Tja, die luchtvervuiling...
Zo'n cadeau kan ik niet missen
Natuur Milieu
plakken (1)
Nederlandse milieudeskundige helpt Britten
Gestaag graven
f
lINSDAG 22 NOVEMBER 1994
ate)
le
;en
NATUURLIJK
lPPa f"
bed 11
Meata
let is niet mijn bedoeling om op alle slak-
10Q en zout te leggen, maar wel een pleidooi te
irech i°uc'en voor het welzijn van de slak. Aan-
3 0( eiding hiertoe is de vraag die mij gesteld
Jerzo verch we^ nut slakken voor de natuur heb-
u len.
Ms in het avonddonker het tuinpad glibbe-
ig is vanwege de aardslakken die hun
ïachtarbeid verrichten met het verorberen
bladgroen, ja dan is het begrijpelijk dat
nen zich afvraagt welke bijdrage de slak
et co?an het natuurleven geeft; anders gezegd,
ïeeft een slakkeleven wel doel en beteke-
lis?
Het antwoord kan komen door te letten op
_j )ouw en leefwijze van slakken, zowel
g lardslak als huisjesslak,
pj nhet wetenschappelijk ordeningssysteem
v jjn slakken geplaatst in de grote stam der
Weekdieren. Die naam is zo gekozen omdat
inwendig skelet bezitten, zoals
dat bij gewervelde dieren het geval is. Al
ïeel lange tijd zijn slakken op onze planeet
^aanwezig; vondsten van fossielen komen in
Jiet Cambrium voor, zo'n 600 miljoen jaren
o ;eleden en vandaag de dag hebben ze nog
laan!,iets aan levenslust verloren.
De naam weekdier zou kunnen suggereren
dat het dieren betreft die niet sterk zijn en
lat het maar slappe wezens zijn. Niets is
ninder waar. De weekdieren en dus ook de
slakken, spelen hun partij nog steeds krach-
iaam weekdier is een letterlijke
vertaling van het woord Mollusca, en mollis
week, dus...
kenmerkend voor de weekdieren zijn de
jespierde voet en de beschermende functie
/an de huidplooi, mantel genoemd. De
fyneeste weekdieren leven in de zee; sommi-
n het zoete water en dan nog enkele op
land, zoals bijvoorbeeld de aardslak en
01 de wijngaardslak.
jDe aardslak (wegslak, slaslak) behoort tot,
a de kleine groep van longslakken die reeds
n het Carboontijdperk aanwezig waren. De
slakken die door middel van longen ade-
een toch wel heel bijzondere
;roep.
n de loop der evolutie zijn enkele weekdie-
zout en zoet water bewonende dieren,
land gekropen. Nog steeds hebben ze
water nodig, hoewel hun ademhalings-
eem berust op de aanwezigheid van
,óngen.
Aardslakken behoren tot de groep der
naaktslakken. Ze hebben een vochtige,
vruchtbare grond nodig; sommigen bren
gen het grootste deel van hun leven onder
rs de grond door.
Zij voeden zich hoofdzakelijk met schim
mels en vullen hun rantsoen verder aan
groene planten en dan bij voorkeur
met verleppende en verrottende exem-
late plaren. Met hun rasptong en harde kaak
late worden kleine voedseldeeltjes naar het
darmkanaal vervoerd.
izelfsprekend, dat de aardslak ei
genlijk een nachtdier is; in de nacht is de
'erdamping gering. Het dier laat wel een
duidelijk spoor van zijn nachtelijk onderne
men achter.
de aardslak, als die zich in de lengte
richting voortbeweegt, zien we alleen maar
boven- en onderkant, alsmede de sprieten
n de voorkant als die tenminste niet
ELD
ingetrokken zijn, hetgeen bij gevaar het g
De onderkant, voet genaamd, bestaat uit
bundeling van spieren en klieren, zodat
"i het dier zich kruipend voortbeweegt. De
37 spieren trekken zich wisselend samen, zo-
33 dat er een golvende beweging ontstaat en
het dier zo vooruitschuift (slakkengang).
