WOENSDAG 7 DECEMBER 1994 Nee, het zijn zeker niet alleen maar ijdele lieden die graag in het naslaggwerk Wie is wie - de Nederlandse ver sie van Who's who - vermeld willen worden. Samensteller Frans van Egmond is ervan overtuigd dat: ,,Het meren deel van de 10.000 mensen die erin staat, dat ook doet omdat het handig is. Handig dat iedereen kan zien wat jij doet, publiceert of verhandelt. Er staan dus heus niet al leen maar prominenten in. Ook gewone mensen. Wie de gewoonste is van alle 10.000? Ja, dat weet ik zo even niet." Tien jaar na het verschijnen van de eerste Nederlandse Wie is wie, ligt er sinds een paar dagen weer een hele nieuwe, zogenaamde update versie van dit 'kijk-en-vind- jezelf-boek'. Van 10.000 tandartsen, architecten, politici, wetenschappers en andere tot het gewone volk of het Ko ningshuis behorenden, vermeldt het boek adres, geboor tedatum en beroep. En verder eventuele bijzonderheden als een mogelijk voorzitterschap van de Zwammerdamse sjoelvereniging. Frans van Egmond en Marjolein van der Jagt, geen onbe kenden trouwens in het wereldje van de public-relations, hebben zo'n 150.000 mensen aangeschreven met de vraag of ze geheel gratis opgenomen wilden worden in het boekwerk. Van hen zijn er uiteindelijk 10.000 man nen en vrouwen daadwerkelijk in 'zwart-wit' afgedrukt. De indruk dat dit toch een wat mager resultaat is, ver werpt Van Egmond direct. ,,We wilden per se het boek voor Kerstmis uitbrengen. Dat betekende dat gegadigden binnen enkele weken moesten reageren. Half november hebben we onverbiddelijk een streep getrokken. Nu het boek in de winkel ligt, melden zich nogal wat spijtoptan ten. De secretaresse heeft dan bijvoorbeeld niet snel ge- Een 'smoelenboek' is Wie is wie niet; er staat geen plaat jes in. Foto of niet, ijdelheid speelt wel degelijk een rol bij een aantal inzenders. Zo staan er opvallend veel tandart sen in. Terwijl die dit boek toch niet echt nodig hebben om aan meer klanten te komen. „Ja, bij die beroepsgroep is er wellicht sprake van een zekere vorm van ijdelheid", erkent Van Egmond. Dat die eigenschap ook ten grond slag zou liggen aan het opnemen van zijn eigen gegevens (in het vakjargon curriculum vitae geheten) ontkent Van Egmond te enen male. „Voor een pr-man is een netwerk al helemaal belangrijk". Op een bevolking van 15 miljoen mensen, is 10.000 toch iets van 'the happy few'. Deze regio lijkt niet overmatig goed vertegenwoordigd in het boek. Zeker, er staan 211 wetenschappers van de Leidse universiteit in, maar daar heb je de regionale 'society' dan ook wel mee gehad. Bur gemeester Goekoop kom je ook nog tegen maar bijvoor beeld makelaar Harry Mens, korpschef Van Hulst of de zangeres van het levenslied, Wies Cavé, vind je nergens terug. De vraag of ze geen uitnodiging hebben ontvangen danwel te laat hebben gereageerd - of er gewoon niet in wilden - blijft onbeantwoord. Wie is Wie is niet goedkoop. Er moet voor het boek vol zwaargewichten ruim 200 gulden worden neergeteld. „De prijs is voor niemand een probleem", weet Van Eg mond. We hebben 7000 exemplaren laten drukken en daarvan is de helft bij voor-inschrijving al weg." MONICA WESSELING (1.— per min.) Het systeem is pas drie maanden oud, maar er is al een verloving uit voort gekomen, dus wat Mar cel van den Enden betreft werkt het. De Utrechte naar is de initiatiefnemer van een geheel nieuwe manier om een date - een afspraakje - te maken, en dat gebeurt dan per auto. Het idee is uit Ame rika overgewaaid en schijnt met name in de om geving van Los Angeles een rage te zijn. Het werkt, als het goed is, alsvolgt. Je schaft je een zogenaamde ECD-sticker aan, waarbij de afkor ting staat voor Eye Contact Dating. De oranje stic ker in de vorm van een hart en met een 06-num- mer in het midden, plakje op je auto. Een (mede- weggebruiker die je ziet en die tevens wat in je ziet, belt dat nummer. De eigenaar van de auto met hart wordt ingelicht en kan contact met de beller opnemen om eventueel een afspraakje te maken. Het mooiste is natuurlijk als je beiden