'We hebben niet gezegd: Gaat uw goddelijke gang' Hulpverlening bij incest laat veel te wensen over Feiten &Meningen 'Er is zeker leven na d'n DAF. Misschien nog wel beter' MAANDAG 5 SEPTEMBER 1994 NIEUWSANALYSE Hulpverlening aan incestslachtoffers is een uiterst moeilijke aangelegenheid. Jeugdpsy- chiater Frits Bruinsma, schrijver van het boek 'Incesthulpverlening', meent dat de feitelijke zorg vaak weinig systematisch en doordacht plaatsvindt. Volgens hem zijn de hulpverlenende instanties verwikkeld in een onderlinge competentiestrijd en den ken ze versc hillend over de behandelings methoden. Ook vindt hij dat te weinig geld beschikbaar wordt gesteld om specifieke projecten voor incestslachtoffers op te zet- Bruinsma is een van de organisatoren van het congres over tien jaar hulpverlening bij incest dat morgen in Ede wordt gehouden. Hij is niet erg optimistisch over zijn vakge bied. Tien jaar incesthulpverlening hebben weliswaar erkenning gebracht voorde slachtoffers van seksueel misbruik, maar de hulpverleners is het bijvoorbeeld nog steeds' niet gelukt een gezamenlijk programma op te zetten. Ruim tien jaar geleden zorgde een onder zoek van Nel Draijer over seksueel misbruik voor behoorlijk wat opschudding. Sinds dien onderkennen psychiaters en psycholo gen dat als gevolg van seksueel misbruik al lerlei geestelijke stoornissen en soms ook een meervoudige persoonlijkheidsstructuur kunnen ontstaan. I)e behandelingsvormen zijn hieraan aangepast, maar toch hebben Instellingen als de Riagg, het maatschappe lijk werk en de reclassering geen geld om aparte incestprojecten op te zetten. Bruinsma vindt dat er duidelijke afspraken moeten worden gemaakt over de rol van de kinderbescherming, justitie en de hulpver lening. Daarbij moet het slachtoffer centraal staan, vindt hij. Niet het verleden van de dader, de traumatische jeugd van de moe der of de huwelijksrelatie. Volgens Bruinsma doet de hulpverlening veel te weinig onderzoek. Hij meent dat be halve dat incest voorkomt in alle lagen van de bevolking de behandelaars vrij weinig weten over de risicogroepen. Bruinsma: „Plaatsen waar kinderen het risico op incest kunnen lopen, zoals pleeggezinnen, gezin nen met verstandelijk en lichamelijk gehan dicapten en gezinnen van allochtonen, moeten in kaart worden gebracht", vindt hij. „Gebleken is dat er allerlei factoren zijn die seksueel misbruik in de hand kunnen werken. Zaken als de afhankelijke positie van moeders, een verschil in opleidingsni veau tussen partners en gebroken en sa mengestelde gezinnen, plaatsen kinderen in een kwetsbare postitie." Bruinsma pleit verder voor een regelmatige evaluatie van incesthulpverlening. Hij vindt dat consequent moet worden nagegaan of de klachten echt zijn verdwenen en hoe groot de terugval is na enige jaren. Bruin sma: „We zouden consequent moeten na gaan of de klachten echt zijn verdwenen en hoe groot de terugval is na enige jaren. Maar in plaats daarvan sluiten we ons af voor die feiten omdat de werkelijkheid wei eens minder rooskleurig kan zijn dan we onszelf voorhouden." Een oorzaak voor dit hiaat in inzicht is vol gens hem het onvermogen in de samenle ving om met trauma's als incest om te gaan. Gruwelijke feiten en cijfers worden verdrongen. Ook de hulpverlening huivert om dieper in deze problematiek te duiken. Een van de oorzaken daarvan is de angst om fouten te maken, fouten die vervolgens breeduit in de media worden ontvouwd. Gebrek aan specialisatie in de hulpverle ning is een andere oorzaak. Hulpverleners denken nog steeds dat ze alles moeten kun nen, meent de jeugdpsychiater. Bruinsma vindt dat de hulpverlening te snel conclusies trekt, maar te weinig afstand neemt om te luisteren. Hij ziet de komende jaren dan ook niet optimistisch tegemoet. I lij vreest nog meer wrijvingen tussen ver schillende instanties die zich bezighouden met hulp aan