Subsidiestop nekt Das en Boom Bleekstoffen papier blijven buiten milieu Natuur Milieu Rabarber (1) Britse prikpil voor katers Tachtigjarige Thor Heyerdahl gaat nog steeds op onderzoek Vogelinvasie WOENSDAG 12 OKTOBER 1994 21 NATUURLIJK Al speurend in het leven van het Varkens gras kwamen we bij het Perzikkruid, dat op zijn beurt tot contact leidde met de Rabar ber. Zo komt van het een het ander. De ver bindende schakel is het feit dat een zekere verwantschap bestaat tussen deze planten; zij behoren tot de familie van de Duizend- knoopachtigen en de rabarber is daarin ver tegenwoordigd met het geslacht Rheum. De rabarber heeft, net als alle ons thans be kende planten, een geschiedenis die zeker al tienduizenden jaren oud is. Het is zeker dat de mens vanaf zijn verschijning op deze aarde te maken had met het leven van de rabarber. Geen wonder, als wij bedenken dat alle leven op deze aarde is ontstaan uit lucht, water en enkele van de ruim honderd elementen van de aarde. Het zijn de planten die over dit groot arse naal van bouwstoffen kunnen beschikken. Dank zij de plant kunnen mens en dier ook leven, mits zij een hun passende keuze ma ken. En dat doet het dier, althans zo lang het ongestoord in de echte onbedorven na tuur kan leven. De mens heeft ook de kennis gehad om een juist gebruik van de natuurlijke bouwstof fen te maken. Slechts enkele natuurvolken beschikken nog over die kennis. Het over grote deel van de mensheid staat vreemd tegenover die kennis, met als gevolg dat er dikwijls maar wat gerommeld wordt. Zeker als de commercie zich ermee be moeit; dan is het ene al lekkerder, voedza mer en gezonder dan het andere. Als gevolg daarvan raakt de mensheid grotendeels van de natuur vervreemd met alle gevolgen van dien. Toch zijn er altijd mensen geweest, en ze zijn er nog, die oog hebben voor de krach ten van de natuur. Zij trachten er een ge past gebruik van te maken. Ook de rabarber komt daar voor in aanmerking. De rabar- berplant, zoals wij die nu kennen, is een overblijvende plant. Zij neemt vrijwel elke grondsoort voor lief, maar wel onder be paalde voorwaarden. Eerste eis is, dat die grond een natuurlijke hoeveelheid water moet bevatten; regen en begieting zijn niet voldoende. De grond moet langs natuurlijke weg voldoende vocht houden. Een tweede voorwaarde, zeker even belang rijk als de eerstgenoemde, is de korrelsa menstelling van de grond. In een dichte, le- mige bodem kan haar wortelstelsel niet tot ontplooiing komen. Daarom is het gewenst dat de plaats waar wij de rabarberplant tot groei en bloei willen brengen tot op een flinke diepte losgewoeld wordt. Op de tekening ziet u wat de bedoeling van de wortel is, namelijk stevig in de grond staan; de rabarberplant heeft namelijk een veeljarenplan. Het eerste jaar zal de wortel al iets van haar bovengrondse leven laten zien: elke halfronde bladsteel draagt een blad waarvan de breedte groter is dan de lengte. De plant is winterhard; elk jaar komen bo vengronds een aantal bladen, waarvan al leen de steel maar eetbaar voor de mens is. Nadrukkelijk moet gezegd worden, dat het blad vergiftig is, althans voor de mens! Ondergronds gebeurt er ook het een en an der. Wanneer de wortel voldoende houvast heeft, ontstaan er elk jaar aan de wortel nieuwe groeipunten, zodat het geheel ten slotte een hobbelige knolvorm krijgt. De groeipunten hebben de naam 'neuzen' ge kregen; het zijn uitlopers die, als ze van de moederplant afgenomen worden, zelfstan dig op een goede groeiplaats ook tot ont wikkeling komen. Soms na enkele jaren vormt de moeder plant ook nog een of meer bloemstengels, elk met een pluim van bloempjes. Door zelfbestuiving kan dan wel zaad ontstaan. Elke plant heeft haar eigen geschiedenis, zo ook de Rhabarber. Het is een lang verhaal;ik vertel u er de volgende keer iets van om zo duidelijk te maken waarom hier ineens de letter 'h' in haar naam staat. an de das en andere in- iet Ingang