- Zichtbaar maken hoe het wasKenya werkt vluchtelingen weg Buitenland 'Huiswerk moet worden afgeschaft' Verkiezingen Mozambique vooral buitenlandse aangelegenheid 'KANDAG 24 OKTOBER 1994 koFtse student S'-aaft in resten concentratiekamp -Beter em Somalische kogel dan een Kenyaanse :erné MOMBASA FRANS VAN DEN HOUDT CORRESPONDENT AFRIKA „Noordoost-Kenya is voor ons veel gevaarlijker dan Somalië. We gaan daarom veel liever te rug naar ons eigen land. Het is tenslotte beter bedreigd te wor den door een Somalische kogel in Mogadishu, dan door een ko gel in een Kenyaans vluchtelin genkamp. In Somalië kunnen we onszelf tenminste bewape nen en terugvechten. Hier kan dat niet". Somalische vluchtelingen in de vijf opvangkampen in het kust gebied van Kenya zijn verbit terd. Provinciaal commissaris Francis Baya deelde hen eind vorige week mee dat alle kam pen hier gesloten worden en de inwoners onmmiddellijk dienen te vertrekken. Naar huis of naar de opvangkampen in Dadaab, in het woestijnachtige noord oosten van Kenya. Voor zo'n 8.000 van de 95.000 in Momba sa en omstreken verblijvende vluchtelingen, is dat niet zo'n probleem. Zij hadden zich al opgegeven voor vrijwillige repa triëring naar Somalië. De meer derheid die in Kenya wil blijven, verzet zich echter. „Wij zijn niet in staat en niet bereid om onder dwang te wor den overgebracht naar kampen in het noordoosten", zegt cla noudste Mukdar. „De opvang kampen daar zijn erg onveilig, er heerst totale anarchie. Man nen worden beroofd en gedood, vrouwen verkracht. En als gas ten in dit land mogen we niets Voorstel in California Weg met het huiswerk! Die ge dachte heeft iedereen die op drachten meekreeg van school wel gehad. Huiswerk is lastig en vervelend. Het belemmert de sociale contacten en hindert het kijken naar MTV. Volgens Gar rett Redmond, lid van een schoolbestuur in Half Moon Bay in de Amerikaanse staat Ca lifornia, is huiswerk bovendien discriminerend. „Huiswerk is oneerlijk", meent Redmond, die erop wijst dat scholieren gelij kelijk worden beoordeeld, maar niet onder gelijke omstandighe den hun huiswerk kunnen ma ken. „De één heeft een computer staan op zijn eigen kamer, de ander moet in een tweekamer woning leren terwijl er nog vijf andere kinderen rond om hem aan het spelen zijn. Hoe kan dat kind in hemelsnaam zijn huis werk doen?", vraagt Redmond zich volgens de International Herald Tribune af. „Kinderen beschikken ook niet over dezelf de tijd om hun huiswerk te ma ken. Eén woont vijf minuten van school en kan direct aan de slag, zijn klasgenote moet eerst een uur met de bus alvorens zij kan beginnen. De één moet meehelpen in het huishouden of in de zaak van de ouders, ter wijl de ander geen verplichtin gen heeft. Zoveel huiswerk laat trouwens weinig tijd over voor ouders of broertjes en zusje". Jane Martin, de onderwijsin- specteur voor het 3.500 scholie ren tellende schooldistrict, waarschuwt dat het afschaffen van huiswerk ook zijn schaduw kanten heeft. „Scholieren moe ten leren zelfstandig te leren. Dat is een belangrijk aspect van huiswerk". Veel scholen bieden ook mogelijkheden om na schooltijd huiswerk te maken, al hebben scholieren die ver weg wonen daar niet veel aan. „Het is eigenlijk heel simpel", zegt Martin. „Het leven is niet altijd eerlijk en biedt geen gelijke kan sen". Het voorstel van Red mond wordt volgende week be sproken. zaJe5 Duitse student geschiedenis en politiek Andreas )verJock (26) schrijft een boek over de drie concentratie- kt. impen van het Derde Rijk