Steun in de rug voor jonge ontwerpers Wrakvissen voor de échte liefhebber Leven en wonen Meer water dan plant GreenCard:raad-en-daad voor de tuinliefhebber 6 DONDERDAG 18 AUGUSTUS 1994 TUIN De mens die toch wel stevig en compact overkomt, bestaat voor 65% uit water, de plant voor 95% en topper is de kwal, met maar liefst 98% water. Dat is even schrikken. Er zit zo wei nig vastigheid aan al wat leeft!. Over het gebrek aan vastigheid gaat het deze keer. Er is weinig Ivoorstellingsvermogen nodig om na te gaan wat er gebeurt als die 95% door omstandighe- den 70% worden. Dan is het ge daan met de plant. Hieruit blijkt dat te weinig voeding voor een plant veel minder fataal is dan te weinig vocht. Te weinig voe ding resulteert in slechte groei en verkleuringsverschijnselen. Te weinig vocht resulteert in jverwelken en dan doodgaan. [Hierbij moet even aangetekend worden, dat potplanten na te veel water gedurende te lange tijd (vooral plastic potten zijn wat dat betreft fataal) ook dood gaan aan te weinig water! Ze verwelken omdat de wortels [verrot zijn en geen vocht meer op kunnen nemen. Terug naar de tuin. Er moet, na 'het natte voorjaar, flink gegoten worden. De planten hebben niet veel diepe wortels gemaakt. Ze zijn verwend door al die nat- jtigheid. Dus gieten of sproeien zodra het te droog wordt en dan altijd zoveel dat de grond door en door nat is. In de meeste ge- jvallen is eens per week lang i sproeien voldoende. Het beste .tijdstip om ermee te beginnen is als de zon onder gegaan is en de temperatuur begint te dalen. ÏHet verschil tussen ijskoud wa ter en hete zon is voor alle plan ten slecht en kan ziekten en pla gen tot gevolg hebben. Pot en kuipplanten moeten met lauwwarm water worden gego ten om ze niet te laten schrik- !ken. Ze hebben het toch al moeilijker dan hun soortgeno- ten in de volle grond. De potten worden immers gloeiend heet ;in de zon en dan weegt het ver- schil in temperatuur tussen wa ter en grond nog zwaarder. Ook hier geldt: zorgen voor door en door vochtige grond, maar vooral niet te nat. Er moet nog lucht bij kunnen. Wat velen vergeten is dat pot en kuipplanten ook gietwater nodig hebben als het regent. Vooral planten die de aarde ge heel met blad afdekken. Dan |kan de regen er niet bij en wordt de grond kurkdroog. LEZERSVRAAG 'Geduld is een schone zaak'. 'Deze oeroude spreuk gaat ook op voor MEVROUW VAN TON GEREN UIT IJMUIDEN. Zij is teleurgesteld omdat haar vorige herfst geplante braam ditjaar bloem noch vrucht heeft voort gebracht. Dat is niet meer dan normaal. Maar waarschijnlijk heeft de plant wel mooie, glad de, nieuwe takken gemaakt, i Wees zuinig op deze takken, bind ze vast en volgend voorjaar komen er bloemen en vruchten aan. Mochten er geen takken gevormd zijn, dan nog een jaar heel zuinig zijn met de bestaande takken, die volgend jaar zeker ook een aantal bloe men en vruchten voort zullen •brengen. Tot slot: als de braam volgend jaar nieuwe takken heeft gemaakt en vruchten heeft voortgebracht, dan wor den ze in de winter afgeknipt en wordt hun plaats ingenomen door weer nieuwe takken. Suc ces ermee. H. LEEPEL UIT HEEMSTEDE vraagt wanneer je oleander en kalanchoë moet snoeien. De oleander wordt meteen na de bloei gesnoeid. De uitgebloeide takken tot op de helft en alle te- lange takken ook tot op de helft. Wil men de oleander die al te groot is flink inkorten, dan kan dat in het najaar, al zal bij een te sterke snoei volgend jaar iets minder bloem zijn dan dit jaar. De mijne althans: een witte, een roze en een gele bloeien bij de ze hitte mooier dan ooit. Nog een tip: een vriendin van mij heeft van de oleander alleen één stevig stammetje laten staan. Alle zijtakken weg, alleen