van l januari •hrijven Das en Boom Das en Boom houdt mogelijk op te bestaan. De in 1981 opgerichte vereniging, met als doel het behoud en bescherming i heemse marterachtigen en hun leefgebied, dreigt in grote financiële problemen te komen. Het rijk draait de geldkraan n dicht. Op dit moment ziet het ernaar uit dat alleen een wonderbijvoorbeeld in drie maanden tijd 2.500 nieuwe leden ins nog overeind kan houden. Dat zou overigens meer dan een verdubbeling van het huidige ledenbestand betekenen. Opvangcentrum voor baby- en gewonde dassen gaat dicht "°a S&Ssen „Ze hebben ons gewoon in de stront laten zakken", verwoordt voorzitter Jaap Dirkmaat zijn teleurstelling over het naderende einde van de vereniging Das en Boom. „Jarenlang hebben ze in Den Haag mooi weer kunnen spelen van onze inspanningen. Nu puntje bij paaltje komt geven ze echter niet thuis". Wf, Verleden jaar nog protesteerde Das Boom bij het provinciehuis in Arnhem tegen de weigering v van dassentunnels onder provinciale wegen. Een aantal slachtoffers werd op de stoep gelegd. i de provincie c BEEK- P NUIJTEN In oktober vorig jaar betoogde staatssecre taris Gabor nog met grote stelligheid tegen over de leden van de vaste kamercommissie voor landbouw en natuurbeheer: ,,Ik ben niet van plan de vereniging Das en Boom de das om te doen, geen sprake van". De notulen van deze vergadering worden door Dirkmaat gekoesterd. „De continuïteit van de vereniging zou gewaarborgd zijn vond Gabor destijds", zegt hij. Een klein jaar later blijkt welke waarde aan de toezegging van de inmiddels ex- staatssecretaris gehecht moet worden. De jaarlijkse subsidie van 139.000 gulden wordt ingetrokken. Voor de drie vaste medewer kers van de vereniging wordt nog deze week een ontslagaanvraag ingediend en de zes banenpoolers verliezen met ingang van fe bruari 1995 hun werkervaringsplaats. „Ja, eigenlijk is het toch niet te geloven. Komt er eerst de toezegging dat de financie ring gewoon doorgaat en vervolgens, enkele maanden en een verkiezing later, zitten we met de gebakken peren. De subsidie wordt stopgezet". De gevolgen noemt Dirkmaat desastreus. Het opvangcentrum voor gewonde en ba by-dassen, die door vrijwilligers in het hele land worden opgehaald, wordt gesloten. Het info- en documentatiecentrum gaat eveneens dicht. De medewerkers komen op straat te staan en er is niemand meer die planologische veranderingen in het land toetst aan de gevaren voor de das. „En d#t alles omdat de subsidie wordt in getrokken. We werken met een low-budget en hebben daarvoor drie mensen in vaste dienst die, idealistisch als ze zijn, voor het minimumloon werken. De garantie dat de ze mensen betaald kunnen worden komt uit de subsidie. Als die basis wegvalt bete kent dat het einde van de vereniging. Want niemand gelooft toch zeker dat uitkerings instanties akkoord zullen gaan met het feit dat deze mensen blijven doorwerken met behoud van uitkering op een plek waarvoor ze eerst een gewoon salaris kregen". De rijkssteun aan Das en Boom wordt overigens niet helemaal teruggedraaid. „Met een klein beetje moeite kunnen we waarschijnlijk nog wel een bedrag van on geveer 13.000 gulden lospeuteren. Want het rijk heeft gezegd dat onze huisvesting nog wel voor subsidiëring in aanmerking komt", vertelt Dirkmaat cynisch. In de Kamer werd enige tijd geleden nog juichend over de toename van het dassen- bestand in Nederland gesproken. In een no ta werd aangekondigd dat het dassenbeleid de komende vijf jaar intensief zou worden voortgezet. Het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij zou een coördine rende rol gaan spelen bij het opstellen en uitvoeren van regionale dassenbescher- mingsplannen. „En steeds als er dan weer eens over het verder in het slop raken van het Nederland se bossenbestand werd gesproken, werd er voldaan aan toegevoegd dat het dan wel slecht met de bomen ging, maar met de dassen gaat het goed. Men moet in