'Afspraken zijn niet bestand tegen politiek van alledag' Feiten &Meningen Stefan Heym, dwarsligger uit roeping WOENSDAG 9 NOVEMBER 1994 Gedecentraliseerd CAO-denken rijp voor rommelzolder Het jachtseizoen wordt stilaan geopend. Ik heb het niet over de wilde beesten, want het openen daarvan is een van de taken van de bisschop van Roermond. Ik heb het over de komendeCAO-onderhandelingen. Zoals bekend gaat het paarse kabinet in zijn plannen uit van een zeer gematigde loonontwikkeling. Het kabinet-Kok wil dat, omdat het denkt dat dat goed is voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid en omdat dit de kosten voor de sociale zeker heid, de werkers in de collectieve sector en de ambtenaren in de hand houdt. Immers indien er in het bedrijfsleven matig wordt verhoogd dan is het voor het kabinet ge makkelijker om de salarissen in de collec tieve sector en die van de ambtenaren te matigen. Het kabinet heeft die matiging van de loon- en salariskosten bij de overheid en de gesubsidieerde instellingen weer nodig om zijn bezuinigingsdoelstellingen te halen. Dal is nodig om het Financieringstekort van het rijk verder terug te dringen en om de lastendruk op de loon- en salariskosten iets te kunnen verminderen. Alles hangt in onze gecompliceerde maatschappij weer eens met alles samen. Dat is overigens geen natuurwet, maar komt minstens voor zo'n groot deel, omdat we willen dat alles met alles samenhangt. De eerste vuurproef voor het kabinet-Kok is in aantocht. Nu moet blijken of het kabi net sterke knieën heeft als de gewenste ma tige loonontwikkeling in het bedrijfsleven niet wordt gerealiseerd. De kans dat dit niet gebeurt, is betrekkelijk groot en dan zit het kabinet met de gebakken peren. Houdt hel kabinet dan toch aan zijn bezuini gingsdoelstellingen vast en trotseert het de bonden in de collectieve sector en wijst het de door hen te stellen loon- en salariseisen af? De speelruimte voor het kabinet is bijna nul. Er is nauwelijks ruimte voor enige verbetering, inte gendeel, er staan een paar majeure inlever-operaties, met name voor de ambtenaren, op hel i dus nog spannend Dat ka ling trom is een gematigde loonontwikke- ver de gehele linie in de particuliere niet waarschijnlijk. Om een aantal redenen. Ten 'eerste is het CAO-overleg in de particuliere sector sedert 1982 in ver gaande mate gedecentraliseerd. In dat jaar werd door de toenmalige FNV-voorzitter Wim Kok, dezelfde man die nu premier is, voor het laatst een centraal akkoord met de werkgevers op landelijk niveau gesloten. In dat centrale akkoord werd afgesproken dat er geen centrale akkoorden meer zullen zijn. Sedertdien is er een waaier aan CAO's tot ontwikkeling gekomen, er is veel geflexi biliseerd en er is ook steeds meer maatwerk geleverd op het gebied van de arbeidsvoor waarden. Meer dan voorheen wordt geke ken naar de situatie in het bedrijf en de be drijfstak zelf. In zo'n ontwikkeling past natuurlijk hele maal geen oproep van regeringszijde tot al gemene loonmatiging. Dat heeft effect in een centralistisch bestel, maar niet in een in hoge mate gedecentraliseerd bestel. Daar komt nog bij dat het in een deel van het Ne derlands bedrijfsleven aardig voor de wind gaat. Die bedrijven zijn over het algemeen bereid om hun werknemers in de groeiende winst te laten delen. Ik wil de vakbond nog zien die een dergelijk aanbod voor zijn le den zal laten lopen. Kortom ik verwacht een zeer gemêleerde uitkomst van de CAO-on- derhandelingen, met uitschieters naar bo ven en beneden. Over de gehele linie geno men, zullen de werknemers er in de parti culiere sector niet slecht afkomen. Dat plaatst het paarse kabinet direct voor problemen. In de eerste plaats zullen de overheidsvakbonden geen genoegen ne men met de matigings- en kortingsoperatie van het kabinet, waarvan de bezuinigings voordelen reeds in het regeerakkoord zijn ingeboekt. De