Kaart van Groenland
moet worden herzien
Natuur Milieu
Rode klaver
eg
Fort Edam natuureilandje van rust
Pluk haar geeft meer inzicht in leven
en afstamming van de chimpansee
DINSDAG 6 SEPTEMBER 1994
EINDREDACTIE PETER WOLFSBERGEN
'bbc; NATUURLIJK
Als augustus eenmaal
september is geworden, dan
weten we het wel, de R komt in
de maand. Anders gezegd, de herfst is in
zicht. Dat betekent wel, dat de planten van
de lente al met hun zaad gereed zijn voor
het volgend voorjaar.
Zo ook de zomerplanten, hun vruchten zijn
rijp vóór de herfst gaat regeren. De herfst-
bloeiers, ze zijn kleiner in aantal, hebben
hun verwachting op overleving meer gezet
op knol- en bolvorming, dan op zaad van
hun bloemen. Samengevat: in de natuur
geldt de regel 'alles op z'n tijd'; de planten
varen er wel bij, hun overlevingskansen zijn
goed geregeld.
En toch kunnen we het plantenrijk niet in
delen in uitsluitend voorjaars-, zomer- en
herfstplanten. Uitzonderingen bevestigen
immers de regel.
Er zijn planten die met hun bloeitijd niet
gebonden zijn aan één van de genoemde
jaargetijden. Zij bloeien als het er een gun
stige tijd voor is: de zo bekende rode klaver
is daar een duidelijk voorbeeld van.
Ook nu, terwijl de zomer haar hoogtepunt
al heeft gehad, bloeit de rode klaver volop
langs onze verkeerswegen met brede ber
men. Zij leidt er haar leven samen met vele
andere planten en dieren. Zo was het in het
verleden ook al.
Misschien herinneren sommigen zich nog,
hoe een halve eeuw geleden, op het klein
schalige gemengde boerenbedrijf, de akker
ingezaaid werd met een mengsel van
graankorrels en klaverzaad. Uit ervaring
wist men dat het graan, als snelle ontkiemer
en groeier, de akker volledig vulde. Ja zeker,
het klaverzaad ontkiemde ook, maar door
gebrek aan licht verliep dat proces heel
langzaam.
Als dan in augustus de tijd van sikkels
klinken, sikkels blinken (helaas vergeten
tijd) aangebroken was, dan viel wel rui
send het graan, maar tegelijkertijd viel er
meer licht op de akker. En zie: de klaver-
groei kwam op volle toeren.
Ziehier de taak van de klaver in het grote
plantenrijk; zij behoort tot de orde van bo
dembedekkers, ook wel woestijnbestrijders
genoemd. Het vee van de boer kon nog
even van het verse groen profiteren, aleer
de ploeg graanstoppels en klaver met de
aarde vermengde. Groenbemesting in opti
ma forma!
De hier beschreven manier van omgaan
met plant en land is al heel oud. In de eer
ste eeuw na Christus gaf Plinius er al een
beschrijving van; in onze tijd weten we er
ook een verklaring voor te geven.
Op de wortels van peulgewassen en klaver
vinden we zogenaamde wortelknolletjes,
ontstaan door bacteriewerking. Die bacte
riën leven samen met de plant. Zij ontvan
gen van de plant voedingstoffe^! en op hun
beurt geven zij er organische stikstofverbin
dingen voor terug, die zij uit de stikstof in
de lucht hebben kunnen maken. Beide,
plant en bacterie, zijn zo geholpen.
Een echte samenleving, een symbiose dus.
En de boer die de stoppels met de klaver
onderploegt, de groenbemesting, geeft aan
de grond dus de hoognodige cellulose en de
stikstof. Daar kan kunstmest niet
tip
pen.
Alles goed en wel, maar over de bloem van
de rode klaver, daar hebben we het nu nog
niet over gehad. Als u de gelegenheid zou
hebben om in de komende dagen de bloem
van de rode klaver eens goed te bekijken
plukken heeft geen zin dan kunt u in
mijn volgende rubriek lezen wat er zich in
de bloem afspeelt.
