'Wij clowns lachen niet snel om elkaar' Een vrouw slaan ze niet snel' IJsshow in het station is afgelopen Het Gesprek van de Dag Techniek is er ook voor de ouderen tIJDAG 28 OKTOBER 1994 de Krijger en Riana van der iL^Lit (Gré: 'Zij is het einde, me ter!') zijn taxichauffeur. Vrou- ?n die net als hun mannelijke ^llega's met hun wagens als El Jaien door het verkeer glijden. heeft, zoals ze het zelf ^>emt,elf jaar opgesloten ge- ten in Leythenrode." Daar as ze waarnemend hoofd /oormishoudelijke dienst. „Maar na taar oie elf jaar was het me genoeg 'n de i ben ik op de taxi gegaan. Ik 'n zicas gek op autorijden en wilde opbotn mijn hobby mijn beroep vruchiaken. Maar ja, je neemt toch En oom risico. Kan ik dit wel aan?, ik. Ik had studerende kin- imbteferen, dus. Maar ik hou ervan ;oed rm buiten te zijn, om het leven i is." ai me heen te voelen." net Toen ik kwam, waren er drie is recouwen in dienst. Inmiddels 3ver ljn dat er al veel meer. Ik begin lanisateestal om vijf of zes uur uur in proje morgen. Heerlijk, dan kan ik vijf jog even genieten van stil Lei- d daten. Maar al met al is het een >ral erukke baan. Ie hebt een hoop wan die gefrustreerde fietsers, opgei je je expres voor de wielen rij- 'eweren. En dan die stoplichten na zei fraurlijk. Je wordt vanzelf een oordouwer. Ik rij dus altijd verdag. Ik zou ook best 's achts willen rijden, maar dat Inden ze te gevaarlijk. Terwijl t denk dat wij minder agressie proepen dan mannen. Een Pf- rouw slaan ze niet zo snel." i iana van der Ent werkte als verkoopster in een slagerij. Ze wilde haar horizon verbreden. Ze wilde wel eens wat anders zien dan varkens aan stalen ha ken. ,,Ik had het tien jaar eerder moeten doen. Je hebt een enor me vrijheid in dit beroep. Mak kelijk is het niet. Je hebt natuur lijk wel eens aangeschoten figu ren in je wagen, maar dat los ik altijd wel op." „Vanmorgen maakte ik nog iets geks mee. Ik moest ergens een vrouw ophalen. Haar man was alcoholist en had de hele tent verbouwd. Ze zat zo in de auto tegen me te praten. Ze zei: 'Ik neem nooit van mijn leven meer een vent'. Het was vroeg in de ochtend. Toen ik het licht in de auto aanknipte om af te rekenen, zei ze ineens: 'Wat ben jij lekker bruin! En hé, je bent nog een vrouw ook'. Toen greep ze me ineens tussen mijn be nen. 'Oeps!', zei ik. 'Nou gaan we te ver. Zullen we het prettig houden?" Gré heeft ook wel een last gehad van een klant met een plotse ling opspelend libido. „Ik kreeg eens een jongen in mijn wagen die volledig bezopen was. 'Naar de Geleenstraat!', zei hij. 'Naar de hoeren!' Het was een leuke knul en ik vond het een beetje zonde. Toen heb ik hem omge praat en naar huis gebracht. Maar toen ik hem voor de deur wilde afzetten, wilde hij ineens wat met mij." „Je begint wel anders tegen het leven aan te kijken als je in de taxi zit. Vroeger vond ik alles meteen zielig. Nu denk je: ach. het hoort bij het leven. Je wordt harder. Je kunt niet overal bij blijven stilstaan. Je brengt ook wel eens mensen naar het zie kenhuis en dan denk je: komen die er ooit nog levend uit?" „De mensen zijn meestal wel vriendelijk", zegt Riana. „Behal ve als ze lang in de regen heb ben moeten wachten. En je hebt wel eens opstoppingen en dan kom je wat later. Dan knal len ze de deur keihard dicht en dan weet je het al. Ik heb eens een keer iemand gehad die naar het vliegveld moest en die zat de hele tijd achterin te moppe ren dat hij het niet zou halen. Ik heb het zover weten te krijgen dat hij lachend de taxi uitging. Dat is de sport, hè." „En ik heb eens een figuur ge had die naar Noordwijk wou. 