overheidsvakbonden zullen zich in dit verzet gesterkt voelen als het er in de particuliere sector nogal feestelijk aan Paars heeft deze patstelling overigens voor een groot deel aan zichzelf te wijten. Dat men op de ambtenarensalarissen wil bezuinigingen is een legitieme politieke doelstelling. Maar laat de invulling van die bezuinigingen dan over aan de gedecentra liseerde overheidswerkgevers en laat die het vervolgens met de bonden uitzoeken. Wat er nu gebeurd, is dat men in het regeerak koord al heeft bepaald dat het te bezuinigen bedrag moet worden weggesneden uit de loon- en salarisruimte van de huidige amb tenaren. Men had natuurlijk ook kunnen volstaan met het aangeven van uit te trek ken bedragen voor overheidsdiensten en het vervolgens aan de onderhandelaars over laten hoe dat bedrag moet worden ver deeld over salarissen, gebouwen, goederen en investeringsmiddelen. Dat creëert bij voorbeeld ruimte om te besluiten je mede werkers marktconform te belonen, maar het wel te doen met substantieel minder ambtenaren. Zoals je ook kunt besluiten om het met veel en dan lager gesalarieerde ambtenaren te doen. De collectieve sector krijgt op die manier net als de particuliere sector de ruimte om flexibeler te worden en meer maatwerk te leveren. Dat komt de producenten ten goe de en draagt ertoe bij dat het kabinet niet in één keer de hele ambtenarij over zich heen krijgt. Het ouderwetse gedecentraliseerde denken over arbeidsvoorwaardenbeleid in de particuliere èn de collectieve sector is dus rijp voor de rommelzolder. CBA-voorzitter De Boer pisnijdig over kamikaze-actie kabinet De ene hand neemt 1,6 miljard uit de kas van de arbeidsbureaus, de andere geeft 1,6 miljard aan een 40.000-banenplan. Beide handen zitten aan het lijf van minister Melkert van sociale zaken. Rients de Boer, landelijk voorzitter van de arbeids bureaus, ziet de humor er niet van in. Pisnijdig is hij over de kamikaze-actie van het kabinet om de arbeidsbureaus op te blazen. FNV en CNV dreigden vorige week uit de besturen van die bureaus te stappen. De werkgevers zinspeelden daar al eerder op. Melkert laat ondertussen niets na om het vuurtje verder op te stoken. Maar geen onvertogen woord dat over de lippen van De Boer rolt. Een oefening in zelfbeheersing. CBA-voorzitter Rients de Boer: een geslaagde oefening in zelfbeheersing. kost hem ruim duizend gul den. Althans, omgerekend naar de tarieven die Rients de Boer hanteert in zijn tweede baan: die van sociaal-economisch adviseur. Zijn functie als voorzitter van het Centraal Bureau voor de Arbeidsvoorziening (CBA) neemt immers maar drie dagen per week in beslag. Menig werkloze trekt scheve ogen bij de twee banen en bijbehorende ruime inko mens. Ook in de Tweede Kamer worden de wenkbrauwen gefronst. De drie ton die De Boer ontvangt voor zijn advieswerk voor de gemeente Rotterdam was voor de SP'er Poppe aanleiding vragen te stellen aan mi nister Melkert. De meewarige glimlach op De Boers gezicht verdwijnt en maakt plaats voor een afgemeten en duidelijk oordeel. „Ik ben destijds gevraagd voor het CBA- voorzitterschap. een deeltijdbaan. De af spraak was dat ik verder geen advieswerk zou verrichten over arbeidsmarktzaken. Dat heeft mij al genoeg parten gespeeld. Ik krijg het gevoel dat de actie 'Beschadig de CBA- voorzitter' is begonnen. Mijn voorzitter schap loopt af op 1 januari 1995. Als men mij niet meer wil hebben, ligt daar de kans." Het komt niet meer goed tussen De Boer en de politiek. Het voorstel om 'onbemiddelbare werklozen' tijdelijk elders te stallen, het verzet tegen verplichte sa menwerking met sociale diensten, de verlo ren strijd tegen de opgelegde bezuinigingen en meest recent de financiële chaos bij de arbeidsbureaus: wat De Boer ook doet, het is nóóit goed. Ook de vakbonden staan inmiddels op dat standpunt. Neem de bezuiniging voor 1995 op de ar beidsbureaus: 