Het mysterie rond praatpaal, souffleur en tassendrager Feiten &Meningen w m nnMfflWR voomMHj 'Een mislukking doet evenveel pijn in VS als in Bangladesh' VRIJDAG 7 OKTOBER 1994 152 OPINIE Open die winkels! Elke dag! Nederland staat aan de vooravond van een revolutie. De regering-Kok stelt voor de sluitingstijden van winkels te verrui men. Niet alleen 's avonds, maar ook op zondag mogen winkels hun deuren ope nen. Tenminste als de betrokken ge meente het goed vindt. Nederland wordt eindelijk volwassen. De meeste buurlan den kennen al langer de mogelijkheid ook op zondag inkopen te doen. De kerken, klein-rechts en het CDA zijn boos, maar gaan voorbij aan de harde werkelijkheid. Nederland is een ontker kelijkt land. De zondagsrust heeft voor de meerderheid van de bevolking geen betekenis (meer). In een tijd waarin flexibele werktijden normaal worden en bijvoorbeeld de za terdag ter discussie staat als vaste vrije dag, is het heel redelijk dat de zondag erbij komt als alternatief. De populariteit van de, tot nu toe nog beperkte, zondag se winkeldagen geeft aan dat er behoefte Dat betekent niet dat winkels open moe ten zijn. Iedere winkelier heeft het recht zijn zaak dicht te houden, zoals iedereen het recht heeft om niet te gaan winke len. In de anderhalf jaar sinds winkels ook tot half zeven 's avonds open kun nen blijven is al gebleken dat een latere sluitingstijd of langere openingstijd niet voor elke winkel of ieder filiaal rendabel is. Het marktmechanisme bepaalt zelf wie baat heeft bij openstelling in de avonduren of op zondag, en wie niet. De verkoop aan de achterdeur, door on der andere melkboer en kruidenier, be hoort tot de folklore van Nederland. Het is het vaderlandse antwoord op het knellende keurslijf van de winkelslui tingstijden. Wie nu dus roept dat er geen behoefte is aan verruiming van die tij den, gaat voorbij aan de praktijk van jaar en dag. Het verdwijnen van de kruidenier-op-de hoek heeft aan het na-sluitingstijd- boodschappen-doen geen einde ge maakt. De avondwinkel is met name in de grotere steden in het gat ge sprongen en ook benzinestations heb ben tijdig onderkend dat niet iedereen de zin of de mogelijkheid heeft om tus sen negen en zes te winkelen. Tegenstanders van de ruimere ope ningstijden en het opheffen van de ver plichte zondagsluiting wijzen niet alleen op het verstoren van de zondagsrust. De vakbonden vrezen voor de werktijden van het winkelpersoneel. Dat zou om zes uur 's avonds achter de aardappelen aan tafel willen zitten. Geen probleem, dat kan worden geregeld, want ruimere tijden betekenen dal er meer werk voor handen is (meer banen!) en dat het werk voor meer mensen aantrekkelijk wordt. Studenten kunnen bijvoorbeeld makke lijker 's avonds of op zondag wat bijver dienen. geen onzalig idee in een tijd van krapper wordende studiebeurzen. Meer gezinnen kunnen de lasten beter verde len omdat pa en ma niet langer gelijker tijd moeten werken, waardoor ook geld voor de dure kinderopvang in de knip kan worden gehouden. En terzijde: wisselende werktijden zijn voor veel Nederlanders heel gewoon. In bejaardentehuizen, ziekenhuizen, de horeca, de luchtvaart en de Hoogovens, bij politie en brandweer, weet men niet beter. Waarom zou het winkelpersoneel ook niet op verschillende tijden kunnen werken? Hetgeen natuurlijk, gezien het grote aantal part-timers onder de verko pers en verkoopsters, in de praktijk al vaak gebeurt. De middenstandsbonden vrezen voor het overleven van de kleine zelfstandige, die geen of nauwelijks personeel heeft. Die zou door zijn in een ruimer jasje zit tende concurrent uit de markt worden gewerkt, tenzij hij zelf bereid is 75 uur per week achter kassa en toonbank te staan. Ontegenzeggelijk zullen er zaken sneuvelen, maar een blik naar de bui tenland toont dat kleine winkels niet zijn verdwenen. Er blijft altijd behoefte aan een specialist, aan een vriendelijk woordje van de vakman of een overzich telijke winkel. Daar komt de consument graag voor terug. 