Fraude is fraude Feiten &Meningen Ambtenaar moet uitkijken met wat hij zegt Chinees leidt ongewild een celibatair leven Voor straf naar een onbewoond eiland Is het spaarbankboekje voor het kleinkind veilig voor de fiscus? DONDERDAG 8 SEPTEMBER 1994 £2 NIEUWSANALYSE Met ene spreekverbod lokt het andere uit. De afgelopen weken probeerden de topfi guren van politie en justitie in Amsterdam elkaar de mond te snoeren. Procureur-ge neraal Van Randwijck beeft inmiddels van de nieuwe minister van justitie Sorgdrager een spreekverbod gekregen. Hij mag niets meer zeggen over de IR'I-affaire. Zelf wilde hij een spreekverbod laten opleggen aan de Amsterdamse hoofdcommissaris Nordholt. Het spektakel, waar bet CDA in de Twee de Kamer zich sprakeloos over toonde, roept de vraag op of zulke spreekverboden niet in strijd zijn met de vrijheid van me ningsuiting. Vooral ter verdediging van Nordholt is aangevoerd dat topambtenaren in het openbaar problemen moeten kun nen signaleren en kritiek mogen spuien. Ambtenaren zijn toch zeker ook staatsbur gers. Komt een spreekverbod niet neer op censuur? Is het geen ondemocratische maatregel? En hoe zit het met spreekverbo den in het bedrijfsleven? Vanouds is de vrijheid van meningsuiting van ambtenaren beperkter dan die van an dere burgers. Met name als zij zich uitlaten over kwesties waar zij als ambtenaar bij be trokken zijn. Daarover moet immers door anderen politieke verantwoording worden afgelegd. Het criterium is of openbaar optreden de uitoefening van de openbare dienst kan schaden. De Rotterdamse politie-inspec- teur Kalina werd indertijd officieel berispt omdat hij had deelgenomen aan een de monstratie waar leuzen tegen de politie werden geroepen. Deze zaak kwam voor de ambtenarenrechter, die oordeelde dat Kal ina het functioneren van zijn politiekorps negatief had beïnvloed. De rechter stelde ook een luchtmachtofficier die had gepro testeerd tegen de kernbewapening in het ongelijk: een officier die afwijkt van het re geringsstandpunt over militaire kwesties is verminderd inzetbaar. Herhaaldelijk is de vorige minister van defensie, Ter Beek, in aanvaring gekomen met generaals die ib het openbaar kritiek uitten op zijn beleid. Maar een door de mi nister aan een lid van de legerleiding opge legd spreekverbod werd weer haastig terug genomen. Formeel zijn spreekverboden voor amb tenaren terug te voeren op een artikel in de Ambtenarenwet uit 1988 dat de ambtenaar zich moet onthouden van uitspraken die schadelijk zijn voor een goede vervulling van zijn functie of voor het goed functione ren van de openbare dienst. Voordat dit ar tikel werd ingevoerd, waren spreekverbo den gegrondvest op aanwijzingen van de regering. Daarbij was het uitgangspunt dat een overheidsdienaar loyaal moet zijn. I loe nauwer een ambtenaar betrokken is bij het bepalen van het beleid, des te terug houdender hij zich in het openbaar moet opstellen. In 1983 waarschuwden topamb tenaren de regering tegen het voornemen de gulden te devalueren. Hun waarschu wing werd in de wind geslagen. Als zij zich publiekelijk tegen de devaluatie hadden ge keerd, zouden zij echter de loyaliteit heb bengeschonden. Over een politiek geladen kwestie en dat brengt de IRT-afïaire weer in het vizier worden ambtenaren geacht hun mond te houden als zij daar zelf door hun werk bij betrokken zijn. Natuurlijk mogen ook amb tenaren in een democratische samenleving aan het publieke debat deelnemen. Alleen als zij door hun speciale positie daarmee het beleid doorkruisen van de politiek-ver- antwoordelijken, moeten zij zwijgen. Tenzij zij een beroep doen op gewetensbezwaren, maar dat zal dan veelal ten minste over plaatsing tot gevolg hebben. GUSSCHREUDERS Jurist pleit voor hardere aanpak tillen fiscus Als het om fraude gaat, meet de overheid met twee maten. Want wie met uitke ringen knoeit, loopt veel meer kans om met de strafrechter in aanraking te ko men dan de belastingfraudeur. De Nijmeegse jurist Jaap Roording noemt dit on aanvaardbaar. „Bovendien krijgen de burgers door die rechtsongelijkheid het ge voel dat frauderen met belastinggelden niet zo erg is. Dat versterkt nog eens het imago van belastingfraude als populair