100 miljoen gulden, begint hij. Terwijl er een schriftelijke afspraak lag, mede ondertekend door premier Kok, dat de arbeidsbureaus volgend jaar gevrijwaard zouden blijven van nieuwe aanslagen. De Boer kiest zijn woorden zorgvuldig. On betrouwbare politici kent hij niet, wel wan kelmoedige. „We hebben een aantal keren afspraken gemaakt over het budget, maar die blijken niet bestand tegen de politieke praktijk van alledag. Dan moet je je afvra gen of deze weg nog zinvol is. Als het er op aankomt, blijkt een overeenkomst geen waarde te hebben." Zijn conclusie is als een scheermes verpakt in vloeipapier. De Boer waakt ervoor politici openlijk tegen de schenen te trappen. Maar de boodschap richting Tweede Kamer mag niet worden misverstaan. De arbeidsbu reaus laten niet met zich sollen. Zeker niet aan de vooravond van een diepgaand ge sprek met Melkert over hun toekomst. De bezuiniging van 100 miljoen voor '95 is immers niet meer dan een opstapje. Vanaf 1996 leveren de arbeidsbureaus 500 miljoen in, een kwart van het totaalbudget. Of dat haalbaar is? De Boer buldert: „Natuurlijk is dat haalbaar, gewoon een kwestie van de dienstverleninghalveren." Maar zover is het nog niet. Melkert, De Boer en de Tweede Kamer zoeken naar andere TOM JANSSEN TRWATIWÉN IS PUS Wl? Vi WlNST^ U PÊ STAAT ce WÉRKl-OZSN 13UTT 3F!DSBfMI0DEL!N6_ 3IMFI1S(t(EEPWD" oplossingen. Vooralsnog gaat De Boer ervan uit dat de geraamde aanslag is ingegeven door oprechte motieven. Maar overtuigend vindt hij de argumenten niet. Laat staan dat hij het ermee eens is. Kabinet en Tweede Kamer spelen met vuur, meent De Boer. Onverkort doorzetten van de bezuiniging heeft desastreuze gevolgen. Tienduizenden werklozen worden langdu rig op een zijspoor gerangeerd, geld voor scholing en gesubsidieerde banen is er straks niet meer. Maar bovenal vreest De Boer dat de sociale partners uit de arbeids bureaus stappen. Werkgevers uitten dat dreigement reeds weken geleden, FNV en CNV sloten zich daar vorige week bij aan. Exacte berekeningen over het effect van 500 miljoen minder heeft De Boer niet laten maken. „Dat is niet nodig. Als de sociale partners opstappen, valt de bodem onder de arbeidsbureaus weg. Dat is dood- en doodzonde. De werkloze en met name de langdurig werkloze betaalt de tol. Als de so ciale partners zich terugtrekken krijg je weer de overheids-arbeidsbureaus van vroeger. Maar het rijk en de gemeenten kunnen geen banen regelen voor werklo zen, die hebben geen entree tot de arbeids markt. Voor werk heb je echt bedrijven en bonden nodig." Het zijn overigens niet alleen politici die De Boer achtervolgen met verhalen over ar beidsbureaus waar je niets aan hebt. On dernemers en werklozen vinden elkaar in hun kritiek op de arbeidsbemiddeling: com- FOTO CPD ROLAND DE BRUIN merciële uitzendbureaus spelen daar dank baar op in. De voorzitter haalt de schouders op. „Uit onderzoek blijkt dat onze cliënten steeds te- vredener zijn. Ook de resultaten zijn steeds beter. De eerste drie kwartalen van dit jaar hebben we al 30.000 langdurig werklozen geplaatst tegenover 34.000 in ons beste jaar. We stevenen af op een record." „Misschien schiet onze eigen voorlichting op dat punt tekort", oppert De Boer. Mis schien willen de critici ook niets horen. Ge pikeerd: „Ik heb de Tweede Kamer keer op keer aangeboden om eens bij ze langs te komen om tekst en uitleg te geven, vragen te beantwoorden. Maar evenzovele malen is dat aanbod afgeslagen." Het bovenlichaam kantelt bozig naar voren. „Neem de discussie over ons voornemen om onbemiddelbaren tijdelijk elders onder te brengen. Een vloedgolf van kritiek kwam los. En dan blijkt daags voor het debat dat de kamerleden niet eens beschikken over het stuk waarin het staat. Al die weken heeft men dus gereageerd op niet-gelezen stuk ken." Langzaam zakt De Boer weer terug in zijn stoel. „Uiteindelijk heeft de Kamer het