'Het is gewoon een golfbeweging' Eindelijk weer op bezoek bij oma In de winkels is het nu al Kerstmis Het Gesprek van de Dag Martin Gaus probeert het op de lokale radio ZATERDAG 5 NOVEMBER 1994 17 Hausse in Nederlandstalige hitparademuziek 'De Nederlandse sterren die stralen overal', zong Rubberen Robbie jaren geleden al. Nu staan ze 'als sterren aan de he mel' van de hitparade. Was tot voor kort het hele Nederlands produkt, zoals dat in goed Chiel Montagne-taalgebruik heet, met een lampje in de hitparade te zoeken, nu struikel je er over. Borsato staat al zes weken op één met zijn 'Dromen zijn be drog', maar ook Paul de Leeuw, de Dikke Lulband en De Dijk blazen hun partijtje mee in de top tien. Bij de albums is het niet anders: zes van de tien pro- dukten zijn Nederlands. On langs was zelfs de hele Neder landse top-drie Nederlandstalig, een uniek verschijnsel. Wat vinden artiesten en andere betrokkenen er van? Volgens zanger en producer Peter Koele- wijn is er geen sprake van 'een opkomst'. „Het is een golfbewe ging. Het Nederlandstalige lied is nooit echt weggeweest. Het heeft wel een tijd in een dip ge zeten, maar de 'up' komt mede door de media-belangstelling voor het nationaal gebeuren. Het heeft ook te maken met de opkomst van Radio Noordzee Nationaal en Holland FM." Koelewijn ziet het ook aan de afrekening van de BUMA-rech- ten bij Nederlandstalige songs- writers. „Zij krijgen geld omdat hun platen op satellietzenders te horen zijn. Het loopt een beetje parallel. Op radio en tele visie was het ondergeschoven, dat is nu niet meer zo. Radio 2 doet er veel aan." Koelewijn noemt het toeval dat er op een moment zoveel Nederlandstali ge hits in de hitparade staan. „Dat is een kwestie van releases van platenmaatschappijen, die h^t toevallig tegelijk uitbrach De Dijk staat als exponent van de Nederlandstalige popmuziek hoog ii ten." Volgens Koelewijn wordt de housemuziek niet verdron gen door de huidige golf. „Die markt blijft, net als voor de gou we ouwe en de rock 'n' roll. Maar die markt voor het Neder landstalige produkt is er ook al tijd geweest." Maaike Vlaanderen is produkt- manager van platenmaatschap pij Telstar in Weert, die het vooral van Nederlandstalig werk moet hebben. „Het is al een tijdje zo dat mensen niet bij voorbaat hun neus ophalen bij het Nederlandstalige lied, zoasl twintig jaar geleden. Er wordt geluisterd. Maar nu blijkt dat het een hit kan worden als de tekst en de melodie goed zijn." Net als Koelewijn noemt Vlaan deren het een toevalstreffer dat er zoveel Nederlandstalige hits tegelijk zijn. „Het blijft natuur lijk niet zo dat je de eerste plaatsen bezet houdt, maar ik hoop dat ik het mis heb." Telstar heeft artiesten als Henk Wijngaard en Renée de Haan en de groep Bis in de stal. Wijn gaard heeft nu een hit, maar volgens Vlaanderen deint Tel star niet mee op de huidige golf. „Het is niet zo dat alles nu beter loopt. Wel is er meer aandacht en waardering." Leidse artiesten als Leidse Kees en Wies Cavé zouden ook een de hitparade met 'Als ze er niet is'. FOTO PR graantje kunnen meepikken. Leidse Kees van Berkel ziet er wel wat in. „Ligt aan de genera tie", zo verklaart hij de belang stelling van dit moment. „Jongeren die uitgaan houden wel van Nederlandstalig. De ou deren, zo tussen dertig en veer tig minder, is mijn indruk. Die zijn meer voor de sixties." Kees zegt te merken dat het Ne derlandse lied in de lift zit. „Ik ben al weer uitgenodigd voor een Hollandse avond in de Kerstnacht in het LVC. Ik ben nu bezig 'Sterren aan de