Tegelijkertijd wordt er overvloedig een
slijmstof afgegeven, zodat er een slijmspoor
*2g ontstaat. Met dat slijm wordt de voet ge
smeerd, zodat slijtage beperkt blijft bij het
kruipen over scherpe bestanddelen van de
grond. Ooit is er een laboratoriumproef ge
daan, waarbij de slak ongedeerd over de
scherpe kant van een scheermes kroop!
De ingewandsorganen liggen bij de slak aan
de bovenkant veilig opgeborgen in een
te, gevormd door een huidplooi, in de
vorm van een mantel. Bij slakken met een
'huis' worden deze organen in de schelp
bewaard.
Hoewel een slak nimmer een snelheidsma
niak kan worden, is zijn waarnemingsver-
165 mogen heel snel. Aan de voorkant van het
lichaam vallen zijn oogtentakels op. Het
dier kan er licht en donker mee.onderschei-
den. Bij gevaar, het lichteffect verandert
daardoor, trekt hij de tentakels bliksemsnel
in en probeert zich veilig te stellen door in
de grond of onder het gebladerte te verdwij-
Britten beginnen in tien gebieden onderzoek naar effecten op gezondheid
De kwaliteit van de lucht wordt bijna geheel bepaald door wat er op en
aan het aardoppervlak gebeurt.
foto gpd
Het is misschien wel een heel bekend beeld voor de
meesten van ons: kinderen die vrijwel altijd verkouden
zijn, of lopen te hoesten. Of volwassenen die elke vakan
tie in de bergen, of gewoon ver weg van grote steden, tot
de ontdekking komen dat ze steeds vrijer en frisser kun
nen ademen dan thuis.
Door luchtstromingen deze foto laat iets van de werking van de orkaan Florence zien, die rond 13 november woedde
boven de Atlantische Oceaan worden de miljoenen tonnen vuil die jaarlijks in de atmosfeer terechtkomen, over de hele
wereld verspreid.
BEN APELDOORN GPD
'Tja, die luchtvervuiling ook' hoor je dan
vaak. In Nederland zitten we wat dat betreft
bijna op de eerste rij. De 'Lage Landen' lig
gen zo ongeveer gelijk met de zeespiegel,
behoren tot de dichtstbevolkte landen ter
wereld en zijn bovendien bezaaid met in
dustrieën, steden en wegen die, vooral in de
Randstad, steeds vaker door duizenden
ronkende voertuigen dichtslibben.
Op windstille, warme zomerdagen verza
melen de duizenden tonnen gassen zich
vlak boven het aardoppervlak en vormen
daar, onder invloed van zonlicht, fotoche-
mische smog, met onder meer het voor on
ze luchtwegen bijzonder schadelijke ozon.
Mensen met ademhalingsproblemen,
vooral kinderen met hun veel gevoeliger
luchtwegen, zien elke zomer met angst en
beven hete perioden tegemoet wanneer fa-
Grieks- en autogassen zich onder haidnek-
kige inversielagen verzamelen en de anders
blauwe daghemel een steeds troebeler aan-
zien krijgt.
Binnen, in de meeste woningen, is het al
niet veel beter; niet alleen dringt de vervuil
de buitenlucht naar binnen, maar ook
wordt in de helft van de huishoudens nog
eens stevig gerookt door minstens één per
soon. (Om nog maar te zwijgen van andere
ongezonde gewoonten zoals te vet eten, te
veel alcohol, te weinig lichaamsbeweging,
stress en te weinig rust.)
Het maakt de vraag, wat nu eigenlijk de
effecten van de luchtvervuiling op onze ge
zondheid zijn, vrijwel niet te beantwoorden.
Astma
In Groot-Brittannië gaat men dat tóch pro
beren. De Britse regering heeft een bedrag
van bijna veertien miljoen gulden uitgetrok
ken voor een gezondheidsonderzoek dat zal
worden uitgevoerd onder auspiciën van de
British Medical Research Council (BMRC).
