Europese astronaut naar Russisch station Winterdepressie geen aanstellerij Wetenschap Dodelijke pinda-allergie VRIJDAG 30 SEPTEMBER 1994 REDACTIE SASKIASTOEUNGA Visueel hulpmiddel haalt slechtzienden uit isolement CAREL WIEMERS ANP Een loepenbril die zich automatisch instelt is een nieuw hulpmiddel voor zeer slecht zienden. De bril onwikkeld door H. de Grijs van Schmidt Instruments in Amsterdam beschikt net als bij een zichzelf instellend fototoestel over een autofocus. De Grijs kreeg steun van het ministerie van econo mische zaken en werkte samen met de on- derzoeksinstellingTNO. Afgaande op een infraroodsensor stelt de bril zich in met behulp van aandrijfmo- tortjes en bijbehorende elektronica op de afstand waarnaar de slechtziende wil kijken: dichtbij zoals lezen of verder af zien (televi sie) of in de verte (landschap). Het beeld blijft automatisch haarscherp. Mensen met heel slecht zicht kunnen nu met gemak en ongehinderd lezen of zich bezighouden met andere dingen die zij door hun aangetast gezichtsvermogen niet of nauwelijks konden doen. Meestal zijn dit werkzaamheden waarbij een goed zicht op details nodig is. „Met de tot nu toe beschikbare optische in strumenten, zoals een sterke bril of loep, is dat niet mogelijk," zegt voorzitter Grit van de Nederlandse Vereniging van Optome- tristen. „Visueel gehandicapten zijn enigszins geholpen met een versterkt brille- glas. Hun blik blijft echter beperkt. Met een loep kunnen deze mensen weliswaar op een bepaalde afstand lezen, maar willen zij wat anders doen, waarbij verder weg geke ken moet worden, dan zijn er andere hulp middelen nodig." Een duidelijk voorbeeld is de televisie die voorzien moet zijn van een vergrootglas wil de visueel gehandicapte nog iets van de programma's kunnen volgen. Andere activi teiten worden dikwijls bemoeilijkt door het slechte gezichtsvermogen. „Daardoor voe len velen van deze gehandicapten zich ern stig beperkt in hun dagelijks functioneren. De loepenbril die het zicht op elke afstand automatisch mogelijk maakt, haalt de slechtziende uit zijn isolement en geeft hem een nieuw kwalitatief waardig bestaan," al dus Grit. Het nieuwe optische instrument wosdt met een band op het hoofd gedragen. „Het gro te voordeel ten opzichte van een loep, die de gebruiker in de hand moet houden, is volgens de voorzitter van de vereniging voor optometristen dat de slechtziende zijn handen vrij heeft. „Daardoor is hij in staat ongehinderd te lezen of met andere activi teiten, waarbij twee handen nodig zijn, be zig te zijn. Tussendoor kan de visueel ge handicapte goed om zich heen kijken." Ongeveer de helft van de bevolking draagt een bril of contactlens. Daarnaast zijn er naar schatting 45.000 mensen met een ab normaal slecht gezichtsvermogen. Neder land telt steeds meer inwoners en de bevol king vergrijst in toenemende mate. Daar door zal het aantal zeer slecht zienden jaar lijks met ongeveer 4 procent toenemen. Ook voor professioneel gebriiik, bij voor beeld in de medische sector of in de micro techniek, kan het nieuwe instrument uit komst bieden. „Met behulp van het auto matische vergrootglas kan veel efficiënter worden gewerkt. Bovendien verhoogt het gebruik van dit instrument de werksnel- heid," aldus De Grijs. Als voorbeeld noemt hij de arts of chirurg die zich niet meer voorover hoeft de buigen om te zien wat hij doet. „Ook technici kun nen het fijne werk dat zij onderhanden heb ben, op elke afstand haarfijn zien. In het ge val dat deze beroepsmensen een vergroot glas of loep nodig hebben, hebben zij met de automatische loepenbril de handen vrij om met hun arbeid bezig te zijn. Dat scheelt in concentratie en inspanning." Bijna-doodervaring plezierig en vredig LONDEN