zo'n sticker op je karretje voert, want dan zit je al vast op één lijn. Dan is de wil daar, nu alleen nog een plezant vervolg van de eerste, snelle ontmoe ting. Zo simpel is dat. Nou ja, zó eenvoudig ligt het nu ook weer niet. Want het kost geld. De sticker schaf je je voor 99 piek aan. Je wordt dan opgenomen in het databe stand van Marcel van den Enden en diens com pagnon die het idee uit Amerika heeft meegeno men. De eerste zes belletjes zijn gratis. Daarna betaal je 7,50 per aanvraag. Het addertje onder het gras is uiteraard dat de eerste zes belletjes helemaal niet gratis zijn, maar omgerekend zo'n 16 gulden per keer kosten. „Tuurlijk, zo kan je het zien", geeft Van den En den eerlijk toe. „Maar vergeet niet dat wij ook aanloopkosten hebben. Het drukken van de stic kers, de verspreiding, het opzetten van een data bestand, de bereikbaarheid en noem maar op. Nee, we zijn niet 24 uur per dag open. Alleen tij dens kantoortijden. Verder staat er een antwoord apparaat aan." En hoe zit het met de privacy, is die nog een beetje gewaarborgd? Per slot van rekening moet je je kentekennummer, je adres, je leeftijd en je telefoonnummer 'overmaken' naar het databe stand. „We geven de aanvrager nooit meer dan het adres. Wil de andere partij er niet op ingaan, dan laat hij het zo. Nee, die gegevens liggen bij ons niet zomaar op straat", aldus de Utrechte naar. Die zegt in en rond zijn stad intussen zo'n 300 stickers aan de man (en vrouw) te hebben ge bracht, waarbij leeftijd vooralsnog geen rol speel de, „Er zitten ook mensen van over de vijftig bij." Hoe groot de markt is voor zijn systeem, daar heeft hij geen idee van. „Ik hoop op een sneeuw baleffect. Die straks door het hele land rolt. Ook bij jullie in de omgeving. Daar wonen zat men sen. Ongetwijfeld zijn er bij die dit misschien leuk vinden." Dan nog wat: stel je ziet in een flits - laten we zeg gen bij 120 kilometer per uur - op de A4 een aan trekkelijke dame in haar Mercedes-sport langs- schieten. Hoe moet dat dan, met die sticker of dat kenteken? Dat kan je, geconcentreerd als je bent in het verkeer, toch nooit zomaar even noteren. Van den Enden: „Wachten tot ze in de File staat. Of dat ze in de stad wat langzamer gaat rijden. En dan maar bellen. AD VAN KAAM Rijnsburgse zoon ongedeerd uit gijzeling door Serviërs „Opgelucht en blij" is Liesbeth uit Rijnsburg. Sinds zondag avond is haar zoon Rob (20) weer vrij om te gaan en staan waar hij wil. Het konvooi van Split naar Srebrenica waar Rob deel van uitmaakte werd afgelo pen week door Servische mili tairen vastgehouden. „We heb ben hem met z'n allen toege zongen toen hij belde", vertelt de bezorgde moeder. Dat de konvooien, die hulpgoe deren naar de met vluchtelin gen uitpuilende stad Srebrenica moeten bevoorraden, worden vertraagd, is niets nieuws. Op onthoud van 24 uur of meer is inmiddels gewoon in de chaos van Joegoslavië. Het konvooi van Rob werd echter meer dan een week tegengehouden door onwillige Servïers. Met als ge volg dat moeder nerveus werd. „Je hoort via de televisie van een gijzeling. Dan ga je je meteen allerlei levensbedrei gende situaties in je hoofd ha len." Rob zorgt als bijrijder in de laatste wagen van het konvooi voor de communicatie met de voorste wagens en met het communicatiecentrum in Luka- vac. Via Lukavac stelden de Ne derlandse militairen het thuis front op de hoogte van hun si tuatie. Familieleden konden vierentwintig uur met het 'Sit- cen', het situatiecentrum, bellen om kennis te nemen van de laatste berichten. Liesbeth heeft veelvuldig ge bruik gemaakt van de telefoon lijn van het Sitcen en heeft niets dan lof voor de goede opvang die Defensie organiseerde voor de thuisblijvers. „De onzeker heid is het moeilijkst en als je dan met je vragen terecht kan bij mensen die er meer van af weten en je ook echt willen hel pen, dan is dat erg prettig. Bij Sitcen wordt alle informatie eerst twee keer gecheckt, voor ze iets bevestigen." Dat is heel nuttig, vindt ze. „Op radio en televisie zijn ze vaak te snel met de berichtgeving. Dan