Een hitgevoelig Leids café Groeten uit Alkemade Lelietjes-van-dalen en WC-eend] Het Gesprek van de Dag Wie vangt de spuitgast op? De Sleutels houdt van kinderen WOENSDAG 23 NOVEMBER 1994 JLOl Leidse wegwijzer is de weg kwijt De geur van Janneke Brinkman U44£J|A|lé£|1£lJ Gaat Leiden, nu de Broek- en Simontjespolder van Oegst- geest is afgesnoept, binnen kort ook de aanval openen op de Rode Polder van Oud Ade? Is men in Leiden de weg kwijt? Of is de foto op de voorkant van de Wegwijzer voor Leiden '94-'95 volstrekt willekeurig gekozen? Feit is wel dat Leiden als enig ge meente in de regio op de kaft van haar gemeentegidsje een foto van een andere plaats heeft afgedrukt. Eind oktober, begin novem ber komen in heel Nederland de nieuwe gemeentegidsjes uit. Deze wegwijzers die in de meeste steden en dorpen huis-aan-huis worden ver spreid, bevatten nuttige infor matie over de plaatselijke overheid - van het adres van \A/Pr,\A/l I7P de wethouder tot het ophaal- rooster van het grofvuil. Verder staan de boekjes vol met adres sen en telefoonummers van sociale, religieuze en maat schappelijke organisaties en instellingen en verenigingen zoals dienstverleners, scholen en sportclubs. Op de voorkant van die boekjs staan over het algemeen een of meer foto's van bekende plek- jes in de betreffende gemeen te. Alphen heeft een tekening van het Archeon, Voorschoten plaatste een foto van de win terse Voorstraat en Sassen- heim drukte als voorplaat zijn park Rusthoff af. Koektrom melplaatjes die de dorpen van hun beste kant laten zien. In Leiden is dit jaar voor een front gekozen die bestaat uit een collage van diverse pren ten. We herkennen moeite loos de fontein aan de Vis markt, molen De Valk en de Sterrenwacht aan de Witte Singel. Tot zover niks aan de hand. Maar de achtergrond wordt verder wel heel nadruk kelijk gevormd door een luchtfoto van een polder. Die na zorgvuldige bestudering de Rode Polder blijkt te zijn op de grens van Warmond en Alkemade. Waarom heeft Leiden als eni ge een foto 'van buitenaf ge bruikt? Is dit een verkapte manier om een toekomstig stukje grondgebied aan de Leidse bevolking voor te stel len? „Welnee", zegt H. Quispel, de ambtenaar die in de stad ver antwoordelijk is voor het gids je. „We hebben dit jaar 'water' als thema gekozen. Zoals je ziet is dat ook tot uitdrukking gekomen. Toen we op zoek waren naar bruikbare foto's is ook het waterschap De Oude Rijnstromen om materiaal ge vraagd. En zij kwamen met deze foto. Inderdaad is het niet een afbeelding van Lei den. Maar het is in de buurt. Verder hoef je er niets achter te zoeken", aldus Quispel. Goed, dat zal dan wel. Maar mocht water in de toekomst nog eens als inspiratiebron dienen voor de Wegwijzer dan hebben we hier nog wel wat echte Leidse suggesties. Wat te denken van mooie beeldjes van de Haven, het Galgewater, de Singels, het Rapenburg, de Rijn etc. Want water, dat is er heus zat in de stad. De geur laten communiceren met de verpakking. Dat is wat ze bij Sanders hebben geprobeerd. Een huis brandt, een bewoner springt en daar is geen vang zeil. Want de brandweer mag het beroemde zeil niet meer meenemen bij het uitrukken. Volgens het ministerie van bin nenlandse zaken krijgen spuit gasten daar te veel pijn van in rug, schouders en armen. En dus wordt er flink geschamperd aan borreltafels. De besnorde blussers zijn toch geen slam pampers geworden? „Laat een ieder die dat zegt, zelf een zeil ophouden", zegt de Leidse brandweerman G. van Graas. „De klap die je als brandweer man oploopt door het zeil, kun je vergelijken met de klap bij een aanrijding. Waarbij je nek naar achteren klapt en je daar geen neksteun hebt." In de 28 jaar dat hij spuitgast is, heeft hij overigens nog nooit een echt slachtoffer opgevangen met het vangzeil. Hij deed zijn ervaring tijdens oefeningen op. En daar gaat alles volgens het boekje: minstens 18 brandweer lieden steken hun armen tot aan de ellebogen door de ogen en lussen van het zeil. Als de commandant 'spring' zegt, springt de proefpersoon rich ting middelpunt van het zeil en zetten de spuitgasten zich schrap. De werkelijkheid is vaak minder