Met z'n allen door rood...
Met uitzicht op De Plantage
beter'
'Mentale doping werkt
Het Gesprek van de Dag
Bij Mexx
vergaatje
de trek
in roken
16 WOENSDAG 9 NOVEMBER 1994
Reacties en suggesties voor
"Gesprek van de Dag"
Willem Rietkerk en zijn duiven. „Ik laat ze vliegen en verder niks."
het hok overdag verduisteren.
Als er geen licht binnenkomt,
gaan de dieren niet in de rui."
Kwaliteit kopen? Dat kan wel,
maar een honderd procent ga
rantie krijg je nooit, zegt van
Duivenbode. ..Kijk, je hebt dui
ven van meer dan 100.000 gul
den. Natuurlijk zijn dat goede.
Die winnen vaak op lange af
standen, maar niet altijd. Dan
nog, waar hebben we het over.
Dat zijn uiteraard niet de dui
ven die wij hebben."
De hobbyist doet het met goed
kopere vogels. En proberen de
kwaliteit van de duiven te ver
beteren door bijvoorbeeld te
kweken. En wat zegt Willem
Rietkerk, enthousiast duiven-
houder uit Leiden en lid van de
Vriendenclub?. „Mensen ge
bruiken doping. Dus zullen er
ook wel mensen zijn die hun
duiven doping toedienen. Maar
hier in Leiden heb ik er nog
nooit van gehoord. Maak ik me
ook niet druk om. Ik train m'n
duiven, laat ze vliegen. Zó kun
nen ze beter worden. En verder
niks."
Telefoon 071-356444
of
Postbus 54,2300 AB
te Leiden
Bruikbare tips worden
beloond
cadeaubon
25 gulden
Zwaar onder druk zetten. Dat
is de enige manier om men
sen die net gestopt zijn van
het roken af te houden. Vindt
loop Blonk tenminste, werk
nemer van Mexx Europe in
Leiden. Hij is zelf net gestopt
met roken en heeft er baat
bij. Net als zijn collega's,
zegt-ie.
Voor de goede orde: Blonk
liet enige tijd geleden een
grote advertentie afdrukken
in hel Leidsch Dagblad.
Daarin kondigde hij aan te
stoppen met een aantal col
lega's. Iedereen werd met
name genoemd. „Dal bedoel
ik nou met onder druk zet
ten", zegt Blonk. „Als je het
zo groot brengt, met naam
en al. is het veel moeilijker
terug te krabbelen."
Blonk kwam het idee tijdens
een lunchpauze in de kanti
ne. „Je weet hoe dat gaat. Er
werd weer een keer gepraat
over stoppen. Nou, toen be
sloten we het samen te gaan
doen. Het leek mij het best
het voornemen eerst intern
te publiceren, op A3-formaat.
En daarna de zaak in de
Vor het zo ver was nodigde
het gezelschap eerst nog een
'trainer' uit, zoals Blonk het
noemt. „Zijn naam hadden
we uit een advertentie. Het is
iemand die mensen van fo
bieën afhelpt en van het ro
ken. Nou ja, dat laatste moet
Ik nog zien, maar zo'n man
geeft je wel een steun in de
mg."
Uiteindelijk begonnen 29
mensen aan de actie 'Kom
op en stop'. Tien zijn er in
middels al weer aan het ro
ken geslagen, maar de on-
dernemening is volgens
Blonk desondanks een suc
ces. „De mensen die nu zijn
overgebleven zijn de taaiste.
Weet je wat me opgevallen
is? Dat de meeste mensen
die weer zijn begonnen voor
het eerst in hun leven waren
gestopt. Die hebben het
blijkbaar onderschat. Maar
ja, er zijn wéér vijftien men
sen bij Mexx die zijn gestopt.
Dus eigenlijk zit ik nu in de
plus vergeleken met het be
gin van de actie."
Vandaar dat afgelopen zater
dag weer een advertentie in
de krant stond. Om ook de
nieuwelingen onder druk te
zetten. Blonk: „Precies."
En hoe gaat het met hem
zelf? „1 leel goed. Ik heb nog
geen haal genomen. Ik heb
mijn sigaretten uit de auto
gehaald en van mijn werk
plek af. En ik heb ze uit mijn
nachtkastje gegooid. Want
voor het slapen gaan, zat ik
er gerust nog eentje buiten
boord te roken. Nee echt. Ik
ben al eerder gestopt een
keer zes jaar, een keer vier
jaar en een keer twee jaar
maar nu rook ik nooit meer."
