'De afgrond tussen lectuur en literatuur willen wij dempen' 7 urn Rtv show 'Je moet wel knokken om de liedjes op de radio te krijgen' gesproken» Geen opgeheven vingertje in NCRV's Millennium MAANDAG 31 OKTOBER 1994 Martin Ros en Aad van den Heuvel, een duo in boeken op TV HILVERSUM TON DE JONG Neem nou zo'n Step hen King. Als die met een nieuwe ti tel komt, schuiven er in twee weken lijd geruisloos 150.000 exemplaren de winkel uit. Je hoeft Martin Hos niets te vertel len. I.udlum, irisham, /elfde verhaal. Die (irisham vijf boeken in de Top 10! „Dus gelé zen wordt er wel. Daarom dat boekenprogramma op televisie. Omdat er nog steeds mensen zijn die niet weten wie loost Zwagerman is. Of waar Xoeter- meer ligt." Maandagmiddag, de weke lijkse redactievergadering zit er op. Martin Ros, ullgever/boekenbeest, en Aad van den I leuvel, programma maker/KRO-monument, keuve len wat na over de wereld van het hoek. Want ze gaan voor de KRO 31 weken achtereen een boekenprogramma op televisie brengen: Ik Heb Al Hen Boek, een verkorte versie van het ge lijknamige programma dat in april en mei '91 al te zien was. Hike woensdagavond, op het vriendelijke tijdstip van half acht. Slechts twintig minuten, dat wel. „Twintig minuten, dat is zo voorbij", beseft Van den Heuvel. „Die snelheid kan voor je werken, maar ook tégen je. Er is, voorlopig, een vast stra mien. Twee gasten: één schrij ver van een literair boek, en ie mand die bij de totstandkoming van een non-literair boek be trokken is geweest. Daarnaast: een eigen Tip Vijf en een rondje door een boekhandel met een bekende Nederlander. En dat alles in die korte tijd. Werkt dat geen oppervlakkigheid in de hand? Van den Heuvel: „Dat kan. We zullen vooral in het begin stript moeten werken." Ros: „De oppervlakkigheid wordt beperkt door een goede keuze te maken uit het enorme aanbod. Wat wij brengen is slechts het topje van de ijs- bcrft" Van den Heuvel: „Misschien kun je het een beetje vergelijken met die overzichlsrubriek in de Volkskrant, ISBN." De nieuwe roman van Adri- aan van Dis, Indische Duinen, ligt pontificaal op tafel. Van Dis scoort in kranten, weekbladen en andere televisieprogramma's behoorlijk met zijn boek. Kun nen Ros en Van den Heuvel daar nog omheen? Van den Heuvel: „Nou, als een boek als Indische Duinen uitkomt, kun je dat natuurlijk niet laten liggen. Maar we wil len ons ook niet op platgetreden paden begeven." Ros: „Er zijn nog altijd mas sa's mensen, die al die cultuur- bijlagen in de dagbladen niet le zen. De kranten bekogelen daarmee en masse een steeds kleinere menigte, terwijl de uit gevers juist die massa willen vergroten." Afgrond Vervolgens voeren de heren het succes aan van auteurs als King, Grisham en Ludlum om een diagnose van de letterpatiënt te stellen: een gezonde leeshon ger, maar wellicht wat eenzijdig gevoed. Wellicht rijp voor wat literatuurvitaminen. Ros: „Die afgrond tussen lectuur en litera tuur willen wij wel dempen, hoor." En Van den Heuvel: „Er zijn nog steeds mensen die Zwagerman niet kennen." Waarmee niet gezegd mag zijn, dat Ik Heb Al Een Boek de aanstoot voor een literair reveil moet worden. De kijker moet vooral geen ethische- of elitaire receptuur verwachten. Ros, de wielergek: „Sport! Komt er ook in." Van den Heuvel: „En Adri van der Heijden moet gewoon kun nen komen, maar ook die man met die tuinenboeken van jou. Hoe heet-ie nou ook alweer?" Ros: „Oudshoorn! Ja, onge looflijk, hè. Die tuinen zijn hele maal in. Iedereen in Nederland is met tuinen bezig, van de dure WD'er tot de man-in-the- street." Inhoudelijk zullen ze het nog Zanger Mare Daniels brengt nieuw album uit BREDA GPD M anger Marc Daniels W heeft deze maand een nieuw album het licht doen zien onder de originele ti tel