voorstel zonder morren aanvaard. De con clusie is aan u. Nee, ik zeg er niets meer DEN HAAG MARC PEEPERKORN 'T; G. hij w De nieuw gekozen Bondsdag (het Duitse parlement) komt morgen voor het eerst bijeen in Berlijn. Volgens de traditie mag het oudste lid de openingsrede houden. De gevestigde orde houdt deze keer haar hart vast, want de 81-jarige schrijver en rebel uit roeping Stefan Heym, afgevaar digde namens de vroegere communisti sche partij, de PDS, zal het woord voeren De weg er naartoe gaat moeilijk, r dra hij op zijn stoel zit onder de geïmprovi seerde luifel, die elk moment onder de last van de regen kan bezwijken, en het woord neemt, vergeet je dat Stefan Heym 81 jaar is. Hij is ironisch en sarcastisch: elk woord is een schot in de roos. En daarmee wordt op deze sombere dag in Berlijn het raadsel vergroot. Wat zoekt Stefan Heym toch bij d PDS, de Partij voor het Democratisch Socit lisme? Want de PDS is niet zomaar een pai tij, ze is de voortzetting van de SED, de voormalige staatspartij van wijlen de DDR. Zelfheeft hij nog geen bevredigend ant woord op deze vraag weten te geven. Het partijprogramma kent hij niet. Hij weet al leen dat het 'goed' is. In interview voor hij geld vraagt om de dakloze jeugd te helpen, is hij meestal ongrijpbaar. Vraag: 'Wat trekt u aan in de PDS? Dat is toch een hoogst dubieuze partij?' Antwoord: 'Mis- I schien word ik door de verkeerde Figuren 1 gekozen, maar zij kiezen wel de goeie'. De weg van de minste weerstand heeft Heym nooit gezocht. Het begon in 1931, ^51 toen de joodse scholier Helmut Flieg, zijn IANP echte naam, een anti-militaristisch gedicht' schreef en van het gymnasium in zijn woonplaats Chmenitz werd gestuurd. Toeri 1 in 1933 de Nazi's aan het bewind kwamen, ;^.er' nam hij uit voorzorg de wijk, eerst naar Praag en vervolgens, in 1935, naar deVere-' .1^ nigde Staten. Daar had hij allerlei baantjes om zijn letterenstudie te betalen. blzi Bij het uitbreken van de oorlog nam hij 8 dienst in het Amerikaanse leger en maakte ^on hij propaganda-pamfletten die boven de j Duitse stellingen werden afgeworpen. Niets leek na de oorlog een carrière in de VS in deH? weg te staan. Heym was met veel onder- scheidingen teruggekeerd van de Europese een slagvelden en zijn in 1948 verschenen oor- zaa' logsroman The Crusaders was een groot ra. succes. Maar het politieke klimaat in de VS werd hem te benauwd. Wie ook maar een beetje LUfl linkse sympathieën had, werd een prooi scvi voor senator Joe McCarthy, die zijn carrière P dankte aan het 'ontmaskeren van commu-r nisten'. In 1952 was voor Heym de maat me' vol. Hij schreef een boze brief aan de Ame- wo< rikaanse president, leverde zijn onderschei-izaa dingen in en vroeg politiek asiel in de DDR.oc De boeren- en arbeidersstaat van partijléi- j111^ der Ulbricht gold als het progressieve alter- BeK natief voor de Bondsrepubliek, waar de 're- vab actie' al weer regeerde. Voor veel linkse in tellectuelen was de DDR een thuishaven. Maar Heym mist nu eenmaal het talent om VV1' in de pas in te lopen, al moet gezegd wor- °n den dat hij de eerste jaren zijn uiterste best deed. Zijn leven in de DDR werd later een aan eenschakeling van schermutselingen met "W" het regime, die echter nooit tot een openlij- r lijn ke oorlogsverklaring hebben geleid. Schreef Heym een roman: de censuur verbood het bewind vervolgde hem wegens het ontduiken van de deviezenbepalingen. Was hij te kritisch: hij moest uit de schrijvers- DEr, bond. Maar toch, met al zijn kritiek ging hij eigen- j:e] lijk nooit echt te ver. Zijn beroemdste, na- m- tuurlijk in de DDR verboden roman Collin c[a (1979), was dan wel een zij het late af rekening met het stalinisme. Maar het com munistische ideaal, uiteraard met een .'menselijk gezicht', heeft hij nooit opgege ven. I vr; De revolutie van november 1989 was voor Heym niet het begin van een nieuw tijdperlj