in Nederland: Vught, Wester- ^stefcrk en Amersfoort. Pflock is al vanaf zijn zestiende ver- ,,e8fjkkeld in een speurtocht naar de laatste tastbare resten 'ren h de nazi-terreur. „Eindelijk begrijp ik de woorden 'nie ieder"'. in (n studeerkamer in het appar- shaanent dat hij deelt met een aat iend lijkt veel op een docu- sn. entatiecentrum. Honderden geneken, stapels knipsels, vuist- de écke mappen en, een plank toallend, de complete serie van ui de Jong, een geschenk van ?miedewerkers van het Rijksinsti- en, ut voor Oorlogsdocumentatie ikt Amsterdam. Andreas Pflock an dt aan een niet te stillen hon- De ir naar informatie. lijkeMet Vught en Westerbork wil vorét wel lukken, met Amersfoort irittiat het moeizaam. „Er is na de >rlog heel weinig gepubliceerd rer het Polizeiliches Durch- ingslager. Ik ben er een paar »er geweest. Van het kamp mersfoort vind je nagenoeg Onets meer terug. Er staat een DÜtieschool en er ligt een golf- aan. De sporen zijn uitgewist, p de fusilladeplaats na. Toch jncfloof ik dat je met wat kunst- jepen zichtbaar kunt maken Jbe het er is geweest", zegt larnock Het is hem vooral te doen om jb periode na de Tweede We- '"vddoorlog. Verreweg de meeste 2 ancentratiekampen in Duits land en andere landen zijn van e aardbodem verdwenen, op v\ischwitz na. Andreas Pflock erbaast zich telkens weer. Niet er van zijn woonplaats Sprin- e, een stadje onder de rook van lannover, bevindt zich het oormalige concentratiekamp 2'iergen Belsen, de plek waar An- 4,je Frank de dood vond. Na het ^•jzen van haar dagboek njflock was een jaar of vijftien }ng hij nadenken over de holo- 3;jaust. "Overblijfselen io.jij bezocht Bergen Belsen en 2i-pcht tevergeefs naar concrete 2overblijfselen, naar barakken, *5 je ovens, de afrastering, de 2,wachttorens. De hel op aarde j-Jias veranderd in een vriende- 2'tftk heidelandschap. Met ergens, 3.«midden van bomen als wach- 7«rs op de vlakte, de massagra- [en. Andreas Pflock nam er ;een genoegen mee. Hij wilde neer weten, hij wilde alles we- irscn. Nu, ruim tien jaar later, nag hij zich als de jongste des- tundige op het gebied van )uitse concentratiekampen be- Ichouwen. En er zullen weinig Nederlanders zijn, die meer we ten van Vught, Westerbork en Amersfoort. Dit kan niet alles zijn. Die ge dachte bepaalt de daden en de gangen van Pflock. Hij werkte, samen met andere leerlingen van het gymnasium in Neuen- haus, twee jaar lang aan een ex positie over meer dan twintig kampen in Duitsland, Polen, Tsjecho-Slowakije, Oostenrijk, Frankrijk, België en Nederland. Pflock ging nadien door met zijn onderzoek in het kader van zijn studie aan de 'Uni' van Hannover, reisde van kamp naar kamp in binnen- en bui tenland, praatte met overleven den en stond mede aan de basis van een tentoonstelling over de vrouwen in Bergen Belsen, over welk onderwerp inmiddels een lijvig boekwerk is verschenen. Pflock: „Die expositie over de vrouwen van Bergen Belsen gaat veel verder dan ingelijste foto's. Wij hebben gezocht naar nieuwe en originele invalshoe ken en kregen assistentie van een beeldend kunstenares. Zij ontwierp duidelijke symbolen, gekoppeld aan citaten van vrou wen, die Bergen Belsen hebben doorstaan". Vught Aldus lieten Pflock en zijn colle ga's de vrouwen van Bergen Belsen spreken. Bergen Belsen, eerst een opvangkamp, later een KZ. Eind maart 1945 bevon den zich er meer dan 30.000 vrouwen en 13.000 mannen. Het kamp was niet berekend op die aantallen. Eerst werden dui zenden vrouwen ondergebracht in tenten, later ontstond