komen er allerlei tegenstrijdige geruchten in de wereld, die de onzekerheid alleen maar groter maken." Zondagavond kon Defensie melden dat het konvooi met Nederlandse militairen weer onderweg was. Om kwart over zes arriveerden de wagens heel huids in Srebrenica, waar een groots onthaal door de andere VN - medewerkers wachtte. Om half negen rinkelde de tele foon in Rijnsburg. Aan alle on zekerheid kwam een einde: Rob kon zijn moeder tien minuten lang persoonlijk geruststellen. „We hebben eerst met z'n allen Lang zal die leven door de tele foon gezongen. Door al die el lende hadden we vorige week zijn verjaardag gemist. Rob kwam wel wat gespannen over, maar hij was voornamelijk blij. De sfeer in de groep is eigenlijk altijd goed geweest en dat is na tuurlijkbelangrijk." Spijt dat ze haar zoon niet van het vertrek naar Bosnïe heeft weerhouden heeft Liesbeth niet. Ze voorspelde al meteen toen Rob in dienst ging dat hij naar Joegoslavië zou gaan als hij ge vraagd werd: „Hij weigerde eerst, maar toen hij hoorde wat voor goed werk daar gedaan werd, besloot hij dat dit een nuttiger besteding van zijn diensttijd zou zijn, dan een paar maanden met je armen over el kaar te gaan zitten. We hebben alles van te voren goed doorge sproken, maar uiteindelijk moet hij zelf beslissen wat voor hem het beste is. Hij dient daar toch een goede zaak." Uit de brieven die Rob naar huis stuurt blijkt dat hij on danks alle moeilijkheden nog steeds overtuigd is van zijn goe de keuze. De barre omstandig heden ziet de jonge soldaat als leerzame ervaringen. In zijn be richten schrijft hij over de dage lijkse problemen, zoals Pakis taanse VN'ers die diesel met koelvloeistof verwisselen of de planning van een konvooi. „Neem voor een konvooi de minst voor de hand liggende voorspelling en zo verloopt dat dan voor het konvooi, of nog er ger." Dat zelfs bij die onwerkbare toestanden de humor overeind blijft bewijst de kreet 'Waar lo gica ophoudt...daar begint De fensie!' Tegelijkertijd is Rob zich ten volle bewust van het gevaar van zijn missie: „Ik ben hier om alle mensen te helpen, maar ik vertrouw er niet éen." Voorlopig is moeder Liesbeth gelukkig dat haar zoon de gijze ling in goede gezondheid heeft doorstaan. Ze telt al af naar Tweede Kerstdag, wanneer Rob, als alles goed gaat, weer naar huis komt. ERIC DE JAGER Reacties en suggesties voor "Gesprek van de Dag" Telefoon 071-356444 of Postbus 54,2300 AB te Leiden Bruikbare tips worden beloond met een cadeaubon van 25 gulden. Nog even en het oude geitje zal de Kerstmis van zijn leven meemaken. Behaaglijk liggend in zijn hok. Of lekker dartelend in het weitje aan de Benoor- denhoutsewegin Wassenaar, vlak bij de grens met Den Haag. De geit mag de Dieren ambulance wel zeer dankbaar zijn. Want die instantie bood het dier de kans ongestoord van zijn oude dag te genieten. Voor de goede orde, het gaat hier om een geit, een dwergeit om precies te zijn, die kort daarvoor enkele malen door het oog van de naald ge kropen. Het beestje was tot voor kort alleen bedoeld als voer voor de roofdieren van Ouwehands Dierenpark in Rhenen. Een medewerker van de dierentuin kreeg medelij den en nam het beestje onder zijn hoede. Maar na een paar dagen kwam hij tot de conclu sie dat hij de geit toch niet wil de hebben. De man bedacht vervolgens dat het wel een aardig idee zou zijn de dwerggeit in het kader van een sinterklaassur prise weg te geven. Aldus ge schiedde afgelopen zaterdag. Maar de ontvanger, een Hage naar, was woest. Hij meende dat zijn huis niet was ingericht op een volwaardige verzorging van de geit. De daarna benaderde stads- boerderijen wilden het dier niet hebben. Het bejaarde j geitje ontsnapte uiteindelijk I ternauwernood aan het vlijm- I scherpe mes van een islami- tische slager waar de Hage naar naartoe was gestapt na dat hij geen mogelijkheden meer zag om de viervoeter aan de man te brengen. De slager had echter geen trek. Uiteindelijk dacht de Hage naar nog aan de Dierenambu lance en dat was de redding van de herkauwer. Deze in