een klein pluimpje aan het einde van de stam. De stam wordt ge steund met een bamboestok. Dit jaar ontwikkelen zich boven op de stam talloze rijkbloeiende takken die als een waterval af hangen. En nu de Kalanchoë. De meeste soorten kunnen gemakkelijk ge stekt worden. Dus als de moe derplant niet meer mooi is, ver dient het aanbeveling om op nieuw te beginnen met jonge planten. Neem stekken van on geveer 7 cm, doe deze in een potje met turf en zand, zet ze op een warme, lichte plaats, houd vochtig maar zeker niet nat. Hoewel het voorjaar de beste stektijd isjs mijn ervaring dat je deze plant de hele zomer kunt stekken. Soms heeft de moeder plant zin om ook weer uit te lo pen en dan kun je een hele ven sterbank vol zetten met Kala- choë. Komt er bij u al tuinierend of wandelend in de natuur een vraag op? Greet Buchner zal proberen voor u het antwoord te vinden. De vraag kunt u op sturen naar Damiate Dagbla den, Postbus 507, 2003 AP Haarlem t.a.v. de redactie LE VEN EN WONEN. HUGO J. SMAL GreenCard is een onafhankelij ke organisatie die zich tot doel heeft gesteld particuliere tuin- bezitters met raad en daad ter zijde te staan. Een team van deskundigen, elk met een eigen specialiteit, is op vaste dagen in de week paraat om telefonische vragen van leden te beantwoor den. In zeer korte tijd meldden zich al ruim 50.000 leden aan. Wim Oudshoorn, een van de specialisten, kreeg in de eerste drie weken meer dan duizend telefonische vragen te verwer ken. Zijn vaste 'beldag' is don- derdag, de plantjesdag. Het team bestaat verder uit John Hoogendoorn, initiatiefne mer en directeur van Green Card, die 's maandags vijverdag houdt: Ben van Ooijen, oprich-, ter van de bekende informatie- tuinen Appeltern, geeft op dins dagen informatie en adviezen over harde tuinmaterialen; 's woensdags kunnen leden die met juridische tuinproblemen worstelen bij mr. Peter Seghers j terecht, en op vrijdagen staat de tuinarchitectuur centraal. De tuinarchitecten van de Groen- groep uit Boskoop geven dan ideeën en aanwijzingen over aanleg en vormgeving van de tuin. Tuin wacht Niet ülle zaken kunnen telefo nisch worden afgedaan. Het lid maatschap van GreenCard geeft recht op veel verdergaande hulp. De organisatie beschikt namelijk over een 'Tuinwacht', bestaande uit bekwame, erken de hoveniers, die bij je langs ko men om je tuin te bekijken en adviezen te geven. Eens per jaar kan gratis van die service ge bruik worden gemaakt. Daarnaast is er ook de Green Card Tuindienst die tegen een speciaal ledentrafief helpt bij omvangrijk tuinwerk dat je niet alleen aan kunt. Ook kan deze dienst worden ingeschakeld om tijdens vakantie, e.d. je tuin te onderhouden. (Her)ontwerpen Verder biedt de organisatie voordelige abonnementen op toonaangevende tijdschriften in de tuin- en natuursector. Voor zo'n twintig recreatieparken, op gebied en showtuinen gelden voor leden extra lage toegangs prijzen. Op het programma staan excursies, en reizen naar beroemde tuinen in het buiten land. Wie zelf zijn/haar tuin wil (her)ontwerpen kan daarvoor bij GreenCard een aantrekkelij ke schriftelijke cursus volgen. Of een tuinschetsontwerp laten maken, eventueel zelfs met een gedetailleerd beplantings- en bestratingsplan. Elk kwartaal ontvangen de le den een informatiekrant met veel wetenswaardigheden op tuingebied. Het lidmaatschap van de nieuwe 'tuin-EHBO-ANWB' kost 40 gulden per jaar. Opge ven kan bij GreenCard, ant woordnummer 10004, 2700 VB Zoetermeer, of telefonisch 0 79- 62 16 21. Tien jaar Nederlandse meubelprijzen Dit is de Antilope landse meubelontwerp Karei Boonzaaijer in 1985 de Prijs v Hugo Timmers won met dit stoeltje in 1992 de prijs voor 'Jonge ontwerpers'. VISSPORT