Ik voel me sterker dan ooit' Rtv show Het smeulende Ajax-vuur 'Eigenlijk is alles maar nep' Levensverhaal Jeruzalems ex-burgemeester bij eo WOENSDAG 2 NOVEMBER 1994 UTRECHT LOUIS DU MOULIN René Froger wil na concerten in Ahoyde wereld veroveren Wie hem zo ziet repeteren in de Utrechtse Central Studio's kan zich niet voorstellen dat Ahoy' nog maar een paar (ongetwijfeld korte) nachten voor hem ligt. De ambiance doet geen seconde denken aan de entoura ge van het Rotterdamse sportpaleis, ook René Froger zelf wekt in het geheel niet de indruk dat hij bezig is aan aanloop naar de be langrijkste serie optredens uit zijn carrière. In plaats van stress re geren rust en vriendelijkheid in de kale en kille loods. En dat ter wijl er door allerlei omstandigheden toch nog bergen werk verzet moeten worden. Voor de hand ligt dan ook de vraag of het beoogde middelpunt wel ten volle beseft dat zijn rentree in Ahoy' al vele maanden staat geboekt als de absolute amusementstopper van 1994. „Natuurlijk wel", antwoordt René Froger prompt op lichtelijk verbaasde toon tijdens één van de pauzes. „Het punt is alleen dat ik vooraf nooit zo gespannen ben. Ik doe wat ik meen te moeten doen en heb het daar dan zo druk mee dat er geen tijd is voor bijgedachten. Daar bij komt dat ik me sterker voel dan ooit, zowel mentaal als fysiek, waardoor ik gewoon nog meer zelfvertrouwen heb." De realisatiefase, zoals hij het zelf noemt, zal pas komen als alles achter de rug is. „Twee jaar geleden was dat ook zo. In Ahoy' leef de ik drie dagen lang in een roes, waarin ik de hele wereld aankon. Maar daarna viel ik wel ineens in een donker gat. Zat ik met heimwee naar die sfeer en vooral naar al die mensen met wie ik had samengewerkt. Voor mij waren die 250 man een soort familie geworden. Ik miste ze allemaal enorm en had daardoor moeite om mijn draai weer te vinden." Leegte Op die 'merkwaardige leegte' na het ophefmakende stuntwerk is de Amsterdamse volksheld (5 november wordt hij 34 jaar) nu be dacht. Zoals op zovele andere zaken, zodat gevoeglijk mag worden aangenomen dat René Froger zichzelf wijdagavond en op al die andere concertavonden in Ahoy' zal overtreffen. „Van de vorige keer heb ik zoveel opgestoken, niet te geloven. Details weliswaar, maar wel hele belangrijke. Zo ben ik me er thans veel meer van bewust dat je in Ahoy' je gebaren veel groter moet maken dan el ders. Je moet alles een beetje overdrijven, w verste rijen een afstand van tientallen meters betekent dus keihard werken, beuken." Om die reden heeft Froger gekozen voor eer twee avonden op, een dag rust, waardoor zijn recordreeks (alleen Lee Towers kwam ooit twee keer tot acht avonden) is uitgesmeerd over veertien dagen. „Stemmatig is dat het veiligste. Bovendien blijf je zo gretiger en attenter dan wanneer je alles achter elkaar af werkt. Je gaat je dan onbewust lopen sparen, omdat je toch bang René Froger: „De mond-tot-mond reclame heeft m'n stoutste verwachtingen overtroffen." nt je hebt overbruggen. Dat 'podiumritme' bent dat je de laatste avond niet meer kunt spuiten. En dat mag natuurlijk niet. Ik moet het ook hebben van mijn energie, die moet minstens 100 procent zijn." Na rijp beraad met manager John van Katwijk, uitvoerend produ cent Mark Jansen en 'adviseur' Hans Sleeswijk zag Froger af van het oorspronkelijke plan zijn avondjes Ahoy' in een uitbundige maritieme ambiance te laten afspelen. Dat hele 'cruise-idee' was leuk verzonnen, maar bleek in de praktijk toch veel meer na- dan voordelen met zich mee te brengen. „Op papier was het best geinig. Maar voor een avondvullende show gaf dat concept gewoon te veel beperkingen. Als je een boot laat bouwen, wat we serieus hebben overwogen, moet je die ook laten varen of in elk geval in het water laten liggen. Doe je dat, dan betekent dat wel dat je er ook niet