het kleine en het grote vrouwen kamp, gevangen in prikkel draad. Pflocks expositie staat met name in het teken van de vrouwen, die onder onvoorstel bare omstandigheden moesten leven. Zijn eerste Ausstellungwas dit jaar ook in Vught te zien. „Ik vond het fijn dat Vught mee wil de werken. Deze expositie toont aan dat ook Duitsers de oorlog niet zijn vergeten, niet willen vergeten". Het kamp Vught bleef na de oorlog grotendeels bewaard. Molukkers woonden jarenlang in de baralcken. De kazerne van de SS werd door het Nederlandse leger gebruikt en in de gevangenisbunker is Andreas Pflock schrijft een boek over concentratiekampen, foto cpd nu een afdeling van de peniten tiaire inrichting Nieuw Vosse- veld gevestigd. Het crematori um staat er nog. In Vught kennen ze Andreas Pflock en hij kent de geschiede nis van het kamp Vught. „Het heeft lang geduurd voordat er gegevens beschikbaar kwamen. Het monument werd pas in 1990 opgericht. Ik ben onder de indruk van de Vriendenkring Kamp Vught. Toch word ik er een beetje bedroefd van als ik hoor dat vooral overledenen zich voor de nagedachtenis in zetten. Weinig anderen verdie pen zich er in. Als de laatste oud-gevangene er niet meer is, moet die taak worden overge nomen. Door wie? Toen ik in 1990 bij het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie was, wil de ik weten waarom niemand een studie over Vught had ge maakt. Ze kaatsten de bal terug. Of het misschien iets voor mij was. Zo is het allemaal begon- Politieschool In 1989 bracht hij een paar da gen in Amersfoort door. Pflock: „Ik mocht in de politieschool logeren. Zoiets is in Duitsland ondenkbaar. Ik merkte dat nie mand zich echt verantwoorde lijk voelt voor wat er nog over is van het kamp Amersfoort. Als niemand het oppakt, gebeurt er niets". Er is weinig op papier vastge legd over wat er met het kamp Amersfoort na de Tweede We reldoorlog is gebeurd. Dat maakt de naspeuringen er voor Pflock niet gemakkelijker op. Desondanks is hij ervan over tuigd dat Amersfoort niet hoeft te volstaan met de fusillade plaats en het mini-museum op het terrein van de politieschool. „Neem de fundamenten van het lijkenhuisje. Ik heb voorge steld die bloot te leggen. Dat hebben ze gedaan en daar ben ik blij om. Al zijn het dan maar wat stenen en een stuk beton, het maakt toch iets van het doorgangskamp inzichtelijk". Pflock zegt dat gevangenen na de oorlog wel bepaalde idee ën hadden over het behoud van het kamp Amersfoort als monu ment. „Daar is toen niet naar geluisterd. Ze hebben de boel meteen gesloopt en dat is niet meer dan logisch. Nederland wilde niets meer zien van de oorlog. Vijftig jaar later zijn wij tot de overtuiging gekomen dat het goed is om de jeugd te to nen wat er is gebeurd. Je kunt een tekst over de oorlog in een museum lezen of op de plek van de gebeurtenis zelf. Dat is een wezenlijk verschil". Het Polizeiliches Durch- gangslager Amersfoort was, on derstreept Andreas Pflock, het ergste van de drie kampen in ons land. Pflock: „In Amersfoort pasten de Duitsers echte terreur toe. Wie weet daar het fijne van? Ja, de oudere mensen wel, maar de jongeren niet en juist zij heb ben die informatie nodig. Als je voor het beeld van de Stenen Man staat, moet je beseffen welke drama's zich daar hebben afgespeeld en dat kun je alleen als je er over gehoord of gelezen hebt". Het verheugt Pflock dat een paar jaar geleden een Leusden- se basisschool de Stenen Man heeft geadopteerd. „Een prima initiatief, alleen is het zo opval lend dat met deze