ze waar hij reikhalzend naar had uitgekeken. z^ Toegegeven, de DDR was een fiasco, maar mi het 'socialisme' bleef superieur aan het 'ka- i,0 pitalisme'. Tegen deze'achtergrond is zijn ge sympathie voor de PDS niet zo verwonder-oc lijk. En bovendien, de PDS is vooral een protestpartij en dat moet haar voor Heym, de dwarsligger uit roeping, extra- aantrek- kelijk maken. BERLIJN PETER VAN NUUSENBURG Klap met de hamer I ISTANBUL Beroepshalve breng ik nogal wat nachten op hotelkamers door. En telkens weerverbaas ik me erover dat er altijd wel iets scheef zit. De lichtknoppen, de spiegel, of, ergerlijker het plankje onder de spiegel, waardoor alles er af schuift. Het zal wel typisch Nederlands zijn om alles netjes recht te willen hebben. De ieder geval de vaklui, storen zich er abso- meeste Turken, luut niet aan. Het Turkse woord voor vakman is usta. De usta's die een paar jaar geleden een deel van mijn badkamer opnieuw bete gelden, waren me aangeraden door een kennis. Ik woonde nog maar pas in Turkije en wist dus nog niet dat je in dit soort zaken nooit het advies van kennissen moet volgen. Het huis waar ik met mijn partner introk, had jarenlang leeg- gestaan, waardoor de muren grauw en vettig waren. We moesten vier keer witten, maar het resultaat was ernaar. Toen kwamen de usta's. Twee kleine mannetjes met stoppel baarden en ietwat haveloze kleren, die niet al te snugger uit hun ogen keken. Na het breekwerk moest er uiteraard even gepauzeerd wor den om een sigaretje te roken. Ik kon net niet voorkomen dat ze tevreden inhalerend hun vieze handen tegen de smettelo ze muren zetten. Ik legde uit dat we net geschilderd hadden en verzocht hen vriendelijk daar rekening mee te houden. Ze knikten en gingen door met hun werk. Maar bij de volgende sigaret, leunden ze weer net zo vrolijk tegen de witte muur aan, waardoor die al snel bedekt was met een patroon van zwarte handafdrukken. Wat ik ook nog niet wist, is dat je us ta's geen moment alleen moet laten. Omdat ik dacht dat het vervelend zou zijn als ik hen voortdu rend op de vingers stond te kijken, stak ik alleen zo af en toe mijn hoofd om de deur van de badkamer. Tot ik zag dat van of een stuk glazuur ontbrak, sommigen zelfs middendoor wa ren gebroken. Dat gebeurde omdat ze de tegels met een ha mer in de cement tikten. Ik vroeg of ze die beschadigde tegels wilden vervangen. „Maar die breken ook, het kan niet an ders", zeiden ze verontwaardigd. Om hun gelijk kracht bij te zetten, sloegen ze een nieuwe tegel tegen de muur en, inder daad, die brak. j Nu ben ik zelf nogal handig in klussen, dus ik legde hen uit j dat als je de tegels met de houten steel van de hamer op hun plaats drukt, ze heel blijven. Dat was aan dovemansoren ge richt. Mijn.Turks was destijds nog niet zo vloeiend, dus, naïef als ik was, geloofdè ik dat ze me niet begrepen. Op een gegeven moment ontdekten ze de weegschaal. Om beurten gingen ze er op staan, keer op keer, ze vonden het reuze interessant. Ik dacht, ach, die hebben ze zelf niet in huis, laat ze maar. Tot ik een van hen erop betrapte dat hij er met een enorme klap bovenop sprong. Toen haalde ik hem toch maar weg. Maar het was te laat. Het wijzertje zat vast op 120 kilo en bleef daar. Die avond heb ik gezworen om nooit meer een usta ook maar een voet over de drempel te laten zetten. Ja, het is waar, om mij een plezier te doen, hadden ze de ontbrekende stuk ken glazuur aangesmeerd met uitte cement, waardoor die niet meer zo opvielen, de tegels waren tenslotte ook wit. Maar de voegen zijn allemaal verschillend van breedte, de grootste is twee centimeter, ik heb het nagemeten. De cement vergeelde al gauw, waardoor hij wel opviel. Deze zomer heb ik dan ook alle tegels, en voegen geschilderd, 't Is niet echt mooi, maar het ziet er in ieder geval een stuk netter CORRESPONDENT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 2