Jemenitische joden zoeken naar hun kinderen
i A? Ik
Buitenland
Visserijproblemen groeien Newfoundland bijna boven het hoofd
ZATERDAG 24 SEPTEMBER 1994
Geruchten en verhalen over ontvoering en verkoop van baby 's na immigratie naar Israël
JEHUD* SARAH HELM
THE INDEPENDENT
Aan het einde van de weg in de
Israëlische stad Jehud staat een
wit huis omringd door een hoge
heg. Aan de poort staan potige
kerels met gitzwarte baarden
pistolen vastgegespt onder hun
uitpuilende buiken. Dit is het
huis van rabbijn Uzi Meshulam,
die uit een lange lijn van Jeme
nitische mystici zou stammen.
Meshulam beweert over bewijs
te beschikken dat in de jaren
onmiddellijk na het stichten van
de staat Israël 4.500 baby's door
I de autoriteiten van nieuwe Je
menitische immigranten zijn
I afgenomen. De familie werd
j verteld dat de baby was gestor
ven door ziekte of ondervoe
ding. Vervolgens werden ze, al-
I dus Meshulam, binnen en bui-
I ten Israël aan rijke Asjkenazi-
sche (westerse) joden verkocht
I voor adoptie.
In de tuin staat een groep Jeme-
nieten volwassenen, baby's
en kinderen, met hun kenmer
kende olijfkleurige huid, dikke
zwarte haar en parelwitte tan
den.
Alle jongeren dragen gele ster
ren op hun gesteven jurken en
overhemden. ,,De Jemenieten
voelen dit als hun holocaust",
verklaart een jonge aanhanger
van de rabbijn.
Moeders praten over vele jaren
geleden vermiste baby's, gesto
len baby's, ontvoerde en ver
kochte baby's. De tweeling
Joessef en Shalom, gestolen
toen ze 9 maanden waren. Een
andere Joessef, gestolen met vijf
maanden. Leah, 11 maanden.
David, ontvoerd met 4 maan
den. En nog enkele honderden.
De 'slachting' maakte, aldus de
aanhangers van Meshulam,
deel uit van een complot van de
staat om de Sefardische joden,
die uit het Midden-Oosten en
Noordafrikaanse landen naar
Israël kwamen, te onderwerpen.
Bijna alle 50.000 joden uit Je
men werden tussen 1949 en
1952 in Operatie Vliegend Tapijt
naar Israël gevlogen. De Jeme
nieten waren de armsten van de
nieuwe immigranten en volgens
sommige rapporten had deze
'groep te maken met een kinder
sterfte van 50 procent.
Adoptie
Israël stelt dat het verhaal voor
het grootste deel, zo niet geheel,
een mythe is. Het is waar dat na
de holocaust in Europa een
enorme vraag bestond naar
joodse kinderen voor adoptie,
en Jemenieten waren bekend
om hun schoonheid. Maar aan
genomen wordt dat de geruch
ten over een dergelijke massale
handel zijn ontsproten aan de
wrok van de Jemenieten tegen
over Israëls Asjkenazische elite.
De Jemenieten werden 'recht
vanuit de bijbel', zoals de Israë
lische schrijver Tom Segev stelt,
naar de nieuwe joodse staat ge
Onder een boom overpeinst een Jemenitische jood zijn dagelijkse zorgen. De afgelopen twee jaar heeft Israël in het geheim de laatste groepjes joden uit Jemen naar het 'beloofde land' overgebracht. In de jaren vijftig vond
de grootste exodus van Jemenitische joden plaats. foto gpo
vlogen, waar zij zich in de steek
gelaten voelden en bedroefd
omdat hun cultuur was vernie-
tigd.
Dit is niet de eerste keer dat het
verhaal van de Jemenitische ba
by's Israël achtervolgt. De zaak
kwam voor het eerst eind jaren
'60 aan het licht, toen honder
den Jemenitische gezinnen een
oproep kregen voor hun 'dode'
kinderen die ze moesten in
schrijven voor militaire dienst
in het Israëlische leger. De kin
deren zouden allemaal 18 zijn
geweest toen ze de formulieren
ontvingen. Het bleek dat slechts
weinig gezinnen een overlij-
densacte hadden gekregen.