Bram van Leeuwen Wrakvissen is bezig in snel tem po een passie te worden van het steeds groeiende legertje henge laars dat de beschikking heeft over een eigen zeewaardige vis- boot. Pessimisten beweren dat door de stelselmatige overbevis- sing van de Noordzee de scheepskerkhoven de allerlaats te plekken zijn waar nog een behoorlijk maaltje vis bijeen te sprokkelen valt. Optimisten daarentegen, om schrijven de directe omgeving van vergane schepen als verruk kelijke oases in de zoute water woestijn, waar je bevrijd van de dagelijkse beslommeringen in alle rust altijd wel een verras sende of uitbundige vangst te boeken valt. Zeker voor die categorie pis- catoriale speurneuzen, die er een eer in stelt na veel plotten en peilen eigenhandig een niet geregistreerd wrak te ontdekken en die nog maagdelijke visplek te bestoken met zeepieren, za gers of zware pilkers. Een pionier op dat gebied, een tegelijk een harststochtelijk liefhebber van alles wat met het zilte nat, varen en vissen te ma ken heeft is Cees Juffermans. In het dagelijkse leven directeur van Poelgeest Fishingboats in Oegstgeest, en dus zakelijk be trokken bij de levering van alles wat een wrak ver uit de kust snel en veilig bereikbaar maakt. Maar tegelijkertijd ook een onbezoldigd ambassadeur van de zeesportvisserij, eert pure propagandist van het vissen rondom de 'zeemansgraven', waarvan de Hollandse kust er honderden telt. Vele in kaart ge bracht door de Hydrografische dienst van de Koninklijke Mari ne maar evenzo vele die wach ten op exploratie door nieuws gierige sportvissers. Als we 's ochtends even na tien uur aan boord van zijn 'Zuidwester', een luxe Offshore 707, de havenhoofden van Scheveningen achter ons heb ben gelaten en de 230 paarde- krachten van de dieselmotor in de strijd worden geworpen te gen de elementen, is de eindbe stemming tevoren al bepaald. In de dikke multomap met honderden coördinaten voor evenzovele scheepsrestanten op een meter of twintig onder het zeeoppervlak is de keuze geval len op wrak nummer 53. De na vigator voor het Global Positio ning System is inmiddels gepro grammeerd met de juiste gege vens. En tijdens de tocht naar stroming - via de sonar het zoe ken naar de juiste ankerplaats ten opzichte van de wrak. 'Want een meter of tien er naast en je bent vrijwel kansloos.' Als de schroef van het schip, dat een paar meter boven het zand uitsteekt, na korte tijd met de sonar is gelokaliseerd kun nen de .hengels in gereedheid worden gebracht. Korte bootstokken, kloeke zeemolens met vinger-pickup en een pa ternoster compleet met lijnaf- nose laat niet lang op zich wachten. Al na enkele minuten wordt de eerste steenbolk bin nenboord gehaald. Een sport visser die wat onrustig is en te snel wil inspecteren of zijn aas niet door krabben is geconsu meerd, wordt direct geconfron teerd met de vangst van twee makrelen. Want die blijken in de hogere waterlagen in flinke aantallen aanwezig en direct bereid de langsdwarrelde zee- pieren, of wat daarvan over is. gg - J - - Cees Juffermans met een gul van 'zijn' wrakje op ruim tien mijl uit de kust. foto dick van der plas de vooraf bepaalde plek op on geveer 10,5 mijl uit de kust, geeft het minuscule elektroni sche wonderkastje feilloos aan welke koerscorrectie moet wor den uitgevoerd en op welk tijd stip we precies de uitverkoren visplek zullen bereiken. Aangekomen bij het 'Juffers- manswrak', want die bijnaam heeft de plek door zijn frequen te bezoeken verworven, wordt direct een kleine markerings- boei uitgezet en begint - reke ning houdend met wind en houders, twee flinke gulhaken en een flink bonk lood. Eenmaal voorzien van een zeepier zwaai en ze even later overboord en begint