Zegt iedereen dat niet die
met roken is gestopt?
Stamgast Bert van Leeuwen en café De Plantage. Een één-tweetje op termijn. foto ben de bruyn
'Hier komen vooral veel vaste klanten
een uurtje of wat naar de juiste
omschrijving. Vindt, mede op
instigatie van zoonlief, prompt
de juiste woorden. „Het is hier
inderdaad één grote familie van
vaste klanten. Mensen die je al
jaren kent. Met wie je niet al
leen een kaartje legt. een beetje
dolt of een partijtje biljart, maar
met wie je op gegeven moment
een speciale band krijgt. Je weet
niet alleen van de leuke dingen,
maar óók van de sores. Helpt el
kaar waar mogelijk. Zoiets
groeit uit tot een sociaal gebeu
ren. Een kleine maatschappij in
de grote maatschappij. Je deelt
lief en leed. In voor- en tegen
spoed. Bij geboorte en dood.
Daar gaat het zo'n beetje om."
Zo, het hoge woord is eruit. De
kroeg als meerwaarde van het
bestaan. Klinkt misschien wat
pathetisch, maar stamgast Bert
en zoon Bert(je) van Leeuwen
geloven wel in zoiets. „We staan
kaar in. Is mijn geiser kapot,
dan vraag ik m'n maatje en
wordt dat zo geregeld. Moet er
iemand worden verhuisd dan
komen we met vier man en is
dat binnen een paar uurtjes ge
piept. Heeft iemand problemen
dan probeer je te helpen. Zo
werkt het hier. Het is niet alleen
maar gaan zitten aan die bar en
flink innemen. Hoewel, dat
hoort er natuurlijk ook wel bij,
ineen café."
Een mooi café trouwens. Heel
bruin en heel oud. Over vier jaar
vieren ze het 100-jarig bestaan
en als het aan Bert van Leeuwen
ligt, zit hij natuurlijk in de orga
nisatie van de feestelijkheden.
Zoals hij ook betrokken was bij
zoveel evenementen in het rijke
verleden van deze uitspanning
op de hoek van de Hogewoerd
en, hoe kan het anders, de Plan
tage. Welke naam overigens is
ontleend aan de walbeplanting
MmAaihi
tiende eeuw groeide tussen de
Hogewoerdspoort en de Koe
poort. Daar is niet veel meer
van te zien. Hoewel het uitzicht
richting Hoge Rijndijk - op die
paar stokoude en torenhoge ei
ken midden in het plantsoen en
de fraaie herenhuizen daarlangs
- er nog altijd mag zijn.
Het café behoort tegenwoordig
tot de 'stal' van Ben Luyckx, de
ongekroonde koning van de
Leidse horeca. Het is ook tevens
zijn paradepaardje, want 'Big
Ben' vertoeft, als hij dan toch in
één van zijn zeven tenten moet
zijn, het liefst in dit rustieke eta
blissement dat een sfeer ina
demt van gezelligheid en gebor
genheid. „Toch is hier best wel
een hoop veranderd in de afge
lopen 30 jaar", wijst Bert van
Leeuwen om zich heen. „Was
trouwens nodig ook. Op een be
paald moment donderden zo de
oude ornamenten van het pla-
het vier jaar terug helemaal op
geknapt. Alleen het voorste ge
deelte is nog in authentieke
staat. Maar wat er ook is vertim
merd, qua sfeer is alles gelukkig
bij het oude gebleven."
Bert van Leeuwen, voormalig
hofmeester van de marine, ex-
werknemer bij de matrassenfa-
briek van Olga en oud-bouw
vakker, loopt tegenwoordig als
gevolg van een rugaandoening
in de WAO. Verleent af en toe
wat hand- en spandiensten in
zijn geliefde zaak waar hij ooit
'toevallig' kwam binnenlopen
omdat hij destijds dichtbij in de
Haver- en Gortebuurt woonde.
„Ik ben later verhuisd naar Lei-
den-Noord. Maar hier ben ik ei
genlijk nooit meer weggegaan.
Dit is echt mijn stekkie gewor
den in de loop der jaren. Zeg
maar gerust, mijn tweede
thuis."
Niet alleen dat. Bert van Leeu-
had, zo blijkt, in de wel heel
aparte naamgeving waaronder
De Plantage nog altijd 'gebukt'
gaat. Onder intimi hebben ze
het nog altijd over 'De Snuit',
terwijl het toch al heel wat jaar
tjes geleden is dat Henk Over-
dijk de scepter zwaaide achter
de bar.
