I ZATERDAGS BIJVOEGSEL Knock-out door de zondvloed -4i. Piemonte ligt opnieuw onder water. Twee dagen van intense regenval was genoeg om een van de •er welvarendste regio's van Italië op de knieën te krijgen. Rivieren traden buiten hun oevers en zaaiden dood en verderf. Vijfenzestig lichamen zijn inmiddels geborgen, maar gevreesd wordt dat het aantal dodelijke slach tojfers zal oplopen tot boven I de honderd. De schade wordt geschat op tien ?g- miljard gulden. ZATERDAG 12 NOVEMBER 1994 Mederwerkers van het Italiaanse Rode Kruis banen zich per boot een weg door het ondergelopen plaatsje Guastalla. Piemonte ligt opnieuw onder water ls de zon opkomt in Asti blijft het donker. Een zwarte nevel hangt de bruine modderlaag, die heeft genomen van de beroemde wijn- haar landerijen. Politie-agenten en militairen loodsen het verkeer over half weg gevreten wegen, die omzoomd zijn door met modder gevulde auto's en allerlei huisraad. -In de lager gelegen buitenwijken proberen mensen kelders leeg te pompen. Bewoners gehuld in lieslaarzen dragen modder naar -guiten in zakken van de supermarkt. Op de muren van ,de flats is te zien dat het water op i sommige plaatsen ter hoogte van de eerste verdieping is gekomen. Net buiten de stad stroomt de rivier Tanaro, de grote boosdoener.. Het water heeft, zoals men hier zegt, de kleur van 'kof fie met melk' en stroomt weer binnen de oe vers. Het op een vijftig meter afstand staande berkenbos illustreert de kracht die het was sende water heeft gehad: de bomen staan diep gebögen in de stroomrichting, alsof ze zijn bewerkt door een reusachtige kam. Het rivierwater heeft zich teruggetrokken, maar Veel landerijen staan nog blank. Hier en daar vallen de daken te ontwaren van verzwolgen boerderijen. Op een drooggevallen landweg worden omgekomen koeien en kalveren op een vrachtwagen geladen. De lichamen zijn op geblazen, de poten stijf. De boer die het tafe reel gadeslaat, heft de handen ten hemel en roept uit: „Ik ben failliet. Hoe moet ik deze strop overleven? Waarom zijn we niet op tijd gewaarschuwd?" 'De gek' Het zijn woorden die overal in het getroffen gebied opklinken. De eigenaar van een res taurant in het zuidelijker gelegen plaatsje Isola d'Asti zegt: „De ramp zat er aan te ko men, maar niemand heeft alarm geslagen. Zaterdagavond kregen we te horen dat we rustig konden gaan slapen, maar om drie uur stond het water bij me in de zaak. God zijdank heb ik hierachter een diepe kelder: 'het water kwam door de voordeur binnen en stroomde door de achterdeur weer weg. Ik heb hierbinnen niet meer dan vijftig centi meter gehad." Zijn vriend, een boer die Barbera, een van de vele 'edele wijnen' van deze streek, ver bouwt, had minder geluk. „Een groot deel van de ranken is verwoest en ik ben vrijwel al mijn materieel kwijt. Het is erger dan een oorlog", zegt hij gelaten. De klap is hard aangekomen in Piemonte. De regio geldt als een van de rijkste van het land en is beroemd om haar wijn, vlees, truf fels en andere lekkernijen. Piemonte strekt zich uit over 24.000 vierkante kilometer en wordt aan de noord- en de westkant afgeslo ten door de Alpen. Bijna de helft van het ge bied is berglandschap, eenderde bestaat uit heuvels en slechts een klein kwart is laagvlak- De talloze rivieren die Piemonte (letterlijk 'aan de voet van de bergen') doorsnijden, monden uit in de grote rivier de Po, die op haar beurt al het water naar de Adriatische Zee moet brengen. Er hoeft weinig te gebeu ren of het gaat mis, vooral in de regenmaand november. Elk jaar doen zich wel overstro mingen voor. In 1948, 1952 en 1968 hadden grote rampen plaats, die veel levens eisten. De overvolle Po, door de Italianen 'de gek' genoemd, is nu, na de overstromingen in Piemonte, een