'Een akropolis van de kunsten' f -jf Cultuur Kunst Postmodern kunstpaleis opent morgen zijn deuren q 4-Jk-jiv 'A Jiff >jjk VRIJDAG 28 OKTOBER 1994 CHEF ANNEMIEK RUYGROK. 071-161423. PLV -CHEF JAN RIJSDAM.071-16' Het nieuwe Groninger Museum van Alessandro Mendini, dat morgen door koningin Beatrix wordt geopend, is een postmodern paleis van de kunsten geworden. Met een Gouden Kolom die in het ochtendlicht van de stad oogverblindend oprijst en een interieur dat een wonder blijkt te zijn van inventiviteit en schoonheid. Wie eenmaal binnen is geweest, geeft zich gewonnen. Alles past alsof het er voor gemaakt is, zoals het kunstwerk van Marc Kostabi in het Mendini-paviljoen. Rechts een inkijk in de Memphis-Liechtenstein zaal. taande aan de kanaal - V j blauwe reling zien we de stad voor het eerst. Zandgele wanden van PTT-ge- bouwen, een roestbruin 19de- eeuws stationsgebouw. En ach ter ons de oude singel uit de vo rige eeuw, huizen met oud-Hol landse citaten, ornamenten en Franse boogramen die herhaald lijken te worden door de boogramen van het nieuwe mu seum dat hier plompverloren in het water ligt. Alleen de saaie, onbestemde Minervaflat weer spiegelt zich met vergeefse ijdelheid in het water als voor beeld van het failliete functio nalisme in de bouwkunst van de jaren vijftig. Het enige gebouw dat werke lijk in alle hoeken en gaten, vol ledig vanzelfsprekend en wel lustig kleur bekent, is het nieu we Groninger Museum. Kleur is een van de belangrijkste aspec ten die het museum, vooral van binnen, een magische sfeer ge ven. Een ander opvallend as pect is de combinatie van ontel bare citaten uit duizenden jaren bouw en kunstgeschiedenis, speels verwerkt in een volstrekt eigentijds concept. Sinds kort is het water toegelaten tot de bui tenmuren en is het museum echt een eiland geworden. De waterreflecties toveren via de openingen van de Franse boogramen op het laagstgele- gen niveau een kleur en licht- vlekkenpatroon dat nauw ver want is aan Alessandro Mendi- ni's design voor de buitenwand bekleding van het oostelijk gele gen paviljoen hedendaagse kunst. Dat design herhaalt zich in de spiegeling van het water, en is een uitvergroot citaat van de schilderijen van de impressio nist Paul Signac. Water is de bron van dat design. Signac zag het pointillisme voor het eerst in het beroemde schilderij 'La Grande Jatte' (een eiland in de Seine, midden in Parijs) uit 1886 van Georges Seurat, die op zijn beurt het pointillisme had ontdekt in een detail van het Danteschilderij van Eugène Delacroix, de naast elkaar ge schilderde kleurvlakjes in water druppels. Signac verwerkte zijn pointillisme in de waterflecties van de haventjes aan de Mid dellandse Zee. Mendini vervol gens in het Verbindingskanaal van Groningen. Dromen Of de waterreflecties in de Fran se boogramen en op het pla fond van de museumgangen in derdaad zijn meegewogen in het concept van het museum, is de vraag. Maar wanneer een ontwerp tot in alle finesses Groninger Museum van Alessandro Mendini is werkelijk iets totaal anders Het nieuwe Groninger Museum van Alessandro Mendini is een postmodern paleis van de kunsten geworden. klopt en de onderdelen met el kaar blijken te communiceren, passen alle niet-bedachte om standigheden meestal verras send in het bedachte geheel. Want dat is toch wat bij het be treden en vooral bij het doorlo pen van het museum steeds sterker tot je doordringt: dit is een buitengewoon goed door dacht ontwerp. Een geraffineerd op elkaar afgestemd mozaïek van stijlen, kleuren, vormen, ruimtes en bouwelementen. Al deze verschillende onderdelen spreken verschillende emoties aan, roepen stemmingen op, wekken associaties met alle ge bouwen in onze herinnering, uit onze dromen, of die we zelf ooit bouwden als kind. Het meest bijzondere aan het museum is hoe kunst en expo sitieruimtes met elkaar een ver binding aangaan. Alles lijkt in eens op z'n plaats te vallen, de Memphismeubels, de schilderij en van Kostabi, de superkitsch vergulde spiegel van Jeff Koons, de spiegelgalerij van Mendini, de foto's van Inez van Lams- weerde of de Mendinibank op een Mendinikleed onder een Mendinigobelin in de ovalen Mendinizaal. Alles past alsof het ervoor gemaakt is. Van de oud ste archeologische vondsten tot het nieuwste wandkleed van de Belg Wim Delvoye wiens scabreuze oudHollandse tegel design de onderkant van de fietsbrug siert. De manier