Het onderzoek zal gebeuren in tien (indus-
trie)gebieden die bekend staan om hun
luchtvervuiling èn een daar voorkomend,
hoger percentage mensen met aandoenin
gen aan de luchtwegen. Dié gebieden wa
ren uit een eerder onderzoek naar voren ge
komen en wat men nu gaat doen, is probe
ren een duidelijke(r) relatie te leggen tussen
de kwalen en de vervuiling.
„Het is geen overbodige luxe", zegt long
arts Kenneth Caiman, verbonden aan het
Britse ministerie van volksgezondheid.
„Astma en andere aandoeningen aan lon
gen en luchtwegen nemen hand over hand
toe. Het is absoluut noodzakelijk daar de
oorzaken van te kennen en dan natuurlijk
iets aan die oorzaken te doen".
In september verscheen een rapport van
Caiman's hand over de verontrustende toe
name van vooral astmatische verschijnse
len, met name in de gebieden waar nu de
onderzoeken zullen worden gehouden. Vol
gens Caiman zal het dagelijkse leefpatroon
van zoveel mogelijk mensen in kaart wor
den gebracht, welke ligging hun woningen
ten opzichte van industriegebieden inne
men, en wat die industrieën allemaal aan
stoffen de lucht inblazen.
Snuffelaars
In de onderzoeksgebieden zullen meetpa-
len ('snuffelaars') worden geplaatst die ge
regeld luchtanalyses doen en verder over
heersende windrichtingen en temperaturen
zullen meten. Van de onderzoekspersonen
zullen geregeld bloed en ademtests worden
afgenomen.
Bij de te verwerken gegevens behoren
ook plaatselijke weerkaarten die elk etmaal
door de Britse Meteorologische Dienst zul
len worden verstrekt. „We willen een zo
compleet mogelijk beeld hebben van de
factoren die een rol spelen", vindt Caiman.
„Alleen zo kunnen we betrouwbare stan
daardwaarden afleiden waarmee gezond
heidsaspecten kunnen worden vergeleken".
Hij noemt als voorbeeld een woning die
ten zuiden van een fabriekscomplex ligt,
maar waarbij de wind hoofdzakelijk uit het
zuiden waait. „Die personen hebben dan
veel minder last van de uitstoot van die fa-
LONDEN NICHOLAS SCHOON
THE INDEPENDENT
De Britse overheid heeft de hulp ingeroe
pen van Nederlandse milieudeskundigen
om een veertigtal meren in de Britse Nor
folk Broads van de ecologische ondergang
te redden. De meren restanten van oude
veenafgravingen waren ooit waardevolle
natuurmonumenten met een schat aan
planten, vissen en vogels. Maar vanaf de ja
ren vijftig heeft toenemende chemische
vervuiling ervoor gezorgd dat de plassen
zijn veranderd in natuurarme, donkere poe
len.
De schuldigen waren fosfaten in afvalwa
ter en stikstof bemesting van omliggende
akkers. Deze chemicaliën bemestten het
heldere water, waardoor een dichte algen-
groei ontstond. De microscopisch kleine
plantjes vertroebelden het water, waardoor
het zonlicht de bodem van de plassen niet
meer bereikte. Bovendien werd alle be
schikbare zuurstof door de algen gebruikt.
Waterplanten en de meeste vissoorten
stierven af en op de bodems hoopte zich
een rottende laag sediment op van afgestor
ven dierlijke en plantaardige organismen,
hoofdzakelijk algen.
Zolang deze chemische bemesting voort
duurde, bestond er geen enkele hoop voor
de dichtslibbende veenplassen. Pas toen
het regionale waterschap van Norfolk zich
onlangs bereid toonde om de negen omlig
gende rioolwaterzuiveringsinstallaties uit te
rusten met betere reinigingsapparatuur gl
oorde er weer hoop.
