Steun in de rug voor jonge ontwerpers
Wrakvissen voor de échte liefhebber
Leven en wonen
Meer water dan plant
GreenCard:raad-en-daad
voor de tuinliefhebber
6 DONDERDAG 18 AUGUSTUS 1994
TUIN
De mens die toch wel stevig en
compact overkomt, bestaat
voor 65% uit water, de plant
voor 95% en topper is de kwal,
met maar liefst 98% water. Dat
is even schrikken. Er zit zo wei
nig vastigheid aan al wat leeft!.
Over het gebrek aan vastigheid
gaat het deze keer. Er is weinig
Ivoorstellingsvermogen nodig
om na te gaan wat er gebeurt
als die 95% door omstandighe-
den 70% worden. Dan is het ge
daan met de plant. Hieruit blijkt
dat te weinig voeding voor een
plant veel minder fataal is dan
te weinig vocht. Te weinig voe
ding resulteert in slechte groei
en verkleuringsverschijnselen.
Te weinig vocht resulteert in
jverwelken en dan doodgaan.
[Hierbij moet even aangetekend
worden, dat potplanten na te
veel water gedurende te lange
tijd (vooral plastic potten zijn
wat dat betreft fataal) ook dood
gaan aan te weinig water! Ze
verwelken omdat de wortels
[verrot zijn en geen vocht meer
op kunnen nemen.
Terug naar de tuin. Er moet, na
'het natte voorjaar, flink gegoten
worden. De planten hebben
niet veel diepe wortels gemaakt.
Ze zijn verwend door al die nat-
jtigheid. Dus gieten of sproeien
zodra het te droog wordt en dan
altijd zoveel dat de grond door
en door nat is. In de meeste ge-
jvallen is eens per week lang
i sproeien voldoende. Het beste
.tijdstip om ermee te beginnen
is als de zon onder gegaan is en
de temperatuur begint te dalen.
ÏHet verschil tussen ijskoud wa
ter en hete zon is voor alle plan
ten slecht en kan ziekten en pla
gen tot gevolg hebben.
Pot en kuipplanten moeten met
lauwwarm water worden gego
ten om ze niet te laten schrik-
!ken. Ze hebben het toch al
moeilijker dan hun soortgeno-
ten in de volle grond. De potten
worden immers gloeiend heet
;in de zon en dan weegt het ver-
schil in temperatuur tussen wa
ter en grond nog zwaarder. Ook
hier geldt: zorgen voor door en
door vochtige grond, maar
vooral niet te nat. Er moet nog
lucht bij kunnen.
Wat velen vergeten is dat pot
en kuipplanten ook gietwater
nodig hebben als het regent.
Vooral planten die de aarde ge
heel met blad afdekken. Dan
|kan de regen er niet bij en
wordt de grond kurkdroog.
LEZERSVRAAG
'Geduld is een schone zaak'.
'Deze oeroude spreuk gaat ook
op voor MEVROUW VAN TON
GEREN UIT IJMUIDEN. Zij is
teleurgesteld omdat haar vorige
herfst geplante braam ditjaar
bloem noch vrucht heeft voort
gebracht. Dat is niet meer dan
normaal. Maar waarschijnlijk
heeft de plant wel mooie, glad
de, nieuwe takken gemaakt,
i Wees zuinig op deze takken,
bind ze vast en volgend voorjaar
komen er bloemen en vruchten
aan. Mochten er geen
takken gevormd zijn, dan nog
een jaar heel zuinig zijn met de
bestaande takken, die volgend
jaar zeker ook een aantal bloe
men en vruchten voort zullen
•brengen. Tot slot: als de braam
volgend jaar nieuwe takken
heeft gemaakt en vruchten
heeft voortgebracht, dan wor
den ze in de winter afgeknipt en
wordt hun plaats ingenomen
door weer nieuwe takken. Suc
ces ermee.
H. LEEPEL UIT HEEMSTEDE
vraagt wanneer je oleander en
kalanchoë moet snoeien. De
oleander wordt meteen na de
bloei gesnoeid. De uitgebloeide
takken tot op de helft en alle te-
lange takken ook tot op de helft.
Wil men de oleander die al te
groot is flink inkorten, dan kan
dat in het najaar, al zal bij een
te sterke snoei volgend jaar iets
minder bloem zijn dan dit jaar.
De mijne althans: een witte, een
roze en een gele bloeien bij de
ze hitte mooier dan ooit. Nog
een tip: een vriendin van mij
heeft van de oleander alleen één
stevig stammetje laten staan.