>-2 satelliet ondergaat in Noordwijk de laatste testen. Het vijf meter hoge gevaarte wordt later dit jaar naar Frans Guyana ge-
om op 11 januari te worden gelanceerd. foto gpd
Verbluffende prestaties van Europese milieusatelliet
Verbazend, bijna verbluffend zi'jn
de resultaten van de Europese
kunstmaan ERS-1, die in 1989 ge
lanceerd werd. Vele deskundigen
en de internationale pers konden
er afgelopen week kennis van ne
men. Zij kregen ook de gelegen
heid de opvolger van de satelliet
in levende lijve te aanschouwen.
De European Remote-Sensing
Satelliet nummer twee ondergaat
de laatste fase van een zware
toetsing bij Estec in Noordwijk,
het Europese testcentrum voor
ruimtevaart. Daarna transpor
teert men het ruim vijf meter ho
ge gevaarte naar Frans Guyana,
vlak bij de evenaar. Op 11 januari
'95 moet hij worden gelanceerd.
NOORDWUK HUGO VAN DER HEEM
De eerste door Europa ontwikkelde ERS
heeft zijn spoten al verdiend. Hij werd
ontwikkeld voor gebruik gedurende
twee, maximaal drie jaar. Op dit mo
ment draait hij al drie en een half jaar
mee, en vóórdat zijn opvolger het zal
overnemen, is het vierde jaar al om. Tot
nu toe heeft de radarsatelliet ruim
500.000 foto's van de aarde genomen,
opnames van een oppervlak van 100 bij
100 kilometer. Ze zijn opgeslagen op
vele computerbanden, die een comple
te zaal vullen. Die opnames en metin
gen, met verschillende instrumenten,
zijn verbluffend.
Zo is de volle omvang van de tanker
ramp bij La Coruna in Spanje goed te
constateren geweest. Verder zijn aan
zienlijke olieverliezen waargenomen op
bijvoorbeeld de Middellandse en
Noordzee. Stromingen bij landengten
en baaien kunnen nauwkeurig worden
vastgesteld, net als de ontbossing in
Brazilië. ERS-1 is van groot nut geweest
bij het aantonen van de omvang van
overstromingsrampen, zoals met de
Mississippi in de VS, de Maas in Neder
land en België, de Donau, Rijn en Rhö-
Juist in gebieden w
genbuien vallen, zoals bij de genoemde
overstromingsrampen en zoals in Bra
zilië - tijdens de tropische regenperiode
- bewijst de satelliet goede diensten. De
radar kijkt namelijk dwars door de be
wolking heen, anders dan weer- of aar
dobservatiesatellieten, die de aarde
waarnemen in het zichtbare of inffa-ro-
de licht. Die zien niet wat zich onder
het dikke wolkenpak afspeelt.
Ook met hulp van andere waarne
mingsinstrumenten - zoals een nauw
keurige, digitale hoogtemeter en nog
een anderssoortige radar (interferome
ter) - worden nauwkeurige beelden ver
kregen van landschappen met diepten
en hoogten. Vooral de noordelijke lan
den als Canada, Finland en Zweden bij
voorbeeld hebben groot belang bij het
verloop van de vorming van pakijs, af
kalven en wegdrijven van ijsschotsen,
niet in het minst om daarmee routes
voor ijsbrekers te kunnen bepalen.
De kaart van Groenland zal opnieuw
gemaakt moet worden. Of liever, de
ERS-1 heeft al een bijna driedimensio-
neel beeld van Groenland gemaakt, dat
op sommige punten wel 500 meter af
wijkt van de officiële kaarten van het
gebied. Door de gemeten diepten en
hoogten te simuleren op een beeld
scherm kan men met 'virtuele reality'
op de computer door de nieuw ontdek
te kaart 'vliegen', wat een adembene
mend spektakel oplevert. Op een soort
gelijke wijze heeft men ook cartografi
sche beelden van de Vesuvius gemaakt
en de Jura bij Bern nog nauwkeurig na
gemeten en in kaart gebracht, met een
maximale afwijking van circa twaalf
meter.
Stormen
Verder doet de kunstmaan waarnemin
gen om het ontstaan van stormen te
kunnen voorspellen en om een beter
inzicht te krijgen in het stelsel van stro
mingen in het oceaanwater. De hoogte
van de golftoppen, de richting van de
wind en zelfs de gemiddelde hoogte
van het oceaanwater is interessant, om
dat het 'zeeniveau' niet overal gelijk is.