vorm van herdenken generaties lang is ge wacht. In Duitsland is dat niet anders. Pas de laatste jaren komt er beweging in en groeit het inzicht dat herdenkingen belangrijk zijn. De behoefte aan kennis over de concentratie kampen wordt groter. Slaag je er in om van sommige kampen een monument te maken dan worden de inlichtingen toegan kelijk". Zijn concentratiekampen een obsessie voor hem geworden? Pflock: „Nee, het is en blijft een gezonde interesse en een dank baar studie-object. Ik probeer alles met het hoofd en niet met het hart te bekijken en te onder zoeken. Ik werk net zo als een arts. Met enige afstand dus, an ders houd je het niet vol. Dat lukt niet altijd. Een vrouw, wier relaas in dat boek over de vrou wen van Bergen Belsen is opge nomen, wilde haar barak nog één keertje zien. Ik liep daar met haar, over de heide, dwars door de struiken. Er was hele maal niks meer terug te vinden. 'Ik weet niet waar ik mijn bloe men neer moet leggen', zei ze". Somalische vluchtelingen zoals hier in Mobasa, zijn in Kenya steeds minder welkom. fotomap terugdoen. Vandaar dat sommi ge vluchtelingen er nu maar voor kiezen naar Somalië terug te gaan, waar het ook onveilig is, maar waar ze zich tenminste kunnen verdedigen. Dit bete kent indirect wel gedwongen re patriëring, wat tegen de princi pes van het Unhcr indruist". De vluchtelingenorganisatie van de VN (Unhcr) vindt dat het de Kenyaanse regering vrij staat om te besluiten waar vluchte lingen het best gevestigd kun nen worden. Ook zullen ont heemden nimmer tegen hun zin naar hun land van herkomst worden teruggestuurd. Boven dien meent de organisatie dat de veiligheid in de kampen in Kenya's verre noorden aanmer kelijk is verbeterd. „Het aantal aanvallen op de kampen in de Dadaab-regio is flink afgenomen, mede vanwe ge de gedeeltelijk gerealiseerde prikkeldraadomheining", meldt Unhcr-woordvoerdsterYukiko Hanida. „Ook heeft de Keny aanse politie hier nu 200 agen ten 24 uur per dag gestatio neerd". Toch wordt er nog steeds ge moord en geroofd in Kenya's onherbergzame en uitgestrekte woestijngebieden. „Er komen nog altijd zo'n 1 a 2 berichten per week binnen over gewapen de overvallen. Vorige week nog is een auto van de hulpinstantie Care aangevallen en ingepikt. Het voertuig werd later in So malië teruggevonden". De iro nie wil dat de vluchtelingen zelf nogal eens verantwoordelijk worden gehouden voor dit soort criminele activiteiten, naast Ke- nyanen en bandieten die vanaf Somalisch grondgebied opere ren. Yukiko Hanida meent overigens dat het gevaar niet de enige re den is voor het verzet van de vluchtelingen aan de kust. „De meesten van hen zijn afkomstig uit de kuststreek van Somalië en havensteden als Kismayo, Mo gadishu en Bosasso en zien het helemaal niet zitten om naar 'n dorpje ergens in het midden van een krukdroge, snikhete woestijn te gaan. Ze zullen daarom de grootste moeite heb ben zich aan te passen aan de omgeving in Dadaab, het kli maat en ook de mensen die uit heel andere streken van Soma lië komen dan zijzelf'. De Kenyaanse autoriteiten zijn echter vastbesloten. De kust streek moet voor het eind van dit jaar helemaal vrij van vluch telingen zijn. Waarom? Omdat zij bijdragen aan de toenemen de onveiligheid in de regio en de toeristen wegjagen, rede neert Nairobi. „Veel veiligheids problemen in de kustprovincie zijn toe te schrijven aan de vluchtelingen", meent minister van binnenlandse zaken Francis Lotodo. „Bovendien overspoelen de vluchtelingen de centra van Mombasa en Malindi en