Kaffer en Verwoerd leggen emotie bloot Feiten &Meningen Clinton kan niet terug Welvaart, welzijn of weldoen? DINSDAG 13 SEPTEMBER 1994 NIEUWSANALYSE J1L Zelfs de sterkste tegenstanders van een in vasie in Haïti twijfelen er niet meer aan: de VS zullen binnen enkele weken binnenval len om junta ai te zetten en de in L990 democratisch gekozen president Aristide weer aan de macht helpen. President Clin ton is het punt gepasseerd waarop hij nog kon terugkrabbelen. Als Clinton na alle dreigementen van de afgelopen weken nu alsnog van een invasie al/iet, maakt hij /i< h/rlf en de VS in de ogen van de wereldopinie onsterfelijk belachelijk. Dat voorkomen, is een 'vitaal' Amerikaans belang, wordt in Washington Kl'/CRCl. „De betrouwbaarheid van de VS staat op het spel", zei Clintons veiligheidsadviseur Anthony Ixtke gisteren. Minister van bui tenlandse zaken Christopher sprak over „een kritieke test" van Amerika's toewijding aan de verdediging van de democratie in haar eigen voortuin. Hen militaire ingreep is alleen nog te voorkomen als de juntaleden eieren voor hun geld kiezen en zelf opstap pen. Maar tot nog toe hebben ze geen en kele aanwijzing gegeven dat ook maar even te overwegen. Twintigduizend soldaten staan paraat, het vliegdekschip IJSS Eisenhower is op weg naar I laïti en tientallen andere oorlogs schepen worden in gereedheid gebracht. Clinton blijft hopen dat hij ze niet hoeft in, hoeft te gebruiken als kern voor een VN- vredesrnacht, die na de machtswisseling in Haïti een oogje in hel zeil moet houden. Want de invasie is in Amerika zeer om streden. Volgens opiniepeilingen vinden twee van de drie Amerikanen dat de VS er uu r, ir zoeken hebben en dat i laïti niet het leven van zelfs maar één Amerikaanse sol- daat waard is. De historie bewijst dat de populariteit van presidenten na militaire acties een duwtje in de rug krijgt. Met Congresverkie zingen in november in het vooruitzicht zou Clinton daarop kunnen speculeren, ware het niet dat het verzet tegen een invasie van Haïti leeft onder zowel Democraten als Re publikeinen. In het Congres is een grote meerderheid legen een invasie. „Als de Senaat nu zou moetan stemmen, dan zouden 80 van de 100 leden er legen stemmen", zei de Repu blikeinse oppositieleider Dole zondag. De enigen die ronduit voor een invasie zijn, zijn de zwarte leden van het Congres, vere nigd in de Congressional Black Causas, die al geruime tijd actie voeren voor Aristide. De Republikeinen willen dat Clinton het Congres om toestemming voor de invasie vraagt, al is hij daartoe grondwettelijk niet verplicht. Als opperbevelhebber van de strijdkrachten kan hij op eigen houtje troe pen inzetten. Maar volgens zijn critici geldt dat alleen als haast geboden is en als de VS gevaar lopen. Daarvan is nu geen sprake. De Democraten, die in 1983 en 1989 moord en brand schreeuwden toen de Re publikeinse presidenten Reagan en Bush respectievelijk Grenada en Panama binnen vielen, houden zich nu vooral stil. Alles hangt volgens de Democratische senator Mitchell af van het verloop van zo'n invasie. Als er geen of heel weinig Amerikaanse slachtoffers vallen, dan zal het publiek snel vergevingsgezind zijn en kan Clinton uit een militair succesje nog politieke winst peuren. Maar als tientallen Amerikaanse soldaten in kisten terugkomen, dan is de schade voor hem niet te overzien. Clinton hoopt dat het legertje van Haïti geen verzet zal bieden. Maar de problemen komen pas daarna, als de Amerikanen (en anderen) moeten blijven om de orde te handhaven. De historicus Michael Mandel- baum zei het deze week zo: „De invasie zal bestaan uit eerst tien angstige minuten, dan tien gemakkelijke weken en daarna tien heel moeilijke jaren". WASHINGTON HANS DE BRUUN CORRESPONDENT Naamsveranderingen dreigen splijtzwam te worden in Zuid-Afrika Het begon een paar maanden geleden met het verwijderen van het bordje 'Kaffirboomstraat' in Kaapstad, omdat de term kaffer niet meer kan in het nieuwe