'l ussen negen en zes, vijf dagen in de week. Als hij of zij daar naast maar de keuze en mogelijkheid heeft ook op andere tijd te winkelen. HANS JACOBS» GPV'er Schutte wil helderheid over politiek adviseurs Wantrouwend spreken sommigen van waakhonden, pottekijkers of Raspoetins. Ambtenaren en politici die welwillender zijn, hebben het over engelbewaarders, praatpalen of voelsprieten. Het wemelt ervan in Den Haag, maar er wordt publiekelijk weinig van hen vernomen. In het schemer gebied tussen bewindslieden en ambtenaren nemen de politiek adviseurs een opmerkelijke maar nauwelijks omschreven plaats in. De meesten willen dat liever ook zo houden. Wie er één heeft en wat zo'n politiek adviseur nou eigenlijk doet, is een van de laatste mysteries van het Binnenhof. Premier Kok heeft er één, en zijn vice- premier Dijkstal ook. Van Mierlo heeft er zelfs twee. Maar D66-minister Wijers (economische Zaken) die als volslagen nieuwe- lihg in het Haagse toch wel een adviesje kan gebruiken weer niet. Voor het GPV-kamerlid Schutte is de schimmige toestand reden om premier Kok volgende week bij de behandeling van de begro ting van Algemene Zaken om opheldering te vragen. Want ondanks de medede ling van de minister-presi» dent aan de Kamer dat er acht 'politiekassistenten' zijn aangesteld, blijft on duidelijk wat ze precies doen en waarom sommige bewindslieden naast al die duizenden dure en vak kundige ambtenaren ei genlijk behoefte hebben aan een particulier hulpje. Voorafgaand aan dat debat een speurtocht in de Haag se bureacratische spelon ken, op zoek naar de poli tiek adviseurs. Evert Mathies is er één in ruste. Letterlijk, want hoe wel al enige jaren in de VUT, is hij pas enkele laanden geleden definitief gestopt met werken. Nadat hij zijn journalistieke leven had afgesloten, be gon hij onverwacht aan een nieuwe loopbaan. I lanja Maij-Weggen, la femme terrible van Den Haag, vroeg hem ooit haar partij-politieke toespraken te schrijven. Gaandeweg groeide dat uit tot een volwassen adviseurschap. Op de CDA-speeches volgden toespraken over gevoe lige onderwerpen als de Betuwelijn. Aan het eind van Hanja's bewind was Mathies haar naaste vertrouweling: ze spraken over beleve nissen en frustaties uit de minsterraad, en de bewindsvrouwe stortte bij hem haar hart uit na onverwachte gebeurtenissen als de Bijlmer ramp. Politiek adviseurs zijn zo oud als het Binnen hof zelf. Toch wordt er na de slechte ervaring met 'mannetjesmaker' Ben Korsten bijzonder huiverig gedaan over deze vertrouwensperso nen. Korsten had in de jaren zestig achter de schermen enorme invloed op ministers, vooral van KVP-huize. Hij maakte echter de fout in een interview in de Haagse Post vol trots te vertellen dat hij persoonlijk ambtelijke nota's herschreef, benoemingen regelde en zelfstan dig ambtelijke afdelingen opzette. De ge schrokken ministers lieten hem prompt als een baksteen vallen. Vandaar dat er argwanend werd gekeken naar de politiek adviseurs die in 1973 in het kielzog van het kabinet-Den Uyl hun intrede deden. De twee assistenten van de premier, spottend het duo 'Oog en Oor' genoemd, hadden tot taak om contacten te onderhouden met het 'CPs A parlement en de media. Het duo viel niet bij iedereen in goede aarde. Het toenmalige CDA- kamerlid Schakel hekelde het feit dat deze par tij-politieke verkenners op kosten van de be lastingbetaler actief waren. Enige jaren later, ten tijde van het kabinet Van Agt-Den Uyl ('81-'82), ontstond er opnieuw heibel. Den Uyl, belast met het 'superministe rie' van sociale zaken en werkgelegenheid, nam zijn eigen PvdA-voorlichter Dick Kalk als adviseur mee naar het departement. De 'neu trale' ambtenaren op het ministerie schrokken van zo'n 'gekleurde' benoeming. En ook de parlementariërs roerden zich. Ondanks het feit dat CDA en WD toentertijd sceptisch stonden ten aanzien van de politiek assistenten, nam het fenomeen onder de kabinetten Lubbers een grote vlucht. Vrijwel iedere minister of staatssecretaris had er één. Oud-kamerleden namen daarvoor meestal een fractiemedewerker mee. Anderen, zoals minis ter Ruding (financiën), kreeg in oud-journalist Hans Hillen (nu CDA-kamerlid) een trouw voorlichter-adviseur. Zodoende werd de politieke hulp van een be windspersoon gaandeweg op veel ministeries een