'Maar', zei hij,' ik betaal niet meer dan een tientje'. 'Dan ga je maar lopen', zei ik. Toen be- gon-ie te zieken. 'Ik sla je in el kaar' en dat soort dingen. Maar een goeie centralist heeft het in de gaten als er moeilijkheden zijn en die zorgt dan altijd dat er een paar collega's in de buurt komen. Ik hoef niks te zeggen, ik laart gewoon de verbinding in de auto open staan." „In het begin was het best span nend. Dan moest ik ergens naar Zoetermeer en miste ik een af slag. Ik was verdwaald. En die meter tikt natuurlijk maar door. Dan betaal je een geeltje uit je eigen zak." Met hun mannelijke collega's kunnen de dames goed op schieten. „Al is het toch een beetje een macho-wereld", vindt Gré. „Er worden veel grappen gemaakt, ledereen zit mekaar een beetje te voeren. Als we het minder druk hebben, maken we een praatje op de standplaats. Het is bij het sta tion nu een rotzooitje. Als we even een kopje koffie willen drinken moeten we dat doen in de stationshal. Kost tweegul- denvijfentwintig. En de toiletten zijn te vies om aan te pakken. Maar ja, dat neem je op de koop Taxi-chauffeurs zijn in de ogen van het grote publiek vaak ge haaide figuren. Linkmiechels. Uit die opvatting ontstaan nogal wat vooroordelen. Gré: „De grootste misvatting is dat de mensen altijd denken dat we omrijden en dat we het geld in onze eigen zak stoppen. Dat is de grootste onzin die er bestaat. Wij hebben niks aan omrijden, helemaal niks." Riana zit op hete kolen. Ze moet haar rittenblad vandaag nog vol krijgen. 'Hoeveel klanten heb je vandaag al gehad?', vragen we. 'Pardon!', antwoordt ze gevat. CEES VAN HOORE Taxichauffeurs Gré de Krijger (links) en Riana van der Ent: „Ik denk dat wij minder agressie oproepen.' FOTO HENK BOUWMAN opiep ik keihard: 'Het is waar, het is waar! Op een kale groeit geen haar.' En ertian lagen de mensen dubbel. rmijrMaar nu moet je wel met iets elijic&nders voor de dag komen." iken, Milko. Leeftijd: 31 jaar. Leng- n ge-je: één meter veertig. Beroep: st telown. Al jarenlang vormt hij bij ictie-Circus Herman Renz samen Tnet zijn clownsmaat Christian Een van de topattracties. Mil- ko's vader en moeder werkten in het circus en Milko heeft die traditie voortgezet. Circus Her- tlnan Renz, het grootste circus yan de Benelux, werkt met een Vaste clan van vijftien mensen. Op het terrein voor de Groen- goordhallen in Leiden zijn man nen in de regen bezig met het opzetten van de grote tent. Mil- iko zit nog samen met zijn nhe!v|"ouw, dochter en een huis- )Ogd!vriendin binnen dé beschutting afva|van zijn woonwagen. Zijn ogen id o|zijn indringend, staan ernstig. hogHij heeft iets samengebalds. obléEen bom die vanavond explo- aahdeert. Alleen komt er geen vuur s ha uit die bom maar humor, „Ik denk na over ons nummer werk. Je kunt voorstelling als de onze niet zj tot stand brengen zonder dat er oeri publiek bij is. Zo'n voorstelling groeien, je tast de reacties het publiek af en afhanke lijk van die reacties stel je je programma bij. Je kunt elkaar als clowns niet altijd maar om de oren blijven meppen of em- Vaii mers water over het hoofd blij- edij ven