slachtoffers en daders. „De onmacht is groot en dat uit zich in geruzie tussen belangengroepen. Als er niets ge beurt, zie ik de situatie alleen maar ver slechteren." apeldoorn anne marie van der kolk Jeugdpsychiater Frits Bruinsma. foto gpd Nieuwe vice-fractievoorzitter PvdA verdedigt paars akkoord Zaterdag werd ze gekozen tot vice-fractievoorzitter van de PvdA. En dat na vier maanden kamerlidmaatschap, een snellere poli tieke carrière is nauwelijks denkbaar. Oud-FNV bestuurster Ka rin Adelmund (45) is blij dat haar benoeming zonder tegenstem men plaatsvond. Over de paarse coalitie heeft ze een duidelijke mening. „Ik voorzie scherpe meningsverschillen met WD en D66." „Thijs Wöltgens heeft het recht te roepen dat de PvdA haar sociale gezicht dreigt te verliezen. Hij heeft de afgelopen kabinets periode voortdurend tegen een mandje zu re appels aangekeken met hét idee: als we daar doorheen zijn, komen de smakelijker vruchten. En vervolgens presenteert paars opnieuw een mand vol zure appelen." Karin Adelmund neemt de stevige kritiek van de vorige week uitgezwaaide PvdA- fracticvoorz.it ter ter harte. Er zitten veel, be hoorlijk veel 'pijnpunten' in het paarse re geerakkoord, beaamt ze. De rechte lijn die haar nagel aflegt over het tafelblad, mar keert symbolisch de sociale ondergrens waar de PvdA bijna doorheen zakt. „Waarom de partij dan toch ja tegen dit pakket heeft gezegd? In elk geval zijn de uit keringen voor twee jaar gevrijwaard van in grepen. Of dat voldoende is, weet ik niet. Als je kijkt naar het onderdeel banen, dan is het regeerakkoord te mager. Maar het is een eerste aanzet, een plus dus. Afspraken over herverdeling van werk zijn gemaakt, hoe flinterdun ze ook zijn." „Het besluit volgend jaar niet te koppelen is een duidelijke min. Uiterst fragiel is ook de overeenstemming te streven naar een ge lijkwaardige inkomensverdeling. Het zijn allemaal kleine plusjes en minnetjes. En we hebben afgelopen week tijdens het debat over de regeringsverklaring gezien hoe scherp Bolkestein bezig was met zijn schroevedraaiertje om die afspraken losser te maken." Even dwaalt haar blik naar buiten, waar de vrije zaterdag in druilerigheid wordt ge smoord. „Wöltgens heeft dus gelijk als hij zegt dat het sociale in de PvdA onder druk staat. Maar ik geef de PvdA-fractie geen on gelijk dat zij de optelsom heeft gemaakt en positief oordeelde. We gaan het aan, de PvdA zal het regeerakkoord maximaal op rekken." Afgelopen weekeinde verzamelde de gehele PvdA (fractie, bewindslieden, partijtop) zich in de bossen bij Lage-Vuursche. Met de eer ste confrontatie tussen het kabinet-Kok en de Kamer nog vers in het geheugen, werd de strategie voor komende jaren bepaald. „Op de sociale thema's werk, inkomen, hoogte en duur van de uitkeringen, ver wacht ik met de WD zeer scherpe confron- es. Maar ook met D66, zij het in mindere te. Zij zullen die onderwerpen niet naar '.e zin oppakken. Als de PvdA het sociale laat zitten, pleegt zij electorale zelfmoord. Het moet dus. hoe moeilijk het ook is. Maar we beginnen die strijd met dit regeerak koord op onze voorwaarde: twee jaar lang geen ingreep in de hoogte en duur van de uitkeringen. Die tijd moeten we gebruiken ieder dossier kritisch door te lichten, de vinger aan de pols. We hebben met ons ja woord tegen het regeerakkoord niet gezegd: en gaat nu maar uw goddelijke gang." - Twee jaar respijt voor de uitkeringsgerech tigden, is dat niet uitstel van executie? Waarom niet tijdens de formatie harde af spraken gemaakt over behoud van de uitke ringen? „Als we die discussie afgelopen maanden hadden gevoerd, hadden we het niet gered. Er is pas sinds een halfjaar weer sprake van economische groei. Ik zit weliswaar pas kort in de Kamer, maar één ding weet ik wel: het scheelt een slok op een borrel of je regeert met of zonder economische groei. „De discussie op dit moment zou