het wachten op het in lossen van de 'vangstgarantie' die Cees Juffermans en zijn vas te 'varensgezel' Kees de Ridder, al in de thuishaven hebben ge geven: 'Vis vangen we vandaag, dat staat vast. Alleen hoeveel en hoe groot dat is een kwestie van het getij, de bijtlust van de vis en een portie geluk.' De bevestiging van zijn prog te lijf te gaan. Helaas is er deze door fraai zonnig weer begun stigde visdag één dissonant. De harde wind het afgelopen week einde (windkracht 6 uit het noordwesten met een enkele uitschieter naar 7), zorgt ook 24 uur later nog voor een forse na- deining, die een collega en mij danig parten spelen. Achteraf verwijt ik mezelf hardgrondig dat ik toch dat spe ciale pleistertje niet achter m'n oor heb geplakt of die tabletten heb geslikt, want zo'n ernstige vorm van zeeziekte is me niet eerder overkomen. De aanwezige visstand blijkt echter geen boodschap te heb ben aan mijn bleke gelaatskleur en de bij tijd en wijle gevoerde conversatie met de golven. De eerste gulletjes dienen zich aan, en hoewel ze wat klein van stuk zijn, bieden ze leuke sport. Ook de bijtlust van de steenbolk, die zich kennelijk in grote aantallen rond het betrekkelijk kleine scheepswrak heeft verzameld, blijkt goed, getuige de regelma tige vangst van een paar flinke 'bolken'. „Zeebaars heb ik op deze plek nog nooit gevangen", zegt Cees Juffermans, „dan moetje zuide lijker zijn, bijvoorbeeld bij de blokkendam." Wel heeft hij er onlangs nog een paar flinke hoogruggige bramen gevangen. Foto's leveren het onweerlegba re bewijs. En terloops meldt Cees dat hij recentelijk nog een schol van 53 centimeter naar binnen heeft getakeld. „Dat is waar ook, ik heb helemaal ver geten om die vangst als record te melden....Moet ik toch nog even doen." Even later is het weer de gul die acte de presence geeft. Ruw geschat een pondje of zes. En de haken die leeg of bijna leeg de tocht naar boven maken worden weer trouw voorzien van makreel of horsmakreel. Op de terugtocht naar de ha ven wordt nog even het onder ste uit de kan gehaald. Wat de Zwitserse makers aan kracht heeft opgehoopt in de motor om de 3000 kilo wegende ka juitboot voort te stuwen krijgt even de vrije loop. Resultaat: met een vaartje van 54 kilome ter per uur stuiven we voorbij de pier. „Is er slecht weer op komst dan is het belangrijk om snel thuis te kunnen zijn", licht hij de full-speed toe. Snel varen en wrakvissen: Cees Juffermans is in zijn element. SPREEKUUR Brok in de keel Eén keer had ze het gevoel ge had dat een stuk appel niet goed wilde zakken. Eén keer maar, en verder geen enkele klacht, geen enkel verschijnsel. Als ze niet voor iets anders naar de huisarts had gemoeten, zou ze het niet eens gemeld hebben. Maar haar huisarts vond het be ter om een foto van de slok darm te laten maken. Dat is een röntgen foto waarbij je een soort dunne pap moet drinken, die röntgenstralen slecht door laat, zodat de binnenkant van de slokdarm wordt afgebeeld. En die foto was niet goed, ze moest direct door naar de inter nist en een week en drie onder zoeken later viel de bijl: u hebt kanker van de slokdarm. En daar zat ze, met haar man, haar dochter van 12 en haar zoontje van bijna tien. Tweeënveertig jaar, en de toekomst verdwijnt achter een muur van angst en onzekerheid. Slokdarmkanker (oesophagus- carcinoom) is een ziekte van de middelbare leeftijd. Tussen de 5 en 20 mensen per 100.000 krij gen jaarlijks een vorm van slok- darmkanker en er bestaat (al thans in West-Europa) een rela tie met alcohol- en tabakge- bruik. Sommige mensen hebben een grotere kans op het krijgen van slokdarmkanker: patiënten met een Barrett-oesofagus (daarbij is het slijmvlies van het onder ste deel