meer omheen kan. Anders ligt dat schip daar maar. Je had dan bijvoorbeeld met het probleem gezeten dat je orkest volledig buiten beeld was gebleven", aldus René Froger. „Daarnaast vond ik mezelf bij nader inzien nog een beetje te jong voor het maken van een cruise. Zoiets past eerder bij een ouder iemand, bij een ouder publiek. Ook nu weer heb ik getracht om met alles zoveel mogelijk in de buurt van mijn eigen leeftijd te blijven." Waanzinnig Neem wat hem betreft zijn speciale gasten, die overigens nog wel even een verrassing dienen te blijven. „Ik heb de meest waanzin nige aanbiedingen gekregen, zowel uit binnen- als buitenland. Maar bij de selectie ben ik toch vooral uitgegaan van hun doel groep. Die moest aansluiten bij de mijne. Hetzelfde gold voor het niveau. Bekendheid was veel minder belangrijk. Ik heb een Ameri kaanse gaste, die ik twee jaar geleden zelf op de MIDEM in Cannes heb ontdekt en die hier vrijwel niemand nog zal kennen. Dat mens heeft een stem waar je steil van achterover slaat. Ze kost inmiddels een bloedvermogen, maar dat is ze dan ook volledig waard." Hoewel hij er geen spektakel 'vol bommen en granaten' van heeft willen maken, zijn de onkosten toch gigantisch. Vanzelfspre kend houdt René Froger aan dit tiendelige waagstuk wel een paar stuivers over, alleen niet zoveel als algemeen wordt gedacht. „Ik schat dat met deze opzet zeven tot acht avonden gewoon nodig zijn om uit de kosten te komen. De winst zit 'm dus pas in de laatste twee, drie avonden. En dat dan nog dank zij de steun van een aantal sponsors", weet de ondernemer in de volbloed Jorda nees, die zich door de zeer vroege start van de voorverkoop (bijna een jaar geleden) al wel snel verzekerd wist van voldoende kapi taal voor de produktiekosten. Op grond van de aanhoudende waag naar kaarten had Froger er met enig passen en meten nog wel vier of vijf avonden aan kunnen vastplakken. Zelf vond hij echter tien wel welletjes. Met als ongewenst neveneffect een welig tierende zwarte markt, waar hij zich aan doodergert. „Ik vind het zo schandalig dat kaarten van 125 gulden in advertenties voor vijf meier worden aangeboden. Ik ben ook blij dat we er bij toeval nog iets aan kunnen doen. Want doordat we zijn overgestapt op een ander decor, waarin overigens water nog steeds een belangrijke rol vervult, is er in de arena ruimte vrijgekomen voor zo'n 300 extra plaatsen. Maal tien tikt dat natuurlijk best wel aan." De immense belangstelling is voor een belangrijk deel gebaseerd op de geslaagde vuurdoop in 's lands grootste poppaleis in no vember 1992, anders kan hij het zelf niet verklaren. „De mond-tot- mond-reclame die daarvan uit is gegaan heeft echt mijn stoutste verwachtingen overtroffen. Ik zal nooit vergeten die eerste dag van de voorverkoop. Ik dacht: ik ga die telefonistes even een gebakkie en een borreltje brengen, vinden ze leuk. Kom ik daar bij het Na tionaal Bespreekbureau, schrik ik me werkelijk het apelazerus, omdat het een compleet gekkenhuis was. Al die dertig dames wer den helemaal platgebeld, ze hadden niet eens de tijd om me even gedag te zeggen, dus heb ik alles maar in de ijskast gezet. Tja, op zo'n moment word je natuurlijk wel effe met je neus op je popula riteit gedrukt.". Met die overtuiging tekende René Froger vrijdag een ambitieus platencontract met Dino JVlusic, inmiddels dochter van het reus achtige concern BMG. Met zijn nieuwe album Walls Of Emotion, waarvan er in ons land al 80.000 exemplaren zijn 'voorbesteld', zal hij na Ahoy' voor het eerst een serieuze poging op de internatio nale markt gaan wagen. „Met zo'n machtige maatschappij achter mij is dat nu wel verantwoord. Temeer daar iedereen daar gewel dig enthousiast over me is. Vanuit de hele wereld komen straks platendirecteuren naar Rotterdam. Daarna zullen we wel zien wie er toehapt. Ik