Natuurbeschermers gingen onmiddellijk
aan de slag. Met grote pompinstallaties
werden duizenden tonnen sediment weg
gezogen. Overlevende kleine vissoorten
werden weggevangen, omdat ze het water-
vlooienbestand te veel aantastten. De wa
tervlooien waren nodig voor het opeten van
de algen, die moeilijk op een andere ecolo
gisch verantwoorde manier te verwijderen
zijn.
Dankzij deze maatregelen is het water in
de meren aanzienlijk opgehelderd, maar
toch zijn op de bodem groeiende water
planten er vooralsnog niet in geslaagd hun
plaats in het plaatselijke eco-systeem te
heroveren. Om te onderzoeken waarom, is
nu de hulp van Nederlandse deskundigen
ingeroepen.
De Nederlandse botanicus Hans Schutten
voert momenteel een onderwaterexperi
ment uit met plastic potten, gevuld met bo-
Half oktober 1992 is de lande
lijke actie 'Rijd óók minder' be
gonnen. Dertien organisaties
proberen op die manier in het
belang van het milieu het aan
tal autokilometers in twee jaar
met ten minste 4,5 miljoen te
rug te dringen. Dat is het aan
tal dat minder met de auto
werd gereden tijdens de vorige
actie 'Halveer het autoverkeer".
Tot de deelnemers behoort on
ze redacteur Jan Preenen. Op
onregelmatige tijden doet hij
daarvan verslag.
LEIDEN/HAARLEM JAN PREENEN
Vroege vogels zijn bij de Neder
landse Spoorwegen niet in tel.
De meeste ritten rond zes uur 's
morgens zijn al uit de dienstre
geling gehaald en aan degenen
die zonodig toch vóór zevenen
willen reizen, wordt nauwelijks
aandacht besteed. Er rijdt een
trein, er wordt zelfs een machi
nist bij geleverd, als je geluk (of
juist pech) hebt komt een con
ducteur langs en verder zoek je
het maar uit.
Dat geldt vooral in Leiden.
Koffie is niet te krijgen. Vaak is
maar één loket open en infor
matie is op de perrons meestal
op de bon. Als de NS in hun on
eindige goedheid besluiten om
alle in- en uitstappers op het
Leidse station een presentje aan
te bieden als compensatie voor
alle ongerief rond de verbou
wing, dan zien de voor-dag-en-
dauwpassagiers daar niets van
terug.
Twee jaar geleden werd een
schoenpoetssetje uitgedeeld als
'goedmakertje voor de stoffige
schoenen'. Vorig jaar werd een
doolhofspelletje aangeboden en
gisteren volgde een narcisachti
ge bol. Prachtig. In cadeauver
pakking, tien bij tien centimeter
en als het even meezit dan ko
men er meerdere bloemen uit
één bol. Dat heb ik althans van
horen zeggen. Van de 'persvoor
lichting voor de bouw van het
station'.
„O, u heeft niets gekregen.
Dat is nou jammer." Hoe laat ik
reis? 6.47 uur. "Naar Haarlem.
Dat is dus veel te vroeg. „Er is
een keuze gemaakt voor de
spitsuren. Dan heb je de meeste
reizigers. Bovendien moet je
ook al die mensen indelen die
de bollen uitdelen." Stom dat ik
dat niet eerder had bedacht. Ik
had dus gewoon later naar mijn
werk moeten gaan. Dan had ik
er wel bij gehoord. Mensen die
vroeg reizen, slaapwandelen
kennelijk en hebben blijkbaar
geen last van omleidingen en
gladde vloeren. „O, maar dat is
het niet hoor. U hoort er wel bij.
Ik kan de bol zo toesturen, of
wilt u 'm morgen zelf afhalen bij
het loket? Dan heeft u 'm eer
der."
Nu blijkt dat ik en al die ande
ren nog altijd als volwaardige le
den van de familie Spoor wor
den beschouwd, maak ik maar
meteen van de gelegenheid ge
bruik om de banden maar hele
maal aan te trekken. Aan begrip
voor andere klachten is geen ge
brek. Dat er om kwart voor ze
ven nog geen koffie is, wordt
doorgegeven aan de business-
manager en wat de gladde vloer
betreft, ach, daar moet ik niet zo
moeilijk over doen.