Mare Daniels. Zijn rechter hand hierbij was tekstschrijver- /componist Ed Hooijmans, met wie hij nu zo'n vier jaar samen werkt. Daniels heeft al wat hits op zijn naam staan zoals de siugle Ik mis je elke dag en de recente ook al populaire single Ik weel dat je wacht. De liedjes behoren tot het ge nre dat ooit eens door iemand is bestempeld als 'Het betere lied" Daniels zou niet anders willen. „Ook niet anders kun nen. Als je je op de Neder landstalige markt gaat bewegen moet je goed weten wat er al is en vooral welke leemte je zou willen opvullen. Als je de boel overziet, heb je grofweg aan de ene kant André I lazes en aan de andere kant Rob de Nijs en frank Boeijen. Dan moet je. op grond van wat je wil en welke mensen je wil bereiken, een be slissing nemen." Daniëls heeft het voor het ge nre van Rob de Nijs gekozen en een aantal liedjes van Gordon. Volgens hem bereiken zij met hun teksten en muziek het pu blick. „Ik wilde dat ook van meet af aan." De zanger komt uit een groot gezin: elf kinderen en ieder van de elf hield wel van een andere soort muziek. Zo draaide de een hardrock, de ander Spaans, weer een ander ballads. „Iktieb al jong met allerlei stijlen van muziek kennis gemaakt. En net als een van mijn broertjes, die drumde, wilde ik zelf iets aan muziek doen. Hoe meer je je dan actief met muziek bezig houdt, hoe meer je de bühne op wil. Vandaar dal ik me al snel bij een bandje heb aangesloten. Ik herinner me dal we veel nummers van The Osmonds zongen. Maar het spelen in een band bevredigde me niet. Ik had steeds de drang om in mijn eentje contact met het publiek te hebben. De draadloze micro foon was voor mij een fantasti sche vinding. Zo kon ik naar de mensen toe, ze persoonlijk toe zingen." Daniëls kreeg de smaak zo te pakken, dat hij besloot alleen verder te gaan. „Ik heb een aan tal liedjes uitgekozen die ik mooi vond en daarvan heb ik muziekbanden laten maken. Wat zong ik in die tijd? I.iedjes van The Cats, van Roger Whitta- ker, The Beatles, voornamelijk ballads. Mijn zus kwam toen met de suggestie Ed Hooijmans te benaderen, die ze via via ken de. Ed was al lang in de muziek werkzaam, eerst als musicus, la ter als tekstschrijver en compo- wel eens met elkaar oneens zijn. Zo ligt een man als Siebelink binnen de redactie kennelijk ge voelig, en Ros heeft ondanks de juichende kritieken geen hoge pet op van de nieuwe Scandinavische ontdekking Pe ter Hoeg: „Strontvervelend. Net een stuk elastiek." Ros leest één boek per dag, Van den Heuvel één per week. „Ik zal ernaar moeten streven om tot twee in de week te ko men, de boeken van onze twee studiogasten. Maar Martin, een boek per dag! Dan heb je toch geen ruimte meer voor eigen gedachten?" Ros, lachend: „Mijn vader zei vroeger ook al: Jij verleest je he le verstand." Stuwmeer Ros schat Maarten 't Hart in op de consumptie van drie boeken per dag, „maar die zit dan wel de hele dag binnen." Zelf pleegt hij boeken die niet binnen tien, twintig pagina's boeien, terzijde te leggen. „Als een boek na tien pagina's je niet trekt, dan hou je toch op? Een slechte schrijver verraadt zich in de eerste tien bladzijden." En er heerst veel (verborgen) schrijvers- en uitgeversleed. Wanneer ten huize van Martin Ros de grote doos boeken wordt bezorgd met kandidaten voor de Anton Wachterprijs (een prijs voor debutanten), moet hij doorgaans vaststellen dat meer dan de helft niet eens door de kritiek is besproken. Driekwart van wat er uitkomt had wat hem betreft ook niet in boek vorm hoeven of mogen ver schijnen. „Maar ja, de uitgevers schieten erin hun geilheid zo veel mogelijk af, in de hoop dat die éne knaller ertussen zit. De omloopsnelheid is ook enorm hoog geworden: nieuwe boeken lopen de kans, dat ze binnen één