hemel' op mijn programma te zetten, van Frans Bauer. Aardige jon gen, ik heb hem pas op een ar tiesten gala in Noordwijkerhout ontmoet. Vind ik beter dan Borsato." „Ik ben een keer zo kwaad ge worden. Een jongen die een uit kering had, zei dat hij het Ne derlandstalige lied maar niets vond. Dan moet je maar naar het buitenland gaan, zei ik, maar ja, dan krijg je niet zo makkelijk een uitkering meer", verklaart Kees, die in de pauzes van zijn optreden Borsato, Bauer, Hazes en Cavé draait. De Leidse Wies Cavé op haar beurt vindt het 'schitterend', die aandacht voor het Neder landstalige lied. „Er zijn veel ou dere mensen, die kunnen het verstaan en meezingen. En als je het Engels vertaalt krijg je toch hetzelfde, smartlappen van droefheid en liefde. Mijn favo riet is wijlen Rita Hovink. André Hazes heeft ook prachtliedjes gemaakt. De mensen balen van house, vinden het Fijn hun eigen taal te horen. Het Engels gaat langs je heen, nu luister je. De Beatles vind ik overigens wel schitterend, hoor." Programmaleider Th. Mudde van radiozender Holland FM zegt desgevraagd dat Holland FM heeft bijgedragen aan de hausse. „Wij draaien al zo'n drie jaar lang meer dan vijftig pro cent Nederlandstalig. We waren koploper. Andere stations volg den." Een paar weken terug on derging de zender een verjon gingskuur. „Om ons meer op jongeren te richten. Vroeger wa ren we volkser, nu draaien we meer hitparade muziek. Wat minder Imca Marina, wat meer Toontje Lager, zeg maar." EMIEL FANGMANN Theo Bakker Veel papier, nog meer letters, oude kranten, een hele stapel. Die doornemen is geen lolletje. In Rusland stromen miljoenen liters olie ongerepte natuurge bieden in, lees ik. De blik maar naar buiten gewend. Daar schijnt de zon en oogt de dag veelbelovend. Binnen zijn he lemaal niet de besten. Vooruit de fiets op, ergens in Leiden moeten goeie lui te treffen zijn. Liever kletsen met één goed zak, dan lezen over al die rot zakken. 'Hai Bek', snerpt Joly in zijn Amerikaanse Nederlands over de Herenstraat. 'Hoe gaat het met jou. Jij moet gaan hardlo pen. Look at jouw gezicht.' Bij de laatste woorden bolt Joly zijn negerwangen om aan te geven hoe dik mijn kop zou zijn. 'Jij moet weer fit worden. Net als vroeger.' Op onze ping pong tijd doelt-ie. Op de tijd dat-ie je met zijn onweerstaan bare enthousiasme met zand zakken om je kuiten, een zand- vest om je bast en een ijzeren bat van tien kilo achter twee tafeldelen tegelijk van links naar rechts liet rennen. 'Doe Maggie de groeten' schreeuwt - ie nog, terwijl-ie alweer op zijn eeuwig met een plastic tasje af geschermde zadel jumpt. Joly ontmoeten is een best anti-de- pressivum. Om mijn goede hum te vieren wil ik per direct een kop koffie nuttigen. Ik loop het eerste het beste etablissement binnen en bemerk dat twintig mannen koppen mijn entree met verba zing gadeslaan. Ik blijk op de GOEIE LUI kbffie bij Turken. Maakt mij niet uit. Ik bestel en hoop op zo'n bakkie met drab onderin, ook al neem je daarvan altijd één slokkie teveel omdat het zo lekker is. Jammer, ik krijg puur Hollandse zetsel. Alle mannen dragen hun jack of jas nog, alsof ze ieder mo ment van de dag klaar moeten zijn om af te reizen naar hun geboorteland. Besiktas hoor ik om me heen, Galatasaray, Sto- ichkov, Cruijff. Over voetbal praten de mannen, als zij ten minste niet kaarten of een Turkse krant lezen. Dan wil een van de mannen weten of in mijn krant misschien staat hoe Jong Oranje gespeeld heeft tegen Jong Turkije. We kunnen het niet vinden. Geen kelims op de tafeltjes, geen