gooien. Dat is een paar keer )ud| leuk. maar het houdt natuurlijk ing op. I let ergste is als je helemaal chi- geen respons krijgt op een grap. hel Dat het stil blijft. Kijk, voor het :osu geld hoefje niet in het circus te ciaj gaan. liet applaus, daar doe je een het voor. Het klaterende ap- plans. Net alsof de goden je al hei iiun kleingeld geven." in „De mensen denken soms: je bent klein en je krijgt de.lachers toch wel op je hand. Maar werkt het niet meer. Je gaal in op de reacties van het publiek. Je zet de mensen een beetje voor schut. Maar dan op een nette manier. Vroeger hoefde een clown alleen maar 'boe' te roepen en dan lagen ze al dub bel. Er zijn grote namen in ons vak. Popov bijvoorbeeld. Maar wij, clowns, hebben altijd kri tiek. Wij lachen niet gauw om elkaar." „Iedereen bij circus Herman Renz heeft een tweede functie. Zo verkoop ik voor het begin van de voorstelling en in de pauze popcorn. Dat is erg nut tig, want dan kan ik zien met wat voor publiek ik te maken krijg. Of het mensen zijn die speciaal voor het circus zijn ge komen of figuren die min of meer moeten omdat ze nu een maal vrijkaartjes hebben of zich gedwongen voelen met hun kleinkinderen mee te gaan. Mensen die blij zijn als het afge lopen is." „Het is niet moeilijk om de mensen aan het lachen te krij gen. Het is alleen moeilijk om die lach vast te houden. Dat is de kunst. Veel humor heeft te maken met leedvermaak. Dat is nu eenmaal zo. Als je iemand in de winter op een gladde straat op zijn snufferd ziet gaan, moet je onwillekeurig toch lachen. Ook al breekt hij zijn benen, je lacht." Spanning De huisvriendin valt Milko bij. „We hebben eens een nummer gehad met een krokodil. De man die dat deed, stak zijn hoofd in de bek van de krokodil. En op een avond deed die kro kodil: hap! en beet hij door. Ver schrikkelijk. Ze schreven in de krant dat het publiek die avond eindelijk had gekregen waarop het stiekem had zitten wachten. En dat is in zekere zin waar." Spanning. Ja, daar gaat het in natuurlijk ook om. Honderden ogen die angstig zijn gericht op de trapezewer kers, die mannen en vrouwen die flirten met de dood. Een zucht van verlichting gaat door de tent als de salto mortale is gelukt. Gelukkig gebeuren er te genwoordig niet veel ongeluk ken meer in het circus. Ja, een keer heeft Milko iets naars mee gemaakt. „Mijn vrouw heeft een act met stalen kogels waarop ze naar boven moet lopen, naar de nok van de tent. Op een avond viel ineens het licht uit en toen ging het fout. Maar ze is er goed van af gekomen. Vaak laat je iets expres een paar keer fout gaan om de spanning te verho gen. Dat is een bekende truc." „Ik heb mijn vrouw in Frank rijk leren kennen", zegt Milko. Voor het eerst trekt er een zweemp van een glimlach over zijn gezicht. „In Douay. Daar waren drie dames bezig met stalen kogels. Daar was mijn vrouw bij. Naderhand is ze bij ons komen werken. We zaten tot diep in de nacht te praten over van alles en nog wat. Het was bij haar de zoete inval. En toen is het er op een gegeven moment van gekomen. Wij zijn verknocht aan het circus. Aan het reizen ook. Als ik ergens drie dagen zit, begin ik al onrustig te worden." De voorstelling van Circus Herman Renz begint steevast met het bekende circusnummer 'O, mein Papa, das war ein wunderbare Mann'. Milko: „Dat is een nummer dat echt bij het circus