stantie bleek bereid het dier op te nemen. „Ach ja", zegt een woordvoerder. „Hij blijft in principe hier. Het is een dwerggeitje. Die beestjes zijn normaal nogal klimmerig, maar ik denk dat het in dit ge val nogal meevalt. Als hij niet over hek kan, kan hij blijven." En dat is niet het enige wat meespeelt. „Het is een oud beestje, het heeft bijna geen tand meer in zijn bek." De roofdieren in Ouwehand wel. Maar die hebben weer geen geitje. De vaste stek van Hennie Rotmensen aan de tap van café Doesbrug. Met een kopje koffie binnen handbereik uiterraard. foto ben de bruyn Café Doesbrug schenkt niet alleen alcohol plek waar je alles goed kunt overzien als ze staan te biljarten. En je kunt alles goed horen, haha." Zonder de stiekeme luistervink te hoeven spelen. „Want ik ken ze hier allemaal, joh. Het is één grote familie. Je had hier laatst moeten wezen, bij het voetbal. PSV - Feyenoord live op Filmnet. Zestig, zeventig man waren er hier toen binnen. Het was één groot feest. Ook al waren er veel Feyenoorders. Maar we houden het hier altijd gezellig. Hier is nooit narigheid." Als er iemand is die daarover kan oordelen is het Rotmensen wel. „Ik kom hier op maandag, dinsdag, donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag. Op woensdag niet, dan is het café gesloten." Hij komt er dus zes dagen per week. En dat is niet het enige. Vierenveertig jaar is hij nu en na even rekenen, komt hij tot de conclusie dat hij al achtentwintig jaar café Doesbrug bezoekt. Vanaf zijn zestiende dus. „Ik ging heel vroeger wel eens stappen in Leiden met mijn broer. Maar ik toen ik eenmaal hier verzeild raakte, ben ik gebleven. Dit café heeft echt sfeer. Het is maar net wat je zoekt natuurlijk, maar het is hier al snel gezellig. Het is rustig. Je zit hier een beetje te kletsen. Of je gaat met een paar man darten. Of je speelt effe tien-over-rood." Daarbij is het niet alleen een kroeg voor de Leiderdorpers, maar ook voor mensen van buiten het dorp, vindt Rotmensen. „Neem nou 's zomers. Dan legt er weer een bootje aan en stappen de mensen aan wal om een biertje te pakken. Of er stopt een fietser. Als het warm is gaan sommige klanten soms gewoon zwemmen. En de vissers komen even aanwippen voor een biertje. Ze zien aan de buitenkant al dat het sfeer heeft. En eenmaal binnen zien ze het ook." Het interieur van Doesbrug is een sober allegaartje. Stroopkleurige houten tafels, stoelen en bar. Een echt bruin café, kortom. En overal snuisterijtjes. Er is een hoekje gereserveerd voor allerlei bekers, gewonnen bij de verschillendesporttoernooien waaraan de kroeg deelnam. Verder hangt er natuurlijk nog een dartboard en staat er een biljart. En een fel verlichte jukebox. Maar het meest opvallend zijn de muziekinstrumenten aan de muren. Tuba's, trompetten, accordeons, violen, gitaren en trommels. „Een verzameling van Kees Hogervorst, de eigenaar", verklaart Rotmensen. „Voor de gezelligheid." De kroeg is sinds een paar generaties in het bezit van de familie Hogervorst. In het café hangt nog een oude vergunning uit dat jaar. Veel meer is er niet over Doesbrug bekend. Behalve dan dat het pand zelf een jaar of tweehonderd oud is. En dat het vroeger een veerhuis is geweest waar de boten pakjes kwamen afleveren of ophalen. Vroeger een veerhuis. „Maar voor mij is dit een bakkieshuis", oreert Rotmensen. Zo'n omschrijving vraagt om een nadere verklaring. „Ik drink hier alleen koffie. Elke avond van half zeven tot negen ongeveer. Als ze me zien komen, wordt er al koffie gezet. Ik ben nu een paar jaar van de drank af. Niet dat ik verschrikkelijk veel dronk, maar ik vond dat alcohol niet meer kon met mijn beroep. Ik ben namelijkvrachtwagenchauffeur bij een bedrijf voor dak- en gevelbeplating in Zoeterwoude, Prince Cladding. Mijn werktijden wisselen nogal. Ergens tussen drie uur 's ochtends en acht uur 's avonds. En dan weet je wel hoe dat kan gaan. Dan zit je hier tot sluitingstijd. Paar biertjes op en maar een paar uurtjes slapen als je heel vroeg op moet. Dan kun je het wel schudden. En ik ben