heb in elk geval mijn agenda voor begin volgend jaar vrijgehouden, zodat ik meteen kan inhaken." (René Froger in Ahoy'. Op 4, 5, 7, 8,10,11, 13, 14, 16 en 17 no vember. Voor laatste kaartinformatie: Nationaal Bespreekbu reau: 035-260.960.) Documentaire over een rood-wit monument Mooie plaatjes. Zwart-wit, natuurlijk. Grote broeken, en Eddy Pieters Graafland één jaar voordat hij naar Feyenoord zou vertrekken in een kee perstrui, die nog door zijn schoonmoeder was ge breid. Toen was voetballen nog gezellig, zegt Wim Bleyenberg, spits van het roemruchte Ajax in het seizoen '56-'57. De supporters waren óók nog ge zellig: „Daar kon je gewoon mee praten, en zo." Programmamaker Jan Kelder was toen tien jaar. Zijn opa en oma woonden in Amsterdam aan de Middenweg, tegenover het Ajax-stadion, en sindsdien is hij behept met het rood-witte vi rus. Als hij in De Meer kwam, had hij het gevoel: „Ik ben thuis." Was hij misschien maar nooit aan die docu mentaire begonnen. Want zijn streven om (voor de RVU) een portret te schilderen van die voet balclub met dat roemruchte verleden liep uit op een lichte deceptie. De perschef was moeilijk be reikbaar, faxen werden niet beantwoord, en spe lers van het eerste konden zich niet vrijmaken voor een interview. Kelder begreep het wel een beetje ('Ajax wordt natuurlijk zo vaak door de media benaderd'), maar doet geen enkele moeite om zijn teleurstelling te verhullen. Beteuterd: „Als je een programma over zo'n club wilt maken, ver wacht je dat zo'n club toch een béétje meewerkt. Ik heb geen moment het idee gehad dat daar nou sprake van is." Hij besloot het roer rigoreus om te gooien: „Ach, laat maar zitten. We gaan lekker een film maken over het Ajax van 1956." Daarvoor zocht Jan Kelder zijn helden van toen op. Willy Schmidt, Wim Bleyenberg, Piet Ouderland, Do nald Feldmann, en nog zo wat namen. Prompt is Kelder weer dat jochie van tien, dat bewondert en aanbidt. De camera glijdt over de elftalfoto: „Die namen... Het zijn net warme vuurtjes. Ik hoef ze maar op te noemen, of dat vuurtje gaat weer branden. En dat vuurtje draag ik altijd bij me." Prachtige plaatjes komen er boven, onder meer uit het persoonlijke archief van Willy Schmidt, de van Eindhoven afkomstige linksbuiten die door zijn ploeggenoten 'juffrouw Schmidt' werd ge noemd omdat hij altijd zo keurig was. Schmidt, de vader van de schaarbeweging (later geperfec tioneerd door Piet Keizer), filmde zelfs hoe Ajax 1 in de rust van een wedstrijd massaal in een was bak stond te wateren. Verldaring: „Tja, er komen in de rust elf mensen binnen, hè, en dan was er maar één WC." Jan Kelder ziet het kampioenselftal van '56-'57 min of meer als een schakel tussen het oude Ajax en het Ajax van vandaag. Niettemin gaat Kelder nog iets verder terug in de tijd. Met Piet van Deyck, bijvoorbeeld: elftalleider in '56-'57, maar zelf van '27 tot '37 actief in Ajax 1. En met Cor van der Hart, die tussen '47 en '50 in het rood-wit speelde. Het was tevens de laatste periode onder de legendarische trainer Jack Reynolds, die van 1915 tot 1948 aan Ajax verbonden was. Of er in die tijd veel aan taktiek werd gedaan? „Nee", bezweert Van der Hart. „Reynolds zei al- Jan Kelder met zijn Ajax-helden uit het leen dat we de avond voor de wedstrijd een beetje vroeg naar bed moesten, meer niet. Dat elftal was zó goed, jongen." Anekdotes, grootspraak en voetbalromantiek tuimelen over elkaar heen en Jan Kelder vindt het allemaal prachtig. Het maken van deze docu mentaire is voor hem één grote sentimental jour ney en hij doet weinig moeite dat te verhullen. Storend is dat overigens niet. De bewegende beelden uit die tijd zijn prachtig (wat konden voetballers toch klunzig juichen...) en de verha- len-van-toen uiteraard niet minder. Cor van der Hart biecht op hoe hij, toen hij zelf nog bij