'We hebben een rampjaar achter de rug' 3 Oktoberfeest Geen polonaisewel rijen voor het loket DINSDAG 4 OKTOBER 1994 Onderscheiden kennisexploitant Hoefnagels doet al 30 jaar Leiden aan Hij is er wel blij mee, maar moet tegelijk bekennen dat het pad van een kermisex ploitant tegenwoordig niet meer over ro zen gaat. Harry Hoefnagels (45) kreeg van voorzitter M. du Prie van de kermis- commissie van de 3 October-Vereeni- ging een oorkonde, omdat het Lunapark al dertig jaar op de Leidse kermis staat. „Berst deed mijn vader het, die is net na de oorlog met een klein Lunapark be gonnen. In 1979 heb ik het van hem overgenomen, maar al vanaf mijn vijf tiende draai ik mee." De onderscheiding komt gelegen. „Toch een blijk dat ze dertig jaar ver trouwen in je hebben gehad", zegt Hoef nagels die uit Gratem bij Roermond komt. Maar het slechte weer dat de 3 Oc- tober-kermis dit jaar tegelijk met zich meebrengt komt ongelegen. „We heb ben een rampjaar achter de rug. Met Pa sen regen, van de zomer te heet. Het is een verloren jaar, ik heb wel stapels re keningen te betalen. Ik heb er maagpijn Hoefnagels noemt Leiden een dure kermis voor de exploitant. „Ik betaal 2500 gulden aan stroom en 4500 aan staangeld." Het nekt hem vanwege het weer. Het scheelt hem dertig, veertig procent in de omzet. „Maar normaal is Leiden leuk. Ik heb hier altijd de kost goed kunnen verdienen. En de 3 Octo- bercommissie kan ook niets aan het weer doen, moet je maar denken." Hoefnagels heeft één man personeel. „Maar ik heb werk voor vier." Zijn vrouw en twaalfjarige zoon werken ook mee. „Je hebt een zelfstandig, vrij leven. Al leen belastingtechnisch is het moeilijk. Maar het belangrijkste is dat je gezond blijft. Als je in ziekenhuizen komt... Je bent dan blij dat je nog kan werken." Zijn Lunapark is behoudens enkele kleine wijzigingen in dertig jaar praktisch ongewijzigd. „Het -ts iets gemoderni seerd." Het bevat veel loopwerk. Lopen de banden die naar beneden lopen, een tapijt, tonnen die als een ronde tunnel tegen elkaar in draaien en een loopbrug, waarbij je met horten en stoten aan de overkant komt. „Er breekt weieens ie mand een arm of een been. Maar over de hele linie heen zijn er relatief weinig ongelukken." Kan Hoefnagels, die zelf achter de kassa zit, zich met zijn wat tra ditionelere Lunapark nog wel staande houden temidden van de hi-tech-attrac- ties' van tegenwoordig? „Ja, het is wel wat teruggelopen. En ik heb er wel eens over gedacht om een andere attractie te beginnen. Maar ja, dan zit je met inves teringen." Om toch nog wat van het verloren jaar te redden, denkt Hoefnagels er aan in de winter met een oliebollenkraam te gaan staan. „Die moet je dan huren. Nee, ik heb nog geen plaats uitgezocht, waar ik dan ga staan." In de winter is er trou wens nog meer te doen. „Dan moet je het Lunapark schuren, verven en op knappen." Kermisexploitant Harry Hoefnagels met zijn oorkonde. foto ben de bruyn Enige tientallen Leidenaars die j eens een grensverleggende erva ring wilden opdoen, togen giste ren naar de Garenmarkt. Op de 'Air Power', een Duitse attractie uit de buurt van Aken, lieten ze zich door de lucht van een enorme propeller boven een kussen om hoog voeren. Zo ondergingen ze 'een ware zweefervaring'. Daarbij geholpen door bril, helm en door het speciale kostuum dat extra veel wind ving. Deelname was gratis. De met touw afgezette kooi was van boven open. Dat was niet zonder bedoeling, want de Duitse instructeur kon nu af en toe laten laten zien dat hij er bo ven uit durfde. Zodoende hing hij bijna boven het publiek. De deel nemende Leidenaars bleven wat dichter bij de grond, al zal de er varing er niet minder om zijn ge weest. foto ben de bruyn Met open mond staart dit jongetje naar'de optredens van muziekgroepen nabij De Waag. foto loek zuyderduin Op het station is het geen drie oktober. Geen vrolijke muziek, maar wel het geknars van trein- remmen. Geen