Alle zijtakken weg, alleen een
klein pluimpje aan het einde
van de stam. De stam wordt ge
steund met een bamboestok.
Dit jaar ontwikkelen zich boven
op de stam talloze rijkbloeiende
takken die als een waterval af
hangen.
En nu de Kalanchoë. De meeste
soorten kunnen gemakkelijk ge
stekt worden. Dus als de moe
derplant niet meer mooi is, ver
dient het aanbeveling om op
nieuw te beginnen met jonge
planten. Neem stekken van on
geveer 7 cm, doe deze in een
potje met turf en zand, zet ze op
een warme, lichte plaats, houd
vochtig maar zeker niet nat.
Hoewel het voorjaar de beste
stektijd isjs mijn ervaring dat je
deze plant de hele zomer kunt
stekken. Soms heeft de moeder
plant zin om ook weer uit te lo
pen en dan kun je een hele ven
sterbank vol zetten met Kala-
choë.
Komt er bij u al tuinierend of
wandelend in de natuur een
vraag op? Greet Buchner zal
proberen voor u het antwoord
te vinden. De vraag kunt u op
sturen naar Damiate Dagbla
den, Postbus 507, 2003 AP
Haarlem t.a.v. de redactie LE
VEN EN WONEN.
HUGO J. SMAL
GreenCard is een onafhankelij
ke organisatie die zich tot doel
heeft gesteld particuliere tuin-
bezitters met raad en daad ter
zijde te staan. Een team van
deskundigen, elk met een eigen
specialiteit, is op vaste dagen in
de week paraat om telefonische
vragen van leden te beantwoor
den.
In zeer korte tijd meldden
zich al ruim 50.000 leden aan.
Wim Oudshoorn, een van de
specialisten, kreeg in de eerste
drie weken meer dan duizend
telefonische vragen te verwer
ken. Zijn vaste 'beldag' is don-
derdag, de plantjesdag.
Het team bestaat verder uit
John Hoogendoorn, initiatiefne
mer en directeur van Green
Card, die 's maandags vijverdag
houdt: Ben van Ooijen, oprich-,
ter van de bekende informatie-
tuinen Appeltern, geeft op dins
dagen informatie en adviezen
over harde tuinmaterialen; 's
woensdags kunnen leden die
met juridische tuinproblemen
worstelen bij mr. Peter Seghers
j terecht, en op vrijdagen staat de
tuinarchitectuur centraal. De
tuinarchitecten van de Groen-
groep uit Boskoop geven dan
ideeën en aanwijzingen over
aanleg en vormgeving van de
tuin.
Tuin wacht
Niet ülle zaken kunnen telefo
nisch worden afgedaan. Het lid
maatschap van GreenCard geeft
recht op veel verdergaande
hulp. De organisatie beschikt
namelijk over een 'Tuinwacht',
bestaande uit bekwame, erken
de hoveniers, die bij je langs ko
men om je tuin te bekijken en
adviezen te geven. Eens per jaar
kan gratis van die service ge
bruik worden gemaakt.
Daarnaast is er ook de Green
Card Tuindienst die tegen een
speciaal ledentrafief helpt bij
omvangrijk tuinwerk dat je niet
alleen aan kunt. Ook kan deze
dienst worden ingeschakeld om
tijdens vakantie, e.d. je tuin te
onderhouden.
(Her)ontwerpen
Verder biedt de organisatie
voordelige abonnementen op
toonaangevende tijdschriften in
de tuin- en natuursector. Voor
zo'n twintig recreatieparken,
op
gebied en showtuinen gelden
voor leden extra lage toegangs
prijzen. Op het programma
staan excursies, en reizen naar
beroemde tuinen in het buiten
land.
Wie zelf zijn/haar tuin wil
(her)ontwerpen kan daarvoor
bij GreenCard een aantrekkelij
ke schriftelijke cursus volgen. Of
een tuinschetsontwerp laten
maken, eventueel zelfs met een
gedetailleerd beplantings- en
bestratingsplan.
Elk kwartaal ontvangen de le
den een informatiekrant met
veel wetenswaardigheden op
tuingebied.
Het lidmaatschap van de
nieuwe 'tuin-EHBO-ANWB'
kost 40 gulden per jaar. Opge
ven kan bij GreenCard, ant
woordnummer 10004, 2700 VB
Zoetermeer, of telefonisch 0 79-
62 16 21.