Den Haag goed weten dat dit een cadeautje is van ons. Dat krijgen ze gratis en voor niets. Er moet alleen aan drie mensen het mini mumloon betaald worden", .aldus Dirk- Ondanks de misère waarin Das en Boom verzeild dreigt te.raken, heeft hij nog wel de voorzichtige hoop dal het 'ooit wel weer goed komt'. „Want als Das en Boom nu de nek wordt omgedraaid, krijgen we over een aantal jaar weer karhervragen. Dat staat r mij v één of andere staatssecre taris opdraven die dan met het schaamrood op de kaken komt vertellen dat het met het dassenbestand in Nederland zeer slecht gaat. En dan kondigt hij tegelijkertijd mis schien ook wel aan, dat er eigenlijk een in stelling in het leven geroepen zou moeten worden die zich met name richt op de be scherming van de das". In het laatst verschenen clubblad van de vereniging wordt een buitengewone alge mene ledenvergadering (17 december) aan gekondigd. Dan zal met de leden worden overlegd over 'de uiterst zorgwekkende si tuatie waarin de Vereniging Das en Boom verkeert'. Een situatie die, afgemeten aan de huidi ge stand van zaken, de opheffing van de vereniging tot gevolg heeft. „En dan te be denken", besluit Dirkmaat, „dat Gabor nog geen jaar geleden riep dat Das en Boom hem heel dierbaar was en er geen enkele re den te bedenken viel de subsidie aan de vereniging stop te zetten". OSLO REUTER Het Britse Proteus International PLC zegt een soort prikpil voor katers te hebben uitgevonden die operatieve castratie overbo dig maakt. Het farmaceutisch bedrijf ontwikkelde een vaccin dat de spermaproduktie stil legt en er voor zorgt dat de testos- teronproduktie afneemt. Aldus een woordvoerder, die het als chemisch alternatief voor cas tratie aanprees. Het middel is inmiddels op 24 katers getest. En uit dat onder zoek blijkt dat de 'chemisch ge castreerde' katers minder zwerf- gedrag vertonen en ook minder behoefte hebben om met urine hun territorium af te bakenen. Bovendien is de chemische cas tratie niet definitief; de prikpil is na ongeveer een jaar uitge werkt. Katers worden er socialer en minder agressief van, zei de woordvoerder. Maar hij moest toegeven dat het vaccin voorna melijk was bedoeld om het ge weten van katteliefhebbers te sussen. Voor het middel op de markt komt, is echter meer on derzoek nodig. Thor Heyerdahl mag dezer dagen zijn tachtigste ver jaardag hebben gevierd, de even befaamde als omstre den avonturier/onderzoe ker is niet van zins het kal mer aan te gaan doen: „Ik heb het drukker dan ooit, ik ben op drie continenten actiefaldus Thor. De Noor werd in 1947 wereldberoemd door met een balsahouten vlot van •Peru naar Polynesië te va ren. Met zijn tocht wilde hij bewijzen dat de eerste mensen op het eilandenrijk in de oceaan niet vanuit Oost-Azië, maar vanuit La tijns Amerika waren komen varen. De meeste weten schappers hangen de theo rie aan dat de Aziaten het Met vijf vaargezellen ont zenuwde Heyerdahl in 1947 de opvatting dat de vroege Peruanen niet in staat waren de overtocht te maken. Met zijn vlot, ge noemd naar een Peruaanse God, voer hij in 101 dagen naar de Zuidzee eilanden. Aanvankelijk dreigde hij Thor Heyerdahl begeleidde ooit zelf de papyrusboot Ra 2 in Amsterdam. met zijn naar originele te- vaartuig op koers te hou- eerder dan Columbus naar keningen gebouwde balsa den. Amerika waren gezeild, vlot af te drijven, maar Later maakte de onder- ging hij in 1969 met een gaande de tocht leerde hij zoeker nog meer fameuze scheepje van papyrusriet met behulp van onder het overtochten: om aan te to- de zee op. De tocht misluk- vlot hangende kielen het nen dat de Egyptenaren te, maar een tweede expe riment slaagde: in 1970 slaagde I leyerdahl erin met een bootje van riet, ge bouwd naar een model uit de faraotijd, van Marokko naar Barbados te zeilen. Het schip droeg de naam van de Egyptische zonne god Ra. Opnieuw raakten de wetenschappers heftig verdeeld over wat de Noor nu precies met zijn