Fortu- na speelde, van de inmiddels overleden Ajacied Cootje Prins op een keer pardoes een cynische tongzoen kreeg nadat hij een eigen doelpunt had gemaakt. Kinderen filosoferen bij IKON MONIQUE BRANDT Kinderen laten filoso feren over levens wagen waarop geen eensluidend antwoord bestaat, is dat mogelijk? Wel degelijk, vindt filosofe Helène Stafleu. „Het is verbazingwekkend hoe fris en creatief kinderen juist aankijken tegen onderwerpen waar ze waarschijnlijk nooit over praten met leerkrachten of. ouders." Stafleu is een van de makers van de serie Ik dacht bij mezelf die de IKON in vier delen op het scherm brengt. In de serie den ken en praten tien kinderen uit de laatste klas van een basis school uit Lelystad onder lei ding van de filosofe met zicht baar plezier over vragen als: Wat is echt? Wat is onecht? Wat betekent vriendschap? Wat maakt een mens tot mens? Bij de serie heeft Thecla Rondhuis ook een boek ge schreven dat is getiteld: Filoso feren met kinderen. De gesprek ken die in het boek zijn opgeno men zijn met andere kinderen gevoerd. Volgens IKON's eindredac teur Lejo Schenk is de serie een experiment. „We zijn erg be nieuwd naar reacties van het publiek: ouders, kinderen, leer krachten. Dan zal blijken of de serie de moeite waard is ge weest, en of we ermee door zul len gaan." Het idee voor het ongewone televisieproject werd zo'n twee jaar geleden geboren, toen Schenk in gesprek raakte met Thecla Rondhuis, die al veertien jaar filosofieprojecten op scho len verzorgt. Zij was ook betrok ken bij de oprichting van het Centrum voor Kinderfilosofie aan de Universiteit van Amster dam. „Ik vond het een aardig gege ven, maar ik dacht, hoe moet je daar nu ooit televisie van ma ken", zegt Schenk. Toen hij echter een verslag las van de fi losofische gesprekken die Rondhuis met kinderen voerde, raakte hij enthousiast. Schenk: „Het leek me niet alleen voor kinderen, maar ook voor vol- ri interessant." Niels speelt een hoofdrol in de tweede aflevering van 'Ik dacht bij •mezelf'. foto cpd Pluriform De afleveringen zijn opge-, bouwd uit individuele portretjes van de kinderen en groepsge sprekken. Daaraan gingen vele voorbereidende gesprekken vooraf. De makers selecteerden een groep kinderen die zo pluri form mogelijk moest zijn. Schenk: Het is aardig om te zien dat het in de groepsgesprekken nu niet gaat om het kind dat het hardste kan rennen of die de mooiste kleren aanheeft, maar óók om die wat stille jongen die opeens best leuke gedachten blijkt te hebben. De kinderen gingen heel anders tegen elkaar aankijken." In de eerste aflevering gaan Indra, Celina en Aslele op be zoek in de Apenheul. Terug in de klas bespreken ze met mede leerlingen de verschillen tussen apen en mensen. Eén meisje denkt dat mensen vroeger alle maal apen waren, maar dat sommige apen gewoon met hun tijd meegingen, en mens werden." Indra denkt dat mensen ho gere wezens zijn omdat ze de techniek beheersen: „Ik zie een mier nog niet met een raket naar de maan vliegen." Een me deleerlinge: „Menselijkheid is dat je naar je gevoel luistert en doet wat je zelf wilt. Je hebt ge dachten, je hebt een karakter." En Celina verzucht: „Eigenlijk is alles maar nep. De mens heeft alle dingen maar zo ge noemd, maar wie zegt dat voor de apen de dingen niet heel an ders heten? Wie zegt nu dat dit een stoel is, waar ik op zit? Apen noemen het misschien 'ie', en voor hen is het een klimding, voor muizen is het misschien een huis. Een stoel bestaat hele maal niet. Alles is nep!" Schenk: „We pretenderen niet met dit programma de wijsheid in pacht te hebben. Het is een kennismaking, meer niet. We willen laten zien wat er in kin deren zit. Mijn ervaring, ook door andere jeugdprogram ma's, is dat ouders vaak géén idee hebben hoe ver hun kind al is. De dingen die besproken zijn, komen thuis doorgaans