Tien jaar Nederlandse meubelprijzen
Dit is de Antilope
landse meubelontwerp
Karei Boonzaaijer in 1985 de Prijs v
Hugo Timmers won met dit stoeltje in 1992 de prijs voor 'Jonge ontwerpers'.
VISSPORT
Bram van Leeuwen
Wrakvissen is bezig in snel tem
po een passie te worden van het
steeds groeiende legertje henge
laars dat de beschikking heeft
over een eigen zeewaardige vis-
boot. Pessimisten beweren dat
door de stelselmatige overbevis-
sing van de Noordzee de
scheepskerkhoven de allerlaats
te plekken zijn waar nog een
behoorlijk maaltje vis bijeen te
sprokkelen valt.
Optimisten daarentegen, om
schrijven de directe omgeving
van vergane schepen als verruk
kelijke oases in de zoute water
woestijn, waar je bevrijd van de
dagelijkse beslommeringen in
alle rust altijd wel een verras
sende of uitbundige vangst te
boeken valt.
Zeker voor die categorie pis-
catoriale speurneuzen, die er
een eer in stelt na veel plotten
en peilen eigenhandig een niet
geregistreerd wrak te ontdekken
en die nog maagdelijke visplek
te bestoken met zeepieren, za
gers of zware pilkers.
Een pionier op dat gebied,
een tegelijk een harststochtelijk
liefhebber van alles wat met het
zilte nat, varen en vissen te ma
ken heeft is Cees Juffermans. In
het dagelijkse leven directeur
van Poelgeest Fishingboats in
Oegstgeest, en dus zakelijk be
trokken bij de levering van alles
wat een wrak ver uit de kust
snel en veilig bereikbaar maakt.
Maar tegelijkertijd ook een
onbezoldigd ambassadeur van
de zeesportvisserij, eert pure
propagandist van het vissen
rondom de 'zeemansgraven',
waarvan de Hollandse kust er
honderden telt. Vele in kaart ge
bracht door de Hydrografische
dienst van de Koninklijke Mari
ne maar evenzo vele die wach
ten op exploratie door nieuws
gierige sportvissers.
Als we 's ochtends even na
tien uur aan boord van zijn
'Zuidwester', een luxe Offshore
707, de havenhoofden van
Scheveningen achter ons heb
ben gelaten en de 230 paarde-
krachten van de dieselmotor in
de strijd worden geworpen te
gen de elementen, is de eindbe
stemming tevoren al bepaald.
In de dikke multomap met
honderden coördinaten voor
evenzovele scheepsrestanten op
een meter of twintig onder het
zeeoppervlak is de keuze geval
len op wrak nummer 53. De na
vigator voor het Global Positio
ning System is inmiddels gepro
grammeerd met de juiste gege
vens. En tijdens de tocht naar
stroming - via de sonar het zoe
ken naar de juiste ankerplaats
ten opzichte van de wrak. 'Want
een meter of tien er naast en je
bent vrijwel kansloos.'
Als de schroef van het schip,
dat een paar meter boven het
zand uitsteekt, na korte tijd met
de sonar is gelokaliseerd kun
nen de .hengels in gereedheid
worden gebracht. Korte
bootstokken, kloeke zeemolens
met vinger-pickup en een pa
ternoster compleet met lijnaf-
nose laat niet lang op zich
wachten. Al na enkele minuten
wordt de eerste steenbolk bin
nenboord gehaald. Een sport
visser die wat onrustig is en te
snel wil inspecteren of zijn aas
niet door krabben is geconsu
meerd, wordt direct geconfron
teerd met de vangst van twee
makrelen. Want die blijken in
de hogere waterlagen in flinke
aantallen aanwezig en direct
bereid de langsdwarrelde zee-
pieren, of wat daarvan over is.
gg - J - -
Cees Juffermans met een gul van 'zijn' wrakje op ruim tien mijl uit de kust.
foto dick van der plas
de vooraf bepaalde plek op on
geveer 10,5 mijl uit de kust,
geeft het minuscule elektroni
sche wonderkastje feilloos aan
welke koerscorrectie moet wor
den uitgevoerd en op welk tijd
stip we precies de uitverkoren
visplek zullen bereiken.
Aangekomen bij het 'Juffers-
manswrak', want die bijnaam
heeft de plek door zijn frequen
te bezoeken verworven, wordt
direct een kleine markerings-
boei uitgezet en begint - reke
ning houdend met wind en
houders, twee flinke gulhaken
en een flink bonk lood. Eenmaal
voorzien van een zeepier zwaai
en ze even later overboord en
begint het wachten op het in
lossen van de 'vangstgarantie'
die Cees Juffermans en zijn vas
te 'varensgezel' Kees de Ridder,
al in de thuishaven hebben ge
geven: 'Vis vangen we vandaag,
dat staat vast. Alleen hoeveel en
hoe groot dat is een kwestie van
het getij, de bijtlust van de vis
en een portie geluk.'