Zeer boeiend is het gebleken de ra-
darkaarten of windwaarnemingen van
de ERS te combineren met weerkaarten
van bijvoorbeeld Meteosat of van
NOAA, de Amerikaanse dienst op dat
gebied. Of met waarneming van andere
remote-sensing satellieten zoals
I>andsat. Door de waarnemingen van
de satellieten over elkaar te leggen ont
staan bijzondere 'kaarten' die nieuwe
inzichten over de aarde verschaffen.
Bijvoorbeeld een windrichtingskaart
van ERS. die men combineert met de
weerfoto van een orkaan of diepë de
pressie.
Opvallend is ook dat de ERS-1-tech
nici op grond van hoogteverschillen
een kaart samenstelden van de ver
moedelijke Sint-Andreas-breuk in Cali-
fornië. Deze 'tectonische kaart' kwam
sterk overeen met die welke aarbe-
vingsdeskundigen op de grond hadden
getekend aan de hand van seismografi-
sche gegevens. Geodeten (dat zijn
die de verplaatsing van grote
aardsschollen op onze planeet probe
ren vast te stellen) zijn daarom zeer ge
ïnteresseerd in de op circa 800 km
hoogte rond de aarde cirkelende waar-
Een speciaal instrument PRARE, waar
deze specialisten veel van verwachtten,
werkte niet op ERS-1. PRARE moet de
zeer precieze (op centimeters nauw
keurige) positie van de satelliet geven.
Uitgaande van die bekende positie op
een bepaald moment, kan men op ver
schillende punten op aarde met drie
hoeksmeting de beweging van de aard
schollen aantonen. De geconstateerde
verschuivingen zijn essentieel bij het
voorspellen van aardbevingen.
ERS-2
Het verbeterde PRARE-instrument
moet op ERS-2 wèl resultaat opleveren.
Naast verbeteringen en verfijningen
aan de bestaande apparatuur, is de
nieuwe kunstmaan ook uitgerust met
een mede door TNO Technisch Physi-
sche Dienst ontwikkeld instrument, dat
in staat is de concentratie ozon rond de
aarde waar te nemen. ERS-2 wordt
door velen - gezien zijn taken - dan ook
wel een milieusatelliet genoemd.
Nederland is niet alleen via TNO bij
het project betrokken. Fokker Space
Systems heeft de samenbouw van de
structuur van de satelliet verzorgd en
heeft de warmte-huishouding/isolatie
berekend en uitgevoerd.
De Europese ruimtevaart organisatie
(ESA) denkt aan nóg een uniek project,
dat mogelijk is geworden door het zo
lang en goed functioneren van ERS-1.
Men wil de eenmaal operationele ERS-
2 tegelijk met de ERS-1 intensieve
waarnemingen laten doen van bepaal
de delen van de aarde. Daardoor kan
men vlak na elkaar geijkte, nauwkeurig
vergelijkbare radarfoto's van het opper
vlak krijgen.
Daar is echter geld voor nodig, omdat
het budget voor ERS-1 stopt op het mo
ment dat ERS-2 hem opvolgt. Speciale
plannen voor intensieve waarnemingen
(er zijn er 53 ingediend) zijn er gedu
rende drie opeenvolgende maanden,
na de ruimte-ijking van ERS-2. Die
'tandem-waarnemingen' zouden vanaf
april '95 ongeveer kunnen plaatsheb
ben. Daarna zet men ERS-1 in stand-by
positie, je kunt tenslotten nooit weten
hoe het rijn opvolger vergaat. Hij kan
zo nog enkele jaren mee. Vraag is ech
ter of de aangesloten landen het geld
voor dit bijzonder experiment bijeen
zullen willen brengen.
Een windstille zomeravond.
Drie jonge bunzings dartelen
achter eikaars staarten aan. De
eerste struikelt over de laarzen
van boswachter Ab van Dorp,
die rit te mijmeren in een
'duinpannetje' van fort Edam.
De rest rollebolt er achteraan.
De volgende avond ravotten ze
op dezelfde plek en weer komen
ze bij Van Dorp terecht. Daarna
blijven ze uit zijn buurt.