tasten zo de toeristenindustrie aan, Kenya's belangrijkste bron van harde valuta". Slaan toeristen dan echt onverhoeds op de vlucht als zij in de Arabisch ge tinte havensteden of op de pa relwitte stranden, plots op een groepje gesluierde Somalische vrouwen stuiten? „Nee natuurlijk niet, dat is grote onzin", zegt Hassan Ali, een So maliër in Mombasa. „Maar de autoriteiten willen iedereen graag doen geloven dat gewa pende overvallen en moorden tegenwoordig voornamelijk het werk van Somaliërs zijn. Na tuurlijk, ook onder de vluchte lingen zitten criminele elemen ten, maar veel bandieten zijn gewoon Kenyanen". De auto matische wapens in het gebied zijn veelal afkomstig uit Somalië en al dan niet tegelijk met de vluchtelingen de grens overge komen. Feit is dat hierdoor het aantal overvallen in de kustpro vincie dramatisch is gestegen. Dat heeft de toeristen verjaagd. Zoals op de weg van Malindi naar het toeristisch aantrekke lijke Lamu, een eiland voor de klist van Kenya. Vrijwel iedere bus die deze route volgt, bege leid door politie of niet, wordt beschoten waarna de passagiers van al hun bezittingen worden ontdaan. Buitenlanders die het kunnen betalen, vliegen voort aan naar Lamu, de rest mijdt de route en zorgt aldus een flinke strop voor het toerisme. Maar dat de vluchtelingen van alle problemen in de regio nu de schuld krijgen, is absoluut niet terecht, meent ook het Un hcr, maar kan er weinig tegen doen. „We hebben de Kenyaan se regering wel laten weten dat we het met geen van hun argu menten voor het sluiten van de kampen eens zijn. Het enige punt dat we hebben onder schreven, is dat zij het recht heeft de plek aan te wijzen voor een vluchtelingenkamp", aldus Yukiko Hanida. MAPUTO DAVID BUCHBINDER l s k<* De fout die iedereen wil voorkomen bij de j j verkiezingen in Mozambique heeft op het 5,'g Afrikaanse continent al plaatsgevonden in 28 Angola, een andere voormalige Portugese ko- M lonie die door burgeroorlog wordt geteisterd. >'g Daar weigerde rebellenleider Savimbi zich 8 neer te leggen bij de verkiezingsuitslag en nam opnieuw de wapens op. Gevolg: 150.000 doden. Westerse diplomaten, en vooral de Verenigde Naties, willen dat Mozambique met de eerste democratische verkiezingen die op 27 en 28 ok- tober worden gehouden een einde maakt aan .4 jaren van onrust. Om daarvoor een zo gunstig g mogelijk klimaat te scheppen, probeert een 'e VN-vredesmacht de strijdende partijen te ont- ,5 wapenen en trachten buitenlandse diplomaten een overeenkomst tot stand te brengen waarbij de winnaar van de verkiezingen belangrijke op- - posiliegroepen zal uitnodigen deel te nemen 9i aan de nieuwe regering, ft Ze wijzen daarbij op het Zuidafrikaanse model 1 van machtsdeling, in de hoop dat die soepel 7 verlopen verkiezingen zich in Mozambique zul- o len herhalen. De Zuidafrikaanse president R Mandela en Madeleine Albright, de Amerikaan- se ambassadeur bij de VN, hebben inmiddels 3ó een bezoek gebracht aan het land om de kwes- 2jj tie te bespreken. Buitenlandse invloed lijkt essentieel in Mozam- 'x bique, een land dat in negentien jaar onafhan- kelijkheid vijftien jaar burgeroorlog heeft ge- (jj kend. Succesvolle verkiezingen betekenen een j verbreiding van de democratie ip Zuidelijk Afri- id' ka na jaren van voornamelijk koloniale heer- 0 schappij en socialistische dictaturen. Aan de strijd tussen regeringstroepen en rebel- c len van het anti-communistische Mozambi- c quaans Nationaal Verzet (Renamo) kwam in jjj 1992 een einde toen president Joaquim