Zuid-Afrika. Daar viel niemand over. En maar weinigen zullen waarschijnlijk protesteren als er straks een andere naam komt voor de Kaffirkop, een berg die zijn naam dankt aan de eerste ont moeting tussen blanken en zwarten. Maar de verwijdering van het standbeeld van oud-premier Hendrik Verwoerd in Bloemfontein heeft in Afrikaner kringen voor laaiende verontwaardiging gezorgd. Toch zullen, als het aan het ANC ligt, de ko mende tijd meer herinneringen aan het apartheidsregime sneuvelen. Zo hangt er een gigantisch schilderij bij de ingang van het parlementsgebouw in Kaapstad, waarop een voltallige kabinetszitting onder leiding van Pieter Botha is afgebeeld. ANC-parle- mentariërs vinden dat het schilderstuk op zijn minst een wat minder prominente rol moet krijgen. En het liefst zien ze het, sa men met de portretten van een groot aantal andere apartheidspolitici, verhuizen naar Blank en zwart moeten sami de naamgeving van straten i i verder. Tot de grote en kleine problemen die dat oplevert, behoort n pleinen. foto leo vogelzang De voorzitter van de Nationale Partij (NP), vice-president De Klerk, heeft gewaar schuwd dat dat soort acties de geest van na tionale verzoening in gevaar brengen. Maar terwijl de Afrikaner-organisaties veel aan dacht hebben voor de vraag wat het verwij deren van het beeld van Verwoerd emotio neel voor hen betekent, vraagt nauwelijks iemand zich af waarom zwarte Afrikanen vorige week vrijdag op het beeld stonden te dansen toen het omver was gehaald. Over Hendrik Verwoerd valt weinig posi tiefs te zeggen. De in Amsterdam geboren Afrikanerleider was niet alleen de ingenieur van de apartheid, hij was ook overtuigd aanhanger van Hitier. Zijn politiek heeft het leven van miljoenen verwoest, alleen omdat ze de 'verkeerde' huidskleur hadden. Desondanks wordt in Afrikaner kringen nog steeds met respect over hem gepraat. In het hele land zijn Hendrik Verwoerd- straten en -pleinen. In een documentaire verklaarde De Klerk onlangs dat Verwoerd in wezen een goede man was die, als hij in de jaren zestig niet zou zijn vermoord, zelf binnen enkele jaren zou hebben ingezien dat zijn beleid een doodlopende weg was. Voor zwarte Zuidafrikanen is Verwoerd het symbool van de apartheid en het is niet voor niets dat zijn beelden de eersten zijn die sneuvelen. Een voorstel om een aantal grote stuw dammen die nu de namen van apartheids- politici dragen om te dopen, werd in Afrika ner kringen ook al met verontwaardiging begroet. Het argument van de Nationale Partij legen het hernoemen van straten en de verwijdering van beelden en schilderijen is, dat je het verleden niet kunt of moet uit wissen. Voor het gemak vergeet de partij overigens, dat zijzelf, toen ze in 1948 aan de macht kwam, de beeltenissen van de Britse koning en koningin uit het parlement liet verwijderen. Volgens de NP moet er op zijn minst wor den overlegd over het verwijderen van beel den of nieuwe naamgeving van straten en gebouwen. Tot nu toe hebben de Afrikaner organisaties echter afwijzend gereageerd op vrijwel ieder voorstel tot verandering, of het nu ging om het beeld van Verwoerd, het omdopen van de presidentiële residentie in Pretoria van Libertas in Mahlamb'andlvo ('De dageraad van een nieuwe tijd') of om een naamsverandering van Bloemfontein, zoals de regering van de Vrijstaat wil. Om de gemoederen nog verder te verhit ten, speculeren sommige Afrikaners er zelfs al op dat ooit het Voortrekkersmonument bij Pretoria eraan zal moeten geloven. Het bouwwerk, dat de wijde omgeving beheerst, is neergezet als eerbewijs aan de Grote Trek van de Boeren richting noorden. Een meren reliëf toont in bloedige details de strijd van de Boeren tegen de zwarten, die als wrede barbaren worden afgeschilderd. Voor Afrikaners is het monument niet veel minder dan een heiligdom, dat ze bij1 keur op blote voeten betreden. De kans op afbraak van het Voortrekkers monument lijkt op dit moment echter klein. Het ANC is zich