leiden tot verabsolutering van het adagium: werk bo ven inkomen. De uitkeringsgerechtigde be taalt dan het werkgelegenheidsbeleid. Dat had de PvdA niet meegemaakt. Zoals de PvdA het ook niet wenst mee te maken dat mensen met een uitkering de schuld krijgen van hun werkloosheid. Dit paarse kabinet laat een ongelooflijk aantal mensen in de wachtkamer zitten. De WD'ers die nauw bij het opstellen van het regeerakkoord be trokken waren, weten dat ook." - U behoorde tot de groep PvdA 'ers die on derhandelaar Kok van advies voorzag tij dens de ruim honderd dagen durende kabi netsformatie. Nooit tijdens een van die da gen gedacht: en nu stoppen we ermee? „De hele formatie was een proces van du wen en trekken, van remmen en gas geven. Ik heb op een gegeven moment tegen Dijk stal (WD, minister binnenlandse zaken) ge zegd: 'Kok ligt nu al op z'n knieën bij jullie op de kokosmat. Nu is het aan de WD om te bewegen'. Kijk, ik wilde graag een soci aal-democratische minister president. Maar niet tegen iedere prijs. Dat voelde ik ook als mijn taak: die ondergrens in de gaten hou den. Die werd af en toe wel degelijk be reikt." - De uitkeringen mogen dan voor twee jaar veilig zijn gesteld, ze worden wel bevroren. Daarnaast pakt het kabinet de WW aan, gaat het de ziektewet privatiseren en wil het premiedifferentiatie in de WAO. Uw huidige en oud FNV-collega Vreeman heeft als enige een kanttekening gemaakt bij die plannen. „Die privatisering en de premiedifferentia tie, daar zal ik me zeer heftig tegenaan be moeien. Ik heb geen moeite met een ande re uitvoering van de sociale wetten. Maar privatisering van de ziektewet en de WAO is voor de PvdA alleen bespreekbaar als de overheid nadrukkelijk een regiefunctie be houdt. De overheid stelt eisen aan de hoog te en de duur van de uitkeringen. Uitgangs punt daarbij is het huidige niveau." - Dat zal de WD de PvdA niet in dank afne men. Daar geldt dat marktwerking, meer verantwoordelijkheid voorde werkgevers, niet samengaat met wettelijke verplichtin gen. „Je kunt het niet hebben dat de hoogte en duur van uitkeringen per bedrijf of bedrijfs tak teveel uiteen gaan lopen. Als de over heid dat niet binnen de perken houdt, krijp je echt wild-west taferelen. Werknemers die de grootste risico's lopen, brengen dan de grootste offers. Het debat hierover zal op heel scherpe wijze gevoerd moeten wor den." - U wilt dat de kiezers de naam Adelmund De nieuwe vice-fractievoorzitter van de PvdA Karin Adelmund: „Als je kijkt naar het onderdeel banen, dan is het regeerakkoord te mager. Maar het is een eerste aanzet, een plus dus". foto gpd harry meijer met de FNV blijven verbinden. Tenminste, die hoop sprak u uit bij uw vertrek als vice- voorzitter van de FNV. Diezelfde vakcentrale heeft echter weinig op met de plannen van het PvdA/WD/D66-kabinet, getuige de waarschuwingen van FNV-voorzitter Steke lenburg. „Stekelenburg heeft zijn nek ver uitgesto ken. Dat was heel goed, het bevorderen van herverdeling van werk staat daardoor hoger op de agenda. Het kabinet beraadt zich nu over financiële voordeeltjes die korter wer ken stimuleren. Niet alleen aan de onder kant van de arbeidsmarkt, maar juist ook bij de beter betaalde banen." „Als we over twee jaar opnieuw over de so ciale zekerheid praten, wil ik die discussie breder voeren. Niet alleen kijken naar de uitgaven, maar ook of er meer arbeidsonge schikten aan de slag zijn gekomen, naar de inkomensontwikkeling, naar de resultaten van de banenplannen. Het is toch eigenlijk te gek voor woorden: paars heeft niet vast gelegd hoeveel langdurig werklozen een baan moeten krijgen, maar wel staat vast dat de armen over twee jaar mogelijk armer gemaakt worden. den haag marc peeperkorn Bijscholing Bij een bordje: 'Om de te verbeteren, gaat dit kan toor op woensdag een half! uur later open'. Eerlijk is I [Johannesburg eerlijk, er staat nog wat