Tegen die tijd was de Jemeniti
sche lobby machtig en het daar
opvolgende publieke protest
werd tijdelijk gesmoord met een
oppervlakkig onderzoek dat 342
klachten behandelde. Volgens
het onderzoek was er reden tot
bezorgdheid in het geval van 35
baby's. Nog 600 klachten in de
jaren '80 brachten nieuwe be
weringen over een enorme
doofpot met zich mee en in
1988 werd een nieuw onderzoek
door de commissie-Shalgi ge
lanceerd. Dat heeft nog geen
rapport uitgebracht.
Samenzwering
Inmiddels stromen families Je
hud binnen om hun verhalen te
vertellen. De regering, de me
dia, de politie en de gevreesde
Shin Beit, Israëls binnenlandse
veiligheidsdienst, zijn volgens
Meshulam allemaal betrokken
bij de samenzwering om de
waarheid te verbergen. Hij zegt
in een kluis in het Israëlische
ministerie van binnenlandse za
ken een lijst te hebben gezien
van illegaal geadopteerde ba
by's.
Gewapend met zijn Uzi en Mo-
lotov-cocktails wekt Meshulam
de indruk van een fanatiekeling.
De vrouwen in zijn tuin vertel
len echter meeslepende verha
len. Het verhaal van Rachel
Darshan is kenmerkend. Ze zit
naast een noodbunker achter
het huis en spreekt met de
kalmte van iemand die met het
verdriet om het verlies heeft le
ren leven.
Toen ze in 1952 in Israël aan
kwam, werd het gezin naar een
kamp gestuurd en werden de
baby's naar de kinderbewaar
plaats gestuurd. Toen Rachel op
een dag de vijf maanden oude
Joessef ging voeden, was hij ver
dwenen. De verpleegster zei dat
hij met een zere keel naar het
ziekenhuis was gebracht. ,,Een
paar dagen later zeiden ze dat
hij was gestorven."
Het gezin kreeg de baby niet te
zien en heeft ook geen overlij-
densacte gekregen, hoewel acht
jaar later een vals certificaat
werd uitgegeven die volgens
haar onjuiste informatie bevat
te. Rachel heeft niets dat aan
haar kind herinnert, maar zegt:
„Het enige dat ik weet is dat hij
mooi was."
Sarah Gehassy spreekt over
haar neven, Joessef en Shalom,
die in 1949 met haar naar Israël
kwamen. Hun moeder, zegt zij,
is nu 90 en te oud om te reizen.
De familie was uit het dorp Re-
jam gekomen, in de buurt van
de hoofdstad Sana. Zij was 10
jaar en de tweeling was 9 maan
den toen zij zich in het immi
grantenkamp installeerden.
De moeder van de kinderen,
Margolit Ihyra Gehassie ging ie
dere dag naar het kinderverblijf
van het kamp om de baby's
borstvoeding te geven. Op een
dag nam de moeder een van de
baby's mee naar de tent van het
gezin, en kreeg daarvoor een
standje. De volgende keer dat ze
naar het kinderverblijf ging was
de baby weg. Twee dagen later
was het tweede kind verdwe
nen. De familie kreeg geen uit
leg en heeft de lichaampjes
nooit gezien.
In 1968 ontving het gezin een
oproep voor militaire dienst
voor joessef en Shalom. Hun
vader, Davide Ihyra Gehassy,
ging naar het aanmeldingskan
toor en kreeg van de officieren
de raad te wachten mis
schien kwamen Joessef en Sha
lom opdagen. Dal gebeurde
ST. JOHN DAVID OSBORNE
THE INDEPENDENT
I Ferryland bestaat uit verspreid
liggende witte huisjes die rond
een wijde baai op de zuidkust
van Newfoundland liggen, sinds
1949 een provincie van Canada.
J In 1997 is het vijfhonderd jaar
geleden dat dit koude en onher-
j bergzame land door de Britse
j zeevaarder John Cabot werd
ontdekt. Het stadje hoopt er een
1 een groots feestjaar van te ma
li ken.
f I Maar het zal een feest met een
1 rouwrandje worden: de enige
A i natuurlijke rijkdom die Cabot
B j en Britse en Ierse kolonisten
P hierheen dreef enorme scho-
i len kabeljauw is nogal plot-
i seling bijna verdwenen. Waar
I volgens de overlevering de wa-
teren ooit zo vol zaten met vis
I dat de boeg van een schip er
I nauwelijks doorheen kon, is er
nu een lege oceaan en ligt
I een sociale ramp op de loer.