waar op ruimte en kunstwerken hier in elkaar overvloeien, komen we in geen enkel ander museum ter wereld tegen. Hoogstens doet het denken aan de musea uit de vorige eeuw toen schilde rijen, behang, vloerbedekking, glas-in-loodkoepels, varens in koperen potten en velours gor dijnen in aardekleuren even eens tot een eenheid versmol ten. Onvoorspelbaar Terwijl elders al tientallen jaren geprobeerd wordt het tempeli mago van een museum af te breken - in de ijdele hoop dat iedereen dan het museum bin nenloopt - doet het nieuwe Groninger Museum er alles aan om anders te zijn, alles om zo veel mogelijk onvolks en zoveel mogelijk aristocratisch, kunst zinnig, onvoorspelbaar en the atraal. Op een heel andere ma nier pakt dit museum de veron derstelde verhevenheid van de kunsten aan, door zelf een kunstwerk te zijn, of door de centrale trap niet - zoals in alle andere musea - naar boven, naar het Hogere van de Kunst te voeren, maar juist naar bene den, naar de buik van het mu seum, door een pastelkleurig gangenstelsel met ovalen ver bredingen naar organen als ou de en nieuwe kunst, archeolo gie, kunstnijverheid en geschie denis. In dit museum waan je je in _i «"L jki"t. j Een detail van het Mendini-paviljoen voor hedendaagse kunst. De buitenwandbekleding valt op door een patroon van kleurige vlakken, foto gpd een tempelcomplex, een Per zisch koningsverblijf. Maar sommige tapijten op de vloeren doen weer denken aan luxe bio scooptheaters, aan zeer sjieke schouwburgen, aan supershow rooms. Er wordt met hoge, openslaande deuren gerefe reerd aan vorstenverblijven als Versailles en Schönbrunn. En de door waterreflecties van het Verbindingskanaal veroorzaak te, mysterieus wiegende blau we, atmosfeer geven de gangen een onderwatergevoel. Het azuurblauw hier en daar lijkt af komstig van islamitische mos kees en Romeinse thermae. 'Het is een soort akropolis van de kunsten', heeft Mendini in middels zelf gezegd. Maar dat is nog een bescheiden omschrij ving van een complex aan ruim ten en atmosferen als in dit mu seum. Alleen al de catacombi- sche wereld van het westelijk paviljoen voor archeologie en geschiedenis, van binnen vorm gegeven door de Italiaan Mi- chele de Lucchi en de Neder lander Geert Koster, waar de bakstenen buitenkant terug keert in twee bakstenen bouw sels in het inwendige, is een avontuur. Hemelbedden Het geheim van deze in donker rood gekleurde gangen en kabinettenwereld bestaat in we zen uit een geraffineerd licht- concept van de Italiaanse kun stenaar Roberto Ostinelli dat al le oude potten en pannen, mid deleeuwse haarspelden, ge bruiksvoorwerpen uit Hunsingo en Fivelingo, hemelbedden en eikehouten kasten dramatisch belicht, in wand of vloervitrines en kastjes, alsof in elk een thea- tervoorstellinkje plaatsheeft. Daarvoor had Ostinelli maar weinig spots nodig, het meeste licht is afkomstig van spiegeltjes die het licht uit een enkele spot overal reflecteren. Als we naar boven lopen, via een betegeld trappencomplex dat een herhaling is van de be tegeling in de entree van het museum, en het metaalkleurige, vliegende schotelvormige twee de niveau betreden, keert het wonderlijke onderwatergevoel terug, veïsterkt door de vitrines met in zee gevonden porselein, waar nu vissen zwemmen en gordijnen in een slingerende opstelling de ruimte in zeewier achtige compartimenten ver deeld. Tijdens deze dwaaltocht door tijd en ruimte vergeten we dat we in een kunstmuseum rond wandelen. Dit is werkelijk iets totaal anders, vergelijkbaar met het 'totaal andere' uit een tijd, 1505, toen de museumgedachte een aanvang nam met de bouw van het Belvedere in het Vati- caan en architect Donato Bra mante begin 16de eeuw van paus Julius II opdracht kreeg een complex te bouwen waar kunst een speciale plaats in zou krijgen. Bramante ontwierp ruimtes voor zowel binnen als buiten en citeerde daarvoor be staande architectuur, de Ro meinse villa's, het antieke Ro me, schiep een scenografisch complex van 'cortili' (binnenho ven) waar de tentoongestelde kunst voor het eerst een omge ving kreeg die de kunst een be tekenis gaf, in dit geval een ar- tistiek-ideologische. Het publiek moet toen met hetzelfde gevoel hebben rond gedwaald als wij nu in dit Gro ninger Museum, dat eveneens een andere betekenis aan de kunstvoorwerpen geeft waar door museum met inhoud een statement is geworden. Een mooi voorbeeld daarvan is de