hoort. Daarin is heel de melancholie van het circus sa mengevat. Het is een mooi nummer, dat je toch een beetje triest maakt. Misschien heeft het te maken met weggaan. Er gens vreugde brengen en dan Clown Milko: Je bent klein en krijgt de lachers toch wel op je hand, denken de Maar zo werkt het allang niet n FOTO HOLVAST/MARK LAMFRS Het bord met de waarschuwing 'Pas op, glad' knieschijven en verstuikte enkels. „Verbrijzelde knieschijven? Ge kneusde enkels?" Glimlachen verdwijnen. Grote ogen worden opgezet. De schrik slaat de meeste reizigers duidelijk om het hart. Nee, ze hebben wel eens iemand zien slippen, maar zo erg? Dat wisten ze niet. Nou, voortaan zullen ze nog beter oppassen. Want dat blijft het volgens de verhalen nog steeds, opletten op de gladde vloer in de splin ternieuwe stationshal van Lei den. Regelmatig blijken er men sen uit te glijden op de gladde, blauw met witte tegels. Vooral als het regent, zorgt de modder poel in het station voor Holiday on /ce-taferelen. Alle waarschu wingsborden ten spijt. „Ik kom hier elke dag", zegt een oud baasje. Hij zit op het terras van de koffieshop Tiet Station' mensen te kijken. Nu en dan nipt hij van zijn koffie en eet hij een stukje appeltaart. Of neemt hij een trekkie van zijn sigaret. „Ik heb wel mensen zien vallen, maar niet zo ernstig hoor." Vanaf het terras heeft hij een schitterend uitzicht op alles wat er in de hal gebeurt. Reizigers schuifelen voorbij. Twee kinder tjes lijken de vloer uit te dagen door glijbaantje te spelen. Op het droge deel van de vloer, weliswaar. AJIes is nog tamelijk rustig. Totdat er een trein het station binnen komt rollen. Een oorver dovend lawaai maakt elk ge sprek onmogelijk. Altijd hèt fa voriete moment van loketistten om een bericht om te roepen. Met piepende remmen komt de trein tot stilstand. Voor veel mensen een teken om zich nog eens extra te haasten. Een meis je met een rode jas en gym schoenen moet en zal die ene trein halen. Ze zet er nog even de vaart in. En ja, hoor. Als ze net de bocht wil nemen om de trap op te rennen, slipt ze even weg. Maar ze blijft op de been en haalt haar trein. Dat ging nog net goed. Een student geneeskunde weet donders goed dat het mis kan gaan. „Een vriend van mij is hier met zijn fiets wel eens on deruit gegaan. Hij heeft zich flink bezeerd. Ja, tuurlijk mag hij hier niet fietsen. Maar toch. Het blijft gevaarlijk." Zelf kent hij ook de gevaren van de vloer. Hij stroopt zijn broekspijp op en laat zijn enkel zien. Hele maal in het verband. Nee, niet van de vloer. „Ik had hem al verstuikt. Maar ik moest wel el ke dag met krukken die hele hal door. Gelukkig is het allemaal Hoed gegaan." Ondertussen wordt het drukker in het station. Het spitsuur na dert. Een meisje met een zware tas loopt extra voorzichtig. Een jongen komt het station in fiet sen en laat zijn been ter onder steuning eventjes over de vloer glijden. Steeds vaker hoor je het knerpende geluid van zand on der schoenzolen. En zolen zijn er genoeg: plateauzolen, platte zolen. En er zijn ook hoge hak ken. Maar er valt niemand. Al leen is er-een slippartijtje als een fietsend jochie plotseling moet remmen. Even glijdt zijn achterwiel weg. Maar hij blijft „Ach, volgens mij valt het alle maal wel mee", zegt een oudere vrouw die ook op het terrasje is neergeploft. Toch zegt ze dat ze wel voorzichtiger loopt. „Met gladde zolen moet je oppassen. Vooral als je haast hebt. Dan is het net een glijbaan. Maar echt meegemaakt dat iemand viel. Nee, dat niet." Het lijkt dus wel mee te vallen met al die slip- en glijpartijen. Een meisje heeft er een verkla ring voor: „Toen de overkap ping er nog niet was, lekte het dak gigantisch. Dan stond er soms twee centimeter water. Toen was het oppassen gebla zen. Nu is dat voorbij." Maar de NS laat de waarschuwingsbor den toch nog maar even staan. 