niet aan de orde." (Het boek 'Filosoferen met kinderen' wordt uitgegeven door uitgeverij Lemniscaat.) De Nederlandse filmer Willy Lindwer heeft een documentai re gemaakt over het leven en werk van Teddy Koliek (83), de man die 28 jaar burgemeester was van Jeruzalem. Een man die de stad van een kleine, rom melige plaats zag uitgroeien tot de moderne hoofdstad van Is raël. De Stad van de Vrede ont wikkelde zich onder Koliek tot een tolerante plek op aarde. Het aardige van Lindwers film is dat we een gepassioneerde man nuchter horen en zien pra ten over zijn land. Geboren in Wenen zette hij zich in voor de zionistische taak. Hij werd sa men met mensen als Ben-Goe- rion en Weizman een van de eerste leiders van het joodse volk dat zich begin deze eeuw massaal in het toenmalige Pa lestina begon te vestigen. Willy Lindwer, zelf joods en daarom uiterst gemotiveerd om een portret van de man te ma ken, zocht al enige jaren contact met Koliek, maar deze had geen tijd om mee te werken. Dit ver anderde toen Koliek vorig jaar de strijd om het burgemeesters ambt verloor en moest terugtre den. Het eerste deel van het werk stuk gaat grotendeels over de inspanningen die moesten wor den getroost om joodse vluchte lingen uit Europa te halen. Daarbij waren bijna alle midde len gewettigd. Niet alleen moes ten schepen buiten de Engelse controle om naar Palestina wor den geloodst, ook werd de hulp van de maffia niet geschuwd om wapenleveranties vanuit New York mogelijk' te maken. Koliek schakelde voor een van die zendingen niet minder dan Frank Sinatra in om een scheepskapitein te betalen. Alsof het zijn dagelijkse werk was, vertelt Koliek over zijn ont moeting met Eichmann in We nen, van wie hij toestemming kreeg nog voor de georganiseer de jodenvervolgingen 3000 mensen uit Middeneuropese landen te ontzetten. Later was hij geheim agent in Istanboel, van waar hij berichten naar Eu ropa verzond over de Shoah (uitroeiing van de joden) Hij ontmoette Chagall, Hitchcock, Einstein en legde de basis voor het Israël Museum, waar onder andere de Dode Zee-rollen bewaard worden. In Teddy Koliek, oud-burgemeester van Jeruzalem, bij het graf van Theodor Herzl. foto pr 1952 werd Koliek de rechter hand van Ben-Goerion. Schrij ver Saul Bellow zei ooit over Koliek: „Jeruzalem zonder Ted dy is even ondenkbaar als de staat Israël zonder Jeruzalem." Erg fraai zijn de archiefbeel den van de bouw van kibboet sen en een scene waarin Koliek met jongelui praat over de i komst van Jeruzalem. Hij hield hen voor hoe slecht de opdeling van de stad uitpakte. Wel moge lijk is volgens hem een stads deelbestuur voor het oostelijke (Arabische) deel. Koliek ziet een sprankje hoop voor de diepge wortelde haat tussen de bevol kingsgroepen: „Heeft u ooit ie mand van de andere kant thuis uitgenodigd, nee? Probeer het Niettemin is hij in toenemen- j de mate bezorgd over de toe- komst van zijn stad. „Ik heb j veel respect voor de religieuze joden. Als het zo doorgaat, heb- i ben ze hier over 40 jaar de macht. Dat is op zich niet zo erg. Het probleem is alleen dat ze intolerant zijn en daar heb ik moeite mee." Koliek was aanwezig bij de j perspresentatie van de film in j Hilversum. Hij was geroerd i door het produkt, maar vond dat met name de steun van bui tenlandse organisaties en parti culieren aan de wederopbouw van de 3000 jaar oude stad min der goed uit de verf komt. Lindwer maakte eerder dit jaar een documentaire over Si mon Wiesenthal, uitgezonden door de TROS. Hij beschouwt beide films als een tweeluik. De TROS had minder belangstel ling voor het vertonen van de j Koliek-documentaire, aldus Lindwer. Met de EO zijn afspra ken gemaakt over een serie pro gramma's over de geschiedenis van de staat Israël en de opeen- j vólgende premiers.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 10