Chissa- o| no en rebellenleider Afonso Dhlakama een vre- -' desverdrag ondertekenden waarin werd opge- roepen tot democratische verkiezingen. Door logistieke problemen in het door oorlog ver- woeste land en politiek geruzie moest de stem- 1 busgang ruim een jaar worden uitgesteld. j De verkiezingscampagne begon op 22 septem- ber. Grootste kanshebber is Chissano's regeren de Frelimo, die ontwikkeling en verzoening be looft. Chissano benadrukt dat hij oppositiepar tijen respecteert en heeft Renoma-leider Dhlakama zelfs geld en een 'eerbiedwaardig le ven geboden als de rebellenbeweging bij de verkiezingen als tweede eindigt. Chissano heeft vooralsnog elke regeling voor machtsdeling af gewezen. De speciale VN-vertegenwoordiger, de Italiaan Aldo Ajello, ontkent dat de VN druk zetten ach ter een coalitieregering. Hij vindt dat welke re gering dan ook 'vrede en stabiliteit moet garan deren' omdat niemand 'een cent zal besteden aan een land dat niet stabiel is'. Anderen reageren minder onomwonden. „We weten dat het niet mogelijk is voor een partij om Mozambique in haar eentje te regeren", zegt de Portugese ambassadeur Manuel Lopez da Costa. „Renamo's politieke toekomst moet worden verzekerd." De rebellen willen een re geling als in Zuid-Afrika waar alle partijen met meer dan 5 procent van de stemmen regerings zetels krijgen. Buitenlandse regeringen hebben inmiddels miljoenen dollars aan Renamo gegeven, om de rebellen over te halen deel te nemen aan de verkiezingen. Toen Dhlakama onlangs klaagde dat het geld, ondergebracht in een VN-fonds, op was en dat de beweging geen verkiezings campagne zou kunnen voeren, kondigden de Verenigde Staten onmiddellijk een bijdrage aan van een miljoen dollar en kwamen ook andere Westerse landen weer over de brug. VN-functionarissen willen met de missie in Mozambique bewijzen dat de internationale organisatie in staat is een Afrikaans probleem op te lossen. Een hulpeloze VN-macht in Ango la slaagde er niet in de regering en Unita-rebel- len te ontwapenen voor de verkiezingen van 1992, en moest toen machteloos toekijken hoe de rebellen de uitslag verwierpen en de gevech ten weer hervatten. Om herhaling te voorko men, heeft Ajello erop aangedrongen dat de strijdende partijen zouden worden ontwapend voor de verkiezingscampagne van start ging. Het demobilisatieprogramma en de registratie van miljoenen kiezers hebben alom waardering geoogst. Maar de eerste grote problemen steken de kop al op. Voormalige soldaten die weer terugkeren naar een burgerbestaan hebben nauwelijks toe komstmogelijkheden. Steeds vaker trekken zij in bendes plunderend door het land. Omdat zij nog steeds beschikken over zware wapens blijft de dreiging van gewapende bandieterij en poli tiek geweld groot. De diepe sporen die de oorlog heeft achtergela ten landmijnen, kapotte wegen, gebrek aan telefoons en elektricteiLbelemmeren boven dien het transport en communicatie in grote delen van het platteland. Meer dan een miljoen vluchtelingen zijn inmiddels teruggekeerd naar hun woongebieden, maar stuiten op een eco nomie die volledig afhankelijk is van het bui tenland. Als datzelfde buitenland de geldkraan dichtdraait, hebben zij geen middelen van be staan. Armoede zal dan wellicht een prima voe dingsbodem blijken voor hervatting van de ge wapende strijd. President Chissano tijdens een verkiezingsbijeenkomst in Boane, zo'n 50 kilometer ten zuidwesten van de hoofdstad Maputo. foto epa manuel moura

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 7