constante bron van zorg voor de rest van Noord-Italië. Prijs Wethouder Bocchini van het veertig kilome ter ten zuiden van Asti gelegen stadje Canelli heeft ook nu weer moeten ervaren hoe ge vaarlijk de rivieren van Piemonte zijn. De stad, of beter het deel dat in de afgelopen de cennia in het dal van de rivier Belbo is verre zen, werd vorige week zaterdagnacht ver zwolgen. Bocchini staat nu tot zijn kruis in de modder en geeft links en rechts orders. „De situatie is rampzalig. Alle economische acti viteit is vernietigd. We zijn niet gewaar schuwd en hebben de eerste 24 uur eigen handig en zonder materieel de eerste nood moeten lenigen. Als door een wonder is bij ons het aantal slachtoffers beperkt gebleven tot drie", aldus de wethouder. Nu vullen auto's van het leger en het Rode Kruis de straten. Bij een opslagplaats van kunstmest wordt gepoogd een mengsel van blubber, bomen, hekken en plastic zakken weg te zuigen. In het depot van Tosti, een ge renommeerd producent van moscato (mus kaatwijn), is het personeel bezig te redden wat er te redden valt. „We hadden het hier vol staan met bestellingen voor de kerstda gen", zegt de bedrijfsleider. De flessen 'Itali aanse champagne' gaan van hand tot hand, worden bekeken en indien nog goed bevon den in een droge doos gestopt. Wethouder Bocchini, die het geheel bezorgd gadeslaat, merkt op: „Schrijf een beetje aardig over ons. De moscato is onze trots en ook onze belang rijkste bron van inkomsten." Bocchini is ook zelf producent van mosca to. Zijn hedrijf ligt echter hoger en het is niet door de furie van het water aangetast. Hij weigert de industriële vorm van wijnbouw grote velden en weinig terrassen, waardoor het water niet de kans krijgt door de bodem te worden opgenomen te zien als een van de structurele oorzaken van de ramp. „De gevolgen van deze cultuur merk je hooguit na een fikse onweersbui. Deze overstroming is veroorzaakt door een op hol geslagen ri vier, die de 'dijken' op verschillende plaatsen heeft doorbroken. De diepere oorzaken moe ten westwaarts, op grotere hoogten, worden gezocht." Maar misschien is er wel te veel ge bouwd in het dal en is het voor de rivier niet meer mogelijk om haar natuurlijke loop te volgen. De wethouder aarzelt even en zegt dan: „Dit kan waar zijn. Ik heb gehoord dat in een ver verleden de Belbo een andere loop had. Misschien betalen we wel de prijs voor een te enthousiaste uitbreiding van de stad." Ontbossing Er zijn echter ook mensen die de oorzaak er gens anders zoeken. De eigenaar van een fa briek van mandflessen aan de rand van Ca nelli zegt woedend: „Het «is allemaal de schuld van die milieurakkers ik zou ze bij hun ballen willen grijpen. Dankzij hun be moeienis is het verboden om zand en grind van de bodem van de Po weg te halen. Het is logisch dat de rivier de grote waterhoeveelhe- den nu niet meer aankan." Hij maakt een wegwerpgebaar en gaat met twee vrienden verder met het verzamelen van de overal rondslingerende mandflessen. De man gebruikt een argument dat ook door de regering, en met name premier Ber lusconi's rechterhand Previti, naar voren fè hellingen met alleen mono-culturen. In no vember zijn ze gladgeschoren en veranderen ze in een glijbaan. I let water belandt direct In de rivieren, die echter omgevormd zijn tot kanalen. Vroeger hadden rivieren zoals de Tarano een fikse 'uitloop' om het teveel aan water 'op te slaan'. Door de bebouwing is dat niet meer mogelijk; de rivieren raken meteen vol, de snelheid van het water neemt toe en dc gevolgen zien we nu om ons heen.'' Padvinders Er woeden polemieken in Piemonte, maar ook wordt er op grote schaal hulp verleend en met vereende krachten gewerkt aan de wederopbouw. In het zwaar getroffen Alba is het