week alweer uit de etalages zijn. Er dreigt in Neder land echt een stuwmeer in de uitgeverij te ontstaan. Affijn, dat is er al, maar het stuwmeer wordt alsmaar groter." Jaarlijks komen er in Neder land zo'n 16.000 nieuwe titels op de markt, maar Ros is er geen voorstander van om de vastgestelde prijzen los te laten. Dat zou, naar zijn idee, leiden tot 'een verpulvering van het kwaliteitsboek'; „Daar gaat de literatuur dan aan onderdoor, want er blijft geen marge meer over." Jonge generatie Niettemin zijn het blijde tijden om een consumentgericht boe kenprogramma op de buis te brengen. Er valt op diverse fron ten voor auteurs veel geld te winnen met de toekenning van prijzen, het wemelt van de ge nomineerden en de shortlists', literaire tijdschriften lijken op te Aad van den Heuvel (links) en Martin Ros: „Er zijn nog steeds mensen die Zwagerman niet kennen." foto gpd bloeien en het trotse land be leeft de opkomst van een jonge generatie schrijvers, zeg maar: de Zoetermeer-generatie. Ros: „Zoetermeer! Ja, prach tig. Zo hoort het ook: Ouwe lul len moeten eruit, jonge erin. Mijn ster rijst ook ter kimme! Maar ik moet zeggen: de kwali teit zie ik nog niet, bij die jonge garde. De oudjes moeten het voor de uitgeverijen nog doen, dit najaar. Maar er heerst een levendig literair klimaat, dat is een feit, en binnen een paar jaar zullen die jongelingen er wel staan. Ik ben benieuwd. Het zijn jongens die vrij zijn van de din gen waar wij onder geleden hebben, zoals de oorlog. Dat drukt minder op ze." Van den Heuvel: „En wat moet daar dan van komen?" Ros: „Uh... Lucht? En het noemt zich dan: Boek. Hahaha." (Eerste uitzending, woensdag 2 november, 19.30 uur, Neder land 1) Minoesch Jorissen toont verantwoord beheer van aarde Mare Daniëls: „In de liedjes op dit album protesteer ik tegen de manier waarop mensen in persoonlijke relaties met elkaar omgaan." foto gpd nist." Hooijmans: „Ik heb Mare om een demobandje gevraagd en nadat ik het had beluisterd, heb ik hem onmiddellijk ge vraagd langs te komen. Ik vónd dat hij kwaliteit had." Gelijk al bij de eerste ontmoe ting bleek dat beide heren el kaar begrepen. Bovendien had Daniëls ook meteen bewonde ring voor de harmonie die Hooijmans weet te bereiken tussen tekst en muziek. „De vonk tussen ons sloeg niet al leen artistiek over, we zijn ook heel goede vrienden gewor den." Hooijmans: „We praten iede re week uren met elkaar. We wisselen ervaringen uit, praten over de dingen die we hebben meegemaakt." Daniëls: „We zijn alletwee ge voelsmensen die dingen ontle den, zodat ze levenservaringen kunnen worden. Die kun je ver volgens omzetten in tekst en muziek en ik kan in de vertol king ook die inzichten leggen. Ik heb dat bij de opnamen van de ze CD al gemerkt. Neem zo'n liedje als Deveny. In eerste in stantie denk je: Het gaat over ie mand die zichzelf lelijk vindt, maar die altijd voor iedereen klaar staat, terwijl hij of zij niet tot zich laat doordringen dat daarin de werkelijke schoon heid van mensen ligt." Kwetsbaar „Dat is op zichzelf al een tekst waarin menigeen zichzelf zal herkennen. Maar toen ik bezig was om me de tekst eigen te maken dacht ik: Wacht eens even, er zit veel meer in. Name lijk dat van mooi of lelijk: als je iets van jezelf geeft, stel je je kwetsbaar op. Hoe vaak gebeurt het niet dat anderen van die kwetsbaarheid gebruik maken door over je heen te walsen. Het gevolg is dat degene die zich open heeft opgesteld dubbel wordt gekwetst. In dat liedje zit dus ook de boodschap: laten de mensen elkaar meer in hun waarde laten. Als iedereen dat zou doen, ben ik ervan over tuigd dat de maatschappij er heel anders uit zou zien." Hooijmans: „Als je over de in houd van dit album zou filoso feren, zou je tot de conclusie