ingeburgerd verschijnsel. Wat niet wil zeg gen dat ze ook volledig werden geaccepteerd. Van 'partij-yuppen', die zich ndmens de baas met van alles en nog wat bemoeien, moet me nig ambtenaar nog steeds niets hebben. Wat het werk betreft, is de ene adviseur de an dere niet. Koks assistent Arend-Jan Hilhorst, afkomstig van de PvdA-fractie, heeft zo'n beetje samen met de premier het regeerak koord geschreven. Oolc op Financiën had Hil horst een dikke vinger in de pap. Arno Visser, rechterhand van vice-premier Dijkstal, be moeit zich daarentegen inhoudelijk helemaal nergens mee. Zijn voorganger Clemence Cornielje vervulde die rol gedurende de laatste jaren van het tweede kabinet-Lubbers. „Samen met de toen malige fractievoorzitter Voorho.eve was ik de enige die zowel de bijeenkomsten van de WD-bewindslieden als de fractievergaderin gen bijwoonde. Ik wist dus exact wat er alle maal speelde." De meeste politieke assistenten hebben een taak die het midden houdt tussen de uitersten van souffleur of tassendrager. Ben Heinrichs, deze week benoemd tot hulpje van minister Melkert (sociale zaken), wil duidelijk die eerste rol spelen en inhoudelijk veel in de melk te brokkelen hebben. „Ik vind dat je geen kust- matig onderscheid moet maken tussen een politiek adviseur en gewone ambtenaren. Alsof die zich niet met politiek bezighouden. Maar ja, men hecht blijkbaar aan dat onderscheid." Andere politiek adviseurs bemoeien zich min der met de inhoud van het beleid. Ze om schrijven zichzelf als 'tussenpersoon' of'ver trouweling'. Zij onderhouden informele con tacten met de Kamerfracties, zodat dreigende problemen voortijdig worden onderkend. Henk van Etten, oud CDA-fractiemedewerker en 'gesprekpartner' van En- neüs Heerma (volkshuisvesting), om schrijft zichzelf als 'praat paal'. Van Etten: „Natuur lijk, er werd best wel eens gepraat over koetjes en kalfjes, de liefde van En- neüs voor Friesland, en ja ook het CDA en de politiek in het algemeen kwam wel eens ter sprake. Dan vroeg de staatssecretaris of ik een bepaald persoon ook kende en wat ik van iets vond. Ad viezen geven over kwesties die in de ministerraad speelden of het regelen en schrijven van toespraken heb ik nooit gedaan." Grootste zorg van de poli tiek adviseurs van D66-hui- ze is het bij elkaar houden van de weinig gediscipli neerde partij. Lennart van der Meulen, de oud-cam pagneleider van D66, gaat I a /IInu staatssecterais Nuis hel- I If iwt pen. „Voor een partij als I li twL D66, die zo weinig bestuur- I Ir-3 lijke ervaring heeft, is het belangrijk om de activitei ten van de bewindsperso nen goed op elkaar af te stemmen. Om contact te houden met de fractie en de partij." De verscheidenheid mag dan groot zijn, de manier waarop adviseurs worden geselecteerd, gaat via het ons-kent-ons-patroon. De meeste adviseurs zijn oud- medewerkers van de tot gepromoveerde kamerleden. Zoals in het geval van Han ten Broeke, de medewerker van het kamerlid Jorritsma die door minister Jorritsma naar het ministerie is gehaald. Volgens premier Kok verdwijnt de politiek ad viseur wanneer zijn baas het veld moet rui men. Dat is de theorie, maar de praktijk is an ders. Zo is Henk Bakker, oud-fractiesecretaris van de PvdA, ooit door minister Alders als ad viseur binnen gehaald en na enige tijd ambte naar in vaste dienst geworden. Formeel is hij geen adviseur meer. Maar het is een publiek geheim dat deze beambte wel degelijk politie ke adviezen geeft aan zijn nieuwe partijge noot-minister De Boer. Overzichtelijk is het werk en het waarom van politieke adviseurs dus niet. Schutte beaamt dat. „De reden waarom een minister een advi seur heeft, lijkt een kwestie van willekeur te zijn en niet van zakelijke argumenten. Het lijkt erop dat politieke vertrouwelingen zomaar naar het departement worden meegenomen. Heel schimming allemaal. Zo laat je inderdaad het verwijt van vriendjespolitiek al snel op je. Ik ben heus niet zo dat ik zeg: het mag nooit. Maar je moet wel duidelijk maken zo'n persoon nodig is." DEN HAAG WILFRED SCHOLTEN illustratie tom janssen Gordel van Smaragd onder dikke deken van rook De immense vuurzee die sinds twee maanden