Memphiszaal in het pavil joen hedendaagse kunst op het eerste niveau dat via een prach tig trappencomplex en de aris tocratisch vormgegeven zilver- zaal in zwart en blauw, bereik baar is. Hier roepen we geluid loos ahhh en ohhh. Wie op het schitterende tapijtdesign van Ettore Sottsass durft te stappen, waant zich in een futuristische huiskamer, waar uitvergrote ge bruiksvoorwerpen meubels blij ken te zijn en een enorm schil derij aan de wand 'gewoon' op rolbaar behang van Roy Lich- tenstein. Een ideaal voorbeeld van de verbinding kunst com mercie die door museumdirec teur Frans Haks wordt gemaakt. Dit is geen expositie, maar een presentatie van een collectie, een supershowroom die ons qua kleurstelling en inrichting weet te verwonderen en te ver bazen. Engelsrood Het Mendinimuseum is echter vooral kleur. Alles zetten deze wonderlijke kleuren aan de gang. Het is een overal terugke rend kleurenpatroon van zacht geel, grijs, blauw, donkerblauw en groen - zoals de betegeling van de entree en op sommige andere plaatsen in het gebouw en in ieder geval in de kleurstel ling van veel plafonds, vloeren en wanden -, aangevuld met li la, theaterrood, zwart en goud en het engelsrood van de hoge deuren die toegang geven tot bibliotheek, kantoortjes, opslag ruimtes, toileteenheden. De hoge, openslaande pa neeldeuren naar bibliotheek, prentenkabinet en auditorii doen wel even denken aan sailles, maar lijken in hun voud nog het meest op de di ren die we in Groninger 1 huizen en borgen aantreffen herinneren ons aan surreal! sche dromen, waar we in i traagde vlucht de deuren o nen van gangen die in elks verlengde liggen, deur deur, gang voor gang. Daard lijkt het soms of we ons in heel andere wereld bevinden Daar werken ook de myst euze doorkijkjes aan mee v\ het museum vol van is. Wie geopende deur naar de thea zaal passeert ziet een bloedn flits: het auditorium. Dat d denken aan een balzaal uit 16de eeuw waar de open ha lekker lijkt te loeien. Hier v\ den we omarmd door het ro pluche van een ruimte met grote projectiewand en tt podia compleet met ingeboi de spotlights en rode gordiji die eikaars spiegelbeeld v men. Hier dempen we oi stemmen en lopen we op oi tenen over het geraffineerd n zikale tapijtontwerp van Men ni dat, in een andere kleurs ling, terugkeert in de museu winkel naast de entreehal. Ook hier in het auditorii zijn het de details die het geh een bijzondere werking vei nen, al weet je eerst niet dii waardoor. De ruimte van d theaterzaal lijkt zich namelijl verheffen, alsof de wanden, als bij een hangend theater cor, niet helemaal op de vl steunen. Dat blijkt veroorza te worden door het tapijt niet alleen de vloer bedt maar ook een stukje bij wand opkruipt zodat deze 1 te zweven. Wonder In bouwtechnisch opzicht is nieuwe museum sowieso wonder van inventiviteit. So mige wanden in de gangen b ken op rails te staan en kunt worden 'verreden'. Door verplaatsbaarheid en draaiba heid kan een wand ineens t deur worden, zodat de toeg« tot een gang wordt afgeslot als het waterdichte schot een oceaanstomer. De ruil die dan in de gangwand komt onthult ineens een een opslagruimte, bezemk ten. En achter de uitneemb panelen in de deurlijsten van entrees in het paviljoen hed daagse kunst, die door hun t se vorm associaties wekken i de toegangen tot een Egyj sche graftempel, blijken sn ren, kabels, knoppen, meet paratuur, temperatuurregela of een doodgewoon stoffer blik verborgen te zitten. Dit museum is meer tem dan alle andere musea bij elk ooit geweest zijn. Het is de te pel van hogepriester Alessan Mendini, de absolutistisi heerser van de keizerrijl Vorm en Kleur. Een sekteleit wiens gedachtengoed een sc re trouwe volgelingen telt. heidenen zullen hem missch verwijten de vormen en kleu van de Italiaanse ijssalon lo te hebben omgewerkt tot 'quasi un' museo', de g wijzen op het wonderbare schijnsel waarbij kunstwerk, interieur, vorm kleur niet los van elkaar gez en benoemd kunnen wore De vorm is de inhoud, de houd de vorm. Dat w uit alle hoeken en gaten, uit prachtige details en verrassei doorkijkjes, tot in de gedei knerpende fietsbanden ovei grijsblauwe promenadebes ting onderlangs de kantoo ren, de Gouden Kolom dit het ochtendlicht van de oogverblindend oprijst en la het silhouet van het beeld Blote Bet op de Herebrug c het Verbindingskanaal vonkt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 32