van de slokdarm door chronische irritatie veranderd in maagslijmvlies), die een 30 tot 40 keer grotere kans hebben op slokdarmkanker en patiën ten met achalasie, een aandoe ning waarbij steeds voedsel in de slokdarm blijft staan. Er zijn nog enkele zeldzame aandoe ningen die een grotere kans ge ven op deze vorm van kanker, maar die laat ik buiten be schouwing. De diagnose oesophagus-car- cinoom wordt meestal laat ge steld. Dat komt omdat de ziekte pas laat klachten geeft. Meestal zijn dat slikklachten: het eten wil niet zakken, of het is pijnlijk bij passage achter het borst been. Vast voedsel geeft als eer ste klachten. Deze klachten tre den pas op als bijna de gehele omtrek van de slokdarm is inge nomen door het gezwel! Om de diagnose 'hard' te ma ken is weefsel nodig. Daartoe wordt met een slang in de slok darm gekeken (oesophagosco- pie) en worden met een flexibel tangetje hapjes uit het tumor weefsel genomen. Tegelijk wordt dan gekeken hoe groot de tumor precies is. De beste kans op genezing biedt een operatie, als tenmin ste al het tumorweefsel verwij derd kan worden. De operatie is zwaar, de gehele slokdarm moet worden verwijderd en op de plaats van de slokdarm moet of wel de maag komen ofwel een stuk dikke darm om gewoon eten later weer mogelijk te ma ken. Omdat de operatie zo zwaar is, 5 tot 15 procent van de geope reerde patiënten overlijdt ten gevolge van de ingreep, is die alleen zinvol als genezing kan worden bereikt. Is de operatie geslaagd, dan leeft na 5 jaar nog ongeveer 23 procent van de pa tiënten. Als er al uitzaaiingen zijn, of als de tumor zit vastgegroeid aan andere weefsels in de borsthol te, dan is een operatie niet mo gelijk. Dat wil niet zeggen dat er dan ook helemaal niet meer be handeld wordt. Als je 'niks doet' bij slokdarmkanker, dan wor den de slikklachten in rap tem po erger, tot op een gegeven moment niets meer kan passe ren, zelfs het speeksel niet Een dergelijke mensonwaardige situatie moet voorkomen wor den. Men heeft daartoe een aantal mogelijkheden. Ten eer ste bestraling van het gezwel. In de overgrote meerderheid van de gevallen nemen dan de slik klachten af voor een periode van gemiddeld vier maanden. Dat lijkt heel kort, maar we pra ten nu over een stadium van de ziekte waarin meer dan de helft van de lijders binnen een jaar na het stellen van de diagnose is overleden. Een andere mogelijkheid is het plaatsen van een buisje in de slokdarm op de plaats van de vernauwing. Hierbij treedt meteen verlichting van de klachten op in tegenstelling tot bestraling, waarvan het effect enkele weken op zich kan laten wachten. Mijn patiënt is trouwens geope reerd. Nu begint het grote wachten: hoor ik bij die 23 pro cent die over vijf jaar nog leeft. Cijfers waar je een brok van in je keel krijgt. hi MARISKA KOSTER Het Nederlandse designmeubel heeft de afgelopen tien jaar in binnen- en buitenland naam gemaakt. Designers als Gerard van den Berg, Jan des Bouvrie, Mazairac en Boonzaaijer ontwerpen niet alleen voor Nederlandse meubelfabrikanten, maar werken ook steeds vaker voor buitenlandse ondernemingen. Dat ons land meer is gaan betekenen op het gebied van meubeldesign kan voor een deel worden toegeschreven aan de stimulerende invloed van de Nederlandse Meubelprijzen, die dit jaar voor tien de keer worden uitgereikt. Sem Aardewerk, (interieur)architect en al sinds de instelling van deze Meubel prijzen in 1985 lid van een of meer jury's: „Tien jaar geleden was er in de Nederlandse meu belindustrie nauwelijks sprake van enig consequent ontwerp- beleid. Nu hebben de meeste fabrikanten van eigentijdse meubelen ontwerpers in vaste dienst of werken met free-lan- Artifort was volgens mij een van