„Het kwam zo", grinnikt Van
Leeuwen senior. „Vroeger lieten
nogal wat hondeneigenaren
hier in de buurt hun beestje uit.
Klaarblijkelijk ais excuus om
laat op de avond nog even bin
nen te stappen. Henk speelde
daarop in en hing een bordje
buiten dat dierenliefhebbers
van harte welkom waren. Kocht
ik voor de gein op de markt
twee goudvissen en hing die in
een plastic zakje op aan de
toog. Op de vraag van Henk hoe
de beestjes dan wel mochten
heten, zei ik: 'Snuf en Snuitje'.
Tot zijn ongenoegen kreeg hij
vervolgens die laatste naam als
bijnaam omhangen. En tot de
dag van vandaag staat de zaak
nog bekend als 'De Snuit'.
Na Overdijk vulden twee gene
raties Van der Reyden het kaste
leinschap op geheel eigen wijze
in. Joop en Hans. Ook laatstge
noemde, tegenwoordig uitbater
van de Bierwinkel, was behept
met een bijnaam: De Pijp. Dit
vanwege het onafscheidelijke
rookattribuut dat immer tussen
zijn lippen was geklemd. „Hij
had veel op met buitenlandse
bieren", weet Bert van Leeuwen
nog. „Op gegeven moment had
hij zeven verschillende biertjes
op tap en wel honderd diverse
smaken op fles: Wat dat betreft
was hij zijn tijd ver vooruit. Te
genwoordig is het hier weer wat
gestabiliseerd. Heineken en een
jonge borrel. Daar is toch ge
woon het meeste vraag naar."
)ver wie de zaak frequenteren,
daar hoeft Bert van Leeuwen
niet lang over na te denken.
„Van alles wat. Van psychiaters
tot putjesscheppers en van ad
vocaten tot aannemers. Plus
studenten, want die wonen in
de buurt en komen tegenwoor
dig ook veel. En mensen van
huize Solglytt, hier aan de over
kant. Je hebt ze, die komen hier
al zestig jaar. Vooral veel vaste
klanten. Met Bisonkit op de bil
len. Want zit je hier eenmaal
aan de bar of aan de stamtafel,
dan ben je nog niet één-twee
drie vertrokken."
Bertje junior heft nog eens het
glas en knikt instemmend. En
fin, daar weet hij na 29 jaar in
tussen ook alles van.
Een duif moet op eigen kracht vliegen
Wat Leiden
niet heeft en
Haarlem wel
Heel even had Leiden een eigen
biertje, Goeie Mie-bier ge
naamd. Het liep even goed,
maar al snel zakte de verkoop
in. De verplichte afname lag de
Leidse Bierwinkel zwaar op de
maag en het Leidse biertje ver
dween.
Nu is er de wedergeboorte van
het Haarlems Jopenbier en staat
de Leidse bierwinkel in de Har-
testeeg te popelen om het ook
in Leiden op de markt te bren
gen. Alleen, het uit 1501 stam
mende biertje is al uitverkocht
voordat het uit fles, vat of tap
kan komen. Zo veel vraag is er
in de regio. Vandaar dat de offi
ciële uitleverdatum is verscho
ven van 12 naar 23 november.
Het recept - gebaseerd op een
combinatie van tarwe, gerst en
haver - is zorgvuldig gerecon
strueerd door meesterbrouwers
van de Universiteit van Leuven
uit gegevens in een brouwre-
cept uit 1501.
Voor wie het nog niet wist:
Haarlem heeft gelijk Leiden een
rijke geschiedenis op het gebied
van bier. Net als in andere dor
pen en steden in Holland dronk
men ook in de Spaarnestad.
vroeger veel bier, omdat onge
kookt water vaak ziekte veroor
zaakte. Een van de bereidings
fases van bier bestond en be
slaat nog steeds uit het koken
van met water aangelengde, ge
malen graankorrels. Daardoor
worden bacteriën en andere
ziektekiemen gedood.
Het Haarlemse bier werd ook
grif geëxporteerd naar andere
steden in en buien het toenma
lige Holland. De brouwerijen
vormden zelfs lange tijd zo'n
grote economische factor, dat
de bedrijfstak de lakenindustrie
naar de kroon stak. In 1916
werd er echter het laatste Haar
lemse brouwsel gemaakt.
De viering van het 750-jarig be
staan van Haarlem, in 1955,
zorgde voor de ommekeer. Zou
het niet mooi zijn om als ge
schenk aan de jarige stad bier te
brouwen volgens oud recept?,
vroeg men zich af.