mooi. Echte slachtoffers komen maar zelden in het midden van het zeil terecht. En bij een ge middelde brand, zijn er niet meer dan acht brandweerlieden aanwezig: de bemanning van een ladder- en een autospuit. „En het is moeilijk om omstan ders snel bij te scholen in het opvangen", meldt hoofd uitruk- dienst, C. van der Meijden. „Het is ook echt een kunst apart. Als je te veel meekijkt met het slachtoffer, verslap je snel. En komt de kracht bij anderen te recht." De 'kracht' kan Hink zijn: als een 80 kilo wegend per soon zes meter omlaag springt, krijgt het zeil met een doorsne de van 4,5 meter een gewicht van 720 kilo te verstouwen. Maar wat nu als er brand is en je het huis niet via de trap kunt verlaten? Dan is de brandweer paraat met schuif- en autolad ders. En die laatste hebben een maximale lengte van dertig me ter. „We kunnen daar prima mee uit de voeten", stelt Van der Meijden het publiek gerust. Landelijk wordt nog onderzocht of ook glijbanen en vangkus- sens ingezet kunnen worden. PAUL VAN DER KOOL) Zo vertrouwd is het allemaal dat stamgast Rino Beugelsdijk gerust een biertje mag tappen in De Hut van Ome Henne. FOTO HENK BOUWMAN 'Zuipe in die HutteDe Hut van Ome Henne „Maar het klopt, hoor", zegt de baas van het eenmansbedrijfje met zijn naam opgewekt, „ik zit hier nu bijna dag en nacht. Overdag om de tent aan te pas sen aan de nieuwe Arbo-wetge- ving op het gebied van geluid dichtheid. En 's avonds om mijn biertje te drinken. Alleen tussendoor om te eten en's nachts om te slapen ben ik er gens anders." De Hut van Ome Henne. Een opmerkelijke naam voor een even opmerkelijke zaak die in zijn nog relatief korte bestaan een reputatie in Leiden wist op te bouwen als een tent waar al les kon en waar alles mocht. Die tijd is overigens voorgoed voor bij sinds de klok voor eigenaar Willem Ankoné ook niet heeft stilgestaan en het fenomeen Rubberen Robbie door de man- destijds landelijke bekendheid genoot met een hele serie hits - allang ten grave is gedragen. Maar vroeger, vroeger was het echt feest in de toen legendari sche Hut. Waar het 'Zuipe, zui pe, zuipe' van de Hollandse Plastic Bertrand was verheven tot het enige echte Leidse volks lied. „Wist je dat die jongens van Ca tapult ook de naam van het café hebben aangedragen?" lacht Ri no Beugelsdijk, als die tijd van toen tei sprake komt. „Ze had den al een paar liedjes geschre ven waar een Hut van Ome Henne een rol in speelde. Toen Willem Ankoné, die eerst achter de bar van de Blauwe Huzaar stond, hier zeventien jaar gele den voor zichzelf begon, pikte hij op verzoek die naam op. Vond-ie wel geinig, zo'n rare wens. Enfin, Beugelsdijk kan het we ten want hij heeft het allemaal van heel dichtbij meegemaakt. „Ik heb feitelijk alleen de ope ning gemist. Toen was ik op va kantie in Amerika. En de opna me voor de videoclip van Rub beren Robbie, om diezelfde re den. Verder was ik er altijd, als er hier iets te beleven viel. En d'r gebeurde nog wel eens wat, hoor. Dat kan ik je verzekeren." Een paar 'optredens' achter in de ruim bemeten zaak. waar ook nog altijd een poolbiljart staat, springen ervoor hem uit. „André Hazes die, nog helemaal aan het begin van zijn carrière, hier op het kleine podium be gon, maar aan het eind gewoon bovenop de bar stond te zingen. Kostte vijf piekkies entree. Volle bak natuurlijk. En Ramses Shaf- je wat de overeenkomst was tussen die vier, behalve dan dat ze aardig konden zingen? Dat ze ook zonder uitzondering 'zo dronken als een aap' naar huis gingen. En die Haak, die nu dood is, zat een week later weer aan de bar. Hij was toch in de buurt en hij had het zo gezellig gevonden. Kan je nagaan hoe het er hier vroeger aan toe ging" Als hij de beelden van toen weer voor zich oproept, krijgt stam gast Rino Beugelsdijk spontaan heimwee naar die gouwe ouwe tijden. „Toen was het vaak stampvol. Ook dat is tegen woordig wel anders. Want het is rustig geworden, in vergelijking met pakweg tien jaar terug. Overal, hoor, niet alleen hier. Ik kom ook nog wel eens verderop in de stad en daar zie je hetzelf- niet. Je hoort wel dat de jeugd liever in die grote disco's zit in Hoofddorp of