Tja, die luchtvervuiling... Zo'n cadeau kan ik niet missen Natuur Milieu plakken (1) Nederlandse milieudeskundige helpt Britten Gestaag graven f lINSDAG 22 NOVEMBER 1994 ate) le ;en NATUURLIJK lPPa f" bed 11 Meata let is niet mijn bedoeling om op alle slak- 10Q en zout te leggen, maar wel een pleidooi te irech i°uc'en voor het welzijn van de slak. Aan- 3 0( eiding hiertoe is de vraag die mij gesteld Jerzo verch we^ nut slakken voor de natuur heb- u len. Ms in het avonddonker het tuinpad glibbe- ig is vanwege de aardslakken die hun ïachtarbeid verrichten met het verorberen bladgroen, ja dan is het begrijpelijk dat nen zich afvraagt welke bijdrage de slak et co?an het natuurleven geeft; anders gezegd, ïeeft een slakkeleven wel doel en beteke- lis? Het antwoord kan komen door te letten op _j )ouw en leefwijze van slakken, zowel g lardslak als huisjesslak, pj nhet wetenschappelijk ordeningssysteem v jjn slakken geplaatst in de grote stam der Weekdieren. Die naam is zo gekozen omdat inwendig skelet bezitten, zoals dat bij gewervelde dieren het geval is. Al ïeel lange tijd zijn slakken op onze planeet ^aanwezig; vondsten van fossielen komen in Jiet Cambrium voor, zo'n 600 miljoen jaren o ;eleden en vandaag de dag hebben ze nog laan!,iets aan levenslust verloren. De naam weekdier zou kunnen suggereren dat het dieren betreft die niet sterk zijn en lat het maar slappe wezens zijn. Niets is ninder waar. De weekdieren en dus ook de slakken, spelen hun partij nog steeds krach- iaam weekdier is een letterlijke vertaling van het woord Mollusca, en mollis week, dus... kenmerkend voor de weekdieren zijn de jespierde voet en de beschermende functie /an de huidplooi, mantel genoemd. De fyneeste weekdieren leven in de zee; sommi- n het zoete water en dan nog enkele op land, zoals bijvoorbeeld de aardslak en 01 de wijngaardslak. jDe aardslak (wegslak, slaslak) behoort tot, a de kleine groep van longslakken die reeds n het Carboontijdperk aanwezig waren. De slakken die door middel van longen ade- een toch wel heel bijzondere ;roep. n de loop der evolutie zijn enkele weekdie- zout en zoet water bewonende dieren, land gekropen. Nog steeds hebben ze water nodig, hoewel hun ademhalings- eem berust op de aanwezigheid van ,óngen. Aardslakken behoren tot de groep der naaktslakken. Ze hebben een vochtige, vruchtbare grond nodig; sommigen bren gen het grootste deel van hun leven onder rs de grond door. Zij voeden zich hoofdzakelijk met schim mels en vullen hun rantsoen verder aan groene planten en dan bij voorkeur met verleppende en verrottende exem- late plaren. Met hun rasptong en harde kaak late worden kleine voedseldeeltjes naar het darmkanaal vervoerd. izelfsprekend, dat de aardslak ei genlijk een nachtdier is; in de nacht is de 'erdamping gering. Het dier laat wel een duidelijk spoor van zijn nachtelijk onderne men achter. de aardslak, als die zich in de lengte richting voortbeweegt, zien we alleen maar boven- en onderkant, alsmede de sprieten n de voorkant als die tenminste niet ELD ingetrokken zijn, hetgeen bij gevaar het g De onderkant, voet genaamd, bestaat uit bundeling van spieren en klieren, zodat "i het dier zich kruipend voortbeweegt. De 37 spieren trekken zich wisselend samen, zo- 33 dat er een golvende beweging ontstaat en het dier zo vooruitschuift (slakkengang). Tegelijkertijd wordt er overvloedig een slijmstof afgegeven, zodat er een slijmspoor *2g ontstaat. Met dat slijm wordt de voet ge smeerd, zodat slijtage beperkt blijft bij het kruipen over scherpe bestanddelen van de grond. Ooit is er een laboratoriumproef ge daan, waarbij de slak ongedeerd over de scherpe kant van een scheermes kroop! De ingewandsorganen liggen bij de slak aan de bovenkant veilig opgeborgen in een te, gevormd door een huidplooi, in de vorm van een mantel. Bij slakken met een 'huis' worden deze organen in de schelp bewaard. Hoewel een slak nimmer een snelheidsma niak kan worden, is zijn