Het antwoord was 'ja' en het re
sultaat is straks tot in Leiden te
proeven. Gaan we hier ook het
goede voorbeeld volgen en een
nieuw Leids biertje introduce-
Met z'n allen door rood.
Het klinkt, zo vlak voor de
11de van de 11de, als de titel
van de allernieuwste carna
valsschlager, maar zo is het
toch niet bedoeld. Integen
deel, het gaat hier om een
bloedserieuze zaak. Om het
feit namelijk dat steeds meer
mensen het stoplicht negeren.
Waardoor, aldus de pressie
groep Kinderen Voorrang!, in
Nederland in toenemende
mate sprake is van 'schijnvei
ligheid'.
Het onderzoek van de actie
groep richtte zich vooral op
automobilisten. Volgens de
kille cijfers loopt het gedrag
van velen van hen de spuiga
ten uit. Met alle gevaren van
dien. Vooral voor voetgangers
en voor kinderen. Die door dit
negeren van rood licht onno
dig aan letsel worden blootge
steld.
Op de cijfers valt niets af te
dingen, op de roep om maat
regelen van hogerhand al
evenmin. Opmerkelijk is al
leen dat de actiegroep volledig
voorbij is gegaan aan het feit
dat voetgangers het op hun
beurt vaak niet zo nauw ne
men met het rode stoplicht.
Waardoor - en nu andersom -
zij zichzelf volstrekt onnodig
in gevaar brengen.
Om die constatering te doen,
behoefje niet eens weten
schapper of verkeersdeskundi-
ge te zijn. Ga maar eens een
uurtje voor het station in Lei
den staan met het notitieboek
je in aanslag. Wat je daar ziet
tart waarlijk elke beschrijving.
En dat heeft niets te maken
met de onoverzichtelijke ver
keerssituatie daar ter plekke
nu rond de verbouwing van
het station het verkeer zo'n
beetje wekelijks op het ver
keerde been wordt gezet.
Sterker nog, misschien heeft
dat juist de automobilisten ex
tra alert gemaakt. Want hoe je
het wendt of keert: in het
spitsuur op dinsdagochtend
rijdt welgeteld één auto, een
taxi, stiekem door rood. De
rest houdt zich keurig aan de
regels.
Maar enig effect op de voet
ganger hebben het sloop- en
opbouwwerk plus de gewijzig-
Dwars door rood op het station. Dat is aan de orde van de dag. foto hielco kuipers
de verkeerssituatie typisch
niet. Die heeft slechts oog voor
zijn bus, zijn trein en zijn tijd.
Absoluut niet voor het rode
stoplicht. En masse wordt dat
volledig genegeerd. Zonder
op- of om te lajken stampen
ze de de straat over. Soms met
gevaar voor eigen leven. Nog
net effe tussen twee vrachtwa
gens door.
Ratrace
Van de Veelgeprezen oudere
generatie zou je dan mogen
verwachten dat die het hoofd
niet op hol laat brengen in de
ratrace naar kantoor, school of
fabriek. Dat die misschien wel
het goede voorbeeld beeld aan
de jeugd zou geven; dus netjes
wachten op groen. Nou, ver
geet het maar.
Een oude dame steekt die och
tend, met opgeheven hoofd,
doodgemoedereerd over, ter
wijl ze dondersgoed ziet dat
het mannetje in het stoplicht
zo rood uitstaalt als een pas
gekookte kreeft. Een fietser,
die volledig in zijn recht staat,
moet vol in de remmen en
slaat bijkans over het stuur
van zijn karretje. Ook een bus
en twee personenauto's daar
achter kunnen nog net hun
haken in het asfalt uitslaan.
Verontwaardigd over zoveel
remgeknars op de vroege och
tend kijkt de kakmadame op
en gooit het grijze hoofd in de
nek. Waar halen die suffers de
brutaliteit vandaan om zo
maar door groen te rijden....
Het lijkt, in die willekeurige
ochtendspits rond het station,
een beetje op de permanente
verkeerschaos die heerst in
bijvoorbeeld een stad als New
York. In deze grote, open in
richting fungeren de stoplich
ten nog louter als decoratie. Ze
staan op groen, gaan knippe
ren en slaan op rood. Maar de
voetgangers blijven net zo lang
lopen totdat de voorste rij au
to's optrekt. Alleen, wie dan te
laat van de straat is, heeft pech
gehad. Rent louter nog voor-
of simpelweg laat het leven.