gespreksonderwerp in de kroeg en aan de borreltafel." het openbaar ministerie meer mensen inzet om gesjoemel met belastingen te vervol- Roording (27) pleit er voor dat het open baar ministerie meer mensen inzet om ge sjoemel met belastingen te vervolgen. Vol gende week donderdag (15 september) pro moveert hij aan de Katholieke Universiteit Nijmegen op het onderwerp 'Sanctierecht in de belastingen en de sociale zekerheid.' De fiscus tillen wordt afgedaan als zoiets als een sport die iedereen beoefend. Argumen ten om recht te praten wat krom is, zijn zo gevonden. Zo schijnt het voor huiseigena ren nu eenmaal een economische nood zaak te zijn om hun huis 'zwart' te laten schilderen. Omdat de lastendruk een 'witte' schilder onbetaalbaar maakt. Bovendien ben je toch wel een dief van je eigen porte monnee wanneer je je huis wit zou laten verven. Jaap Roording deelt dat soort 'rechtvaardi gingen' niet. Ze verbazen hem zelfs. „Moord, verkrachting, diefstal. Ieder wel denkend mens keurt dat af. Er is een ge meenschappelijke, diepgewortelde overtui ging dat deze delicten onaanvaardbaar zijn. Maar een dergelijk publiek besef is ten aan zien van fraude veel minder sterk. Vooral als het belastingfraude betreft. Omdat het daarbij om zelf verdiend geld gaat, terwijl er bij uitkeringsfraude nog altijd sprake is van gemeenschapsgeld." Toch is er volgens Roording geen enkele re den waarom we ons minder druk zouden moeten maken over belastingfraude dan over uitkeringsfraude. „Belastingfraude is maatschappelijk gezien niet minder 'erg' dan sociale-zekerheidsfraude. Het zijn in hoge mate vergelijkbare delicten. Beide hebben namelijk betrekking op welis waar tegengestelde geldstromen tussen burger en overheid. Beide benadelen dus de getneenschapskas en worden doorgaans gepleegd door het vals invullen van door de overheid verstrekte formulieren." Toch maakt het openbaar ministerie duide lijk onderscheid. Want gerommel met de belastingen wordt, vergeleken met uitke ringsfraude. maar weinig vervolgd. Afgezien dan van criminele koppelbazenpraktijken en spectaculaire fraudezaken, bijvoorbeeld in de voetbalwereld. Zoals bij Ajax, FC Gro ningen, MW. Hoewel andere moderne kwalen van onze samenleving, zoals de georganiseerde mis daad. corruptie en racistisch geweld, steeds meer de aandacht voor zich opeisen, staat fraude nog steeds hoog op de maatschap pelijke ladder. Deze aandacht bereiktejn de jaren tachtig een hoogtepunt. In de jaren negentig lijkt de publieke aan dacht zich vernauwd te hebben tot uitke ringsfraude. Eind 1990 begon de belastings dienst met een gestructureerde uitwisseling van gegevens met de gemeenten over de zogenaamde samenloopgevallcn. Roording: „Personen die naast een bijstandsuitkering nog andere inkomsten hebben waarover zij belasting betalen." Dit leidde tot enorme stuwmeren van mo gelijke fraudegevallen, die alle de aandacht van de uitvoeringsorganen, justitie, politiek en media opeisten. Met als gevolg ontstel tenis alom over de aantallen die uit deze aanpak naar boven kwamen. Een klein steeKproefonderzoek in Groningen deed de politici de schrik nog meer om het hart slaan. Want éénderde van de bijstandsont vangers zou verzwijgen samen met ande ren een woning te delen. Het openbaar ministerie heeft de laatste ja ren extra alles uit de kast gehaald om de fraude in de sfeer van de sociale zekerheid stevig aan te pakken. Dit in tegenstelling tot de strafrechtelijke afdoening van belasting delicten: vervolging is hier een grote uit zondering. „Dit verschil heeft deels een 'natuurlijke' oorzaak en die zit in het type dader," ver klaart de Nijmeegse jurist. Want waar de door de belastinginspecteur opgelegde boete als administratieve sanctie bij uitstek geschikt lijkt voor de bestraffing van de ene categorie fraudeurs, kunnen uitkeringsfrau deurs niet onbeperkt met financiële sanc ties worden besprongen. Omdat hun draagkracht dat in de regel niet verdraagt, want deze groep fraudeurs behoort door gaans niet tot de rijksten der aarde. „Nood gedwongen moet de overheid, naast kor ting op de uitkering, bij hen in veel gevallen wel naar een alternatief grijpen in de vorm van strafvervolging. Met als