waarnemingsver- 165 mogen heel snel. Aan de voorkant van het lichaam vallen zijn oogtentakels op. Het dier kan er licht en donker mee.onderschei- den. Bij gevaar, het lichteffect verandert daardoor, trekt hij de tentakels bliksemsnel in en probeert zich veilig te stellen door in de grond of onder het gebladerte te verdwij- Britten beginnen in tien gebieden onderzoek naar effecten op gezondheid De kwaliteit van de lucht wordt bijna geheel bepaald door wat er op en aan het aardoppervlak gebeurt. foto gpd Het is misschien wel een heel bekend beeld voor de meesten van ons: kinderen die vrijwel altijd verkouden zijn, of lopen te hoesten. Of volwassenen die elke vakan tie in de bergen, of gewoon ver weg van grote steden, tot de ontdekking komen dat ze steeds vrijer en frisser kun nen ademen dan thuis. Door luchtstromingen deze foto laat iets van de werking van de orkaan Florence zien, die rond 13 november woedde boven de Atlantische Oceaan worden de miljoenen tonnen vuil die jaarlijks in de atmosfeer terechtkomen, over de hele wereld verspreid. BEN APELDOORN GPD 'Tja, die luchtvervuiling ook' hoor je dan vaak. In Nederland zitten we wat dat betreft bijna op de eerste rij. De 'Lage Landen' lig gen zo ongeveer gelijk met de zeespiegel, behoren tot de dichtstbevolkte landen ter wereld en zijn bovendien bezaaid met in dustrieën, steden en wegen die, vooral in de Randstad, steeds vaker door duizenden ronkende voertuigen dichtslibben. Op windstille, warme zomerdagen verza melen de duizenden tonnen gassen zich vlak boven het aardoppervlak en vormen daar, onder invloed van zonlicht, fotoche- mische smog, met onder meer het voor on ze luchtwegen bijzonder schadelijke ozon. Mensen met ademhalingsproblemen, vooral kinderen met hun veel gevoeliger luchtwegen, zien elke zomer met angst en beven hete perioden tegemoet wanneer fa- Grieks- en autogassen zich onder haidnek- kige inversielagen verzamelen en de anders blauwe daghemel een steeds troebeler aan- zien krijgt. Binnen, in de meeste woningen, is het al niet veel beter; niet alleen dringt de vervuil de buitenlucht naar binnen, maar ook wordt in de helft van de huishoudens nog eens stevig gerookt door minstens één per soon. (Om nog maar te zwijgen van andere ongezonde gewoonten zoals te vet eten, te veel alcohol, te weinig lichaamsbeweging, stress en te weinig rust.) Het maakt de vraag, wat nu eigenlijk de effecten van de luchtvervuiling op onze ge zondheid zijn, vrijwel niet te beantwoorden. Astma In Groot-Brittannië gaat men dat tóch pro beren. De Britse regering heeft een bedrag van bijna veertien miljoen gulden uitgetrok ken voor een gezondheidsonderzoek dat zal worden uitgevoerd onder auspiciën van de British Medical Research Council (BMRC). Het onderzoek zal gebeuren in tien (indus- trie)gebieden die bekend staan om hun luchtvervuiling èn een daar voorkomend, hoger percentage mensen met aandoenin gen aan de luchtwegen. Dié gebieden wa ren uit een eerder onderzoek naar voren ge komen en wat men nu gaat doen, is probe ren een duidelijke(r) relatie te leggen tussen de kwalen en de vervuiling. „Het is geen overbodige luxe", zegt long arts Kenneth Caiman, verbonden aan het Britse ministerie van volksgezondheid. „Astma en andere aandoeningen aan lon gen en luchtwegen nemen hand over hand toe. Het is absoluut noodzakelijk daar de oorzaken van te kennen en dan natuurlijk iets aan die oorzaken te doen". In september verscheen een rapport van Caiman's hand over de verontrustende toe name van vooral astmatische verschijnse len, met name in de gebieden waar nu de onderzoeken zullen worden gehouden. Vol gens Caiman zal het dagelijkse leefpatroon van zoveel mogelijk mensen in kaart wor den gebracht, welke ligging hun woningen ten opzichte van industriegebieden inne men, en wat die industrieën allemaal aan stoffen de lucht inblazen. Snuffelaars In de onderzoeksgebieden zullen meetpa- len ('snuffelaars') worden geplaatst die