'Pas op, glad'. MARCO VAN PELT Ja, de techniek staat voor niets tegenwoordig. Magnetrons die tegelijkertijd kunnen ontdooien, koken en bakken. Video's die pas opnemen als het program ma begint, ,of dat nu op het aan gekondigde tijdstip begint of niet. I let lijkt allemaal zo mooi en gemakkelijk. Alleen, hoe werkt het allemaal? Steeds meer mensen, voornamelijk ouderen, krijgen moeite om al deze nieu we snufjes bij te benen. Een medewerker van een grote radio- en televisichandel uit Lelden kan erover mee praten. „Vooral de .video levert veel pro blemen op. Bij het instellen van de zomer- of wintertijd staat de telefoon roodgloeiend", zegt hij. „En inderdaad zijn het vaak de 65-plussers die er dan niet meer uil komen, Maar rond die tijd hebben we de meest gangbare afstandsbedieningen bij de tele foon liggen, zodat we de men sen meteen kunnen helpen." In Amstelveen kunnen ouderen sinds kort ferechl i>ij de sti( fi ling 'Ouderen aan de knoppen'. Onder het motto 'Techniek moet te hulp schieten, niet te kort'krijgen ouderen uitleg over welk apparaat dan ook. In een oude noodapojheek staan aller lei machines opgesteld: van vaatwasser tot elektrische schrijfmachine. I Iet is nog wat stil die ochtend. Mevrouw A. I'ietersen is één van de twee 'klanten' die de re gen getrotseerd hebben. Maar we moeten zeker niet denken ut met apparaten kan „U heb van alles in ingewikkelde televisie, agnctron. En liet lukt ia.il. Als je je hersens ...jar gébruikt en de gebruiks aanwijzing goed leest. En: hoe goedkoper het apparaat, hoe simpeler de bediening. Ja, zo is fin toch?" Maar nu zit ze toch ergens mee. Met die 'rare' teletekst wil het ft lukken. Ze probeert omgaa huis, ei video, i alk uit te leggen prograi telex ■In dar e wil. „Het :icht op mijn ooral van IU 1.4. Kijk. ik heb mers opgeschreven, maar ik kan het niet meer terugvinden." )p een blaadje staan de num mers van Nederland 1, 2 en 3. Iemand legt haar uit dat ze eerst de'IV op RT1.4 moet zetten voordat ze daar teletekst van kan ontvangen. „Oh, zit dat zo", zegt Mevrouw I'ietersen. „Nou ik ga het thuis meteen probe- I lenk Postma, algemeen coördi nator van 'Ouderen aan de knoppen' en zelf al tachtig jaar, legt uit: „Het idee is een paar jaar geleden ontstaan. Iemand van de Stichting Welzijn Oude ren merkte dat in haar omge ving nogal wat ouderen 'last' hadden met al die apparaten van tegenwoordig. Zo is het ge komen." Weliswaar is het nu niet zo druk, maar Postma heeft geen reden tot klagen. „De eerste dag waren er zo'n zeventig mensen. Het valt nu misschien tegen, zegt hij, teryvijl hij even naar de telefoon hobbelt om die om te nemen. Even later komt hij te rug. Glunderend: „Een voorzit ster van een ouderenvereniging. Ze wil met een hele bus ko men." Misschien iets voorde ouderenbond PCOB? MARCO VAN PELT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 15