centrale plein omgetoverd In een groot opvang- en coördinatiecentrum. Politie en militairen plannen hun acties, padvinders 'ronselen' vrijwilligers en huisvrouwen koken voor zowel de hulpverleners als de slachtof Iers. Alle activiteiten worden slechts onderbro ken als twee lijkkisten uit de kerk worden go dragen. Het gaat om twee slachtoffers van de overstroming: een 57-jarige oma en haar 5 jarige kleindochter. Zoals veel slachtoffers verkoos de vrouw op het moment dat het water begon te stijgen de straat boven haar huis. „Het kind werd uit haar handen gerukt. Zijzelf wist zich aan een lantaarnpaal vast te grijpen, maar moest het na een half uur op geven", zegt een man ontroerd, terwijl hij net als alle anderen luid applaudiseert. Er is solidariteit in Alba en dat blijkt ook bij de Ferrero-fabriek, producent van zoetwaren als bonbons en het beroemde Nutella. De 200.000 vierkante meter tellende bedrijfs ruimte werd bedolven onder een laag water van twee tot drie meter. De duizend arbei ders zijn echter al dagen in touw om de rnod der te verwijderen. „Net als in 1948", zegt mevrouw Brossa van de PR afdeling, „valt er geen onvertogen woord en is het vanzelfspre- kend dat iedereen de handen uit de mouwen steekt". Een werkneemster die helpt om de duizenden 'Kinder surprise-eieren' op te ve gen waarmee het terrein bezaaid is, zegt dat Ferrero nog steeds een grote familie is. „Wij in Piemonte weten wat werk en solidariteit is", zegt ze strijdvaardig. De vrouw krijgt bijval van Filippe, die voor Ferrero bedrijfsfilms maakt en als enige ge rechtigd is om in de fabriek opnamen te ma ken. „in Ptemonte heem een cultuur waar aan heel Italië een voorbeeld kan nemen. De bars zijn leeg, omdat men hier werkt en weet te reageren op tegenslagen. In 1980 was ik als militair actief in het door een aardbeving gr troffen Napels. Niemand stak er een poot uit en later hoor je dat de gelden voor de weder opbouw in de zakken zijn verdwenen van po litici en mafiosi. Een schande." Filippe, die een overtuigd aanhanger is van de I-ega Nord, juicht het voorstel toe van de econoom Deaglio, die wil dat vanwege de noodsituatie het totale bedrag aan belasting geld dat Piemonte afdraagt aan de centrale staat weer in de regio terugkeert. „We moe ten ophouden om voor Sinterklaas te spelen. Als hier geen geld komt, pakken we schep en beitel en maken we ons morgen los van Ita lië." Inwoners van het dorp Allessandria vegen de modder en rivierklei uit een café. foto reuter claudio papi Op een drooggevallen landweg worden omgekomen koeien en kalveren verzameld. De lichamen zijn opgeblazen, de poten stijf. foto reuter claudio papi gebracht. Previti betoogt ook dat het vele ce ment dat in de nabijheid van rivieren is ver rezen 'onschuldig' is. De milieu-bewegingen steigeren en krijgen bijval van de 'hydrograaf Giuliano Cannata. „Het is verboderiom grind van de rivierbodem te winnen. De Po is nog steeds onderhevig aan erosie en er is volgens alle onderzoeken geen sprake van ophopin gen op de bodem die de stroom belemme ren. Previti haalt twee dingen door elkaar en dat voorspelt niet veel goeds voor de toe komst", aldus Cannata. Volgens hem is de oorzaak van alle ellende niet moeilijk San te wijzen. „Het grondgebied van Piemonte heeft de afgelopen dertig jaar een radicale gedaantewisseling ondergaan, waardoor wel een waterprobleem moest ont staan. Er is sprake van ontbossing op grote schaal ten behoeve van huizen, industrie, wegen, parkeerplaatsen en skihellingen. Het stedelijke gebied in Piemonte is toegenomen van acht naar twintig procent. Er is niets ge daan om infiltratie van het water mogelijk te maken, ook niet in de landbouw. We hebben

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 27