ge regeld luchtanalyses doen en verder over heersende windrichtingen en temperaturen zullen meten. Van de onderzoekspersonen zullen geregeld bloed en ademtests worden afgenomen. Bij de te verwerken gegevens behoren ook plaatselijke weerkaarten die elk etmaal door de Britse Meteorologische Dienst zul len worden verstrekt. „We willen een zo compleet mogelijk beeld hebben van de factoren die een rol spelen", vindt Caiman. „Alleen zo kunnen we betrouwbare stan daardwaarden afleiden waarmee gezond heidsaspecten kunnen worden vergeleken". Hij noemt als voorbeeld een woning die ten zuiden van een fabriekscomplex ligt, maar waarbij de wind hoofdzakelijk uit het zuiden waait. „Die personen hebben dan veel minder last van de uitstoot van die fa- LONDEN NICHOLAS SCHOON THE INDEPENDENT De Britse overheid heeft de hulp ingeroe pen van Nederlandse milieudeskundigen om een veertigtal meren in de Britse Nor folk Broads van de ecologische ondergang te redden. De meren restanten van oude veenafgravingen waren ooit waardevolle natuurmonumenten met een schat aan planten, vissen en vogels. Maar vanaf de ja ren vijftig heeft toenemende chemische vervuiling ervoor gezorgd dat de plassen zijn veranderd in natuurarme, donkere poe len. De schuldigen waren fosfaten in afvalwa ter en stikstof bemesting van omliggende akkers. Deze chemicaliën bemestten het heldere water, waardoor een dichte algen- groei ontstond. De microscopisch kleine plantjes vertroebelden het water, waardoor het zonlicht de bodem van de plassen niet meer bereikte. Bovendien werd alle be schikbare zuurstof door de algen gebruikt. Waterplanten en de meeste vissoorten stierven af en op de bodems hoopte zich een rottende laag sediment op van afgestor ven dierlijke en plantaardige organismen, hoofdzakelijk algen. Zolang deze chemische bemesting voort duurde, bestond er geen enkele hoop voor de dichtslibbende veenplassen. Pas toen het regionale waterschap van Norfolk zich onlangs bereid toonde om de negen omlig gende rioolwaterzuiveringsinstallaties uit te rusten met betere reinigingsapparatuur gl oorde er weer hoop. Natuurbeschermers gingen onmiddellijk aan de slag. Met grote pompinstallaties werden duizenden tonnen sediment weg gezogen. Overlevende kleine vissoorten werden weggevangen, omdat ze het water- vlooienbestand te veel aantastten. De wa tervlooien waren nodig voor het opeten van de algen, die moeilijk op een andere ecolo gisch verantwoorde manier te verwijderen zijn. Dankzij deze maatregelen is het water in de meren aanzienlijk opgehelderd, maar toch zijn op de bodem groeiende water planten er vooralsnog niet in geslaagd hun plaats in het plaatselijke eco-systeem te heroveren. Om te onderzoeken waarom, is nu de hulp van Nederlandse deskundigen ingeroepen. De Nederlandse botanicus Hans Schutten voert momenteel een onderwaterexperi ment uit met plastic potten, gevuld met bo- Half oktober 1992 is de lande lijke actie 'Rijd óók minder' be gonnen. Dertien organisaties proberen op die manier in het belang van het milieu het aan tal autokilometers in twee jaar met ten minste 4,5 miljoen te rug te dringen. Dat is het aan tal dat minder met de auto werd gereden tijdens de vorige actie 'Halveer het autoverkeer". Tot de deelnemers behoort on ze redacteur Jan Preenen. Op onregelmatige tijden doet hij daarvan verslag. LEIDEN/HAARLEM JAN PREENEN Vroege vogels zijn bij de Neder landse Spoorwegen niet in tel. De meeste ritten rond zes uur 's morgens zijn al uit de dienstre geling gehaald en aan degenen die zonodig toch vóór zevenen willen reizen, wordt nauwelijks aandacht besteed. Er rijdt een trein, er wordt zelfs een machi nist bij geleverd, als je geluk (of juist pech) hebt komt een con ducteur langs en verder zoek je het maar uit. Dat geldt vooral in Leiden. Koffie is niet te krijgen. Vaak is maar één loket open en infor matie is op de perrons meestal op de bon. Als de NS in hun on eindige goedheid besluiten om