Turkse tapijten op de grond, de inrichting houdt op een sobere manier gelijke tred met de kleding van de man nen. Er hangt de rust van een avondmarkt waarop bij louter licht van fakkels thee wordt ge dronken en ook nog zaken ge daan. Af en toe wordt het ge keuvel onderbroken door het 'goeieiniddag' van een nieuw komer die al snel deel van het gesprek is. Het Turkse televi sienet vertoont een film waar naar niemand kijkt. Maar ik moet door de vertoonde dans terugdenken aan de bruiloft die ik zomaar ongenood mee beleef de in Istanbul. De herin nering brengt ook bij mij het gevoel van 'terugverlangen' te weeg waarvan deze ruimte doordrenkt is. Het kost geen moeite i te vinden die hun heimwee in goed Nederlands onder woor den brengen. Ali en lbo hunke ren naar thuis, naar hun fami lie. Zij geloven ooit terug te gaan, maar worden vooralsnog in de uitvoering van dat voor nemen geremd door prakti sche bezwaren. Aan mijn tafel tje zit ook een oudere man, van wiens gezicht valt af te le zen hoezeer zijn hart wordt uiteengerukt door het matelo ze verlangen in zijn levens avond terug te keren naar zijn geboortegrond en door de lief de voor zijn kinderen die hem hier houdt. Zouden jullie als je jong was opnieuw je land ver laten. In het 'nee' klinkt geen twijfel. Buiten in het najaars zonnetje kletsen we nog wat verder. Goeie lui denk ik, als ik weer op huis aan fiets. Als ik voorbij de Schouwburg kar, moet ik ineens denken aan de schrijver Maarten Biesheu vel, van wie onlangs een to neelstuk het licht zag met de ondertitel: 'Het paradijs komt nooit en toch moet ik verder leven.' Maarten is soms geeste lijk net zo ver van huis als die Turken, bedenk ik. Als ik God was liet ik Maarten een Joly ontmoeten die hem alsnog verwoed in training deed gaan voor de Elfstedentocht. Of ik deed hem verdwalen in het Turkse koffiehuis aan de He renstraat om er als een warm mens van weer te keren. Maar ik ben zelfs in het diepst van mijn gedachten geen God. Ik kan alleen maar zeggen dat je in de stad zomaar goeie lui kunt tegenkomen. Radio West: rampenzender De storing in Gelderland maak te het nog eens duidelijk. Van onze wereld blijft niet veel meer over wanneer de stroom uitvalt. Computers zijn niet meer te ge bruiken, de televisie is waarde loos en koelkasten hebben in eens geen enkel nut. De moder ne mens zit met de handen in het jaar als zijn hulpapparatuur het niet meer doet. Kortom, de hedendaagse mens is voor een groot deel afhankelijk geworden van de techniek. De radio is dan bijna zijn enige steun en toever laat. De transitorradio uiteraard, want dat is dan nog het enige medium dat razendsnel nieuws kan brengen als er een ramp is. De bevolking kan waarschuwen, op de hoogte kan houdenden tips kan geven. Bij een kern ramp bijvoorbeeld, of in geval van oorlog. De radio laat dan weten of je onder de tafel moet gaan zitten. Of juist in de kel derkast. En hoe je toch kimt drinken met een gasmasker op. Alleen, hoe kan een radio uit zenden als de stroom is uitge vallen? Antwoord: via een nood- aggregaat, zoals in het geval van Radio Gelderland. Dank zij dat noodaggregaat kon deze zender de onthutste bevolking precies op de hoogte houden van alle ontwikkelingen. Radio West is onze officiële boodschapper in de regio als het om grootschali ge gebeurtenissen gaat. Hebben ze daar een noodaggregaat? „Ja zeker", zegt Annabel van Ga geldonk van voorlichting. „Dat moet wel als je de officiële ram penzender bent. Wij houden onze luisteraars voor: als de ge meentesirenes gaan, Radio West