door het Indo nesische regenwoud trekt, heeft zoveel rook geproduceerd dat naburige landen inmiddels be dekt zijn met een verstikkende deken van rook. Ook de rege ring in Jakarta lijkt zich achter een rookgordijn te verschuilen om zich te onttrekken aan maatregelen tegen de branden. Indonesië, Singapore en Ma leisië zijn gehuld in een grijze rooksluier, die heeft geleid tot massale annuleringen van vluchten in het gebied en waar schuwingen voor de volksge zondheid. De rook heeft inmid dels Brunei bereikt en zet koers naar Thailand. In de bossen van Sumatra en Kalimantan, zoals het Indonesi sche deel van Borneo heet, woeden elk jaar enorme bos branden. De autoriteiten heb ben nog niets gedaan om het zich snel verspreidende vuur te gen te houden en te doven. Bo vendien zijn zij niet in staat de oorzaak van de branden aan te wijzen. De regering wijt het vuur aan de roofbouw in het gebied, het kappen en platbranden van bosgebied ten behoeve van landbouw. Milieugroeperingen wijzen met de beschuldigende vinger naar de houtproducen ten, die op hun beurt volhou den dat de branden het gevolg zijn van de aanhoudende droogte die door de warme golf stroom El Nino is veroorzaakt. Sommige waarnemers zien in alle beschuldigende vingers een grove tijdsverspilling die ten koste gaat van nieuwe bosge bieden die gedeeltelijk in rook opgaan. Nu al komen er berich ten dat de dennebossen in zui delijk Sulawesi (Celebes) ook in brand staan, evenals het groen op Flores. „Wij zouden niet de schuldige moeten proberen aan te wij zen", stelt het tijdschrift Kom pas. „Eerst moeten we de bran den blussen. Dan moeten we erop toezien dat ze niet op nieuw uitbreken. Tenslotte moeten wij voldoende informa tie verschaffen en ons meer be wust te maken van onze bossen en de rijkdom van onze fiattiur1 lijke omgeving." In Kalimantan is de situatie het ergst. Daar woeden de grootste branden. In het gebied namelijk bevinden zich ondergrondse olie-, gas- en steenkoolvoorra- den bevinden die spontaan vlam kunnen vatten. Zo'n 80.200 hectare bosgebied zijn dit jaar in vlammen opgegaan, en de rook heeft het transport naar de grote steden van het ei land lamgelegd. Vanwege het slechte zicht als gevolg van de rookontwikkeling zijn inmiddels alle vliegvelden gesloten. De Indonesische president Suharto heeft onlangs tegen over premier Goh Chok Tong van Singapore zijn excuses aan geboden voor de overlast die de bosbranden veroorzaken. Hij heeft het aanbod van de stads taat geaccepteerd om vergelijk bare crises voortaan samen te voorkomen en te bestrijden. IMF'er Posthumus weg bij 'Rolls Royceonder financiële instellingen wikkelingen in oostelijk Europa. Nederland is zelf te klein om zelfstandig een van de 24 bestuursze tels te kunnen bezetten. Daar is de steun van an dere landen voor nodig. En de Nederlandse kies- groep bestaat, naast Israël en Cyprus volledig uit Oosteuropese en voormalige Sovjet-republieken. Heel bijzonder noemt Posthumus bijvoorbeeld zijn bezoek aan de Roemeense president Ceauce- scu om diens steun te verwerven, 'kort voor de man ten onder ging'. Bosnië wil ook lid worden van de 'Nederlandse' groep, maar zal eerst nog als land moeten worden erkend. En verder hebben 'we' ook nog de probleemgevallen Armenië, Bul garije. Georgië, Moldova en Oekraïne. Posthumus: „Behalve Moldova hebben we eigen lijk geen succesverhalen in de groep. Alhoewel, Al banië zou daar, vreemd genoeg, wel eens toe kun nen gaan behoren." Maar de meeste van die lan den, Rusland voorop, zitten wel in de problemeft als de boycot van een aantal Derde Wereldlanden voortduurt om Oost-Europa met extra deviezen te ondersteunen. „Ze hebben één lijn weten te trekken in het verzet 'ergens' tegen", zegt Posthumus over die boycot. „Ik heb dat eigenlijk niet eerder meegemaakt op deze schaal. Om het wat positiever te zeggen: De grote landen treden te gemakkelijk op alsof zij het toch voor het zeggen hebben. Ze geven zelfs in structies aan het Fonds om dit of dat te doen of te laten. Er wordt tijdens de persconferentie van de G-7 (de zeven grootste industrielanden) eerst aan gekondigd dat er zoveel geld naar Rusland gaat