alle in- en uitstappers op het Leidse station een presentje aan te bieden als compensatie voor alle ongerief rond de verbou wing, dan zien de voor-dag-en- dauwpassagiers daar niets van terug. Twee jaar geleden werd een schoenpoetssetje uitgedeeld als 'goedmakertje voor de stoffige schoenen'. Vorig jaar werd een doolhofspelletje aangeboden en gisteren volgde een narcisachti ge bol. Prachtig. In cadeauver pakking, tien bij tien centimeter en als het even meezit dan ko men er meerdere bloemen uit één bol. Dat heb ik althans van horen zeggen. Van de 'persvoor lichting voor de bouw van het station'. „O, u heeft niets gekregen. Dat is nou jammer." Hoe laat ik reis? 6.47 uur. "Naar Haarlem. Dat is dus veel te vroeg. „Er is een keuze gemaakt voor de spitsuren. Dan heb je de meeste reizigers. Bovendien moet je ook al die mensen indelen die de bollen uitdelen." Stom dat ik dat niet eerder had bedacht. Ik had dus gewoon later naar mijn werk moeten gaan. Dan had ik er wel bij gehoord. Mensen die vroeg reizen, slaapwandelen kennelijk en hebben blijkbaar geen last van omleidingen en gladde vloeren. „O, maar dat is het niet hoor. U hoort er wel bij. Ik kan de bol zo toesturen, of wilt u 'm morgen zelf afhalen bij het loket? Dan heeft u 'm eer der." Nu blijkt dat ik en al die ande ren nog altijd als volwaardige le den van de familie Spoor wor den beschouwd, maak ik maar meteen van de gelegenheid ge bruik om de banden maar hele maal aan te trekken. Aan begrip voor andere klachten is geen ge brek. Dat er om kwart voor ze ven nog geen koffie is, wordt doorgegeven aan de business- manager en wat de gladde vloer betreft, ach, daar moet ik niet zo moeilijk over doen. „Er wordt een heleboel ge schreven, maar wat is er nou al les hij elkaar gebeurd. Sinds juni vorig jaar zijn slechts zes men sen gevallen en dat had niet eens altijd met de vloer te ma ken. Sommigen hadden wat blauwe plekken en iemand heeft z'n pols gebroken. Verve lend, maar alles bij elkaar valt het wel mee. Aan de vloer kun nen we weinig doen. Met een schoonmaakmiddel wordt ge probeerd de vloer wat stroever foto epa brieken dan de mensen die ten Noorden van dat complex wonen". Caiman denkt dat de uitkomsten van het onderzoek van groot belang kunnen zijn voor andere dichtbevolkte (industrie)gebie- den in met name Europa. Volgens een be gin november in Kopenhagen verschenen rapport van het Europese Milieu Agent schap leven, alleen al in West-Europa, bijna 120 miljoen mensen onder ronduit onge zonde omstandigheden wat betreft de kwa liteit van de lucht. Grootste boosdoener is het intensieve verkeer in grote steden; niet alleen de uit stoot van gassen, maar ook het dag en nacht voortdurende lawaai zijn van grote invloed op het welzijn van al die mensen. Een woordvoerder van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) beaamt dat in Nederland klachten aan ademhalingsorga nen sterk toenemen en dat dat met name het beeld in grote steden is, waar de huis vestingsproblematiek grotere prioriteit heeft dan leefbaarheid. „Steeds meer groen wordt opgeofferd aan woningen. En juist dat groen is hard nodig, niet alleen voor zuivering van de lucht. Meer woningen be tekent dan ook nog eens meer auto's. Het is de omgekeerde wereld; gemeenten zouden dat moeten inzien". demsediment uit de vervuilde meren. De plastic potten staan op anderhalve meter diepte op de bodem van één van de meren en 2ijn beplant met drie soorten waterplan ten. Om de nieuwe aangroei te beschermen tegen vraat door watervogels, zoals meer koeten en zwanen, is er een stalen kooi om heen geplaatst. Schutten snorkelt regelmatig in het ijs koude water in deze kooien, om gegevens te verzamelen over de chemische samenstel ling van het sediment en de eventuele groei van de planten. Aan de hand van deze in formatie probeert Schutten de oorzaak van de stagnerende plantengroei te achterhalen. Dat juist Nederlandse wetenschappers de expertise in huis hebben