„Er wordt een heleboel ge
schreven, maar wat is er nou al
les hij elkaar gebeurd. Sinds juni
vorig jaar zijn slechts zes men
sen gevallen en dat had niet
eens altijd met de vloer te ma
ken. Sommigen hadden wat
blauwe plekken en iemand
heeft z'n pols gebroken. Verve
lend, maar alles bij elkaar valt
het wel mee. Aan de vloer kun
nen we weinig doen. Met een
schoonmaakmiddel wordt ge
probeerd de vloer wat stroever
foto epa
brieken dan de mensen die ten Noorden
van dat complex wonen".
Caiman denkt dat de uitkomsten van het
onderzoek van groot belang kunnen zijn
voor andere dichtbevolkte (industrie)gebie-
den in met name Europa. Volgens een be
gin november in Kopenhagen verschenen
rapport van het Europese Milieu Agent
schap leven, alleen al in West-Europa, bijna
120 miljoen mensen onder ronduit onge
zonde omstandigheden wat betreft de kwa
liteit van de lucht.
Grootste boosdoener is het intensieve
verkeer in grote steden; niet alleen de uit
stoot van gassen, maar ook het dag en
nacht voortdurende lawaai zijn van grote
invloed op het welzijn van al die mensen.
Een woordvoerder van de Landelijke
Huisartsen Vereniging (LHV) beaamt dat in
Nederland klachten aan ademhalingsorga
nen sterk toenemen en dat dat met name
het beeld in grote steden is, waar de huis
vestingsproblematiek grotere prioriteit
heeft dan leefbaarheid. „Steeds meer groen
wordt opgeofferd aan woningen. En juist
dat groen is hard nodig, niet alleen voor
zuivering van de lucht. Meer woningen be
tekent dan ook nog eens meer auto's. Het is
de omgekeerde wereld; gemeenten zouden
dat moeten inzien".
demsediment uit de vervuilde meren. De
plastic potten staan op anderhalve meter
diepte op de bodem van één van de meren
en 2ijn beplant met drie soorten waterplan
ten. Om de nieuwe aangroei te beschermen
tegen vraat door watervogels, zoals meer
koeten en zwanen, is er een stalen kooi om
heen geplaatst.
Schutten snorkelt regelmatig in het ijs
koude water in deze kooien, om gegevens te
verzamelen over de chemische samenstel
ling van het sediment en de eventuele groei
van de planten. Aan de hand van deze in
formatie probeert Schutten de oorzaak van
de stagnerende plantengroei te achterhalen.
Dat juist Nederlandse wetenschappers de
expertise in huis hebben om een dergelijk
onderzoek uit te voeren, komt doordat de
Nederlandse binnenwateren al jarenlang
ernstig zijn aangetast door overbemesting
en Nederlandse onderzoekers pionierswerk
hebben verricht op het gebied van het her
stellen van natuurlijke biotopen.
Het onderzoek in de Norfolk Broads zal
enkele jaren in beslag nemen en wordt ge
deeltelijk gefinancierd door de Europese
Unie.
MARGREET HESLINGA
temaken."
Aan de andere kant van de
spoorlijn, in Haarlem, staat de
koffie vanaf zes uur 's morgens
wèl klaar. Maar daarmee lijkt de
service meteen ook op te hou
den. Als ik telefonisch meer te
weten wil komen over de ver
bouwing in Haarlem, word ik
via het openbaar vervoemum-
mer 06-9292 doorverwezen naar
Klantenservice van NS in
Utrecht. Daar krijg ik een Haar
lems nummer, dat echter al
sinds 1 mei van dit jaar is afge
sloten. Uiteindelijk kom ik via
de restauratie terecht bij het
antwoordapparaat van de busi
ness-manager, die zich gelukkig
al snel meldt.
De vraag is of ook NS Haar
lem zo attent is om de reizigers
wat cadeau te doen als tegen
prestatie voor alle overlast.
