IDDELHOEK'S Happï I i\N Woudenbergse Karin Schipper geeft skiles in Sa Koornbrugsteeg 3 (Stadhuisplein) Leiden 071-140641" r m REISBURO B.V. voor al uw reizen Reisspecialist IJDAG 28 OKTOBER 1994 aan AG M DEN DOBBELSTEEN e werkelijkheid is minder gruwelijk dan zij lijkt. Het betreft slechts een Daarvan bevonden zich er 150 buiten de gemar keerde pisten en het is zeer de vraag of die zelfs oefening. Twee grommende helicop- door een professionele organisatie gered hadden de donkerblauwe lucht, een aantal door de kunnen worden. Ogi: „Daarom is een goede voorlichting zo be langrijk. Tenminste als de skiërs zouden willen luisteren. En dat gebeurt helaas niet altijd. De ge varen van een lawine worden veel te weinig on derkend. Niemand schijnt te beseffen dat een ku bieke meter sneeuw twee- tot driehonderd kilo kan wegen. Er hoeft maar een klein stukje te gaan schuiven of het is al gevaarlijk. Uit die winter van 1985 herinner ik mij een geval waarbij in een klap een hele groep van zes mensen werd bedolven onder een niet eens zo heel erg dik Schneebrett. Had niet hoeven en mogen gebeuren. Je moet bij het toeren nooit met z'n allen tegelijk een helling lA sneeuw zwoegende honden en een stuk of veertig mensen, die met lange bamboestokken het ter rein aftasten. „Een beetje naar links", zegt Peter Ogi in zijn walkietalkie, „kom, kom, kom, een beetje naar links." Hij lijkt niet echt tevreden. Het 'slachtoffer' een bundeltje ingegraven kleren wordt na ruim twintig minuten gevonden. Had sneller gekund, meent de chef van de Zwitserse lawinehonden brigades. „Dat doen we nog een keertje over." Tussen Haute Nendaz en Siviez, hoog in het Zwitserse Wallis, is Ogi met een ploeg mensen nu al een hele ochtend doende. Lawine-oefening. Twee honden en hun begeleiders zijn bovendien afskiën. Een voor een, dat is het veiligste.' 'op' voor hun A-brevet, een ploeg doet examen voor het B-diploma en drie teams proberen te slagen voor het C-getuigschrift, het hoogst be reikbare. Ogi: „Op de Titlis in Engelberg is pas nog een skiër na één uur en tien minuten onder een lawine vandaan gehaald. Hij leefde, maar dat is een uitzondering. Veertig procent van de slachtoffers sterft binnen vijf minuten." Ook tijdens een oefening worden skiërs van de lift afgehaald om te helpen bij het zoeken naar 'het slachtoffer'. Onheilsplek Met andere woorden: snelheid en efficiency, daar gaat het om. Vandaar dat het aantal hondenequi pes nog steeds wordt uitgebreid. In Zwitserland zijn er nu bij elkaar driehonderd, waarvan alleen al negentig in het Wallis, dat in oorden als Zer- matt, Saas Fee, Crans Montana, Haute Nendaz, Veysonnaz en Verbier de drukst bezochtste win tersportdorpen vanw Zwitserland heeft. De honden (meestal herders en labradors; de zware Sint Bernard- honden zijn te langzaam in de sneeuw) worden samen met hun be geleiders na een lawine-melding per helicopter naar de onheilsplek ver voerd en hoe korter die aanvoerlijn is, hoe groter de kans op overleven den. Ogi: „Maar ook de geoefend heid van de teams is van enorm be lang." Onvoorspelbaar Het grootste probleem met lawines is, dat ze zo onvoorspelbaar zijn. Zelfs op gemarkeerde en met zware vanghekken beveiligde afdalingen ko men ze voor. Het ongeval op de Wengernalp bo ven het Oostenrijkse dorpje Werfen (januari 1982) waarbij elf Duitse schoolkinderen om het leven kwamen, wordt door experts nog vaak aange haald ten bewijze dat De Witte Dood overal in de Alpen kan toeslaan. Ogi: „In 1991 overleden op de Grote Sint Bernhard zeven jongens op een plek, die volgens de lokale monniken ook 'absoluut veilig was'." Niettemin staat onomstotelijk vast dat op de ene helling het risico van een lawine groter is dan op de andere. Maar... sneeuw begint zelden uit zichzelf te glijden. Dat wordt al