De bevestiging van zijn prog
te lijf te gaan. Helaas is er deze
door fraai zonnig weer begun
stigde visdag één dissonant. De
harde wind het afgelopen week
einde (windkracht 6 uit het
noordwesten met een enkele
uitschieter naar 7), zorgt ook 24
uur later nog voor een forse na-
deining, die een collega en mij
danig parten spelen.
Achteraf verwijt ik mezelf
hardgrondig dat ik toch dat spe
ciale pleistertje niet achter m'n
oor heb geplakt of die tabletten
heb geslikt, want zo'n ernstige
vorm van zeeziekte is me niet
eerder overkomen.
De aanwezige visstand blijkt
echter geen boodschap te heb
ben aan mijn bleke gelaatskleur
en de bij tijd en wijle gevoerde
conversatie met de golven. De
eerste gulletjes dienen zich aan,
en hoewel ze wat klein van stuk
zijn, bieden ze leuke sport. Ook
de bijtlust van de steenbolk, die
zich kennelijk in grote aantallen
rond het betrekkelijk kleine
scheepswrak heeft verzameld,
blijkt goed, getuige de regelma
tige vangst van een paar flinke
'bolken'.
„Zeebaars heb ik op deze plek
nog nooit gevangen", zegt Cees
Juffermans, „dan moetje zuide
lijker zijn, bijvoorbeeld bij de
blokkendam." Wel heeft hij er
onlangs nog een paar flinke
hoogruggige bramen gevangen.
Foto's leveren het onweerlegba
re bewijs. En terloops meldt
Cees dat hij recentelijk nog een
schol van 53 centimeter naar
binnen heeft getakeld. „Dat is
waar ook, ik heb helemaal ver
geten om die vangst als record
te melden....Moet ik toch nog
even doen."
Even later is het weer de gul
die acte de presence geeft. Ruw
geschat een pondje of zes. En
de haken die leeg of bijna leeg
de tocht naar boven maken
worden weer trouw voorzien
van makreel of horsmakreel.
Op de terugtocht naar de ha
ven wordt nog even het onder
ste uit de kan gehaald. Wat de
Zwitserse makers aan kracht
heeft opgehoopt in de motor
om de 3000 kilo wegende ka
juitboot voort te stuwen krijgt
even de vrije loop. Resultaat:
met een vaartje van 54 kilome
ter per uur stuiven we voorbij
de pier.
„Is er slecht weer op komst
dan is het belangrijk om snel
thuis te kunnen zijn", licht hij
de full-speed toe. Snel varen en
wrakvissen: Cees Juffermans is
in zijn element.
SPREEKUUR
Brok in de keel
Eén keer had ze het gevoel ge
had dat een stuk appel niet
goed wilde zakken. Eén keer
maar, en verder geen enkele
klacht, geen enkel verschijnsel.
Als ze niet voor iets anders naar
de huisarts had gemoeten, zou
ze het niet eens gemeld hebben.
Maar haar huisarts vond het be
ter om een foto van de slok
darm te laten maken. Dat is een
röntgen foto waarbij je een
soort dunne pap moet drinken,
die röntgenstralen slecht door
laat, zodat de binnenkant van
de slokdarm wordt afgebeeld.
En die foto was niet goed, ze
moest direct door naar de inter
nist en een week en drie onder
zoeken later viel de bijl: u hebt
kanker van de slokdarm. En
daar zat ze, met haar man, haar
dochter van 12 en haar zoontje
van bijna tien. Tweeënveertig
jaar, en de toekomst verdwijnt
achter een muur van angst en
onzekerheid.
Slokdarmkanker (oesophagus-
carcinoom) is een ziekte van de
middelbare leeftijd. Tussen de 5
en 20 mensen per 100.000 krij
gen jaarlijks een vorm van slok-
darmkanker en er bestaat (al
thans in West-Europa) een rela
tie met alcohol- en tabakge-
bruik.