Deze hachelijke situatie is niet
uniek voor Newfoundland. On-
derzoeken van de Verenigde
j Naties wijzen uit dat 60 procent
j van 's werelds visgronden ach-
4 i teruitgaan of op het punt staan
in verval te raken.
Of het nu de garnaal is in de In
dische Oceaan, de zalm in het
noorden van de Stille Oceaan of
de kabeljauw in de Noordzee,
een feit is duidelijk: voorraden
II die eens onuitputtelijk leken, lo-
I pen terug, in sommige gevallen
j zelfs zo erg dat de vis bijna is
uitgestorven. Het is een crisis
die dwingt tot een internationa-
i le herwaardering van hoe de
voorraden moeten worden be
heerd en hoe ze beter kunnen
worden beschermd.
Op een paar plekken is de men-
i selijke tragedie waarschijnlijk
J een levendiger kijkspel dan hier.
In de vijf eeuwen sinds de aan
komst van Cabot is de kabel
jauwvisserij het economische
en spirituele levensonderhoud
geweest van het 'Newfie'-volk.
Een Newfoundland zonder ka
beljauw is net zo ondenkbaar
als Florida zonder zon en Zwit
serland zonder bergen. Maar
dat is juist wel wat er is ge
beurd.
In juli 1992, toen de terugval
van de visvoorraden op de Ne-
wfoundlandbank, die zich naar.
het oosten en zuiden toe uit
strekt in de Atlantische Oceaan,
voor het eerst duidelijk werd,
stelde de federale regering voor
twee jaar een moratorium in op
de kabeljauwvangst. Maar
sindsdien zijn de voorraden ver
der teruggevallen.
Werd eind jaren '80 de kuit-
schietende populatie in deze
wateren nog geschat op meer
dan een miljoen ton, tegen
woordig ligt dat cijfer niet meer
hoger dan 15.000 ton.
Dit voorjaar heeft de regering
het visverbod voor onbepaalde
tijd verlengd, en dat bovendien
uitgebreid met nieuwe visgron
den en soorten. Het is de New
foundlanders zelfs verboden in
de zomer met hun kleine
bootjes uit te varen om voor de
sport of voor eigen gebruik met
een hengel een visje te vangen.
Ottawa heeft de plaatselijke vis
sers en arbeiders in de visver-
werkende industrie voor de ko
mende vijf jaar een compensa
tiepakket ter waarde van 2,5
miljard gulden geboden. Het
moratorium heeft de kostwin
ning van 30.000 mensen in de
provincie geruïneerd en Loyola
Sullivan, lid van het provinciale
parlement, rekent voor dat het
werkloosheidscijfer in zijn kies
district 80 procent bedraagt.
Het gezin Sullivan woont in Cal-
In de kleine, kleurrijke havenplaatsen op Newfoundland moeten alle zeilen worden bijgezet om te kunnen
voorzien in het levensonderhoud. archieffoto
vert, een havenstadje dat is ver
noemd naar eeh andere Britse
avonturier, George Calvert.
Maar tegenwoordig is de af
stamming langs deze hele kust
Iers net zoals het accent, de
uitdrukkingen en zelfs de gast
vrijheid.
Boven een gedekte tafel met
twee soorten vlees, gekookte
aardappelen, vier soorten
groente en een pot thee kijken
Sullivans moeder en vader, Ma
rie en Martin, vanuit hun raam
weemoedig uit over de wate
rengte die de haven van Calvert
vormt. Zij beschrijven hoe het
vroeger was: de majesteitelijke
Bluenosedie binnen kwam zei
len, afgeladen met vis en
slechts twee jaar geleden het
voortdurend heen een weer
tjoeken van de kleinere, plaatse
lijke scheepjes. Maar aan het
begin van het kabeljauwseizoen
bleef de zeeëngte leeg.