om een dergelijk onderzoek uit te voeren, komt doordat de Nederlandse binnenwateren al jarenlang ernstig zijn aangetast door overbemesting en Nederlandse onderzoekers pionierswerk hebben verricht op het gebied van het her stellen van natuurlijke biotopen. Het onderzoek in de Norfolk Broads zal enkele jaren in beslag nemen en wordt ge deeltelijk gefinancierd door de Europese Unie. MARGREET HESLINGA temaken." Aan de andere kant van de spoorlijn, in Haarlem, staat de koffie vanaf zes uur 's morgens wèl klaar. Maar daarmee lijkt de service meteen ook op te hou den. Als ik telefonisch meer te weten wil komen over de ver bouwing in Haarlem, word ik via het openbaar vervoemum- mer 06-9292 doorverwezen naar Klantenservice van NS in Utrecht. Daar krijg ik een Haar lems nummer, dat echter al sinds 1 mei van dit jaar is afge sloten. Uiteindelijk kom ik via de restauratie terecht bij het antwoordapparaat van de busi ness-manager, die zich gelukkig al snel meldt. De vraag is of ook NS Haar lem zo attent is om de reizigers wat cadeau te doen als tegen prestatie voor alle overlast. „Nee. Hoe arrogant het ook mo ge klinken: ons cadeau aan de mensen is, dat we er een prach tig station van maken. Daar kunt u dus straks ook van profi teren. Perrons worden gereno veerd, er komen liften, gevels worden gereinigd, enzovoort. In april wordt het allemaal opgele verd." Ik weet niet hoe snel ik de man kan bedanken. Zo'n ca deau kan ik in elk geval niet missen. Hoe vroeg ik ook reis. Greenpeace werpt stripboek in strijd tegen chloor DEN HAAG GPD Greenpeace gooit een nieuw middel in de strijd tegen de milieuvervuiling: het strip boek Het Chloorcomplot. De milieu-organi satie wil de gevaren van het gebruik van chloor op speelse wijze onder de aandacht brengen van de jeugd. Volgens Greenpeace is de bundel niet al leen voor jongeren bedoeld. Ook ouderén zouden plezier beleven aan de avonturen van Linda en Peter, die meedoen aan de Greenpeace-actie tegen een chloortrans- port. De chloortrein ontspoort tijdens de actie en de politie beschuldigt de milieu or ganisatie van sabotage. Linda en Peter spo ren de daders op, maar raken daarbij ver strikt in een hachelijk avontuur. Auteur van het verhaal is de debutant Harry Jansen, psycholoog en stripfanaat. Voormalig reclametekenaar Richard van der Pol is verantwoordelijk voor de plaatjes. De milieu-organisatie brengt het boek op de markt in samenwerking met de jonge uitge verij KBIJ in Oisterwijk. Van elk van de 5.000 exemplaren die worden verkocht, ontvangt Greenpeace 1,50 gulden. Uitgever Th. Caravantis wil met de uitga ve aantonen dat hij in staat is een milieu vriendelijk geproduceerd boek op de markt te brengen dat de vergelijking met conven tioneel geproduceerde boeken glansrijk doorstaat. Het boek ligt vanaf 25 november in de winkel en kost 12,50 gulden. BUITENLEVEN Binnen afzienbare tijd zullen in de oceanen geen walvissen meer zwemmen en zullen er geen olifanten meer voortstappen over de Afrikaanse savannen, jammer, maar hun verdwijning zal de natuur beslist niet ontre gelen. Het zijn meestal de kleine beestjes die onmisbaar zijn: schepselen die de voet van voedselpiramides vormen. Wordt immers de top van een piramide ver wijderd, dan blijft de constructie overeind; maar is het de basis die weggehaald wordt, dan stort de boel in. Het kleine ligt ten grondslag aap het grote; en wie het kleine niet eert is het grote niet weerd. Daarom staan we eens een ogenblik stil bij zo'n kleine jongen, de regenworm, die groot van daden blijkt: in de loop van de natuur lijke historie is de gehele bovenlaag van de wereldbol door wormeningewanden heen gegaan; van elke hectare grond wordt jaar lijks twintig ton aarde door regenwormen verwerkt. Ze doen dit door zich er letterlijk doorheen te vreten. De grond die er van voren ingaat, komt er aan de achterkant weer uit. Onder weg wordt ze vermalen en wat erin zit aan organisch materiaal vooral plantenres