Rust is volgens Van Dorp het
toverwoord waardoor op het
fort een weelderige flora en fau
na voorkomt. De boswachter
van Staatsbosbeheer die in de
fortwachterswoning woont,
houdt nauwkeurig bij wat het
fort aan natuur te bieden heeft.
Zo telde hij 37 verschillende vo
gelsoorten die er broeden. ,,Op
een afstand van 120 meter zit
ten een ekster, een reiger, een
kraai en een torenvalk. Dat
druist in tegen alle regels uit de
boekjes.
Die regels gelden hier niet. De
forten van de Stelling van Am
sterdam zijn eilandjes van stilte.
De vogels foerageren in de om
geving en nestelen op het fort.
In de winter komen in de fort
gracht ook veel eenden, tafel
en kuifeenden. schuilen als het
erg hard waait op het IJssel-
Van Dorp steekt vrijwel al zijn
vrije tijd in het fort, waar hij na
tuurprojecten is gestart voor
vleermuizen, oeverzwaluwen,
kikkers, salamanders, vissen,
vogels, bloemen, planten en bo-
Doordat voor de bouw van de
forten grote hoeveelheden
duinzand werden aangevoerd,
is de flora op de forten heel an
ders dan in de omgeving. Som
mige gedeelten van het
'binnenfort' lijken door de ver
hogingen en ondieptes in de
zandheuvels op stukjes duinval
lei.
„Het zijn eilandjes van zand
in veengebieden. Er groeien
hier planten die je in de rest van
de veen- en kleigebieden niet
ziet. Het is hier schraal grasland
dat niet wordt bemest. Het gras
is zo schraal, dat het bijna ver
brandt als de zon fel schijnt. Dat
zie je in de duinen ook. Ie hebt
hier pure duinvegetatie."
Het buitenfort met boomsin
gels en kreupelhout, een fort
gracht omzoomd door stukjes
vegetatie die het meest doen
denken aan een bos. en een
heuvelachtig binnenfort bieden
ruimte voor heel wat dieren. Al
lerlei soorten muizen en ratten
die weer voedsel vormen voor
roofvogels, bunzing, wezel en
hermelijn. I n ei zitten veel
egels.
Ab van Dorp schept op het
fort heel wat mogelijkheden
voor dieren om zich te vestigen.
Tegen het huis staat een bijen-
gen
erder
salamanders. Afgedekt r
tegen de eenden en i
i poel
i experiment is het
afgraven van een deel van de
fortgracht, waardoor een steile
wand is ontstaan. Een mogelijke
vestigingsplaats voor oeverzwa
luwen. „Dat is moeilijk hoor,
om die hier te krijgen. En als het
mislukt, dan laat ik de boel ge
woon weer dichtgroeien."
Nestkasten voor torenvalken
ontbreken ook niet en Van Dorp
bouwde eigenhandig nesten om
de eerste reigers te trekken. In
de fortgracht drijven vlotjes.
„Over een tijdje gooi ik daar
bagger op en dan is het maar
hopen dat de zwarte stern zich
daar nestelt." Voor de ransuil
die zich vorig jaar op het fort
vestigde en zijn jongen groot
bracht, hoefde hij niks te doen.
Van Dorp bemoeit zich zelfs
met de natuur onder water. In
de fortgracht heeft hij vissoor
ten als snoek, baars, winde,
ïn blankvoorn uitge-
Ook hoopt Ab van Dorp vleer
muizen te kunnen verleiden tot
vestiging op het fort. Een deel
van het fort is onder water gezet
om te kunnen dienen als win
terverblijf en de zomerse kastjes
voor vleermuizen heeft hij sa
men met een vleermuizenspe-
cialist gemaakt. Maar of ze ook
komen? „Dat bepalen ze toeval-
lig nog zelf."
Molshopen en nutteloze dijken
Merkwaardige molshopen met
stukken beton. Daartussen
nutteloze dijken en sluizen. In
een straal van twintig kilome
ter slingert dit geheel zich
rond de hoofdstad. De Stelling
van Amsterdam. Een verdedi
gingswerk van 135 kilometer
lengte, met 42 forten. Ge
bouwd rond 1900 en nooit ge-
bniikt als verdediging tegen
een vijand.
