A.IK ATöhioeff LEI DEK
De tweede
jeugd van een
honderdjarige
éi
S
Strenge
iWIUtti/iUHfil
^—3^ 995
De Leiclse vuurwerkfabriek Kat bestaat honderd jaar. Het bedrijf was al bijna in de
vergetelheid geraakt, maar nu twee nieu we eigenaars de lont in handen hebben
genomen, gaan de vonken er weer van afspatten. Uiteraard blijft Kat leverancier
van het kleine vuurwerk dat met 'oud en nieuw' massaal de lucht in gaat, maar
meer nog dan vroeger wil Kat zelf knallende vuurwerkspektakels verzorgen.
Bijvoorbeeld op 3 oktober, waar de afgelopen jaren een concurren t het afsluitende
spektakel bij de viering van Leidens Ontzet verzorgde.
Kat: een honderdjarige, bezig aan haar tweede jeugd.
Vuunverkfabriek Kat vonkt weer
in
en betere schuilplaats voor een bedrijf
dat niet graag naar buiten treedt, is
JÊLm^A nauwelijks denkbaar. De vuurwerkfa
briek van Kat ligt ingeklemd tussen de oude vuil
verbranding aan de Metzustraat en de rioolwater
zuivering aan de Stadspolderweg. Vrijwel onvind
baar. Zelfs sommige buurtbewoners weten niet
waar de opslagbunkers van het hoogst explosieve
materiaal liggen. Al kennen ze de naam Kat na
tuurlijk wel. Want de gillende keukenmeiden, het
bengaalse vuur en de romeinse kaarsen-van Kat
zijn landelijk bekend.
Honderd jaar geleden richtte Leidenaar Jacques
Kat zijn beroemde vuurwerkfabriek op. Beter ge
zegd, hij ging serieus aan de slag met het werk
waar Johan Loeff - een apotheker die met chemi
caliën prutste - in 1826 mee begon. Kat, die vol
gens zeggen bezeten was van vuurwerk en altijd
maar bezig was met het uitvinden van nieuwe
knaleffecten, was volleerd vuurwerkmaker. Hij
had zijn kennis opgedaan in Frankrijk.
De eerste fabriek van Kat stond op de hoek van
de Rijnsburgerweg en de Wassenaarseweg. Tij
dens de Eerste Wereldoorlog kocht hij het terrein
aan de Stadspolderweg en liet hij de schuren van
houtzaagmolen Het Zwarte Schaap verbouwen tot
werkplaats.
Kat timmerde na de oorlog stevig aan de weg en
groeide in korte tijd uit tot de grootste producent
van vuurwerk. Kat werd hofleverancier van het ko
ninklijk huis en mocht daardoor de statige titel
Koninklijke Nederlandse Kunstvuurwerkfabriek
dragen.
In de bloeiperiode, zeg maar de jaren dertig,
was Kat een begrip kt Nederland. Er ging geen
evenement voorbij zonder vuurwerkspektakel van
de Leidse fabriek. Want Kat maakte niet alleen
vuurwerk, de dertig medewerkers verzorgden ook
reusachtige knalfestijnen. Bijvoorbeeld op de
trouwerij van prinses Juliana en prins Bernhard in
1937 en bij het 25-jarig bestaan van de Limburgse
staatsmijnen. En natuurlijk was Kat present op de
Leidse 3 - oktoberfeesten
Indertijd betaalde een klant 150 gulden voor
een programma dat bestond uit soms wel veertig
'afdeelingen' met regens van vuurpijlen, vonkfon-
teinen en kanonslagen. Zo werd het prinselijk
paar tijdens het huwelijksfeest in 1937 getrakteerd
op een Groot Magnesiumwonderfront, De Zilveren
Triangel, gevormd door -drie groote magnesium -
zonnen, welke een schitterend vonkenspel nonnen,
waartusschen machtige zilveren bundels ontstaan,
waardoor een zeer groot vuurfront ontstaat met
schitterende verlichting. Eindigende met kanonsla
gen.
Nieuw leven
Als Wout Bergers dit programma leest, is de schit
tering in zijn ogen zichtbaar. De eigenaar van de
bekende sportzaken in Leiden heeft zojuist een
rondleiding gegeven over het zo zorgvuldig ver
borgen en zwaar beveiligde terrein. Bergers kocht
samen met de Stompwijkse zakenman Marco Lex-
mond vorig jaar de fabriek van de familie Van
Eeuwijk (mevrouw Van Eeuwijk was de dochter
van Jacques Kat). „Wij willen de fabriek nieuw le
ven inblazen."
Kat Vuurwerk, de marktleider van weleer, lag de
laatste jaren min of meer op zijn gat. De werk
zaamheden bleven beperkt tot het invoeren van
vuurwerk uit China en de distributie daarvan over
de detailhandel. Verder maakte de fabriek nog wat
mengpoeders voor de staalindustrie. Het verzor
gen van knalspektakels was er al helemaal niet
meer bij. Bergers: „Tja, als zakenman heeft mij dat
wel bevreemd. Als je een naam hebt met zó'n
klank in het hele land, dan moet je daarvan profi
teren. Maar op een of andere manier hadden de
vorige eigenaars geen behoefte aan publiciteit."