tocht had bewezen. Zijn hele verdere leven bleef Heyerdahl op zoek naar migraties van vroege zeevaarders. Zo trok hij in 1986 naar Paaseiland, in de overtuiging dat de vreemde beelden die het eiland we reldberoemd hebben ge maakt, daar naar toe zijn gebracht door Zuidameri- kaanse zeelieden. In Peru is hij bezig met onderzoek van vergeten pyramides en dat doet hij ook op het Spaanse eiland Tenerife, Hij heeft voor zover be kend geen replica van een pre-historisch vaartuig meer op stapel st&an de wetenschap kan gerust zijn. CPD Wat kan het feit dat de zalm weer terug is in de Zweedse rivier Moëlven te maken heb ben met het pak schrijfpapier dat je in de winkel koopt? Het verband daartussen is echter niet zo ver te zoeken. Aan die rivier ligt een van de grootste papierfabrieken van Europa, MoDo. Van oudsher stroomden grote hoeveelheden afvalwater na het bleekproces (nodig om papier een wit uiter lijk te geven) in de Moalven. Voor de bleekstoffen haalde de zalm zijn neus(je) op en vluchtte uit de omringende wateren. Sinds de fabrikant, als eerste van alle papierproducenten, een 'gesloten bleekproces' realiseerde, is het water door de kieskeurige vissen weer in orde bevon den. Een papierfabriek verbruikt noodge dwongen enorme hoeveelheden water, om door toevoeging van chemische stoffen de grondstof (cellulose, uit hout gewonnen) te bleken. Overigens niet alleen met de bedoe ling om het papier er mooi te laten uitzien, maar ook om het tegen snelle veroudering te wapenen. Hoewel er al sinds tientallen jaren veel is gedaan om zo weinig mogelijk milieubelas tende 'witwasmiddelen' bij de papierpro- duktie te gebruiken, bleef men ernaar stre ven het fabricageproces nog verder te verfij nen. Dit is nu bereikt door de techniek van het 'gesloten bleken'. Het benodigde water wordt niet meer geloosd, maar gereinigd en teruggevoerd in het proces. De chemische stoffen worden gedeeltelijk teruggewonnen en opnieuw gebruikt, de rest wordt gebruikt' voor de energievoorzie ning van de fabriek. Dit levert bovendien een aanzienlijke vermindering van het wa terverbruik op, 5.000 kubieke meter per uur. Behalve als grootschalige milieuvervuilers stonden papierproducenten ook te boek als gretige 'bossenvreters'. Dit verwijt heeft al sinds heel lang alle grond verloren, want het strenge herbebossingsbeleid heeft het are aal aan bomen in, onder andere, Zweden niet aangetast. Integendeel, ondanks de enorme hoeveelheden die men zowel voor het maken van papier als voor de produktie van bouwhout, enzovoorts gebruikt, wor den de bossen in Scandinavië alleen maar uitgestrekter. Dezer dagen is in Nederland het eerste produkt dat is gemaakt van in een gesloten systeem gebleekte cellulose, het kantoorpa pier MoDoBaJans, ten doop gehouden. Oud-minister P. Winsemius, nu voorzitter van de Vereniging tot Behoud van Natuur monumenten, nam symbolisch het eerste pak in ontvangst. Beestje-kijken is altijd leuk. Je kunt ervoor liet veld in gaan of naar de dierentuin, maar dan heb je er meestal slecht weer bij. Veel comfortabeler is het koekeloeren naar de televisie; altijd droog en lekker warm, een goed glas onder handbereik. Bovendien zie je beelden die zich hier, op de Veluwe, in Limburg of in Twente, beslist niet aandie nen; luipaarden en zeekoeien en ringstaart- Een paar dagen geleden was het een condor die vertoond werd. Het beest zat op een rotsblok en was niet meer dan een silhouet tegen een oranje avondhemel. Een indruk wekkend tafereel, die grote donkere vogel met z'n wapperende veren, te meer omdat allerlei klein gevogelte om hem heen krioel de, voornamelijktfwaluwen. En mooier nog dan de condor vond ik die sierlijke vlugge luchtacrobaten. Ze flitsten van links naar rechts en vice versa over het scherm en ik dacht met (nu al) heimwee aan de eigen inheemse zwaluwen, zoals ze tot voor kort boven het weiland vóór mijn woning manoeuvreerden, la, de trekvogels zoeken nu prettiger