„Nee. Hoe arrogant het ook mo
ge klinken: ons cadeau aan de
mensen is, dat we er een prach
tig station van maken. Daar
kunt u dus straks ook van profi
teren. Perrons worden gereno
veerd, er komen liften, gevels
worden gereinigd, enzovoort. In
april wordt het allemaal opgele
verd."
Ik weet niet hoe snel ik de
man kan bedanken. Zo'n ca
deau kan ik in elk geval niet
missen. Hoe vroeg ik ook reis.
Greenpeace werpt
stripboek in
strijd tegen chloor
DEN HAAG GPD
Greenpeace gooit een nieuw middel in de
strijd tegen de milieuvervuiling: het strip
boek Het Chloorcomplot. De milieu-organi
satie wil de gevaren van het gebruik van
chloor op speelse wijze onder de aandacht
brengen van de jeugd.
Volgens Greenpeace is de bundel niet al
leen voor jongeren bedoeld. Ook ouderén
zouden plezier beleven aan de avonturen
van Linda en Peter, die meedoen aan de
Greenpeace-actie tegen een chloortrans-
port. De chloortrein ontspoort tijdens de
actie en de politie beschuldigt de milieu or
ganisatie van sabotage. Linda en Peter spo
ren de daders op, maar raken daarbij ver
strikt in een hachelijk avontuur.
Auteur van het verhaal is de debutant
Harry Jansen, psycholoog en stripfanaat.
Voormalig reclametekenaar Richard van der
Pol is verantwoordelijk voor de plaatjes. De
milieu-organisatie brengt het boek op de
markt in samenwerking met de jonge uitge
verij KBIJ in Oisterwijk. Van elk van de
5.000 exemplaren die worden verkocht,
ontvangt Greenpeace 1,50 gulden.
Uitgever Th. Caravantis wil met de uitga
ve aantonen dat hij in staat is een milieu
vriendelijk geproduceerd boek op de markt
te brengen dat de vergelijking met conven
tioneel geproduceerde boeken glansrijk
doorstaat. Het boek ligt vanaf 25 november
in de winkel en kost 12,50 gulden.
BUITENLEVEN
Binnen afzienbare tijd zullen in de oceanen
geen walvissen meer zwemmen en zullen er
geen olifanten meer voortstappen over de
Afrikaanse savannen, jammer, maar hun
verdwijning zal de natuur beslist niet ontre
gelen. Het zijn meestal de kleine beestjes
die onmisbaar zijn: schepselen die de voet
van voedselpiramides vormen.
Wordt immers de top van een piramide ver
wijderd, dan blijft de constructie overeind;
maar is het de basis die weggehaald wordt,
dan stort de boel in. Het kleine ligt ten
grondslag aap het grote; en wie het kleine
niet eert is het grote niet weerd.
Daarom staan we eens een ogenblik stil bij
zo'n kleine jongen, de regenworm, die groot
van daden blijkt: in de loop van de natuur
lijke historie is de gehele bovenlaag van de
wereldbol door wormeningewanden heen
gegaan; van elke hectare grond wordt jaar
lijks twintig ton aarde door regenwormen
verwerkt.
Ze doen dit door zich er letterlijk doorheen
te vreten. De grond die er van voren ingaat,
komt er aan de achterkant weer uit. Onder
weg wordt ze vermalen en wat erin zit aan
organisch materiaal vooral plantenres
ten, maar ook insekte-eitjes, larven en nieti
ge diertjes wordt verteerd en in het wor
melichaam opgenomen. De onverteerde
rest wordt, vermengd met kalk en andere
nuttige stoffen, uitgescheiden op de grond
of vlak onder het oppervlak.
Zo komen kostbare mineralen en andere
onontbeerlijke bouwmaterialen, die door
het regenwater naar diepere aardlagen wer
den gespoeld, weer naar boven om daar
voedsel te verschaffen aan plantenwortels.