Een hoog, elektronisch afsluitbaar hek, verspert
de toegang tot het fabrieksterrein. Dat hek is een
dikke tien jaar geleden geplaatst, in een periode
dat Kat nogal vaak doelwit was van jeugdige vuur-
werkdieven. Van bedrijvigheid op het terrein kun
je nauwelijks spreken: Kat telt tegenwoordig nog
maar vijf werknemers. Een groep lome zwerfkat
ten kuiert rond het kantoor. „De kat heeft uiter
aard een symbolische betekenis voor de vuur
werkfabriek. Volgens mij zat de kat vroeger ook in
het logo. Daarom vind ik het zo leuk dat die bees
ten hier rondhangen. Ze krijgen elke dag eten en
drinken." Verder valt de batterij opslagbunkers in
het oog. In die bunkers staan de dozen vuurwerk
opgestapeld. „Overgebleven partijen van oud en
nieuw, maar ook al weer de zendingen voor de ko
mendejaarwisseling."
Het nieuwe eigenaarsduo is vorig jaar voortva
rend begonnen. Kat Vuurwerk timmert weer aan
de weg en nu al verzorgt de fabriek zo n veertig
grote vuurwerken per jaar. „Onlangs hebben we
voor grote evenementen. De Vos doet dat al 36
jaar. Hij maakte 16 keer het vuurwerk voor de 3-
oktoberfeesten. „De kunst is om lonten, pijlen en
mortieren zó te koppelen dat het vuurwerk een
compact geheel vormt en dat alle sier elkaar snel
opvolgt. Je kunt niet een vuurpijl afsteken en dan
vijf minuten niets laten zien."
Verder houdt Kat zich (ook nu) nog bezig met
het mengen van 'knalpoeders', zoals Bengaals
vuur en witte rookpoeder. Bengaals vuur wordt in
staalindustrie gebruikt. Het felle rode vuur maakt
het mogelijk om beter in de ovens te kijken. Witte
rookpoeder wordt soms nog gebruikt bij brand
weeroefeningen. Die mengsels zijn gebaseerd op
recepten, waarvan Kat het geheim zorgvuldig be-
Evenementen
In tegenstelling tot de familie Kat willen de nieuwe
eigenaars wel naar buiten treden. „Onze hele be
nadering is anders. Wij zoeken nieuwe klanten op,
tonen ons assortiment en maken reclame voor de
evenementen. Het werkt, want we merken nu al
dat de vraag toeneemt. Tegenwoordig maakt men
van het 25-jarig huwelijkfeest van pa en ma een
'knal'-evenement. Het zijn niet meer alleen jaar
markten en eeuwfeesten." De orders voor volgend
jaar, als Nederland het 50-ste herdenkingsfeest
van de bevrijding viert, stromen al binnen. „We
redden het nu nog met vijf man, maar als het zo
doorgaat is meer personeel nodig."
Over de afzet van het kleine vuurwerk voor oud
en nieuw heeft Kat niet te klagen. Ernstige ver
minkingen aan handen, beschadigde ogen en
brandwonden ten spijt, schiet Nederland elk jaar
weer voor meer miljoenen guldens de lucht in.
Maar aan de veiligheid van Kat's vuurwerk valt
nauwelijks te twijfelen, zegt Bergers. De legale
handel staat onder scherpe controle van de Keu
ringsdienst van Waren, die nauwlettend het vuur
werk inspecteert. „Die regelgeving in Nederland is
prima, maar wel erg scherp. Andere landen, zoals
Duitsland en België, nemen het minder nauw,
waardoor het illegale circuit steeds groter wordt.
En daar hebben wij als erkende vuurwerkimpor
teur veel last van, want je draagt wel je naam mee.
Al die honderdduizend-klappers die je tegenwoor
dig al ver voor de jaarwisseling hoort, zijn dus ille
gaal. Die mogen wij niet eens verkopen."
Voor het eerst in al die jaren heeft Kat nu ook
een heus uithangbord. De grijze muur naast de in
gang van de fabriek, die de omheining vormt van
de vuilverbranding, is beschilderd met een veel
kleurige grafitti. Wie over het Stadspolderpad
fietst, kan de muurschildering niet ontgaan. Ove
rigens heeft de gemeente Leiden weinig waarde
ring kunnen opbrengen voor het kunststukje, dat
illegaal is geplaatst op gemeentelijk eigendom.
Momenteel vindt er druk overleg plaats over het al
dan niet verwijderen van de verf.
Bergers heeft nog meer in petto voor de Leidse
bevolking. „We willen het honderdjarig bestaan
opluisteren met een open dag. De fabriek is 100
jaar verboden gebied geweest, we willen de men
sen nu eens de gelegenheid geven het bedrijf te
bezichtigen." Bang dat bekendheid van de fabriek
criminelen lokt, is Bergers niet: „De tent is goed
beveiligd."