Later heerst in een volgepakt
gemeenschapshuis van Ferry-
land een wanhopige en woe
dende stemming. Sullivan
waarschuwt dat weinig van de
aanwezigen in aanmerking zul
len komen voor steun over de
volle vijfjaar van het program
ma. Een voor een beginnen zijn
kiezers aan te dringen op pro
test tegen een regering die,
daarvan zijn zij overtuigd, de
vissers met kleine bootjes hun
bestaansrecht willen ontnemen
ten gunste van een paar grote
ondernemingen.
„Het wordt tijd dat we een vuist
gaan maken'verklaart Mike
Walsh, die met zijn 50 jaar al
thuis zit sinds het moratorium
is ingesteld.
Alle aanwezigen zijn vissers die
dicht onder de kust voeren en
vanuit kleine bootjes, vaak een
persoonsroeibootjes, met hen
gels en vallen de vis uit het wa
ter haalden. Geen van hen ac
cepteert dat hij verantwoorde
lijk is voor het teruglopen van
de voorraden. Ze geven de
sleepnetboten de schuld en de
buitenlandse boten die zich nog
steeds aan de rand van de New-
foundlandbank bevinden, pre
cies op de plek waar de jurisdic
tie van Canada ophoudt.
Aan het begin van het vissei-
zoen werden zeventig van der
gelijke fabrieksschepen met
sleepnetten net buiten de grens
gerapporteerd. Sommige ko
men uit landen die geen deel
uitmaken van de Noordatlanti-
sche Visserijorganisatie (NAFO)
die in dit gebied het vissen op
kabeljauw met een sleepnet
verbiedt. Andere zijn zoge
naamde piratenschepen, die
onder valse vlag varen van niet-
NAFO-landen als Panama,
maar vif> vangen voor Europese
landen met een Europese be
manning.
De Kristina Logos was op pre
cies zo'n missie toen zij enkele
weken geleden door drie Cana
dese kustschepen de haven in
werd gedwongen. De Portugese
gezagvoerder zit in de gevange
nis, de bemanning is naar Por
tugal teruggekeerd, en het schip
blijft groen en roestig in
de haven liggen.
De zwaarte van de misdaad
wordt in het ruim onthuld. He
lemaal beneden, voorbij de
smerige leefruimten waarde
overblijfselen van het benauw
de zeemansleven nog zichtbaar
zijn kleding, vuile overalls en
lege wijnflessen ligt in de
niet. „Zij werden voor geld ver
kocht. Misschien helpt uw arti
kel ze te vinden", zegt Sarah.
„Misschien herinnert iemand
zich iets."
Dat veel Jemenitische gezinnen
onrecht werd aangedaan lijkt
duidelijk. Maar op wat voor
schaal en op welk niveau blijft
een mysterie. Avishai Margalit,
een professor in de filosofie die
lesgaf in Hebreeuws in de im
migrantenkampen, herinnert
zich de chaos. Families arriveer
den zonder papieren en met
ontelbare kinderen, van wie ve
len erg ziek waren.
„I let is mogelijk dat goedbe
doelende maatschappelijk wer
kers sommige kinderen wegna
men voor adoptie, omdat ze
dachten dat dat beter zou zijn",
zegt hij, „Maar ik geloof niet dat
er een beleid was om de kinde
ren voor adoptie te stelen. De
Jemenieten zijn er eerlijk van
overtuigd dat hen iets verschrik
kelijks is overkomen, en dit nu
is het brandpunt geworden van
al hun grieven tegen de staat.
I let moet onderzocht worden,
maar ik geloof niet in een sa
menzwering. Als het op grote
schaal is voorgekomen, zouden
ze altijd opduiken. We zouden
weet hebben van Jemenieten in
Asjkenazische gezinnen."
Uri Avinieri, een links-radicaal
die voor het eerst in 1967 over
de gestolen baby's schreef,
vindt dat er meer aan deze zaak
vastzit. In 1967 haalde hij geval-
ibn aan van Jemenitische kinde
ren die werden opgevoed door
rijke Ashkenazische gezinnen in
de VS, en uitte hij de beschuldi
ging dat de baby's voor 5.000
dollar per stuk door tussenper
sonen in Israël waren verkocht.
1 lij werd nooit gevraagd met
bewijsstukken te komen, en in
1971 branden de archieven van
zijn tijdschrift af.
Zelfs in de beginjaren was Israël
een zeer georganiseerde maat
schappij, aldus Avinieri. Smoes
jes over verloren papieren of
verdwaalde baby's zijn onzin.