en dan vervolgens krijgt het Fonds dat pas te horen. De grote landen domineren wel heel erg. Voor zo'n internationale organisatie, waar zo'n 170 lan den in deelnemen, is dat eigenlijk wel een vreem de gang van zaken. Daar is ergernis over en die groeit in de loop der jaren." „Ik zit daar vaak in m'n eentje over te mopperen in de Board of Directors", zo wil Posthuma aan het eind van de rit wel kwijt. „En dan denkt iedereen dat ik Don Quichotte zit te spelen; iemand die een beetje raar tegen de politieke realiteit zit aan te schoppen. Maar door er nooit je mond over open te doen, leg je je er bij voorbaat bij neer. Dus kun je er beter eerst nog even tegen protesteren, voor dat je je er noodgedwongen toch bij neerlegt." Maar het is volgens Posthumus niet alleen een zaak van rancune dat een groep Derde Wereldlan den zich tegen het Westerse dictaat over steun aan Rusland heeft gekeerd. „Het beleid daar staat nog lang niet op poten en het zijn dan ook best een beetje riskante vormen van tijdelijke financie ring. De risico's daarvoor worden wel door alle deelnemers gedragen. Een mislukking doet even veel pijn in Bangladesh als in Amerika." Interessant vindt Posthumus het dan ook dat de rollen lijken omgedraaid. „Het zijn nu de ontwik kelingslanden die tegen het IMF zeggen: je moet je wel houden aan de beleidsvoorwaarden, niet soepeler worden. Terwijl de Amerikanen zeggen: Kun je niet wat soepeler worden, dan kunnen we wat meer geld naar Rusland sturen. Vroeger was het andersom.". Terug naar het werken bij het IMF, volgens een Britse krant van deze week 'de Rolls Royce' onder de financiële instellingen. Posthumus vindt dat het IMF de laatste tijd te veel nadruk legt op de di verse 'hulpactiviteiten'. De voorzitter van het be stuur, Michel Camdessus, legt daar volgens Post humus ook veel te veel nadruk op. „Maar hij wordt altijd ontzettend boos als hem dat wordt gezegd. We helpen landen wel, maar niet als ont wikkelingshulp-activiteit. Meer uit hoofde van on ze eerste opdracht: het toezicht op het monetaire en macro-economische beleid van landen. En als het mis is gegaan, dan brengen we dat toezicht in praktijk." MADRID MARIEN VAN DEN BOS Godert A. Posthumus: „De grote landen domineren wel heel erg. Daar is ergernis over en die groeit in de loop der jaren." foto cpd paul white Arrogantie van de macht. Misschien niet de be langrijkste reden voor het mislukken van de on derhandelingen binnen het Internationaal Mo netaire Fonds (IMF) vorig weekeinde. Maar vol gens de scheidend directeur van dat Fonds, Go dert A. Posthumus, wel één van de factoren van het debacle in Madrid. „Het is toch vooral de er gernis van een aantal Derde Wereldlanden dat het rijke Westen wel even zal zeggen wat er moet gebeuren." Posthumus is een van de oude rotten in het vak van de monetaire politiek. Na een carrière bij de ministeries van ontwikkelingssamenwerking en fi nanciën was hij sinds 1986 managing director b\] het IMF in Washington. Bij de jaarvergadering van IMF en Wereldbank is hij binnen de Nederlandse delegatie een van de spilfiguren. Naast mannen als Duisenberg (Nederlandsche Bank) en de kers verse minister van financiën, Zalm. De 61-jarige Posthumus ondergaat deze dagen gelaten de heksenketel en schamele huisvesting die zo'n jaarvergadering nu eenmaal met zich meebrengt. Niet minder dan 15.000 mensen uit alle delen van de wereld manoeuvreren zich dage lijks door het Palacio Municipal de Congressos van Madrid. Overeen paar weken zit zijn taak bij het IMF er zelfs helemaal op. Per 1 november heeft hij een functie elders aanvaard. Welke functie blijft nog even geheim. Bij zijn aantreden als één van de 24 directeuren van het IMF was de Zuidamerikaanse schulden crisis nog allerminst opgelost. Dat is inmiddels wel het geval, 'tenminste, het is ondercontrole', aldus Posthumus. Maar de inkt van de akkoorden tussen banken en Zuidamerikaanse landen was nog niet droog, of de voormalige Sovjetunie en de rest van Oosteuropa stonden op de stoep. Binnen het IMF is Nederland en daarmee ook Posthumus heel nauw betrokken bij die ont-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 2