RTR/DPA 8 Bijna dood-ervaringen worden vermoede lijk eerder veroorzaakt door een zuurstofte- 45,kort in de hersenen dan door een kijkje in et leven na de dood. Het zuurstofgebrek siojeidt tot hallucinaties. Dat zijn de bevindin- n eén team van Duitse neurologen, n de jongste uitgave van het Britse vakblad neet beschrijft Thomas Lempert experi- enten met 42 gezonde jongeren die gedu rende maximaal 22 seconden in bewustelo- ;e toestand werden gebracht. Lempert en iet team van de Universiteitskliniek van udolf Virchow in Berlijn pasten daarvoor lyperventilatie toe. 'e proefpersonen beschreven na afloop teelden die lijken op ervaringen van men- >en die dood gaan. Felle kleuren en lichten, landschappen en vertrouwde mensen, scè nes waarin zij zelf voorkwamen - gezien 30,Vanuit vogelperspectief-, schrille geluiden :n huilende mensen die zij niet herkenden. ~ie meeste proefpersonen beschreven hun lOlfeevoelens als plezierig en vredig. Hun emo- :ies waren dermate prettig dat ze niet meer ïden terugkeren. Sommigen van hen laakten vergelijkingen met drugsgebruik :n ervaringen die ze opdeden tijdens medi- tie. „Ik bedacht me dat als ik op dit zelfde loment dood moest gaan ik me daar ge- illig aan zou overgeven", aldus één van de iroefpersonen. 30., Deze foto van het Russische ruimtestation MIR werd begin dit jaar gemaakt door de bemanning die nu nog aan boord is. Op de achtergrond de aarde. DEN HAAG BEN APELDOORN Als alles volgens plan verloopt zal de 53-jarige ESA-astronaut Ulf Merbold volgende week donderdag, rond zes uur 's ochtends Neder landse tijd, het Russische ruimtestation 'MIR' binnengaan. Daarmee begint zowel voor de Europese ruimtevaartorganisatie ESA als voor de Russische ruimtevaartindustrie een nieuw tijdperk van nauwe samenwerking. De Duitser Merbold is de tweede astronaut die in het kader van internationale samenwerking ruimtevluchten maakt; eerder was het de Rus sische kosmonaut Sergei Krikalev die. net als Merbold, ook met een Amerikaanse Shuttle- vlucht mee omhoog ging. Merbold ging twee maal eerder met een Shuttle omhoog en geeft nu, tijdens zijn derde ruimtevlucht, gestalte aan het in november 1992 gesloten Europees- Russische samenwerkingsverband 'EuroMir'. Op dinsdagochtend om kwart voor vijf (Neder landse tijd), wordt Merbold in een Russisch Sojoez-voertuig, met behulp van een SL-4 ra ketsysteem, gelanceerd vanaf het lanceercen- trum Baikonoer-Cosmodrome. Hij verkeert in gezelschap van TM-20 missiepiloot Aleksandr Viktorenko en de technicus Elena Kondakova. Viktorenko, 47 jaar, is een oude rot in dit ge- wichtsloze vak; hij is nu voor zijn vierde ruim temissie gelanceerd. De 37-jarige Kondakova is de derde Russische vrouw in de ruimte en, zoals zovelen van haar mannelijke voorgangers, een 'proefkonijn'. Zij zal vijf maanden in het al bijna acht jaar, op een hoogte van 400 kilometer om de aarde draaiende 'MIR' verblijven om een antwoord te kunnen geven op de vraag hoe het vrouwe lijke lichaam gedurende die tijd reageert op gewichtsloze omstandigheden. Bij eerdere vluchten is namelijk gebleken dat vrouwen om de een of andere reden wat minder last lijken te hebben van ruimteziekte dan mannen. Ruimterecord Vijftig uur na de lancering zal het driekoppige gezelschap, via een zorgvuldig uitgestippeld 'rendez-vous', zich melden bij het 21 ton zwa re MIR-station, waar ze zullen worden begroet door de drie kosmonauten die daar al een tijd je zijn. Eén van die drie is de arts Valcriy Poljakov die sinds begin dit jaar in het MIR zit. Hij is voor bestemd om het vorige ruimteduurrecord, dat met één jaar nog op naam staat van Joeri Ro- manenko, met ruim twee maanden te breken. Ook een proefkonijn dus. Dat langdurige lot zal Ulf Merbold