In de jaren vijftig verloor de
stelling officieel de status ver
dedigingswerk. De forten heb
ben daarna zeer uiteenlopend
gefunctioneerd. Daar is de
wijnkelder en culinair topres
taurant La Ciboulette in het
fort bij Purmerend tot (lijdelij
ke) gevangenis in het fort bij
Spijkerboor. Sommige forten
kwamen in handen van nu
tuurbeschermers zoals Staats
bosbeheer, Noordhollands
lxtndschap en Natuurmonu
menten. Sommige staan leeg,
andere worden gebruikt als
munitieopslagplaats, garage
voor geldtransportwagens of
brandweeroefenplaats.
Het gros van de forten ligt i
ieder geval nog markant te zijn
in het landschap. Wie de fiets
pakt. kan de bordjes van
stelling volgen (fietsroute VVV
en ANWB). Van Amsterda
tot Muiden met een fikse boog
rond de hoofdstad.
De stenen tepel in dit landschap is in werkelijkheid e
van rust voor talrijke diersoorten.
fi uitkijkpost en onderdeel v
i het fort Edam, een eiland
FOTO HANS VAN WftL
HENK HELLEMA GPD
Een plukje haar van een chimpansee is in hun
woongebied, vooral in een verlaten boomnest, al
tijd wel te vinden. Daarmee blijkt een schat aan
biologische informatie verkregen te kunnen wor
den. Door stukjes van het enelijkheidsmateriaal
DNA uit de kern en een ander onderdeel van
haarcellen te isoleren en vele duizenden malen te
vermeerderen hebben Amerikaanse onderzoe
kers, in samenwerking met 'chimpansee-moeder'
lane Goodall, meer licht kunnen werpen op soci
ale relaties tussen chimpansees en op hun onder
linge verwantschap in afzonderlijke delen van
Afrika.
Dat blijkt uit een artikel in het jongste nummer
van Science. De onderzoekers hebben met hun
genetische gegevens onder andere bevestigd wat
al eerder uit gedragsstudies, van vooral Jane
Goodall, naar voren was gekomen. Dat geldt on
der meer voor de waarneming dat het bij chim
pansees vooral de vrouwtjes zijn die, wanneer ze
geslachtsrijp zijn, de groep verlaten, en niet de
mannetjes. Door hun nauwe verwantschap in een
groep zouden mannetjes beter in staat zijn hun
gebied en positie te verdedigen.
Als dat inderdaad zo is dan moeten mannetjes
in een groep genetisch meer op elkaar lijken dan
de vrouwtjes. Het Amerikaanse onderzoek heeft
dat inderdaad kunnen aantonen. In de meeste
gevallen bleken de mannetjes halfbroers van el
kaar te zijn. Haarcel-DNA-ondcrzoek blijkt ook
een zeer waardevol hulpmiddel om erachter te
komen wie de vader van een bepaalde chimpan
seebaby is. In het wild is dat bijna niet uit te zoe
ken, aangezien bereidwillige vrouwtjes met alle in
een groep aanwezige, volwassen mannetjes pa-
Het DNA-onderzoek kan evenwel haarfijn ver
tellen wie de vader van een chimpje is. Die infor
matie zou meer inzicht kunnen verschaffen in
patronen van mogelijke seksuele voorkeuren van
chimp-mannetjes en wellicht ook van
vrouwtjes. Voor hun onderzoek hebben de onder
zoekers ook DNA uit de energiefabriekjes van de
cel, de mitochondria, gebruikt. Deze bevatten al
leen DNA van de moeder. DU DNA heeft meei
zeggingskracht om verre verwantschappen aan te
tonen.
Uit dit DNA-onderzoek blijkt dat de chimpan
sees die in West-Afrika leven, in een groot aantal
groepen over een afstand tot zo'n 900 kilometer
van elkaar, nauw aan elkaar verwant zijn, maar
dat er aanzienlijke genetische verschillen bestaan
tussen de Westafrikaanse chimpansees en die in
Centraal- en Oost-Afrika. De onderzoekers neigen
er zelfs toe om de Westafrikaanse chimpansee lot
een nieuwe, derde soort te rekenen. Maar daar
over is het laatste woord nog niet gesproken.