Sommige mensen hebben een
grotere kans op het krijgen van
slokdarmkanker: patiënten met
een Barrett-oesofagus (daarbij
is het slijmvlies van het onder
ste deel van de slokdarm door
chronische irritatie veranderd
in maagslijmvlies), die een 30
tot 40 keer grotere kans hebben
op slokdarmkanker en patiën
ten met achalasie, een aandoe
ning waarbij steeds voedsel in
de slokdarm blijft staan. Er zijn
nog enkele zeldzame aandoe
ningen die een grotere kans ge
ven op deze vorm van kanker,
maar die laat ik buiten be
schouwing.
De diagnose oesophagus-car-
cinoom wordt meestal laat ge
steld. Dat komt omdat de ziekte
pas laat klachten geeft. Meestal
zijn dat slikklachten: het eten
wil niet zakken, of het is pijnlijk
bij passage achter het borst
been. Vast voedsel geeft als eer
ste klachten. Deze klachten tre
den pas op als bijna de gehele
omtrek van de slokdarm is inge
nomen door het gezwel!
Om de diagnose 'hard' te ma
ken is weefsel nodig. Daartoe
wordt met een slang in de slok
darm gekeken (oesophagosco-
pie) en worden met een flexibel
tangetje hapjes uit het tumor
weefsel genomen. Tegelijk
wordt dan gekeken hoe groot de
tumor precies is.
De beste kans op genezing
biedt een operatie, als tenmin
ste al het tumorweefsel verwij
derd kan worden. De operatie is
zwaar, de gehele slokdarm moet
worden verwijderd en op de
plaats van de slokdarm moet of
wel de maag komen ofwel een
stuk dikke darm om gewoon
eten later weer mogelijk te ma
ken.
Omdat de operatie zo zwaar is,
5 tot 15 procent van de geope
reerde patiënten overlijdt ten
gevolge van de ingreep, is die
alleen zinvol als genezing kan
worden bereikt. Is de operatie
geslaagd, dan leeft na 5 jaar nog
ongeveer 23 procent van de pa
tiënten.
Als er al uitzaaiingen zijn, of als
de tumor zit vastgegroeid aan
andere weefsels in de borsthol
te, dan is een operatie niet mo
gelijk. Dat wil niet zeggen dat er
dan ook helemaal niet meer be
handeld wordt. Als je 'niks doet'
bij slokdarmkanker, dan wor
den de slikklachten in rap tem
po erger, tot op een gegeven
moment niets meer kan passe
ren, zelfs het speeksel niet
Een dergelijke mensonwaardige
situatie moet voorkomen wor
den. Men heeft daartoe een
aantal mogelijkheden. Ten eer
ste bestraling van het gezwel. In
de overgrote meerderheid van
de gevallen nemen dan de slik
klachten af voor een periode
van gemiddeld vier maanden.
Dat lijkt heel kort, maar we pra
ten nu over een stadium van de
ziekte waarin meer dan de helft
van de lijders binnen een jaar
na het stellen van de diagnose is
overleden.
Een andere mogelijkheid is het
plaatsen van een buisje in de
slokdarm op de plaats van de
vernauwing. Hierbij treedt
meteen verlichting van de
klachten op in tegenstelling tot
bestraling, waarvan het effect
enkele weken op zich kan laten
wachten.
Mijn patiënt is trouwens geope
reerd. Nu begint het grote
wachten: hoor ik bij die 23 pro
cent die over vijf jaar nog leeft.
Cijfers waar je een brok van in
je keel krijgt.
hi
MARISKA KOSTER
Het Nederlandse designmeubel heeft de afgelopen tien
jaar in binnen- en buitenland naam gemaakt. Designers
als Gerard van den Berg, Jan des Bouvrie, Mazairac en
Boonzaaijer ontwerpen niet alleen voor Nederlandse
meubelfabrikanten, maar werken ook steeds vaker voor
buitenlandse ondernemingen. Dat ons land meer is gaan
betekenen op het gebied van meubeldesign kan voor een
deel worden toegeschreven aan de stimulerende invloed
van de Nederlandse Meubelprijzen, die dit jaar voor tien
de keer worden uitgereikt.
Sem Aardewerk,
(interieur)architect en al sinds
de instelling van deze Meubel
prijzen in 1985 lid van een of
meer jury's: „Tien jaar geleden
was er in de Nederlandse meu
belindustrie nauwelijks sprake
van enig consequent ontwerp-
beleid. Nu hebben de meeste
fabrikanten van eigentijdse
meubelen ontwerpers in vaste
dienst of werken met free-lan-
Artifort was volgens mij een
van de eerste Nederlandse fa
brikanten met een uitgesproken
designfilosofie en een door
dacht ontwerpbeleid. Andere
hebben dit voorbeeld inmiddels
gevolgd. Ook het kwaliteitsbe
leid is duidelijk verbeterd."