Amsterdam. Ze hebben tegenwoordig allemaal wel wat te verteren. Vaak heb ben ze ook een autootje. En lek ker laat doorgaan natuurlijk. Wat dat aangaat, is het in Lei den nog altijd behelpen met die achterlijke sluitingstijden. Daar mee jaag je de mensen ook weg. Misschien dat dat meetelt." „Maar De Hut heeft, qua pu bliek dan, ook van die golfbewe gingen gekend. Die vroege pe riode, die ik al schetste, toen hier van alles en nog wat bin nenzat. Later meer discofiguren en hardrockers. En nu gaan we weer toe naar wat rustiger pu bliek. Studenten ook. Op dins dagavond zijn er wel zestig, ze ventig binnen. Een nieuwe club in oprichting, heb ik begrepen. Die verbouwing doen we trou wens niet alleen in verband met de nieuwe Arbo-regels", gaat-ie voor het gemak maar even op de kruk van eigenaar Ankoné of kersverse bedrijfsleider André zitten. „Met een nieuw interieur en een andere stijl hopen we dat de loop er zo snel mogelijk weer inkomt. De Hut wordt straks weer een geweldig café.'' Met dat 'we' geeft Beugelsdijk nogmaals zijn verregaande be trokkenheid bij het wel en wee van zijn stamcafé aan. Toch vliegt-ie, letterlijk, nog wel eens uit, want naast De Hut heeft hij nog een passie: Amerika. „Der tien keer ben ik er geweest, al tijd op mijn eentje. Waarom Amerika? Geweldig land. Prach tige natuur, schitterende ste den. Alle grote plaatsen heb ik wel zo'n beetje gehad. Ik werk me een jaar lang zeven slagen in de rondte en ga dan lekker een paar weekjes met de auto toeren daar. Ik spreek de taal, ken de weg, doe normaal en heb daarom ook nooit proble men." Net terug uit Miami heeft de vrijgezel zijn vaste stekkie aan de lange bar alweer ingenomen. „Je mag gerust zeggen dat ik bij het interieur hoor. Een nieuwe barkeeper moet zich eerst altijd netjes aan mij voorstellen", lacht de timmerman. Die zegt vooral naar het café te komen voor een praatje en voor de ge zelligheid. Tuurlijk, een biertje of een whisky hoort er bij in de zaak waar vooral jongeren ko men. Maar'de tijden van 'Zuipe, zuipe, zuipe - in de Hut van 'Ome HenneL die zijn zoals ge zegd voorbij. Per slot van reke ning wordt ook Rino Beugels; dijk een daggie ouder. AD VAN KAAM Het verleden komt vaak tot ons in geuren. Een luchtje, hoe zwak ook, maakt herinneringen wakker. Het is een subtiele, maar oersterke schakel met ons verleden. De geur van stro is een hete, stoffige zomervakan tie op de boerderij. De geur van natte aarde is het planten van de bollen bij oma in de tuin. De geur van zweet is het oude gym nastieklokaal van de middelba re school. Een bezoekje aan een parfume riezaak is derhalve vaak een reisje naar 'wat ooit was'. De geuren daar openen soms on vermoede deurtjes in ons ge heugen. Benieuwd daarom wel ke deuren en luiken Janneke Brinkman voor u opent. En dan bedoelen we hier niet de per soon zelf, de vrouw van CDA- man Elco, maar haar geur. Dat is absoluut niet bedoeld als een belediging aan haar adres. Het gaat ons om een flesje met sterk riekende vloeistof dat haar naam draagt. Verkrijgbaar bij de Dirkx- en Digros-supermarkten, voor 9 gulden en 98 cent. De naam van Janneke Brinkman is verbonden aan een serie eau de toilettes die Sanders Cosmetica uit Leiden op de markt heeft ge bracht: Saillente. In kleine let- terjes staat op de verpakking te lezen: Janneke Brinkman-Sa- lentijn. De vrouw van de CDA- man zorgde voor de tekeningen op de verschillende doosjes. „En we hebben geprobeerd de geur te laten communiceren met de verpakking", zegt de pr- man van Sanders. „Frisse bloe mengeuren." Op de verpakking zien we in elk geval allerlei bloemen staan. Op liet doosje van Wild Bouquet bij voorbeeld, een van de vier geu ren, zien we onder meer kam perfoelie en lelietjes-van-dalen. Zou het daar naar ruiken? Wel ke beelden roept de geur van Janneke Brinkman bij u op? Tijd voor'de resultaten van een piepklein onderzoekje, waarbij steeds de verpakking met daar op de naam achteraf werd ge toond. Om mogelijk bestaande vooroordelen zo veel mogelijk uit te sluiten. .Sterke zeeplucht. Doet me den ken aan die goedkope zeep die mijn moeder vroeger kocht. Niet subtiel. „Een meisje bij mij op