„Waarom zijn het bijna alle-
maal Jemenieten. Dat is geen
toeval. Zij waren heel mooi en
gedwee en hadden een sterke
joodse traditie. Gedacht werd
dat het niet erg waarschijnlijk
zou zijn dal zij zouden klagen of
vragen zouden stellen."
De Jehudische sekte wordt ner
veus gadegeslagen door Jitzjak
Rabin, de premier, die het zich
in deze gevoelige tijden niet kan
veroorloven zich van de Sefardi
sche kiezers te vervreemden. De
'gekke rabbi' eist een volledig
onafhankelijk onderzoek maar
Rabin is niet genegen daarin toe
te stemmen. Voor de Jemeniti
sche gezinnen zou met een der
gelijk onderzoek deze geest ein
delijk kunnen worden uilgedre-
VERTALING LUUTJE NIEMANTSVERDRIET
diepvriesruimte de zielige
vangst van het schip. De kabel
jauw is voor het grootste deel 25
centimeter lang en weegt min
der dan een half pond. Een ge
zonde en volgroeide kabeljauw
kan langer dan 60 centimeter
worden en wel 36 pond wegen.
Dat de kleintjes niet hebben
kunnen ontkomen, is të wijten
aan het feit dat de mazen van
het net veel fijner zijn dan wet
telijk is toegestaan voor de ka
beljauwvangst.
De autoriteiten konden de Kris
tina alleen maar opbrengen
omdat zij binnen de Canadese
territoriale wateren onder Pana
mese vlag voer. „De Europea
nen plegen enorme fraude",
klaagt Walter Garter, de minis
ter van visserij van Newfound
land. „Zij praten over een mora
torium, vervolgens komen zij
daar onder uit door toe te staan
dat schepen onder valse vlag de
vis vangen."
Er bestaat.geen onenigheid over
de schade die deze schepen ver
oorzaken, met name door hel
vangen van vissen die nog niet
eens kuit schieten. En dan zijn
er de zeehonden, wier populatie
explosiefis gegroeid nadat de
traditionele jacht na internatio
nale protesten is verboden. „De
zeehonden eten geen hambur
gers of karbonaadjes", aldus
Carter. „Zij eten de kabeljauw."
Zal de kabeljauw ooit terugke
ren? De meeste deskundigen
zijn bescheiden geworden door
misrekeningen in het verleden
en stellen voorzichtig dat de
voorraden misschien aan 6000
mensen werk kunnen bieden,
maar niet voor het einde van de
eeuw.
VERTALING: LUUTJE NIEMANTSVERDRIET
Zambia vertelt
boeren niets
over AIDS
De Zambiaanse voorlichtings
campagnes over AIDS komen
niet verder dan de grote ste
den. Op hel platteland is er
niets van te merken, waardoor
vele boeren in onwetendheid
worden gelaten.
„Ik zie veel anti-AIDS-pos
ters in de stad hangen. Dat zal
miljoenen kwacha's (de natio
nale munteenheid) hebben
gekost. Zulke bedragen wor
den niet aan het platteland be
steed", zegt John Hudson, di
recteur van de Zambiaanse
Nationale Landbouwvereni
ging (ZNFU).
„Sommigen van mijn werk
nemers hebben nog nooit een
condoom gebruikt en ze blij
ven onveilig vrijen", verlelcle
Hudson tijdens een congres
over de invloed van AIDS op
de landbouwproduktie en de
landbouwers. „Minstens 15
procent van onze landbouwers
zijn besmet met het AIDS-vi
rus HIV en dat percentage
stijgt elk jaar weer."
Zambia, dat een bevolking
heeft van 8,9 miljoen, telt naar
schatting 702.000 sero-positie-
ven. Minstens 15 procent
daarvan leeft op het platte
land.
Een anti-AIDS-campagne op
het platteland vereist echter
een andere aanpak dan in de
sleden, onderstreepte Hudson.
Het analfabetisme is hoog, dus
in plaats van folders le ver
spreiden zal een mondelinge
uitleg noodzakelijk zijn. Sejane
wees er bovendien op dat de
traditioneel ingestelde platte
landsbevolking vaak gebruik
maakt van medicijnmannen
en zwarte magie.