van de emotionele waarde van het bouwwerk bewust en woordvoerder van president Mandela klaarde afgelopen weekeinde dat de kwestie van namen en beelden niet tot controverses moet leiden. KAAPSTAD RUNA HELLINGA CORRESPONDENT Met vakantie met Aeroflut WIM STEVENHAGEN Dit jaai Lang heeft de familie Javlonski zitten rekenen. ia en de pubers Nina en Ivan komen er uiteindelijk uit. aar de datsja even buiten Moskou, maar een heuse vakantie naar de Zwarte Zee. Via-via heeft pa een leuke plek weten te reserveren. Ma heeft in totaal vier uur in de rij gestaan voor de vier vliegtuigtickets. De grote dag breekt aan. Van wege de bagage wordt telefo nisch zes uur van tevoren een taxi gereserveerd. Pa krijgt van de centrale hel bevel om precies 1400 uur voor de deur te gaan staan. Maar wat er ook op komt dagen, geen taxi. Pa belt na een kwartier ten einde raad op en krijgt te horen dat de chauffeur waarschijnlijk onderweg een lu cratiever vrachtje heeft opge pikt. Haastig spoedt de familie zich naar buiten om een 'vrije rijder' te strikken. Na tien minu ten lukt dat. Maar de listige chauffeur heeft direct in de ga ten dat de familie vanwege tijd gebrek geen alternatief heeft en drijft de ritprijs op tot 40.000 roebel (bijna veertig gulden). Tandenknarsend betaalt pa. Als het viertal op de morsige luchthaven arriveert, blijkt het vliegtuig een uur vertraging te hebben. Zoonlief begint te grappen over de vele vliegtuig rampen van de laatste lijd. Ru zie, ma wordt zenuwachtig. Pa bezweert dat Aeroflot de vlieg veiligheid aanzienlijk heeft ver beterd. Anderhalf uur na vertrektijd taxiet het toestel de baan op. Vier stewardessen trekken plot selinge tot verbijstering van zeer vliegervaren pa, een paar oude zwemvesten tevoorschijn en houden die voor hun lichamen. Als er iets mis gaat en we lan den op water, moeten die wor den aangetrokken. Dit is geheel nieuw, fluistert pa. Dat klopt, de stewardessen lachen er wat ze nuwachtig bij en staan onhan dig aan de vele riempjes te frun niken. Over wegvallende cabi- nedruk wordt niet gerept. De piloot verzekert echter door een krakende intercom dal Aerollot alle benodigde veilig heidsvoorzieningen in acht heeft genomen en dat roken zoals altijd streng verboden is. Prompt verschijnen de steward essen met rammelende karre tjes in de gangpaden, met op het blad koud Duits bier, lauwe cola en geplette chocolade plus nootjes. Het vliegtuig begint te stijgen, de stewardessen zetten zich schrap, maar kunnen niet voorkomen dat hier en daar een reep chocola en een blik cola van het karretje afrolt. Het spul blijkt trouwens duur der dan in de Moskouse kiosken en dus wacht de familie op de gratisAeroflot-versnaperingen. Die arriveren na een half uur. Een kopje thee, een blok smeer kaas van 100 gram. een belegen boterham en vier koekjes. Dochter moet na een uurtje naar het toilet achterin het vliegtuig. Maar ze kan er niet bij omdat voor de toiletten een achttal mannen sigaretten staat te roken en vunzige opmerkin gen maakt. Pa wordt alweer boos, roept dat roken helemaal niet mag, maar niemand die zich iets van hem aantrekt en dochter houdt het nog wel even op. Zoonlief hoort plotseling door de krakende intercom dat er kruiswoordpuzzels verkrijgbaar zijn voor de socialistische prijs van honderd roebel per stuk. Die moet ik hebben, brult hij. Maar helaas, de landing is al in gezet en van de kruiswoordpuz zels hoort niemand iets meer. Eenmaal geland en met de ba gage van het vliegtuig naar de uitgang gesjouwd, ontdekt pa dat alle daar verzamelde taxi chauffeurs dezelfde prijs vra gen: ook al 40.000 roebel. Veel te veel voor zo'n kleine afstand, briest hij. Maar niemand neemt hem voor minder mee. Uitein delijk besluit pa stijfkoppig en met het drietal achter hem aan te gaan lopen. Na anderhalve kilometer en uit het zicht van de taxi-maffia stopt een barmharti ge automobilist. Voor 20.000 brengt hij de familie naar hun bestemming. Daar blijkt het restaurant al