bij:, 'Wegens bijscholing van het personeel'. Dat klinkt zinvol. Voor ik hierheen verhuis de, had Peter, mijn vertrekkende collega in Zuid-Afrika, me gewaarschuwd dat het met de service beroerd is gesteld. Komend uit Oost-Europa maakte ik me daar niet zo 1 druk over. Ik ben wat gewend. En wat heet, te weinig service? Bij de super markt pakken ze je boodschappen in en zetten ze je karretje weg alsof je zelf geen handen hebt. Verwende dames laten de in- pakker de boel ook nog in de auto laden, terwijl ze zelf toekijken. De service is soms overdreven. Koop een rol plakband en je krijgt weer een plastic tas in je handen geduwd. En als je beleefd wei- j gert, vraagt de verkoper bezorgd: „Weet u het zeker?" Maar goed, de publieke sector is een andere zaak. De Zuidafrikaanse burocraten zijn net zo almachtig als de Oosteuropese en bo vendien is het met de opleiding van veel baliepersoneel droevig gesteld. Vijftien jaar I schoolstaking tegen de apartheid plus de veel te grote klassen in de zwarte woonwij ken hebben hun sporen achtergelaten. Daar had Oost-Europa me niet op voorbe reid. Ik zou Peters auto overnemen en die moest op mijn naam worden overgeschreven. Dat leek geen probleem, tot de dame achter het loket een fout op het registratieformulier van de wagen ontdekte: een verkeerd mo tornummer. Al snel bleek dat een ambtenaar ooit mo torblok- en motornummer had verwisseld. En dankzij die blunder moesten wij naar de verkeerspolitie voor een bewijs dat de auto niet gestolen was. Daar was de kwestie van het motornummerl snel opgelost. Maar de verkeerspolitie heeft een slechte reputatie hoog te houden en dus vond de dienstdoende agent een nieuw probleem: een vals chassisnummer. Nou ja, vals. De auto had ooit een aanrijding gehad en bij het overspuiten was het plaatje met het chassisnummer er tijdelijk afgehaald. Maar dat ging zomaar niet, zei de agent. Daar was een beëdigde verklaring van de spuiter voor nodig. En verder mompelde hij nog iets onverstaanbaars waaruit wij begre pen dat we naar Peters wijkbureau moesten om het proces-verbaal van het ongeluk te achterhalen. Nu was die botsing inmiddels twee jaar her en Peter wist de datum niet meer precies. De dienstdoende agent schoof ons het ver halenboek toe om het zelf uit te zoeken. Niets. Waar had het ongeluk dan precies plaatsgevonden? Oh, maar dan moesten we op een ander bureau zijn. Maar ook dat leverde niets op, zelfs niet toen we via de verzekering datum en ver baalnummer hadden achterhaald. We lie pen stuk op een dame die zei dat ze ons niet kon helpen. Pas na lang aandringen mochten we zelf in het verhalenboek kij ken. En daar vonden we wat we zochten. Tenminste, we vonden op de juiste datum een ongeluk van een auto met ongeveer het juiste nummerbord, een bestuurder met ongeveer Peters achternaam en ongeveer de juiste ongeluksplaats. Het enige dat niet ongeveer was, was het verbaalnummer. Dat leek in niets op het nummer dat de verze kering ons had gegeven. Een dag en nog wat meer burocratische er- gen issen later konden we eindelijk de over schrijving regelen. Wijsgeworden keek ik nog eens of het registratieformulier nu klopte. En zag alweer dat verkeerde motor nummer. De dame achter de balie werd nog boos ook toen ik haar vroeg dat meteen maar even te corrigeren. runa hellinga correspondent Ex-werknemer krabbelt na massa-ontslag weer uit het dal Eindhovense vrachtwagenfabriek DAF maakt weer winst. Veel ontslagen werknemers zijn er na anderhalf jaar bovenop gekrabbeld en hebben tijdelijk of soms vast werk. Toch heeft het faillissement bij DAF, nu an derhalf jaar geleden, diepe wonden geslagen. Ex-werk- nemer Johan van Kessel (46) heeft over het beroemde familiegevoel bij DAF alleen schampere woorden over. „In slechte tijden leer je je vrienden kennen. Zo was het ook bij DAF. Na de ontslagen werd het muisstil." Toen Johan van Kessel op