bespaard blijven; hij keert, samen met de twee kosmo nauten waarmee hij omhoog ging, al na een maand terug naar de aarde. Maar het zal een maand van hard werken zijn, nog afgezien van de fysiologische inspanningen die met langdu rige gewichtsloosheid gepaard gaan. De voornaamste taken van Merbold zijn het opdoen van ervaring met communicatieproce dures aan boord van een ruimtestation en het begeleiden en controleren van een aantal we tenschappelijke experimenten, voornamelijk op het gebied van de biofysica. Een groot deel van het daarvoor nodige materiaal is al eerder gelanceerd met het bevoorradingsvoertuig Progress M-24. Deze ruimtemissie is de eerste in een reeks vluchten waarmee ook Europeanen en Ameri kanen het MIR zullen bezoeken om daar te werken. In februari 1995 zal de Amerikaanse shuttle 'Discovery' een tijd met het ruimtesta tion meevliegen om een reeks koppelingssi mulaties op hun betrouwbaarheid te testen; een maand later gevolgd door de lancering, met de Sojoez-21van NASA-astronaut en - arts Norman Thagard voor een verblijf van ruim drie maanden in het MIR. In juni dat jaar zal de Spaceshuttle 'Atlantis', door middel van een speciaal vervaardigde luchtsluis (een soort 'vcrloopring' Shuttle- MIR), daadwerkelijk vastkoppelen aan het ruimtestation. Rond medio augustus volgt een tweede, vier en een halve maand durende missie in het ka der van EuroMir en dat zal dan, tot het jaar 2001tevens de laatste zijn. In 2001 zal naar verwachting de Europese ruimtemodule 'Co lumbus' aan het (nog te bouwen) internatio nale ruimtestation 'Alfa' bevestigd moeten zijn. Dan hebben de Europeanen eindelijk een eigen onderkomen in de ruimte, waarin ze naar hartelust kunnen dartelen met experi menten onder ideale, gewichtsloze omstandig heden. Vakjargon Ulf Merbold en zijn 'back-up'bollega, de Span jaard Pedro Duque (bij onverhoopt optreden de arbeidsongeschiktheid van Merbold gaat Duque naar het MIR). hebben er sedert augus tus vorig jaar bijna 1700 vlieguren, voorname lijk opgedaan in het Russische kosmonauten- trainingscentrum 'Sterrenstad', opzitten. In een jaar tijd hebben ze zich het Russische vakjargon geheel eigen moeten maken. „Dat viel in zo'n korte tijd niet mee," verzucht te Merbold tijdens een persconferentie. „Bo vendien hebben de Russen alle technische bij zonderheden van MIR in hun hoofd of ergens in een computer zitten. Er is vrijwel geen ge schreven documentatie van beschikbaar; on gelooflijk, maar waar. Dat ding draait nu al acht jaar om de aarde, maar alle details die voor ons van belang zijn, hebben we zo onge veer via mond-op-mond-beademing moeten oefenen." GRONINGEN KARIN SWIERS Vallende blaadjes, kortere dagen, guur weer: de herfst is aangebroken. Voor een kleine drie procent van de Nederlanders het begin van een inktzwarte periode: hun jaarlijks terugke rende winterdepressie. Veel mensen krijgen in de herfst de neiging langer in bed te blijven liggen en wat meer te eten. Ze voelen zich sneller moe en hebben minder zin in werk en andere activiteiten. De lijders aan een winterdepressie hebben deze neigingen ook, alleen zo ernstig dat ze niet meer aan het maatschappelijke leven kunnen deelnemen. „De behoefte aan meer slaap is zo groot, dat ze dagelijks soms wel vijf tot zes uur langer in bed liggen in vergelijking met de zo mer. En als ze opstaan zijn ze nog niet uitge rust," vertelt Y. Meesters, als psycholoog ver bonden aan het Academisch Ziekenhuis Gro ningen (AZG). De behoefte aan meer slaap gaat vaak gepaard met de behoefte aan meer eten. „Calorierijk eten. Geen rauwkost, maar chocolade en stamppot. Sommigen hebben echt van die vreetbuien en komen in de winter tien tot vijf tien kilo aan." Met de klachten verdwijnt ech