getrouwd, heb een zoon en een dochter. Ja, dan heb je natuurlijk verantwoordelijkheden." Die zich dus vertalen in koppen koffie. „Een bakkie of zes, zeven, per keer. Dan zeggen ze soms na mijn vijfde baldde: hè, alweer koffie? Maar je hoort ze niet zeiken over hun tiende biertje. Ach, zo gaat dat als je niet drinkt. Er steekt geen kwaad achter zo'n opmerking. En als je achter je beslissing staat, is het niet moeilijk om vol te houden. Bovendien, als ik zelf nog zou drinken, zou ik misschien ook zo doen. Zo van: joh trut, neem nou eens een biertje. Maar goed, ik drink gewoon niet meer. En dat hoeft toch ook niet per se in een kroeg? Ook al kom je er elke dag." Elke dag. Al jaren achtereen. De volgende vraag moet dus wel worden gesteld: wat vindt vrouwlief van de kroegbezoek? „Ach, ze vindt het best dat ik hier altijd kom. Ik woon hier tweehonderd meter vandaan. En ik ben op tijd weer thuis. Trouwens, ze komt hier zelf ook wel eens. Ze vindt het hier wel gezellig." In Den Haag wordt de ko mende drie maanden een proef genomen met het pin nen op de taxi. Tien auto's van de Haagse City Tax wor den uitgerust met een mo biele belaalterminal. Het ge mak voor de klant en de vei ligheid van de chauffeur zijn de voordelen van dit elektro nische systeem dal is ont worpen door ICL Benelux. Bij de Eltax in Leiden is men op de hoogte van het experi ment dat wordt uitgevoerd bij de 'buren' uit Den Haag, maar staat woordvoerder Van Gulden nog wat gema tigd afwachtend tegenover dit nieuwtje. „Ik weet het niet, hoor, of zoiets werkt in een grote stad. Het is een ra diografische verbinding, dat moet maar allemaal kloppen. Want wat doe je bij een sto ring. Enfin, dat zal de ko mende maanden duidelijk moeten worden." Dat de veiligheid van de taxi chauffeur beter gewaarborgd is omdat hij met zo'n pinma- chine minder geld op zak zal hebben, dat waagt Van Gul den in elk geval te betwijfe len. „Ze slaan je tegenwoor dig al voor een gulden je her sens in. Ook al heb je een terminal aan boord, dan nog zullen er klanten zijn die ge woon contant betalen. Dat zie je in de winkel waar je kunt pinnen toch ook. Dus de chauffeur zal hoe dan ook wisselgeld bij zich moeten dragen. Zo lang als dat zo is, blijft hij een doelwit." Bij zijn weten wordt het sys teem van het pinnen op de taxi in landen als Zweden en Zwitserland al gebruikt. Of' het op korte termijn ge meengoed wordt in Neder land gelooft de woordvoerder van de Eltax niet. „Dat maak ik niet meer mee", zegt hij stellig. Is hij al zo oud dan? „Nee, hoor. Net vijftig." AD VAN KAAM Aan hoefijzervormige bars of aan leestafels. Overal zie je ze zitten. De stamgasten. Ze behoren bij het meubilair van café of kroeg. Meestal hebben ze hun vaste stek, nooit hoeven ze te bestellen, want de kastelein kent het recept. Als ze doodgaan, durft een tijdlang niemand op hun plaats te gaan zitten. Alsof ze er nog zijn. In aflevering 11 aandacht voor café Doesbrug in Leiderdorp. Fraai gelegen aan het water, waar de Does in de Oude Rijn uitstroomt. En een soort van tweede huis voor Hennie Rotmensen die er dagelijks komt uitblazen. Met een bakkie koffie voor zich. Hennie Rotmensen heeft zijn eigen plekje aan de bar van café Doesbhrg in leiderdorp. Als je binnenkomt meteen recht voor je. Op het hoekje van de bar. Zo'n beetje als Norm Peterson dus, in de bekende tv-serie Cheers. Zij het dat de kruk niet leeg blijft als Hennie er toevallig een keer niet is. „Nee, dat ik op die plek zit, heeft verder niet zoveel te betekenen." Niet zoveel, maar toch wel iets. Namelijk dat hij een echte stamgast is, een vaste bezoeker. En die groeien als vanzelf wel naar een eigen plekje toe. „Dat is waar. Kijk, ik kom hier meestal heel vroeg, aan het begin van de avond. En dan zijn de meeste krukken nog leeg. Ik kan dan kiezen. Tsja, dan ga je uiteindelijk vanzelf op een vaste plaats zitten. Dat heeft iets vertrouwds. Waarom het nou deze kruk is geworden, weet ik niet precies. Al is het wel een i aÉfcH it u i i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 19