aan. Bovendien zijn wij 24 uur per dag bemand. We hebben onder anderen nachttechnici. Als er iets gebeurt kunnen we in één minuut in de lucht zijn. Ook dat is natuurlijk noodzake lijk. Het gaat er per slot van re kening om dat je de mensen op tijd waarschuwen. Reacties en suggesties voor "Gesprek van de Dag" Telefoon 071-356444 of Postbus 54,2300 AB te Leiden Bruikbare tips worden beloond met een cadeaubon van 25 gulden. Johanna van Egmond en Jansje Delmeer. Eindelijk weer bijelkaar. In het depot van de Lakenhal Eindelijk staan oma en kleindochter weer naast elkaar. Gelukkig herenigd na zeker vijftig jaar zonder contact. Al is grootmoeder Johanna van EgmondDelmeer een schilderij van olieverf en kleinkind Jansje Delmeer een mens van vlees en bloed, ze zijn weer even bijel kaar, in het depot van museum de Lakenhal in Leiden dat eigenaar is van het kunstwerk. „Er moet nog wel ergens een oude foto van oma zijn", zegt kleindochter. „Maar die is zoekgeraakt." Kortom, het schilderij is voor Jansje in feite de enige beeltenis van oma. Dat is ook de reden waarom één van de achter-achter-kleindochters van Johanna van Egmond het initiatief heeft genomen voor deze ont moeting. Ook zij wist dat het doek zich nog steeds in de Lakenhal moest bevinden. Onlangs ontdekte ze al leen bij een bezoek aan het museum dat het doek naar het kelderdepot was verbannen. En dus niet toeganke lijk voor publiek. Om Jansje Delmeer te verrassen verzocht ze de Laken hal de deuren van het depot nog een keertje te ope nen. Het museum, dat met ruimtegebrek kampt en graag mijmert over nieuwbouw, stemde welwillend toe. Jansje Delmeer is het museum dankbaar, zo blijkt overduidelijk bij het bezoek. „De laatste keer dat ik dit schilderij zag, moet voor de oorlog zijn geweest." Kleindochter is nu 86 jaar en oma overleed op 75-jari- ge leeftijd, in 1920. „Toch zijn de herinneringen nog lang niet versleten. „Het is haar precies", zegt klein kind. „Zo zat ze vaak achter de tafel. Of ze zat op een stoof, laag bij de grond, aardappels te schillen. Wij, haar kleinkinderen, gingen er elke zondagochtend naar toe. Hooguit een half uurtje, dat vonden we lang genoeg." „Het was een rustige vrouw. Ze praatte ook nauwelijks met ons. Maar ja, vind je het gek? Wij waren kinderen van een jaar of zes, zeven, of iets ouder. Hoe moet je daar als oudere nou een goed gesprek mee voeren? Nee, het ging ons om de centen. Elke keer als we weg gingen kregen we een cent van oma. Daar kochten we dan snoep voor." Over de schilder, Willem Delmeer, een zoon van de oude vrouw op het doek en dus een oom van Jansje, weet zij niet zo veel te vertellen. „Hij was matrassen maker bij V D in Den Haag. In zijn vrije tijd schilder de hij erg veel. Hij leidde een teruggetrokken bestaan. Veel contact had ik niet met hem." Maar hij is en blijft natuurlijk de schilder van haar oma. Regiogenoten opgelet! Martin Gaus gaat een dierenprogram- ma presenteren op zo'n vijftig lokale radiostations. En om de ze nationale bekendheid in huis te halen hoeven de stations geen cent te betalen. Sterker: ze krijgen er geld op toe, een paar duizend gulden per jaar. Begin volgend jaar moet Die renmanieren Radio van start gaan. De lokale zenders krijgen wekelijks een band met vijftig minuten Martin Gaus aangele verd, plus - en daar zit de kneep van de truc - een band met re clamespots, die aan het begin en het eind van de uitzending moeten worden geplaatst. Dierenmanieren Radio is dus een gesponsord programma. De grote geldschieter en opdracht gever is de keten van dierenspe