ten, maar ook insekte-eitjes, larven en nieti ge diertjes wordt verteerd en in het wor melichaam opgenomen. De onverteerde rest wordt, vermengd met kalk en andere nuttige stoffen, uitgescheiden op de grond of vlak onder het oppervlak. Zo komen kostbare mineralen en andere onontbeerlijke bouwmaterialen, die door het regenwater naar diepere aardlagen wer den gespoeld, weer naar boven om daar voedsel te verschaffen aan plantenwortels. Grond die niet op deze wijze wordt bewerkt verarmt binnen de kortst mogelijke tijd. Een stuk echt goed land krioelt dan ook van de wormen.'Op een enkele hectare zijn het er wel vijf tot acht miljoen. Bakerpraatjes Dit nijvere werkvolk wordt gevormd door achtentwintig inheemse soorten, waarvan de grote regenworm de bekendste en de tal rijkste is. Toch weten we minder van hem af dan van olifanten en walvissen. Het aantal bakerpraatjes dat over de glibberige gron deter gaat is groot; en niet minder talrijk zijn de misverstanden en te berde gebrach te onzin. Laten we hem dus allereerst eens op z'n feitelijkheden bekijken. Een regenworm bestaat uit honderdvijftig segmenten, die als ringen een langgerekt spijsverteringskanaal omsluiten, alsmede een zenuwstrengen twee bloedvaten, waar van de bovenste het bloed naar voren doet stromen en de onderste naar achteren. Een primitief hart vormt de pomp. Over een eigen gezicht beschikt de worm niet: hij bezit geen ogen, neus of oren. Daar waar de mond zit is de kop. Dit puntige kopje wordt tussen bodemdeeltjes gedrukt, waarna sterke spieren het lange lijf over de volle lengte samentrekken, met als gevolg dat de borstelige lichaamsharen recht over eind gaan staan, hierdoor greep krijgend op de omringende aarde, en de worm voort stuwen wanneer deze zich weer strekt. Deze beweging maakt het beest onafgebro ken. Door dit gestaag gegraaf, massaal ver richt, wordt de grond rul en los, zodat er water en lucht in kunnen doordringen. Dit heeft tot gevolg dat bacteriën en schimmels de kans krijgen hun werk te doen: het afbre ken van afgestorven materiaal en het om zetten ervan in nitraten en andere voor planten bijzonder belangrijke voedingsstof fen. Bovendien volgen plantewortels graag de weg van de minste weerstand en dus hel netwerk van wormegangetjes, hetgeen de ontwikkeling van het wortelstelsel ten goe de komt. Verdampen Een nuttig beestje dus, de worm, maar de lofzang is nog niet afgelopen! Wormen zor gen bovendien vóór extra bemesting. En wel door afgevallen bladeren de grond in te trekken. Loofbomen verliezen, zoals u buiten kunt waarnemen, in de herfst hun bladertooi. Dat doen ze omdat 's winters de bodem- temperatuur zo laag is, dat de wortelfunc ties nagenoeg gestremd zijn. De fijne wor telharen zijn dan niet in staat water op te Als de boom gedurende de winter vol bla deren zou zitten, zouden deze onvermin derd water blijven verdampen, terwijl de aanvoer daarvan vrijwel nihil is. De boom zou dus uitdrogen. Om dit te voorkomen werpen bomen in koele streken hun ver dampend oppervlak, hun bladerdek, af. Houtluizen, slakken, duizendpoten, klein grut van allerlei slag en soort, maar vooral regenwormen ondernemen in herfst en winter de aanval op het gevallen blad. Regenwormen breken meer bladeren af dan alle overige bodemdieren samen. Ze trek ken de bladeren aan de punt de grond in om ze daar, waar ze veilig zijn voor honge rige viervoeters en vogels, op te eten of te bewaren. Wormen kunnen de harde cellulose van hel blad verteren, maar veel van wat ze eten wordt vrijwel onveranderd, maar wel sterk verkleind, weer uitgescheiden. Deze verklei ning versnelt de verdere afbraak door een- celligen. Zo komen de restanten en afgebro ken bouwstenen van de Hora weer in de bo dem terecht om straks als nieuw voedsel te dienen. De bomen geven hun bladeren als voedsel aan de wormen en de wormen geven het als voedsel aan hen terug. THEOSCHILDKAMP

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 7