sancties gevan genisstraf, eventueel om te zetten in dienst verlening." In die zin is het volgens Roording tot op ze kere hoogte logisch dat de overheid de be perkte capaciteit van het strafrechtelijk sanctiestelsel vooral gebruikt voor de af doening van uitkeringsfraude. Toch wringt het tegelijk, vindt hij. „Door belastingdelic ten bijna steeds intern af te doen, wordt de indruk gewekt dat fiscale fraude wel 'ver keerd' is, maar niet 'crimineel'. In elk geval vestigt de omstandigheid dat het leeuwe- deel van de fiscale delicten op geruisloze wijze door de belastingdienst zelf wordt af gedaan de indruk, dat deze vorm van frau de maatschappelijk gezien een veel minder grote bedreiging vormt dan het frauderen met uitkeringen." Op zich functioneert het administratieve fiscale boetestelsel goed, maar Roording noemt het om verschillende redenen 'un fair', dat de ene fraudeur een aanzienlijk grotere kans loopt met de strafrechter in aanraking te komen dan de andere frau deur. „De administratieve afdoening ver loopt in redelijke stilte en is vrij informeel." Maar ook in de gevallen dat fors moet wor den betaald, wordt de belastingfraudeur niet geconfronteerd met het stigma van een crimineel omdat de gang naar de rechtszaal hem wordt bespaard. Roording pleit in zijn proefschrift voor het principe van gelijke monniken, gelijke kappen. „Want er be staat geen wezenlijk verschil tussen belas tingfraude en uitkeringsfraude en er is dus alle reden om beide zo veel mogelijk gelijk te behandelen." NUMEGEN ROB HIRDES STEVENHAGEN eisjesbaby's gedood als oor de beperking van de chale Chinese platteland zó groot, dat meisjes In China zijn naar schatting miljo gevolg van bet strenge 'één-kind' beleid v bevolkingsgroei. Met name op het patriat is de sociale druk om een zoon te hebber vaak kort na hun geboorte verdwijnen. En nu neemt deze oude boerentraditie steeds vaker een modern hulpmiddel in de arm: echoscopie. Sinds ouders in bet plattelands stadje Xaozhuang het geslacht van hun ongeboren kind al in de baarmoeder kunnen laten bepalen, worden er bijna twee keer zo veel jongetjes geboren als meisjes. Normaal gesproken worden er 105 meisjes geboren op iedere 100 jongens, maar in de laatste drie volkstellingen in China lag deze verhouding al gemiddeld 110 jongens voor iedere 100 meisjes. I loewel de communistische partij van China inmiddels een verbod heeft uitgevaardigd op het gebruik van echoscopie voor de vroegtij dige bepaling van het geslacht van foetussen, lijkt het tij vooralsnog moeilijk te keren. In grote delen van het Chinese platteland klagen mannen al over een tekort aan huwbare vrouwen. Een gevolg hiervan is dat vrou wen steeds vaker worden ontvoerd om als bruid te worden ver kocht een misdrijf waarop de doodstraf staat. De effecten van het tekort aan vrouwen worden nog verergerd doordat rijke boeren vaak meer dan één vrouw nemen, terwijl steeds meer arme boeren hun leven in onvrijwillig celibaat moeten slijten. Als het huidige strenge beleid van geboortebeperking wordt voor- ge/el. zal de Chinese bevolking waarschijnlijk groeien tot een aan tal van 1.5 miljard in het jaar 2030. In theorie zal het toenemende vrouwentekort daarna voor een snelle daling naar 700 miljoen zor gen. Maar of het inderdaad zover komt. is nog maar de vraag. De kans dat de sociale opvattingen tegen die lijd zijn veranderd, lijkt groot. Met de groeiende welvaart in China vinden steeds meer ou ders dat ze zich een groter gezin kunnen veroorloven. VERTALING: MARGREET HESLINGA LOS ANGELES PHIL REEVES THE INDEPENDENT THE INDEPENDENT Zelfs voorstanders van zware straffen voor jeug dige criminelen zouden terugschrikken voorde maatregelen die india nen van de Tlingit (spreek uit Kling-it) stam in Alaska voorstaan. De stamoudsten in een vissersdorpje in zuid oost Alaska zullen twee 17-jarige jongens voor ruim een jaar elk naar een onbewoond eiland te sturen met slechts een beperkte* voorraad voedsel en gereedschap. Dit als straf voor het plegen van een gewelddadige roofoverval. Voor het eerst in de geschiedenis van de Verenigde Staten heeft een Amerikaanse rechter leden van een inheemse stam ont slagen van rechtsvervolging en