ter ook het extra gewicht weer in het voorjaar. De mensen bruisen weer van energie, ze kun nen alles aan, ze zijn gezellig, vitaal en actief. „Dat is juist het nare ervan, 's zomers zo leven dig, 's winters zo depressief." De omgeving toont dan ook weinig begrip. Komen ze een keer naar het ziekenhuis en wordt de diagnose winterdepressie gesteld, dan voelen ze zich voor het eerst begrepen en opgelucht. „Einde lijk iemand die hun klachten niet beschouwt als aanstellerij," vertelt Meesters. Licht Het ligt voor de hand een winterdepressie te vergelijken met de in de dierenwereld gebrui kelijke winterslaap, maar deze vergelijking gaat niet op. Meesters heeft veel onderzoek verricht naar winterdepressies, maar nog steeds is het een groot raadsel waar de klach ten vandaan komen. Het AZG verricht sinds 1987 onderzoek naar winterdepressies, maar tot nu toe hebben de resultaten alleen allerlei theorieën doen sneuvelen. Zo is de lengte van de dagen niet van belang voor de stemming en de produktie van een bepaald hormoon tij dens duisternis evenmin. „We weten het niet." De wetenschappers tasten over de oorzaken misschien nog in het duister, maar een winter depressie is wel in twee van de drie gevallen goed te behandelen. Het AZG startte in 1987 met het geven van lichttherapie, inmiddels hebben tien andere ziekenhuizen dit voor beeld gevolgd. Het aantal behandelingen stijgt, omdat de winterdepressie steeds bekender wordt bij het publiek. Vijf dagen achter elkaar worden de AZG-patiënten een half uurtje voor een grote lichtbak gezet. Nagemaakt daglicht met een intensiteit van 10.000 lux. „Als je op een zomerse dag in de zon kijkt, dan is de in tensiteit groter dan 100.000 lux. Op een kan toor zit je in ongeveer 500 lux, die 10.000 lux is te vergelijken met het licht ongeveer drie kwartier na zonsopgang," legt Meesters uit. Belangrijk is dat het licht via de ogen binnen moet komen. Experimenteren met de zonne bank raadt hij iedereen fel af. „Wij hebben in verband met oogbeschadigingen juist het ul traviolet licht eruit gefilterd." De meeste ménsen kunnen na een lichtbehan deling probleemloos de winter door. Hoe vroe ger ze erbij zijn, hoe heter het resultaat. „De Europese resultaten wijken af van die in de Verenigde Staten. Het effect van lichttherapie blijft hier langer hangen." De wet van de breedtegraad, hoe noordelijker, hoe meer de pressieven, geldt in Europa ook niet zo sterk als in Amerika. Lijdt in Nederland een kleine 3 procent aan een winterdepressie, in Finland gaat het om 3,3 procent van de bevolking. „In Finland is tussen de 60 en 70 graden noorder breedte geen verschil gemeten, in de VS is er bij 10 graden wel degelijk verschil in het aantal patiënten." Meesters wijst er echter op dat met het trekken van conclusies de nodige voorzichtigheid moet worden betracht. Het meeste onderzoek is gedaan in kleine groepen en is dus niet honderd procent representatief. Hoofdband De behandeling van de winterdepressie met lichttherapie is zo simpel, goedkoop en suc cesvol dat het AZG na uitgebreid onderzoek de overheid heeft geadviseerd dit in het zieken fondspakket op te nemen. De beslissing hier over wordt aan het eind van dit jaar verwacht. Sommige particuliere ziektekostenverzeke raars vergoeden de therapie echter al. „De eer ste winter moet een patiënt de therapie onder begeleiding volgen in een ziekenhuis, maar daarna zou het best thuis kunnen." Meesters toont een hoofdband. „Deze Light Visor is een Leukemie beter op te sporen bij kinderen op het hoofd draagbare lichtbron. Met dit ap paraatje is misschien een klachtenvrije winter mogelijk, maar dat moeten we nog uitgebreid onderzoeken. Het zou mooi zijn als je dit mee naar huis zou kunnen nemen