Grond die niet op deze wijze wordt bewerkt
verarmt binnen de kortst mogelijke tijd. Een
stuk echt goed land krioelt dan ook van de
wormen.'Op een enkele hectare zijn het er
wel vijf tot acht miljoen.
Bakerpraatjes
Dit nijvere werkvolk wordt gevormd door
achtentwintig inheemse soorten, waarvan
de grote regenworm de bekendste en de tal
rijkste is. Toch weten we minder van hem af
dan van olifanten en walvissen. Het aantal
bakerpraatjes dat over de glibberige gron
deter gaat is groot; en niet minder talrijk
zijn de misverstanden en te berde gebrach
te onzin. Laten we hem dus allereerst eens
op z'n feitelijkheden bekijken.
Een regenworm bestaat uit honderdvijftig
segmenten, die als ringen een langgerekt
spijsverteringskanaal omsluiten, alsmede
een zenuwstrengen twee bloedvaten, waar
van de bovenste het bloed naar voren doet
stromen en de onderste naar achteren. Een
primitief hart vormt de pomp.
Over een eigen gezicht beschikt de worm
niet: hij bezit geen ogen, neus of oren. Daar
waar de mond zit is de kop. Dit puntige
kopje wordt tussen bodemdeeltjes gedrukt,
waarna sterke spieren het lange lijf over de
volle lengte samentrekken, met als gevolg
dat de borstelige lichaamsharen recht over
eind gaan staan, hierdoor greep krijgend op
de omringende aarde, en de worm voort
stuwen wanneer deze zich weer strekt.
Deze beweging maakt het beest onafgebro
ken. Door dit gestaag gegraaf, massaal ver
richt, wordt de grond rul en los, zodat er
water en lucht in kunnen doordringen. Dit
heeft tot gevolg dat bacteriën en schimmels
de kans krijgen hun werk te doen: het afbre
ken van afgestorven materiaal en het om
zetten ervan in nitraten en andere voor
planten bijzonder belangrijke voedingsstof
fen.
Bovendien volgen plantewortels graag de
weg van de minste weerstand en dus hel
netwerk van wormegangetjes, hetgeen de
ontwikkeling van het wortelstelsel ten goe
de komt.
Verdampen
Een nuttig beestje dus, de worm, maar de
lofzang is nog niet afgelopen! Wormen zor
gen bovendien vóór extra bemesting. En
wel door afgevallen bladeren de grond in te
trekken.
Loofbomen verliezen, zoals u buiten kunt
waarnemen, in de herfst hun bladertooi.
Dat doen ze omdat 's winters de bodem-
temperatuur zo laag is, dat de wortelfunc
ties nagenoeg gestremd zijn. De fijne wor
telharen zijn dan niet in staat water op te
Als de boom gedurende de winter vol bla
deren zou zitten, zouden deze onvermin
derd water blijven verdampen, terwijl de
aanvoer daarvan vrijwel nihil is. De boom
zou dus uitdrogen. Om dit te voorkomen
werpen bomen in koele streken hun ver
dampend oppervlak, hun bladerdek, af.
Houtluizen, slakken, duizendpoten, klein
grut van allerlei slag en soort, maar vooral
regenwormen ondernemen in herfst en
winter de aanval op het gevallen blad.
Regenwormen breken meer bladeren af dan
alle overige bodemdieren samen. Ze trek
ken de bladeren aan de punt de grond in
om ze daar, waar ze veilig zijn voor honge
rige viervoeters en vogels, op te eten of te
bewaren.
Wormen kunnen de harde cellulose van hel
blad verteren, maar veel van wat ze eten
wordt vrijwel onveranderd, maar wel sterk
verkleind, weer uitgescheiden. Deze verklei
ning versnelt de verdere afbraak door een-
celligen. Zo komen de restanten en afgebro
ken bouwstenen van de Hora weer in de bo
dem terecht om straks als nieuw voedsel te
dienen.
De bomen geven hun bladeren als voedsel
aan de wormen en de wormen geven het
als voedsel aan hen terug.
THEOSCHILDKAMP