overgedra gen aan de eigen stam om volgens de stam- wetten te worden berecht. De twee jeugdige Tlingits, Simon Roberts en Adrian Guthrie, hebben toegegeven dat ze vorig jaar tijdens een bezoek aan de staat Washington het hoofd van een pizza-bezor ger met een honkbalknuppel hebben be werkt en 80 gulden van hem hebben gesto len. Volgens de Amerikaanse rechtspraak hing Roberts, die de honkbalknuppel han teerde, een maximum straf van 5,5 jaar bo ven het hoofd. Guthrie kon tot 3,5 jaar wor den veroordeeld. Tot groot ongenoegen van de openbaar aanklagers besloot rechter James Allendör- fer de twee delinquenten toestemming te geven terug te keren naar hun dorp Klawock op het Prince of Wales Island, waar een raad van in rituele gewaden geklede stamoudsten zich over hun veroordeling heeft gebogen. Allendörfer kwam tot zijn opzienbarende beslissing na intensief overleg met Rudy Ja mes, een indiaanse rechter van de naburige stam van de Kuy'di Kuiu Kwaan Tlingits. Al vorens Allendörfer de jongens aan hun stam overdroeg, stelde hij een onderzoek in naar de omstandigheden waaraan ze tijdens hun verblijf op het eiland zouden worden bloot gesteld. Vervolgens werden Roberts en Guthrie door twee wetsdienaren van de Tlingits opgehaald voor de bijna 1.300 kilo meter lange thuisreis. Bill Jaquette, de pro-deo advocaat van Ro berts en Guthrie, gelooft dat de stam geen andere keuze had dan de jongens naar een eiland te verbannen. „De meeste andere traditionele straffen zijn nog veel radicaler, zoals het afhakken van ledematen of ie mand bij eb op het strand aan palen vast binden. De stam zou de jongens ook voor een bepaalde tijd kunnen 'schuwen', waar bij niemand een woord met hen mag wisse len. Maar daarvoor is hun misdaad te ern stig". aldus Jaquette. De jongens zullen eerst een overlevingstrai- ning krijgen. Daarna worden ze met een voedselvoorraad voor twee weken en een boog. pijlen en messen, maar zonder vuur wapens, op een onbewoond eiland gezet. Dat zullen dan waarschijnlijk twee van de duizenden kleine, dichtbeboste eilanden van zuid-oost Alaska zijn, waar nog herten en zwarte beren voorkomen. Wanneer hun voedselvoorraad is uitgeput, I P< zullen ze voor zichzelf men ten vissen, jagen en schelp dieren uitgraven. Hoewel het klimaat op de eilandei mild is vergeleken bij de arctische gebieden van Alaska, worden de winter; gekenmerkt door sneeuw en zware stormen, waarbi de temperatuur tot dertig graden onder nul kan dale En het gebied is bijzonder regenrijk. In mige streken valt maar liefst 500 millimete per jaar. Volgens de traditionele Tlingit-wetten is vi banning de enige juiste straf voor het ver grijp van Roberts en Guthrie, die alleen op deze manier hun ziel van deze smet kunni reinigen. De jongens zullen op gezette tij den worden bezocht. „We zullen ze niet la ten sterven aldus een stamoudste. Ondertussen onderneemt de stam stappen om de pizza-bezorger, die blijvende schad aan zijn gehoor- en gezichtsvermogen op liep. te compenseren door hem'een huis ruim 200.000 gulden aan te bieden en zijn medische onkosten te vergoeden. „In maatschappij staat niemand alleen", aldus James. „In glorietijden is de hele stam erbi Maar ook in tijden van schande." De jongens zelf willen liever naar een onbe woond eiland worden verbannen dan hun tijd in de gevangenis uitzitten. Ze geloven dat ze over voldoende vaardigheden be schikken om de beproeving te doorstaan, omdat ze zoals de meesten van Alaska' 14.000 Tlingits zijn opgegroeid in een dorp van vissers en houthakkers. „We leve al ons hele leven van de natuur. We weten wat we kunnen eten en wat niet", aldus Ro berts. „Ik ben ervan overtuigd dat ik het overleef." Maar anderen zijn minder enthousiast. De aanklagers in Washington zeggen dat de rechter een gevaarlijk precedent heeft ge schapen door verdachten anders te behan delen op grond van hun etnische afkomst. Ze gaan dan ook in hoger beroep. Een ande probleem is dat de federale regtring v VS de bevoegdheid van stam raden om reef te spreken nooit heeft erkend. En hoewel di Tlingits een borg van 50.000 gulden hebbei betaald, vrezen sommigen dat de jongens gewoon de benen zullen nemen. De meeste eilanden in zuid-oost Alaska