De pressiegroep Kinderen
Voorrang! pleit voor maatrege
len die het door rood licht rij
den moeten tegengaan. Bij
voorbeeld voor het plaatsen
van slagboompjes die naar be
neden komen als het licht op
rood gaat, gelijk bij een spoor
wegovergang. Daar is niets op
tegen. Maar op het station in
Leiden zullen ze heel veel slag
bomen moet plaatsen. Vooral
ook om voetgangers en fietsers
in toom te houden.
De Leidse duivenliefhebber
durft er zijn hand voor in het
vuur te steken. Hun vogels ge
bruiken geen doping en vliegen
op eigen kracht. Daar kunnen al
die alarmerende berichten niets
aan veranderen. Goed, de Ne
derlandse Postduivenhouders
Organisatie (NPO) wil zo snel
mogelijk beginnen met het in
stellen van dopingtesten bij
wedstrijden. En ja, het klopt dat
de voorzitter heeft gezegd dat
steeds meer duivenhouders hun
dieren prestatieverhogende
middelen toedienen. „Maar
daar hebben we hier nog nooit
iets van gemerkt", zeggen de
Leidse duivenhouders in koor.
„We behandelen onze duiven
uiteraard wel als ze ziek zijn",
zegt G. van der Blom, secretaris
van postduivenvereniging De
Blauwkras. „Wat er precies in
die middeltjes zit weten we niet.
Daar gaat het ook niet om. Het
gaat er niet om dat ze harder
vliegen. Het gaat erom dat ze
beter worden. Dat is natuurlijk
geen doping te noemen. Als
mensen ziek zijn krijgen ze toch
ook medicijnen?"
Van der Blom zegt bovendien
helemaal niet in doping te gelo
ven. „Ja, mentale doping bij
duiven, dat kan nog wel eens
werken. Je probeert de duiven
op te peppen, zodat ze sneller
naar huis komen. Dat doe je bij
voorbeeld door het vrouwtje
een paar dagen bij de man weg
te halen. En vlak voor hij ver
trekt laat je haar dan weer even
zien. Maar dat is nog geen ga
rantie. hoor. Het werkt zeker
niet altijd. Maar beter dan aller
lei middeltjes."
Roger van Duivenbode is lid
van Leidse Postduiven Club
(LPC). Hij maakte eerder dit jaar
een enorme klapper tijdens de
eerste jonge-duivenvluchtv an
de regio Leiden. „En duif van
mij werd eerste. Zonder doping.
Er deden 10.354 jonge duiven
mee", zegt hij trots.
Hier hoeven we voorlopig ook
geen dopingcontroles te ver
wachten, zegt hij. „Dat gebeurt
alleen bij heel grote wedstrijden
op nationaal en internationaal
gebied. Niet bij wedstrijden van
je vereniging." Hij vindt doping
ook helemaal niet nodig. „Het
kan ook anders. Neem nou jon
ge duiven. Die gaan 's zomers in
de rui. Als ze dan vliegen heb
ben ze het veel zwaarder. Met
een regenbui bijvoorbeeld heb
ben ze minder bescherming.
Wat men dan wel eens doet is
Aan hoefijzervormige bars
of aan leestafels. Overal
zie je ze zitten. De
stamgasten. Ze behoren
bij het meubilair van café
of kroeg. Meestal hebben
ze hun vaste stek, nooit
hoeven ze te bestellen,
want de kastelein kent het
recept. Als ze doodgaan,
durft een tijdlang
niemand op hun plaats te
gaan zitten. Alsof ze er
nog zijn.
In de rubriek De Stamgast
vertelt de vaste klant over
zijn geliefde etablissement
hier in de regio. In
aflevering 7 aandacht
voor café De Plantage.
Een Leids café dat al
dateert uit 1898. Zo lang
komt Bert van Leeuwen
(53) er nog niet. Maar wel
intussen al ruim 30 jaar.
De vraag blijft een beetje han
gen. Wat is nou zo leuk aan café
De Plantage? Waarom kom je
daar, blijf je daar 30 jaar en ga je
daar eigenlijk nooit meer weg?
Maar als Van Leeuwen junior
(29) aanschuift, wordt veel, wat
eerst onbesproken bleef, duide
lijk. „Ach", zegt Bertje, „ik
kwam hier al toen ik nog niet
eens was geboren. Ik zat nog in
de buik van moeders. Kreeg
daar. als ongeboren kind, een
sneeuwwitje over me heen. En
sindsdien begrijp ik wel
enigszins wat pa bedoeld met
'blijven hangen'."
Wat Bert van Leeuwen senior
(53) drijft, komt dan inderdaad