kunnen komen dat het stuk voor stuk protestsongs zijn. Niet op de manier zoals Armand of Boudewijn de Groot dat vroeger deden. Zij protesteerden tegen de maatschappij en z'n institu ties. In de liedjes op dit album richt het protest zich meer te gen de manier waarop mensen, in persoonlijke relaties met el kaar omgaan." Hooijmans is ervan overtuigd dat er ruimte is voor dit soort Nederlandse liedjes. „Wel moet je ervoor knokken om ze op de radio gedraaid te krijgen. Vol houden: daar komt het op aan. Ik weet zeker dat Nederlanders openstaan voor deze teksten. \iaar ze moeten ze wel kunnen horen." Minoesch Jorissen: „Het is een serieus programma en toch luch tig, maar af en toe ook met dra ma-elementen." foto archief HILVERSUM GPD Hoe gaan mensen met de aarde om? Wat doen instanties om de wereld leefbaar te houden? Het klinkt misschien allemaal wat zwaar voor een televisieprogramma, geeft Minoesch Jorissen toe. „We worden al jaren doodgegooid met kreten als vechten voor een beter milieu, maar wat worden er nou daadwerkelijk voor oplossingen bedacht?" En daar is volgens de NCRV-presentatrice wel degelijk een heel verrassend en span nend t\ -programma over te maken. Millennium is de naam van de nieuwe 8- delige programmaserie die Jorissen (30) op dit moment opneemt. Vanaf 14 november (Nederland 1, 19.00 uur) gaat ze in Millen nium op zoek naar oplossingen voor een verantwoord beheer van onze aarde. Die oplossingen variëren van moeflons, (een bepaald soort schapen) op de Veluwe tot nieuwe waterzuiveringstechnieken. Het programma krijgt een magazinevorm met vijf verschillende onderwerpen per uitzen ding. Jorissen speelt een hele actieve rol in het programma. Zij neemt de kijker als het ware aan de hand mee. De aanpak van het programma is volgens de presentatrice en programmamaker Peter Gersen serieus en toch luchtig met af en toe zelfs drama-elementen. Gersen: „Op papier lijkt het misschien een onderwerp dat al leen geschikt is voor een klein publiek na elven 's avonds. Dat is flauwekul. Als je het onderwerp bevattelijk maakt, is het leuk voor het hele gezin. Het is absoluut niet de bedoeling om er een educatief programma van te maken. We gaan ook geen zwartepie ten uitdelen." Jorissen is niet van plan om met een op geheven vingertje de kijker toe te spreken. „Ik laat bijvoorbeeld in één van de uitzen dingen zien waarom groente- tuin- en fruit afval gescheiden wordt ingezameld. Voor veel mensen is scheiden van afval iets heel abstracts. Ze doen het keurig, maar wat er verder mee gebeurt weten ze niet. Wij ge ven ze die blik achter de schermen wel en daar zit verder geen enkele boodschap bij." Overstap Voor Jorissen betekent Millennium tevens het afscheid van de kinderprogramma's die ze een aantal seizoenen voor de NCRV maakte. Na Ereprijs 17 en de live kinder talkshow KKfoon, richt ze zich nu alleen nog op een volwassen publiek. Volgend sei zoen is Jorissen tevens weer vast panellid in nieuwe afleveringen van Zo vader zo zoon. „Ik wilde graag naar de volwassenenhoek. De tijd was er nu rijp voor. Over een paar jaar is het misschien te laat en heb ik te lang in de kinderprogramma's gezeten om de overstap nog te kunnen maken." De over gang van een kindertalkshow naar het nieu we Millennium, waarvoor de opnames een paar maanden geleden zijn begonnen, is voor Jorissen behoorlijk groot. „Ik kwam uit de interviewsfeer, terwijl ik voor Millenni um ineens van alles moet uitleggen voor de camera. Dat is een hele andere vorm van presenteren. Ik moet handelingen verrich- •ten en tegelijkertijd dingen vertellen. Ik heb af en toe hele gevechten met mezelf om het voor elkaar te krijgen." Na een aantal jaren televisiewerk komt Jorissen tot de conclusie dat haar voorkeur uitgaat