polonaise, maar wel een lange rij wachtenden voor de loketten. Alles gaat dus eigenlijk weer z'n gewone gan getje, zoals altijd op maandag ochtend. Het is hooguit een tik keltje. minder druk dan nor maal. En de rouwranden om de ogen zijn wat donkerder en dik ker. „Vind je het gek", mompelt John. „Ik heb al flink feestge vierd. Als het aan mij had gele gen. had ik nu gewoon in mijn bed gelegen." Hij kijkt even naar zijn keurige driedelige pak en stropdas, die hem deze och tend als een dwangbuis toelij- kern „Van mijn baas kon ik geen vrij krijgen. Het is maar een klein bureau waar ik zit. Een re clamebureautje. Nou ja, met mijn creativiteit zal het vandaag gewoon wat minder gesteld zijn." John is natuurlijk niet de eni ge die liever thuis was gebleven voor de feesten. Of om uit te slapen. Dat lijkt te gelden voor het grootste deel van de trein reizigers dat staat te trappelen op de perrons. Als de werkgever niet wil toegeven, houdt het op. Dat is het lot van de forens, nietwaar? Dan is er nog de groep Leidse reizigers die een broertje dood heeft aan de feesten. „Veel te druk", zegt Gerard die op een Haags advocatenkantoor werkt. „Ik ben heel even met mijn zoontje naar de kermis geweest. Voor hem, ja. Wat moet ik nou 's avonds in de kroeg? Een hoop herrie, veel gezuip. Nee, hoor voor mij hoeft het niet." Een verhaal dat meer mensen, voor al de ouderen, te vertellen heb ben: lawaai, agressie, gezuip. geldverspilling en wat dies meer zij. Geen wonder dus dat zij to taal geen moeite hebben om naar hun werk te gaan. Dan is er nog een derde groep reizigers. De mensen van buiten de stad die deze ochtend wach ten op het station. Ook zij heb ben het niet zo moeilijk met hun vertrek. Neem Ed Franken en Cobine Ramaekers uit Til burg. Op uitnodiging van vrien den uit Leiden hadden ze ook eens de drie-oktoberfeesten be zocht, En beviel het? „Minui- ...ja", klink het aarzelend. „De kermis hier lijkt een beetje op de Tilburgse kermis", verklaart Ed. „Alleen staat-ie bij ons negen dagen lang in de stad. F.n is-ie wel drie keer zo groot als in leiden. De grootste van de Benelux, ledereen gaat daar naartoe. Vroeger kon dat trouwens niet. Aanvankelijk was de kermis alleen voor de gegoe de Tilburgers. Maar na I960 of zo, mocht iedereen binnen. De kermis was ooit een onderdeel van de jaarmarkt en een van de weinige mogelijkheden tol vei tier. Men leerde daar vaak zijn toekomstige echtgenoot of echtgenote kennen.' Goed, de Tilburgse kermis is dus groter en staat langer in de stad. Maar er is natuurlijk meer te beleven in Leiden behalve de kermis. „Jaja", beaamt Cobine. „Dal beviel ook wel. Veel men sen op straat. Overal was het feest. „Maar met ons carnaval is het niet te vergelijken", oreert Ed. „Bijna niemand verkleedt zich hier. En met carnaval ver telt werkelijk iedereen ook on zin aan elkaar. Kletsen over niks. Iedereen doet onzinnig en probeert op te vallen. Dan komt een vent met stoffer en blik op je af en stoft je schouders af. Dat soort dingen." Cobine haalt haar schouders op. Ze heeft het niet zo op car naval. „Dat is verplicht leuk doen. En daar kan ik me niet goed toe zetten." Wat niet wil zeggen dat ze de feesten in Ix*i- den leuker vindt. „Nee. Als ik hier had gewoond, had ik van daag niet speciaal vrij geno- Regen, regen en nog eens regen. Het weerhield de Leidenaars niet om de vele festiviteiten in de stad te bezoeken. Zo zat ook de tribune tijdens het straattheater op de Breestraat gewoon vol. pojo loek zuyderduin Het was druk bij de uitdeling van haring en wittebrood in de Waag, maar ook de visboeren op de Wa renmarkt hadden geen klagen. Met man en macht werden de ha ringen schoongemaakt om aan de grote vraag te voldoen. foto loek zuyderduin Stoom aan de Haven. Niet alleen de stoomboten trokken veel pu bliek, maar ook de kleine walsen. foto dick hogewoning

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 15