De instelling van de Neder
landse Meubelprijzen was een
idee van een groep fabrikanten,
samen met de Koninklijke Ne
derlandse Jaarbeurs en Jan
Schulp van het gelijknamige ad
viesbureau voor public rela
tions. Men wilde hierdoor de in
dustrie stimuleren en (jonge)
ontwerpers een platform bie
den. Door alle inzendingen bo
vendien op de Meubelbeurs in
Utrecht te exposeren zou aan
nieuwe ontwerpen in bredere
kring bekendheid gegeven kun
nen worden.
Driemaal zoveel
In de loop der jaren is zowel bij
fabrikanten als ontwerpers de
belangstelling voor deelname
aan de Meubelprijzen sterk ge
groeid. In het eerste jaar moes
ten de diverse jury's oordelen
over zo'n 80 inzendingen, tien
jaar later is dit aantal opgelopen
tot ruim het drievoudige: 250.
„Niet alleen de kwantiteit van
de inzendingen is toegeno
men", zegt Sem Aardewerk,
„ook de kwaliteit is gestegen".
In ons land, met zijn traditie
van klassieke meubelen, is de
laatste tien jaar het accent gelei
delijk verschoven van het tradi
tionele naar het actuele, eigen
tijdse meubel. Nederlandse
designers hebben bij een breed
publiek erkenning gevonden,
ook in het buitenland.
Deze ontwikkelingen hebben
geleid tot aanpassing van het
concept van de tiende editie
van de Meubelprijzen. Er zijn
twee categorieën toegevoegd:
de 'Prijs voor industriële kwali
teit' en de 'Prijs voor het Neder
landse meubelontwerp bij bui
tenlandse fabrikanten'.
Smaakontwikkeling
Passend in de gehele trend- en
smaakontwikkeling is nü de
'Prijs voor het Nederlandse
klassieke meubel' vervallen. De
uitverkiezing door de beursbe
zoekers van het 'Meubel van het
jaar' zal in 1994 ook niet meer
plaats hebben. De 'Prijs voor
het beste Nederlandse meubel
ontwerp' en de 'Prijs voor jonge
Deze opklapbare tafeltjes van Huub Looze waren in 1993 goed voor zo
wel een eervolle vermelding in de categorie 'Jonge ontwerpers' als voor
de 'Stijlprijs'. foto gpd
ontwerpers' zijn gehandhaafd.
Van de jury voor de laatste
prijs maken onder meer Gerard
van den Berg en Jan des Bouvrie
deel uit. Alle inzendingen din
gen ook dit jaar v\
tisch mee naar de 'Stijlprijs'.
Hetzelfde geldt trouwens voor
de 'Prijs voor industriële pro-
duktkwaliteit'.
Tijdens de Internationale
Meubelbeurs die van 4 t/m 7
september in Utrecht wordt ge
houden, zullen alle inzendingen
voor de Nederlandse Meubel
prijzen 1994, zoals te doen ge
bruikelijk, worden geëxposeerd.
Naar aanleiding van het tienja
rig bestaan van deze prijzen zal
bovendien een overzichtsten
toonstelling worden ingericht
van prijswinnende ontwerpen
uit de afgelopen jaren.
Antilope
Het eerste meubel dat in aan
merking kwam voor de prijs van
het beste Nederlandse meubel
ontwerp, de door Karei Boon
zaaijer ontworpen stoel 'Antilo
pe', is daar in elk geval aanwe
zig. Dat meubel wordt nog
steeds geproduceerd en heeft
dus duidelijk zijn waarde bewe-
De stoel Antilope kan zeker
worden beschouwd als een ont
werp met een geniale vonk,
vooral door de opmerkelijke
constructie die overigens, aldus
Boonzaaijer, maar weinig men
sen echt is opgevallen of opvalt:
de voorpoten dragen de rug, de
achterpoten de zitting.
Karei Boonzaaijer is ervan
overtuigd dat de Nederlandse
Meubelprijzen, de expositie van
ontwerpen op de Meubelbeurs
en de vrij brede publiciteit er
omheen voor talentvolle jonge
designers heel belangrijk zijn
geweest en nog steeds zijn. Een
groot probleem voor de meeste
jonge ontwerpers is namelijk
een fabrikant te vinden die hun
meubel in produktie wil nemen.
En niet altijd is na te gaan of het
bij de industrie een kwestie van
financiën is of eerder van ge
brek aan durf.