naar licht informatieve program ma's. Het uitstapje naar een spelletje als Zo vader zo zoon ziet de presentatrice als een mooie gelegenheid om te ontdekken in wel ke vorm van televisiemaken ze het beste is. „Zo vader zo zoon is hartstikke leuk om te doen. In dat programma kun je gewoon volledig jezelf zijn. En als panellid kan ik een beetje van de zijlijn meekijken. Ik heb in een programma in ieder gevaJ wat ruimte nodig. Anders eis ik die ruimte vanzelf op." te talente Presentator aJ7 van den Heuvel i deAVRO-bode: „Eigenlijk zou i hele TV in elkat moeten zitten als Kbalelftal. Het moet gro ïïénten hebben, een pa; jonge honden en een stuk i wat oudere routiniers met ve ervaring. Je bent natuurlijk har] stikke gek als je er de wat rijpen' krachten zoals ik eruit schuin Want dan gooi je een hoop ei_ varing weg. En juist mijn gend ratie heeft een programma al 'Ook dat nog' grootgemaakt." 1 Sylvester Stallone in Privé: „Andrea Wieser is dé grot liefde in mijn leven. Haar lot staat op mijn bureau en ik der de hele dag aan haar. Ze he mijn leven compleet verandert Ik ben gelukkiger dan ik in jare ben geweest. We verschillen wi 25 jaar in leeftijd, maar we dt len veel interesses en Andrea zeer intelligent, ik kan met ha over alles praten. We hebbe ook hetzelfde gevoel voor hi n mor, ik kan eindelijk weer Ir chen." Midas Dekker in VARA TV Magazine: „Een bezwaar om van spin newebben spinnezijden lingerie te maken blijft vooralsnog d" prijs. Men zou wellicht kunne (1 beginnen met lingerie in zee kleine maten, zoals een poes di passen. Dan krijgen onze huis dieren de kleren die ze toeko men: Lederhosen en Tirolei hoedjes voor onze honden, vooF* onze poezen zijden jarretelletje en ragfijne onderbroekjes. D; die zijde door duizenden nijvei spinnen gemaakt moet zijn, lijk me niet meer dan een gepas eerbetoon aan de poes, het enj., ge dier dat de spinnen qu spinnen overtreft." Peter Faber: „In mijn jeugd waren er Katholieke broeders, die met hun hand in mijn broekspijp gle den." foto archie& Acteur Peter Faber in Story: „Bijna in elke relatie die ik ii mijn jeugdjaren met volwasse nen en autoriteiten had, ver keerde ik in een afhankelijk!;a positie. Katholieke broeders dii'e ineens met hun hand in jila broekspijp gleden en zeiden ;e 'Maar Peter, als je het wilt, kui it je het wel. Als je je best maa ri doet'. En ondertussen zaten z<® dan steeds aan je. En het vol !e gende moment vernederden dijt ie mensen je dan weer heel erg." Actrice Katey Sagal, alia Peggy uit 'Married wit! children' in Veronica: „Dat Sarah geboren werd wa IC de gelukkigste dag van mijn le le ven. Ik had nooit gedacht dat ilia me zó hemels zou voelen. God„n; wat klink ik melig en sentimen ai teel. Maar ik kan er niets aai doen. Ik ben veranderd. Vroege was ik een vrijbuiter die ziel nergens wat van aantrok. Maa - nu telt alleen die kleine roze ba by nog... M'n favoriete rol? Na tuurlijk de moederrol!" Meubelontwerper Jan de: Bouvrie in VARA TV-Magazine-^ „Ik geloof wel. maar ik wee n niet waarin. Stel dat God be staat, of Boeddha. Misschiei *i willen ze zich ook wel niet ma nifesteren. Maar dat gevoel da je gelooft, is voor mij de grot(lr drijfveer. Dat je zegt: ik lanter )u fant niet. Het is het grote myste Gerard Joling in Story: „Hilversum is me goed ge zind. Maar ik denk ook dat il t; gewoon aardig ben tegen ieder'E een. En ik doe mijn werk, naai i mijn mening, goed genoeg. E zullen absoluut mensen rondlo ie pen die me een rotzak vinden Maar ik mag nog steeds overa J1 komen. Ze hebben me no{ 11 nooit geweigerd omdat ik m< heb misdragen. Ik weet dat il met een wijntje op weieens balorig kan zijn. Op het ordi- naire af. Maar ik ben wel mezelf."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 12