en'het iedere ochtend slechts een half uurtje hoeft te dragen als de 'r' in de maand is." Acute leukemie bij kinderen kan voortaan makkelijker wor den opgespoord. Dr A. Bcishui- zen van de afdeling Immunolo gie van het Academisch Zieken huis Rotterdam is erin geslaagd een nieuwe methode te ontwik kelen die is gebaseerd op een stabiele DNA-kenmerk van leu- kemiecellen. I let probleem bij het stellen van de diagnose acute leukemie bij kinderen is dat bij veertig pro cent van de kinderen met deze ziekte de DNA-kenmerken van de leukemiecellen van elkaar verschillen. Bovendien blijkt dat, wanneer bij deze patiënten de leukemie terugkeert, nog meer veranderingen in het DNA zijn optreden. Deze verschillen maken het moeilijk kleine hoeveelheden leukemiecellen te achterhalen. De methode van Beishuizen, die uitgaat van een stabiel DNA-kenmerk, verhoogt de be trouwbaarheid van het opspo ren van leukemiecellen bij kin deren. Acute leukemie is de meest voorkomende vorm van bloed- kanker bij kinderen. Ondanks de verbeterde behandelingsme thoden komt bij twintig tot der tig procent van deze kinderen de leukemie na verloop van tijd toch terug. Omdat niet te voor spellen is bij welke patiënten en wanneer de leukemie terug komt, worden de kinderen tij dens en na de behandeling re gelmatig gecontroleerd. Daarbij is de gevoeligheid van de laboratoriumtechnieken heel belangrijk. I loe gevoeliger de methoden, hoe nauwkeuriger kan worden vastgesteld of er nog kleine aantallen leukemie aanwezig zijn en of de ziekte te rugkomt. LONDEN SIMON MIDGELY THE INDEPENDENT Een kapster in het Britse I lampshire voelde zich tijdens het winkelen niet lekker. Ze ging naar huis en beklaagde zich bij haar schoonmoeder dat ze moeite had met ademhalen. Enkele seconden later sloeg haar keel dicht en zwollen haar lippen op. Acht minuten later was ze dood. Ze overleed aan een heftige al lergische reactie op pinda's. In de afgelopen twee jaar zijn in iroot -Brittnnnië zeker acht mensen overleden aan deze al lergie, waaraan tenminste 5.000 Britten lijden. En volgens de statistieken van de Britse ge zondheidsdienst neemt hun aantal snel toe. De kapster had geen pinda's ge geten. Ze wist immers dat ze daar allergisch tegen was. I laar ouders begrepen dan ook niet wat haar dood had veroorzaakt. Totdat ze een kassabon in haar handtas vonden, waaruit bleek dat ze in een restaurant een ci troen meringue had gegeten. Later werd vastgesteld dat het gebakje met fijn pindaschaafsel was besprenkeld. Dat is juist het alarmerende van deze allergie. Een vrouw stierf na het eten van een cake waarin pinda's waren verwerkt, een an der na het nuttigen van een pretzel die een pindakaasvulling bleek te hebben. In sommige gevallen worden mensen al let terlijk ziek van de lucht van pin da's. Deze dodelijke lichaamsreactie kan alleen worden gestopt door het inhaleren of injecteren van adrenaline. Er wordt hard ge werkt aan een vaccin dat de ergste allergische reacties moet onderdrukken. „Wie aan deze allergie lijdt, haalt het niet in zijn hoofd om pinda's te eten," zegt de onderzoeker dr I larry Amos. „Maar pindaolie wordt in veel voedingsmiddelen ge bruikt en is nauwelijks te trace ren. Op verpakkingen wordt meestal alleen de samenvatten de term 'plantaardige olie' ge bruikt. Daardoor is het vrijwel onmogelijk pinda-extracten te vermijden." Zuivelfabrikanten gebruiken steeds vaker pinda-olie in hun produkten. Dr Amos vermoedt dat bij baby's met een aanleg voor de allergie de balans daar door veel vaker in negatieve zin doorslaat. Dit kan verklaren waarom het aantal gevallen van pinda-allergie zo dramatisch toeneemt. VERTALING: MARGREET HESUNGA

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 25