gesloten, de bar ook en de familie ploft uitgeput in bed. De eerste vakantiedag zit erop. HANS GELEUNSE uir vod£ schadécw KjA feHAMPeLlM^fÓüTfcKl"- chillende Voorafgaand aan de serit kanttekeningen door zee waarnemers bij de staat van de Nederlandse economie, is het misschien nuttig ons af te vragen wal de ideale staat zou zijn. Vrijwel onvermijdelijk is dat elke beschrijving van de Nederlandse economie en in het bijzonder haar relatieve ontwikkeling, zo beperkt en daarmee zo eenzijdig is als het beschrijven van de ontwikkeling van een mens aan de hand van zijn of haar lengte. De economie onze huishouding in de breedste/in heeft te maken met onze individuele en collectieve welvaart en ons welzijn. In ons spraakgebruik staat welvaart (let op de dynamiek in het woord) vóór alles wat met ons inkomen te maken heeft en welzijn (al aanzienlijk minder dynamisch) vaak voor het resultaat van de inzet van dat inkomen en dat van de overheid. De industriële produktie en de daarbij behorende schaalgrootte van ondernemingen hebben een steeds sterkere scheidslijn aangebracht tussen ons verwerven van inkomen en het besteden daarvan. Mensen zouden steeds minder dagen en uren willen werken, want dat is 'vervelend' en ons welzijn wordt steeds meer bedreigd door de produkten van ons werken, bijvoorbeeld milieuverontreiniging, ei) de verworvenheden van onze welvaart* zoals TV- en drugsverslaving. Met onze neiging om het verleden te idealiseren lijkt dan het welzijn van een hoefsmid of van een kleine kruidenier, of een gezellige conducteur op een Amsterdamse tram. veertig jaar geleden gemiddeld genomen aanzienlijk hoger dan dat van een willekeurige functionaris van nu, ondanks een toen aanzienlijk lager niveau van welvaart in financiële termen gemeten. Uit dien hoofde is het gevaarlijk om beschouwingen over de economie puur in financiële, niet-humane termen te vatten. Ongetwijfeld zouden velen van ons. met uitzondering wellicht van de zwakste groepen, bereid zijn om tien procent van ons inkomen op te offeren in ruil voor sommige van de maatschappelijke aspecten van veertig jaar geleden, zoals veiligheid op straat en rond het huis en gemeenschapszin in buurt of dorp. Een gezonde economie in de echte zin van het woord kenmerkt zich dan ook door de juiste combinatie van welvaart en welzijn. Deze bredere benadering van het begrip economie wint geleidelijk aan terrein, niet in het minst gestimuleerd door het moderne denken over organisaties, waarin de onafhankelijke rol van het individu een steeds grotere aandacht krijgt. Hoewel velen deze ontwikkeling met scepsis volgen zie bijvoorbeeld een recent programma van NOVA over 'toyotisering' zie je overal in grote en kleine organisaties de signalen van het afbrokkelen van het door de lopende band ingegeven denken, dat medewerkers vooral robots moeten zijn die instructies opvolgen. Nederland heeft in de loop der tijden in vele maatschappelijke en economische processen voorop gelopen. Soms leidt dit tot grote successen, soms betekent het dat Het Nederlandse bedrijfsleven maakt weer winst, minister van financiën Zalm rekent op extra belastinginkomsten en de werkloosheid daalt. Kortom, de Nederlandse economie trekt weer aan. Is het hoge-drukgebied van blijvende aard of is een depressie in aantocht? Veel zal afhangen van de resultaten van de grote Nederlandse ondernemingen. In een serie columns geeft een groot aantal top ondernemers op deze pagina zijn mening over de economische ontwikkelingen. De serie wordt vandaag geopend door MICKEY HUIBREGTSEN. Hij is de directeur van het organisatiebureau McKinsey in de Benelux. Daarnaast is hij voorzitter van het Nederlands Olympisch Comité en de Nederlandse Sport Federatie. wij als eersten met nieuwe problemen te maken krijgen die ons op een achterstand werpen. Een van die situaties doet zich nu in de Nederlandse Huibregtsen. foto Gft) •vende ontwikkeling naar een 'menselijke' en 'zorgzame maatschappij, hebben we de