ZATERDAG 3 SEPTEMBER 1994
Vuurwerk vindt waarschijnlijk zijn
oorsprong in China. In de twaalfde
eeuw gebruikte men daar vuurpijlen
voor oorlogsdoeleinden. Het zwarte buskruit
(houtskool, zwavel en salpeter), het basisma
teriaal van het huidige vuurwerk, kwam later
via Arabië naar het Westen.
Vuurwerk vormde aanvankelijk onderdeel van
een toneelspel. Later, in de vijftiende eeuw,
werd het een zelfstandig schouwspel. Men
bouwde zogeheten vuurwerktheaters, die niet
zozeer harde knallen en spetterende fontei
nen, maar meer lichtfiguren toonden. Later is
het vuurwerk op latwerk in zwang geraakt.
Men timmerde stellages en liet aan alle kan
ten siervuurwerk ontsteken. Kat Vuurwerk
maakt voor evenementen ook nu nog latwer
ken met lichtjes. Zo is er ooit een latwerk ge
maakt waarop de zin 'Haarlemmerstraat, een
kilometer koopplezier' in felle lichtjes ont
brandde.
Nederland heeft iets met het kleine vuurwerk,
dat met 'oud en nieuw' massaal de lucht in
gaat. De handel in vuurwerk per hoofd van de
bevolking is het grootst van Europa. En: de
regelgeving geldt als de meest strenge.
Slechts drie dagen per jaar mag het officieel
worden verkocht. Terwijl bijvoorbeeld in lan
den als Spanje en Oostenrijk de vuurpijlen
het hele jaar door in de supermarkt verkrijg
baarzijn.
Voorts stelt Nederland zeer strenge veilig
heidseisen aan het knalvuurwerk. Een rotje
mag niet harder klinken dan 150 decibel,
strijkers zijn verboden en een duizendklapper
is de maximale explosie-sterkte die de win
kels mogen verkopen. Dat heeft in de hand
gewerkt dat een illegaal circuit is ontstaan
waarin jaarlijks meer dan tien miljoen gulden
omgaat. De duizendvoudige klappers zijn
hiervan de belangrijkste exponent geworden.
In de collectie van Kat Vuurwerk zit tegen
woordig een driehonderdduizendklapper,
maar die is absoluut niet bedoeld voor de
winkels, maar vormt een hele speciale surpri
se in het evenementenvuurwerk.
Jan van Houten (links) en Chris de Vos in de werkplaats van Kat bezig aan een nieuw evenementenvuurwerk.
FOTO HIELCO KUIPERS
nog het badseizoen van Noordwijk uitgeluid. En
hopelijk is Kat ook weer present op 3 oktober."
De relatie met de 3 October Vereeniging is altijd
wat gevoelig geweest. Al in 1907 had Jacques Kat
een conflict met het bestuur. Het verhaal gaat dat
de 3 October Vereeniging ontevreden was over het
geleverde vuurwerk van Kat in voorgaande jaren
en om die reden in zee ging met concurrent
Schuurmans uit Leeuwarden. Kat moet toen zo
boos zijn geworden, dat hij een groepje jongens
voetzoekers in de handen heeft gedrukt om het
vuurwerk al tijdens het opstellen te laten ontvlam-
In 1985 kwam een einde aan de samenwerking
tussen de 3 October Vereeniging en Kat. Van der
Nat, een medewerker van Kat die altijd het vuur
werk verzorgde voor 3 oktober, nam dat jaar ont
slag en begon voor zichzelf in de Oosterdwars
straat. De Vereeniging bleef met hem samenwer
ken, en tot op de dag van vandaag is Van der Nat,
die zijn fabriek tegenwoordig in Steenwijk heeft
staan, leverancier. Bergers: „We zijn nu hard bezig
om de Vereeniging als klant terug te winnen. Dat
beschouw ik puur als een prestigekwestie. Een
Leidse fabriek behoort het grootste Leidse feest
van vuurwerk te voorzien."
Vuurwerk maken doet Kat al heel lang niet
meer. Toen in de jaren zestig het Chinese vuur
werk de Europese markt veroverde, loonde het
steeds minder om zelf nog met lontjes, karton en
buskruit te friemelen. De produktiekosten lagen
en liggen in China nu eenmaal veel lager. Kat is nu
een van de zeven erkende fabrieken die vuurwerk
mag importeren. „Alles komt uit China. Daar
wordt het vuurwerk nog met de hand gemaakt.
Niet in grote fabrieken' maar in barakken en klei-
Een poster van Kat uit de jaren dertig.
ne werkplaatsen verspreid door provincies."
Toch vindt er ook in de verborgen schuren van
Kat ambachtelijk (hand)werk plaats. Chris de Vos
en Jan van Houten verzinnen er vuurwerkstunts