thans beweerd door Ronald Naar. Nederlands bekendste al pinist in Ski Magazine (decem bernummer 1993): „Van alle la wine-ongevallen wordt 95 pro cent door de skiërs zelf veroor zaakt." Naar aanleiding van die opmerking onstond in hetzelfde blad een felle polemiek tussen deskundigen, die het uiteindelijk over een aantal vuistregels wel eens werden: bij Witte Dood gevaarlijker dan Russische roulette Vandaar alweer een training. Die wat Qgi be- plotseling optredende forse temperatuurverschil- treft overigens toch nog tekort schiet. De chef be- len cfreigt grote gevaar, de meeste lawines ont- seft evenwel dat hij moet roeien met de riemen staan op schaduwrijke naar het oosten gerichte die hij heeft. De politie-man maakt deel uit van hellingen met een hellingshoek van 20 tot 50 gra- een organisatie die geheel uit vrijwilligers bestaat, den. Wie in het voorjaar gaat skiën op een verse Een professionele organisatie zou de zaken laag sneeuw van meer dan dertig centimeter welliswaar beter kunnen aanpakken, maar het speelt met z'n leven. probleem is- dat de kosten hoe cru dat ook Maar als het op een 10 graden steile, naar het klinkt waarschijnlijk niet zullen opwegen tegen westen gerichte, dus in principe volstrekt veilige de baten. Om de 'zwarte' winter van 1984/1985 helling toch fout gaat? Roland Naar in eerder aan- bij de kop te nemen... In de Alpen kwamen in dat gehaald artikel: ,,U bent een verstandige skiër, seizoen 180 skiërs onder een lawine om het leven, dus uw tochtgenoot heeft afstand gehouden. Die ziet u in de lawine terechtkomen en houdt in de aüttfrii gaten waar de glijdende massa en u naar toegaan. Maar in eerste instantie probeert u natuurlijk zelf uit de lawinelijn te komen. Lukt dat niet, probeer dan te voorkomen dat u omlaag wordt getrokken en bedolven raakt. Maak ski's en eventuele vang- riempjes los, ga op uw buik liggen en maak zwembewegingen. Probeer te voorkomen dat u op uw rug terecht komt. Gebeurt dat toch neem dan de foetushouding aan en doe de handen voor de mond om het binnendringen van sneeuw te voorkomen. Probeer rustig te blijven, u kunt nu toch niets meer doen. Nervositeit kost extra zuur stof." Winterslaap Peter Ogi: „Dat is juist. Door onderkoeling kan het slachtoffer bovendien in een soort winter slaap raken, wat wellicht z'n redding zou kunnen zijn. Ik heb eens meegemaakt dat we iemand, die zeven uur onder de sneeuw had gelegen, toch weer konden reanimeren. Er zijn ook gevallen be kend van tien uur en meer. Maar ik zeg het nog maals: dat zijn dus zeer grote uitzonderingen. Het gaat veel vaker falikant mis." Een stelling die wordt onderstreept door Werner Munter in zijn boek Neue Lawinenkunde, dat be gin dit jaar verscheen bij de Verlag des Schweize- rischen Alpen-Clubs. Naast de erkenning dat de wetenschap van het beoordelen van de stabiliteit van een besneeuwde helling nog in de kinder schoenen staat schrijft de Zwitserse berggids: „In vergeljking met een lawine is Russische rou lette met een overlevingskans van 5 6 (ongeveer ikJTWf i Skilerares Karin Schipper: „Aanvankelijk werd ik toch als een soort indringster gezien." FOTO S ROB VAN DEN DOBBELSTEEN ^c heeft de indruk dat het de laatste tijd een ietsje minder wordt. Maar verdwijnen zal het nooit. In de eerste plaats komt ze uit Nederland en in de tweede plaats is ze vrouw. En dat is lijkt wel een dodelijke combinatie voor iemand die skiles geeft. Karin Schipper: „Dan ben je met de klas op stap, zegt er iemand: Normaal geeft li zeker alleen kinderen les hè? Vroeger ontplofte ik nog wel eens als ik dat hoorde. Nu vraag ik: Hoe bedoelt u? Is het meteen over, want ze kunnen natuurlijk moeilijk gaan uitleggen waarom ze die opmerking maakten." Karin Schipper (29) komt uit Wouden berg. 