verantwoordelijkheid voor welvaart en die voor welzijn in sterke mate en op vrijwel elk niveau ontkoppeld, of het nu de onderneming of de overheid is. Het risico hiervan is dat de 'zorgzaamheid' mechanisch wordt en de economie niet 'menselijk'. Geen van beide aspecten van onze huishouding komen dan tot hun recht. Structureel is er dan ook veel te doen om onze huishouding weer in topconditie te brengen. Een analogie met de sport, bijvoorbeeld een voetbalelftal, dringt zich op. De eisen die aan een voetbalelftal gesteld worden zijn redelijk overzichtelijk. In wezen zijn de eisen die aan de economie gesteld worden niet anders. Mijn opvolgers in deze serie zullen ongetwijfeld meer specifieke suggesties doen, maar ik beperk me hier graag tot de hoofdlijnen, omdat juist het 'totaalvoetbal' in de economische huishouding zo belangrijk is. Een aantal basisfactoren voor succes - zowel in voetbal als in economie - ziin: Kwaliteit. Attitude. Samenspel. Speelveld en Aanpassingsvermogen. Kwaliteit richt zich allereerst op de individuele 'spelers' die over State of the Arr-kennis en -kunde dienen te beschikken. Kennis en kunde die bovendien relevant is voor het spel dat gespeeld moet worden. In sommige, en eigenlijk teveel gevallen, beschikken we wel over kennis en kunde, maar helaas zijn die niet relevant voor het benodigde spel. Attitude richt zich op de instelling waarmee gespeeld wordt, de wil om topprestaties te leveren, het vermogen om zich in te zetten, zowel voor zichzelf als voor het team (bijvoorbeeld de afdeling of de onderneming). Door deze instelling worden niet alleen de resultaten veel beter, maar is veelal ook het plezier in het werk aanzienlijk groter. In dat opzicht hebben de kleine onderneming en de kleine afdeling binnen een grote organisatie een natuurlijke voorsprong. Een van de uitdagingen in een grote organisatie is dan ook om de menselijke maat opnieuw te introduceren en dit gebeurt op vele plaatsen met toenemend succes. Samenspel richt zich op het vermogen om individueel kennen en kunnen op elkaar af te stemmen en daardoor een teamprestatie neer te zetten. Dit dient vooral plaats te vinden in bedrijfstakken, regio's en andere natuurlijke clusters. Om dit goed te kunnen, is overzicht nodig over het totale systeem, inzicht in individuele vaardigheden en bereidheid om samen meerwaarde te creëren. Speelveld benadrukt de noodzaak om gebruik te maken van natuurlijke sterktes en juist je op die speelvelden te begeven waar de kansen op succes het grootst zijn. Die sterktes kunnen zowel van nature gegeven zijn, zoals de Rotterdamse haven, maar kunnen ook in de loop der tijden tot bloei zijn gekomen rond een bepaald initiatief of een ontwikkeling. In Nederland geldt dit bijvoorbeeld rond audio-visuele j produktie, terwijl bankieren duidelijk in Londen zijn centrum vindt. Aanpassingsvermogen is het laatste, maar niet het minst belangrijke in dit rijtje. Dit heeft te maken met het vermogen om je aan de steeds sneller wisselende omstandigheden te kunnen aanpassen. In de sport gelden bijvoorbeeld nieuwe technieken, nieuwe spelregels binnenkort volleybal niet de knieën of nieuwe terreinomstandigheden hockey op kunstgras. In het bedrijfsleven geldt dit voor nieuwe technologieën bijvoorbeeld informatietechnologie, nieuwe kostenstructuren en nieuwe concurrenten. De vijf factoren staan tezamen voor 'kassa': het gebruikelijke resultaat van een ondernemende inspanning. Een minder gezonde huishouding wordt echter, net zo goed als een weinig samenhangend elftal, niet van de ene dag op de andere een succes. Zoals alle goede coaches echter zullen aangeven, wordt het uiteindelijke succes niet bereikt door een of twee grote ingrepen, maar veel meer door een heel samenhangend, inspirerend en logisch pakket van maatregelen dat. gesteund door de inzet van alle spelers, met enthousiasme in praktijk wordt gebracht. MICKEY HUIBREGTSEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 2