de kleu terschool. Ik speelde vaak met haar in de tuin van haar ouders. Ze rook lekker fris. Het was een lief meisje. „Zeep. Maya-zeep. In die zwarte verpakking met een Spaanse danseres erop. Dat is zeep voor oude vrouwen. „Hetdoet me denken aan WC- eend. „Onschuld. Jeugd. Verstuivers in de WC. „Ik heb er geen gedachten bij. BloemetjesLelietjes-van dalen. Ruikt lekker. Geef mij nog een beetje. „Schoonmaakmiddel. Een bosje bloemen. „Doet me denken aan vroeger. Dat ik naar de winkel ging om al die geurtjes uit te testen. Maar nee, verder heb ik er geen associ- Een afspraak maken met Rino Beugelsdijk in zijn favoriete stamlokaal, in casu De Hut van Ome Henne, is dezer dagen niet echt moeilijk. Op wat voor tijd van de dagje ook belt, Beugels dijk zit in de kroeg aan de St.Aagtenstraat. een smalle steeg tussen de Steenstraat en de Beestenmarkt, achter molen De Valk. Of de 39-jarige Leide- naar soms een drankprobleem heeft? Nou niet echt. Als tim- merman heb je nog wel eens een klus te doen en in dit geval heet die klus de verbouwing van Een kind adopteren via Fos ter Parents, dat zouden an dere voetbalclubs nou ook eens moeten doen, schreef Voetbal International on langs in zijn kolommen. WKE uit Emmen had dat net gedaan. Een even loffelijk als sociaal initiatief dat navol ging verdiende, aldus het toonaangevende voetbal weekblad. Een primeur? Welnee. De Sleutels uit Lei den heeft zelfs twee kinderei 'in huis gehaald'. Verklaart voorzitter Dick Barnhoorn: „Tijdens de algemene leden vergadering van 8 oktober is dat besloten. Bram Lepelaar had dat idee bij ons al eens geopperd. En tijdens de ver gadering zelf vroeg Hans Bos naar die mogelijkheid." Binnen de kortste keren was de zaak geregeld en werden De Sleutels de trotse ouders van twee kinderen: een jon getje uit Haïti, Francique Alexis, en een meisje uit de Filippijnen, Rachelle Suarez. Voor in totaal ongeveer dui zend gulden per jaar. „De penningmeester heeft dat al betaald", zegt Barnhoorn. „Ach, het gaat niet om het geld. Een voetbalvereniging heeft een sociale functie." Er gaan zelfs al geluiden op om er nog een kind bij te ne men. „Maar daarover is nog niks besloten. In elk geval gaan een paardmensen bin nen de club mét deze twee kinderen corresponderen. Nou ja, met de ouders, wanti de kinderen zijn vier en ven jaar oud." In elk geval hangen de foto's van de kinderen al uitver groot in de kantine. Tussen de elftalfoto's. In 2015 speelt De Sleutels dus een vriend schappelijke wedstrijd tegen een team van zijn eigen ldn deren? Een heel elftal van Foster Parents. Barnhoorn: „Laten we nu dit eerst maar 'eens fatsoenlijk uitwerken.' aties bij. „Frisse hotelzeepjes. „Bloemen. Maar het is wel een Ind goedkoop luchtje. Tienermeisjae< Een Leidse del. Het zusje van mijn ex had ook van die lucht-f jes.|eh „Niet op mijn pols! Doe maar aer fe op een stukje papier, anders je L" krijg ik gelazer met mijn uripn.^n, din...Eens ruiken. Soirde ach tig. Toiletzeep. Goedkoop. "Fre „Een grasveld dat net is ge- fliai maaid. „Zeep. Lekker frisgewassen on-' der de douche vandaan stappen h. Schoon wasgoed. Een huisvrouwenluchtje. Het is zoals te verwachten vielL-n men denkt aan bloemen en ot g grasvelden of men denkt aan goedkope zeep en schoon maakmiddelen. Zoals bij elke eau de toilette en Kortom, je houdt er v Net zoals bij de echte Janneke Brinkman. jad Aan hoefijzervormige bars of aan leestafels. Overal zie je ze zitten. De stamgasten. Ze behoren bij het meubilair van café of kroeg. Meestal hebben ze hun vaste stek, nooit hoeven ze te bestellen, want de kastelein kent het recept. Als ze doodgaan, durft een tijdlang niemand op hun plaats te gaan zitten. Alsof ze er nog zijn. In aflevering 9 aandacht voor een Leids café met een wel hele bijzondere naam: De Hut van Ome Henne. Weggestopt in de smalle St.Aagtenstraat geniet de zaak vooral bekendheid door Rubberen Robbie, onder welke naam de Leidse popgroep Catapult ooit een serie hits scoorde. Een week na de opening van De Hut kwam Rino Beugelsdijk er een kijkje nemen. Zeventien jaar later zit hij er nog steeds.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 18