ciaalzaken Pet's Place. Deze Vendex-dochter is bezig Neder land te veroveren. De reclame blokjes worden, zo is het idee, behalve door Pet's Place zelf ge vuld door de firma's die pro- dukten aan deze winkels leve- Dierenmanieren Radio zal zich volledig aan de wettelijke regels houden, en er zullen dus geen produktnamen worden ge noemd. Wel zal er een vriende lijk klimaat voor de adverteer ders worden gecreëerd. „In de vlooientijd zal Gaus bijvoor beeld uitleggen dat een vlooien band alleen niet genoeg is, maar dat je ook een omgevings spray moet gebruiken. I let is lo gisch dat Bayer dan een spot heeft bij die uitzending", aldus een woordvoerder. Als je eenmaal door de poort van sparretakken bent gestapt, ontkom je er écht niet meer aan, de kerstsfeer zit er al hele maal in. Sinterklaas laat nog ze ker ruim een maand op zich wachten maar bij Vroom en Dreesman in Leiden is het al een week lang kerst. Op de kerstafdeling klinkt 'Stille nacht' zacht door de speakers als een klein meisje een zucht van bewondering slaakt. „Oooh, kijk eens... een elfje!" De com merciële inspanningen van het warenhuis ten spijt, is het blijk- baaar nog niet gelukt de kerst gedachte nu al op het meisje over te brengen. Want haar 'elf is een stralend witte engel. Het lijkt wel alsof de kerstartike len elk jaar vroeger in de win kels staan, toch is dat niet zo. Thorn Kruider, die de inrichting van de Intratuin aan de I^eidse- weg verzorgt, vertelt dat het tuincentrum vorig jaar zelfs iets eerder was met de kerstmarkt. „Sommige klanten zeggen dat ze nu nog niet geïnteresseerd zijn maar als ze de artikelen zien kopen ze het tóch. Ze ko pen ook veel kerstartikelen als kadootjes voor Sinterklaas. Tja, wat je aan de klant toont, dèt koopt men gewoon, zo werkt dat." Op 22 oktober had Intra tuin de inrichting van de kerst- afdeling, die zo'n zes weken in beslag nam, al klaar. Kruider vindt dit helemaal niet vroeg. „In het buitenland, zoals bij voorbeeld Duitsland en Enge land, begint men al veel vroe ger." De belangstelling voor de meer exclusieve artikelen is volgens Kruider ook erg groot. In een grote houten kast staan kerst stallen van meer dan tweehon derd gulden. En dat is dan nog zonder Maria, Jozef, het kindje Jezus en niet te vergeten de os en de ezel. Voor 298 gulden ver telt een engel met een branden de kaars in de hand het kerst verhaal. In het Engels wel te verstaan. „Het is nu de tijd om de mooie artikelen te verkopen, na Sinterklaas begint iedereen al met het optuigen van de boom. Dan zijn de bijzondere dingen al weg." De trend in de kerstartikelen is voor de verandering nou eens niet bordeauxrood maar diep blauw, gecombineerd met goud en wit. Goby Griffioen, directeur van het tuincentrum legt uit wat nog meer 'in' is. „Dit is het Egyptische concept", zegt ze terwijl ze een bal in de vorm van de farao Toetanchamon omhoog houdt. Wat deze oude Egyptenaar in vredesnaam met kerst te maken heeft weet zij ook miet. „Tja, wat is nou kerst? Het is gewoon versiering." Bij Vroom en Dreesman is weer iets anders de grote 'kersthit'. De schappen van het warenhuis liggen vol met middeleeuwse decoraties, naast natuurlijk de gebruikelijke ballen en slingers. Yvonne Balkenende, mede werkster van de kerstafdeling^ beaamt dat blauw dé kleur is. „Maar we hebben allerlei kleu ren, dat geeft een heel vrolijke sfeer." In V&D was de afdeling al op 17 oktober geopend, vorig jaar was dat twee weken later. „Ook al is het nog vroeg, het loopt wel."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 17