oor den. Maar door vogels uit het noorden wor den juist onze dreven als aangenaam erva ren: in tegenstelling tot hun eigen broedge bieden heeft ons land een zacht winterkli- maat. De warme Golfstroom uit de Atlanti sche Oceaan voert langs ons land en die zorgt ervoor dat echt strenge winters ons meestal worden bespaard. Terwijl het bijvoorbeeld in het noordelijk deel van de Botnische Golf honderdtachtig dagen per jaar vriest, telde onze tot nog loc koudste winter van de eeuw 1946/1947) slechts achtenveertig ijsdagen, waarvan op maar twintig dagen de temperatuur zakte beneden de tien graden onder nul. Een waar paradijs voor vogels uit de barre pool gebieden, uit Noord-Europa en West- en Midden-Siberië. Dus komen ze hierheen. Deze overwinte raars worden wintergasten genoemd, terwijl we onder zomergasten de vogels verstaan die slechts 's zomers bij ons broeden en de winter doorbrengen in de landen rond de Middellandse Zee of in Afrika. Bij deze win tergasten zijn honderdduizenden ganzen, zwanen, eenden en zeevogels, die zich ver- maken in de ijsvrije wateren van de lxige Duiden. Verder zijn het even zovele landvogels met wonderlijke namen als kramsvogels, koper wieken, kepen, sijsjes, barmsijzen en bonte kraaien. Alle vinden bij ons behaaglijke temperaturen alsmede voedsel in over vloed, terwijl op hun eigen stekje de maal tijden door sneeuw zijn bedolven. Vee terga; chr s hier, loos rond: ze vertoner dan weer daar: overal waar voedsel i Dikwijls dwalen ze ver af en komen in En geland, Frankrijk of Spanje terecht. Andere hechten zich wel degelijk aan hun winter kwartier en mengen zich onder hun Neder landse soortgenoten. Daarom zijn er 's win ters veel meer vinken, roodborstjes, kraaien en buizerds dan in de zomer. Bij dit wintervolk manifesteert zich om de drie tot vier jaar een wonderlijk en opval lend verschijnsel dat 'invasie' wordt ge noemd. Om dit fenomeen te begrijpen die nen we een kijkje te nemen in het hoge noordén. Een dag- en nachtritme, zoals wij dit kennen, bestaat daar nauwelijks. Gedu rende de volzomer blijft het daar dag en nacht licht, terwijl in het hartje van de win ter de zon niet eens opkomt. Enorme sneeuwmassa's bedekken het land, terwijl alle water stijf bevroren is. Maar tij dens de korte zomer teisteren donderende stromen smeltwater de natuur, is er een overvloedig insektenleven en bloeit alles te gelijk in heel korte tijd. Dan zijn rust en evenwicht er ver te zoeken. Dientengevolge leiden er planten en dieren een uiterst wis selvallig bestaan. Wanneer de levensomstandigheden gunstig zijn geldt hét motto: pakken wat je krijgen kunt! Er zijn jaren waarin bijvoorbeeld het aantal denne- en sparrckegels het duizend voudige bedraagt van.de oogst van vorige seizoenen. Gedurende zulke jaren slaat de natuur z'n slag en vinden bevolkingsexplo sies plaats van onder andere kruisbekken, vogels die leven van de zaden van dennen en sparren. Volgen na de 'vette' jaren 'magere', dan dwingen overbevolking en hongersnood de vogels de wijk te nemen naar andere streken. Plotselinge winterkou brengt teweeg dat de kruisbekken massaal de wijk nemen. Zo kan het gebeuren dat in ons winterse land invasies plaatsvinden van vogels, die wij al in jaren niet fneer hebben gezien. Dit is niet alleen het geval bij kruisbekken, maar ook bij sijsjes, barmsijsjes, kepen en pestvogels. De naam van de laatste soort zegt voldoende over hoe onze voorouders aankeken tegen dergelijke invasies. Ze begrepen uit bittere ervaring dat, wan neer in het noorden de winter zo ongenadig toesloeg dat de vogels op de vlucht gingen, het eigen land er ook wel een staartje van zou meekrijgen. Dat ook in eigen land de tijden zwaar zouden Worden en het voedsel schaars. De vogels werden beschouwd als voorboden van rampspoed, van honger en ziekten. De mensen hadden om die rede nen gloeieild de pest aan deze vogels...

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 21