worden beheerd door de Amerikaanse Dienst voor Houtvesterij, die duidelijk heet gemaakt dat de jeugdige Tlingits niet wel kom zijn op haar gebied. De enige eilander die eigendom zijn van de Tlingits liggen dicht bij de kust en zijn gemakkelijk per boot te bereiken. Veel Alaskanen geloven staan daarom sceptisch tegenover de straf. „Iedereen kan naar de jongens toe. Samen met hun gabbers zullen ze bier drinken en drugs gebruiken", voorspelt een oudere blanke visser. De staat Alaska heeft inmiddels laten weter J dat het wettelijk niet is toegestaan minder jarigen een dak boven hun hoofd te onthoc den. Toch is de staat vooralsnog niet van plan in te grijpen. S ANGELES VERTALING: MARGREET HESLINGA BELASTING BELICHT Opa's en oma's zijn door gaans dol op hun kleinkin deren. Sommigen van die opa's en oma's storten zo nu en dan wat geld op een spaarbankboekje dat ze speciaal voor het kleinkind hebben geopend. Heeft het kleinkind tenminste alvast een zakcentje voor later als het gaat studeren of samen wonen. zo redeneren ze vaak. Als de grootouders over lijden, dan hoeven er geen successierechten te worden betaald. Tenminste als de gestorte bedragen definitief aan de kleinkinderen zijn geschonken. De hamvraag hierbij is natuurlijk wanneer definitief is geschonken. De belastingdienst kijkt dan ook met een kritisch oog naar dit soort gevallen. Een aantal neven en nich ten werd dit onlangs duide lijk toen hun oom overleed. Deze oom had een aantal jaren voor hen geld gestort op vijf spaarbankboekjes bij de Rabobank. Na zijn over lijden werden de spaar bankboekjes, die op naam van de neefjes en nichtjes waren gesteld, in zijn huis gevonden. De belastingin specteur wilde successie rechten heffen over de ge spaarde bedragen. Volgens de inspecteur behoorden de boekjes tot het vermogen van de overledene. Belastingrechter Röben van het Gerechtshof te Am- hem was het hiermee echter niet eens. De spaarbank boekjes waren op naam van de neefjes en nichtjes ge steld en zij waren de enigen die aan het geld mochten komen. Elke keer als hun oom geld stortte op de boekjes deed hij dus een schenking. Dat hij de spaar bankboekjes bij hem thuis bewaarde, was alleen maar omdat bij de boekjes nodig had elke keer als hij het geld ging storten. Ondanks de kritische blik van de fiscus liep het uiteindelijk dus nog goed af voor deze neefjes en nichtjes. Wil men het spaarbank boekje uit de handen van de fiscus houden, dan is het dus goed om de spelregels in dit soort gevallen goed op een rijtje te hebben. Ten eerste opent men het spaar bankboekje of de -rekening op naam van de kleinkinde ren (neefjes en nichtjes, etc.). Vervolgens stort men hierop het geld met mede weten van de kleinkinderen; of als zij minderjarig zijn met medeweten van hun ouders (hun wettelijke ver tegenwoordiger). Doordat de kleinkinderen op de hoogte zijn van de storting kan men er vanuit I gaan dat zij dit stilzwijgend als schenking hebben geac- i cepteerd. De schenking is hiermee definitief gewor den. Het maakt hierbij niets uit of de spaarbankboekjes bij opa en oma blijven of dat de dagafschriften van de spaarrekening naar het adres van neefje Jan of nichtje Irene zelf worden gestuurd. Het kan echter allemaal anders worden als blijkt dat de grootouders formeel nog beschikkingsbevoegd zijn om over het spaarbank boekje of de spaarrekening te beschikken. Dit is het ge val als de grootouders van de bank een machtiging hebben. In zo'n geval zou de betrokken inspecteur kunnen oordelen dat de schenking nog niet defini tief heeft plaatsgevonden. Dan moeten bij overlijden toch successierechten wor den betaald. Meestal worden de groot ouders echter niet gemach tigd als ze een rekening voor hun kleinkind openen, maar het is waarschijnlijk raadzaam om dit nog even te controleren. In dit ver band is ook belangrijk dat de op de spaarbankboekjes gekweekte rente jaarlijks tot het inkomen van de klein kinderen behoort. Zijzelf of bij minderjarigheid de ou ders worden hierop aange slagen door de belasting dienst. De banken zijn ver plicht om de rente jaarlijks op naam van het kleinkind aan de fiscus op te geven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 2