die beruchte 26 februari 1993 zijn ontslagbrief in de brievenbus vond. was er naast verdriet ook een gevoel van bevrijding. Al twee jaar daarvoor was Van Kessel verzeild geraakt in een maal stroom van interne reorganisaties, die diepe sporen heeft achtergelaten in zijn ziel. Een schrale troost: toen hij samen met 2.699 andere DAF-fers op straat stond, was hij tenminste niet het enige slachtoffer. Van Kessel was plaatsvervangend hoofd logistiek en had 29 jaar met plezier bij DAF gewerkt. Het moeilijkste vond hij nog wel dat die ontslagbrief een periode van grote maatschappelijke onzekerheden inluidde. „Werk gevers gaan steeds meer over op tijdelijke aanstellin gen. terwijl de andere kant van de maatschappij, zoals hypotheekinstellingen, juist steeds meer zekerheden vragen", ondervond Van Kessel. „Ik wil vastigheid, om dat de maatschappij vastigheid wil." STANDAARDVERHAAL DAF voert nu langzaam de produktie weer op en heeft weer tweehonderd nieuwe produktiemedewerkers aan genomen. Onder hen zijn ook voormalige DAF-fers. zoals bij het faillissement aan de vakbonden beloofd is. Maar voorlopig gaat het vooral om tijdelijke contracten. Van Kessel behoort vooralsnog niet tot die groep die weer bij DAF door de poort gaat. Uitsluiten doet hij die mogelijkheid niet. want zelfheeft hij nog altijd geen vaste baan. Maar Van Kessels geschiedenis ontkracht ook het standaardverhaal dat veertig-plussers niet meer aan de bak komen. Na een kortstondige carrière als Oud-werknemer van DAF Johan van Kessel is 'heel dankbaar' voor de hulp van het arbeidsbureau. „Die ingang hou ik be wust open", zegt hij. „Iedere week ga ik daar nog even langs en drink een glaasje cola." foto gpd full-time sollicitant vervulde hij eerst een succesvolle opdracht bij Campina en werkt nu bij de Technische Universiteit Eindhoven als inkoper centraal technische dienst. „Hartstikke leuk werk", leeft Van Kessel op. „Motivatie helpt heel sterk om weer aan de slag te komen. En ik ben heel praktisch ingesteld. Ik ben heel dankbaar voor de hulp van het arbeidsbureau. Die ingang hou ik be wust open. Iedere week ga ik daar nog even langs en drink een glaasje cola." Zijn ex-collega's verklaarden hem voor gek, omdat hij op tijdelijke basis aan de slag ging. „Maar ik werk liever dan dat ik mijn handje op hou", zegt Van Kessel. „Een stapje terug doen is niet erg. Als ik maar in de running blijf." HARDER Het drama bij DAF heeft Van Kessel wel harder en be- rekender gemaakt. „Mijn vroegere collega's zijn vrien den voor een uur geweest. Als het hun uitkomt, pakken ze je toch. Als er nu op mijn werk iemand jarig is, felici teer ik hem. Ik ga niet meer mee een potje bier drinken. Ik hou voortaan afstand. Vrienden zoek je, maar colle ga's krijg je opgedrongen. Ik doe niet meer mee aan die spelletjes." Van Kessel houdt de ontwikkelingen bij de herrezen DAF van een afstand in de gaten. Veel ex-werknemers beschouwen het nieuw opgerichte bedrijf nog steeds als de oude DAF, omdat nog steeds dezelfde mensen aan de top staan. Dat bedrijf kan nu weer opvallende winstresultaten presenteren, maar dat is ten koste ge gaan van spaartegoeden van ex-werknemers, kleine aandeelhouders en leveranciers. Velen hebben bittere gevoelens, omdat ze denken dat DAF 'mooi weer speelt' met hun geld. Van Kessel denkt nog liever niet aan de dag na 1 janua ri, wanneer zijn contract met de TU afgelopen is. Ook over misgelopen pensioengelden wil hij voorlopig niet tobben. Bij het vinden van een nieuwe baan wil hij zich vooral flexibel opstellen. Ook een baan in het buiten land sluit hij niet uit. Uiteindelijk heeft zijn ontslag bij DAF ook positieve dingen opgeleverd. „Ik heb veel nieuwe dingen ont dekt. waar ik anders geen weet van had. Er is zeker een leven na d'n DAF. Misschien nog wel beter." eindhoven sigrid van iersel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 2