's Zomers is ze opticiën in Amersfoort; 's winters instructeur bij een van de meest gerenommeerde skischolen van Oostenrijk, die van Sankt Anton. Die laatste job oefent ze uit sinds de winter van '91 /'92. „Ik gaf al een tijdje les op de kunstbanen van Hoofd dorp en Huizen, toen we met een stel Ne derlanders een demonstratie verzorgden tij dens een ski-lerarencongres in Sankt Anton. Na afloop vroeg iemand of ik niet voor de plaatselijke school wilde werken. Ja, tjee, daar heb ik eerlijk gezegd dus niet zo lang over na hoeven denken." Die eerste winter was het moeilijkst. „Je maakt je van tevoren toch een bepaalde voorstelling van wat je gaat doen. Ik dacht, mooi zo: 's ochtends en 's middags lekker skiën, tijdens de lunch een beetje in de zon zitten en 's avonds met een paar collega's gezellig het dorp in... Maar dat viel dus tegen. Het lesgeven eis te in het begin zoveel van me dat ik na het diner bijna steeds in slaap viel." Bovendien had Karin al vlug door dat je de lunch beter binnen in het restaurant kunt gebruiken dan buiten in de volle zon ('Je wordt anders zo ontzettend sloom') en dat Oostenrijkers best aardige en gezellige mensen zijn, maar dan wel tot een zekere hoogte. „Aanvankelijk werd ik toch als een soort indringster gezien. Ik bezette tenslotte een plaats, die eigenlijk voor een Oostenrij ker bestemd was. Maar dat was na één win ter voorbij. Ik word nu door iedereen geac cepteerd. (Lachend) Misschien ook wel om dat ik een Oostenrijkse vriend heb." Karin Woudenberg verdient met lesgeven 560 shilling (circa 85 gulden) netto per dag. Logies komt voor rekening van de skischool, net als haar uitrusting. De Neder landse: „Daar kan ik dus prima van rondko men, al is het hier natuurlijk wel peperduur. Maar eerlijk gezegd, interesseert dat geld me het minst van alles. Ik heb van m'n hob by mijn werk gemaakt en d'r zijn er niet zo veel, die me dat kunnen nazeggen." Ze blijft er de komende winters dan ook vrolijk mee doorgaan, Karin. „Ach, je hebt er wel eens een rotdag tussen natuurlijk. Dat je denkt dat je het skiën plotseling ver leerd bent. (".een bocht gaat er goed. je valt bijna, er vliegt er eentje tegen je op... Nou ja, vvat anderen ook vaak overkomt. Ski-le raren zijn net gewone-mensen. Maar jb weet: morgen zal het weer beter gaan. Dat is de ervaring die je op een gegeven mo ment krijgt." Loodzwaar Hoewel ze al sinds 1989 door het leven gaat als 'officieel bevoegd skilerares' (het diplo ma haalde ze in Nederland na een parttime opleiding van een iaar), wil ze nog proberen ook het Oostenrijkse Staatsdiploma te be machtigen. Het hoogste. De eerste poging vond algelopen winter plaats. Na een uitge breide cursus ging ze op voor een lood zwaar examen. Helaas: van de 350 exami nandi werden er 265 afgewezen en Karin was er één van. „Dat was dus even flink ba len. Maar aan de andere kant was ik toch vrij snel over de teleurstelling heen. De theorie is niet zo'n probleem, ntaar je moet wel zo ver schrik ke lijk ont zet-tend goed kunnen skiën, wil je slagen... En geloof me of geloof me niet: maar ik had net zo'n dag dat niets lukte." Ze lacht, stapt in haar ski's en glijdt naar een klas, die keurig in II rK| nie staat te wachten. Ery NOrmclcU g66tt gelsen ditmaal. Karin. eerder tijdens het ge- u zeker alleen kinderen les' sprek: „Buitenlanders vinden het over het algu- meen best leuk als ze les krijgen van ook een bui tenlandse. Maar ik moet toegeven: het is altijd weer even aftasten; Komt u uit Nederland? Hebben ze daar dan bergen..? Er zijn er zelfs, die zich hardop af vragen of ik eigenlijk wel een diploma hel). (Sc houderophalend). Nou ja, wat maakt het ook uit. Die achterdocht is na een uurtje of zo weg. Dan denken ze: He. dat valt niet te gen... En dat is dan dubbel leuk."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 25