de eerste Nederlandse fa brikanten met een uitgesproken designfilosofie en een door dacht ontwerpbeleid. Andere hebben dit voorbeeld inmiddels gevolgd. Ook het kwaliteitsbe leid is duidelijk verbeterd." De instelling van de Neder landse Meubelprijzen was een idee van een groep fabrikanten, samen met de Koninklijke Ne derlandse Jaarbeurs en Jan Schulp van het gelijknamige ad viesbureau voor public rela tions. Men wilde hierdoor de in dustrie stimuleren en (jonge) ontwerpers een platform bie den. Door alle inzendingen bo vendien op de Meubelbeurs in Utrecht te exposeren zou aan nieuwe ontwerpen in bredere kring bekendheid gegeven kun nen worden. Driemaal zoveel In de loop der jaren is zowel bij fabrikanten als ontwerpers de belangstelling voor deelname aan de Meubelprijzen sterk ge groeid. In het eerste jaar moes ten de diverse jury's oordelen over zo'n 80 inzendingen, tien jaar later is dit aantal opgelopen tot ruim het drievoudige: 250. „Niet alleen de kwantiteit van de inzendingen is toegeno men", zegt Sem Aardewerk, „ook de kwaliteit is gestegen". In ons land, met zijn traditie van klassieke meubelen, is de laatste tien jaar het accent gelei delijk verschoven van het tradi tionele naar het actuele, eigen tijdse meubel. Nederlandse designers hebben bij een breed publiek erkenning gevonden, ook in het buitenland. Deze ontwikkelingen hebben geleid tot aanpassing van het concept van de tiende editie van de Meubelprijzen. Er zijn twee categorieën toegevoegd: de 'Prijs voor industriële kwali teit' en de 'Prijs voor het Neder landse meubelontwerp bij bui tenlandse fabrikanten'. Smaakontwikkeling Passend in de gehele trend- en smaakontwikkeling is nü de 'Prijs voor het Nederlandse klassieke meubel' vervallen. De uitverkiezing door de beursbe zoekers van het 'Meubel van het jaar' zal in 1994 ook niet meer plaats hebben. De 'Prijs voor het beste Nederlandse meubel ontwerp' en de 'Prijs voor jonge Deze opklapbare tafeltjes van Huub Looze waren in 1993 goed voor zo wel een eervolle vermelding in de categorie 'Jonge ontwerpers' als voor de 'Stijlprijs'. foto gpd ontwerpers' zijn gehandhaafd. Van de jury voor de laatste prijs maken onder meer Gerard van den Berg en Jan des Bouvrie deel uit. Alle inzendingen din gen ook dit jaar v\ tisch mee naar de 'Stijlprijs'. Hetzelfde geldt trouwens voor de 'Prijs voor industriële pro- duktkwaliteit'. Tijdens de Internationale Meubelbeurs die van 4 t/m 7 september in Utrecht wordt ge houden, zullen alle inzendingen voor de Nederlandse Meubel prijzen 1994, zoals te doen ge bruikelijk, worden geëxposeerd. Naar aanleiding van het tienja rig bestaan van deze prijzen zal bovendien een overzichtsten toonstelling worden ingericht van prijswinnende ontwerpen uit de afgelopen jaren. Antilope Het eerste meubel dat in aan merking kwam voor de prijs van het beste Nederlandse meubel ontwerp, de door Karei Boon zaaijer ontworpen stoel 'Antilo pe', is daar in elk geval aanwe zig. Dat meubel wordt nog steeds geproduceerd en heeft dus duidelijk zijn waarde bewe- De stoel Antilope kan zeker worden beschouwd als een ont werp met een geniale vonk, vooral door de opmerkelijke constructie die overigens, aldus Boonzaaijer, maar weinig men sen echt is opgevallen of opvalt: de voorpoten dragen de rug, de achterpoten de zitting. Karei Boonzaaijer is ervan overtuigd dat de Nederlandse Meubelprijzen, de expositie van ontwerpen op de Meubelbeurs en de vrij brede publiciteit er omheen voor talentvolle jonge designers heel belangrijk zijn geweest en nog steeds zijn. Een groot probleem voor de meeste jonge ontwerpers is namelijk een fabrikant te vinden die hun meubel in produktie wil nemen. En niet altijd is na te gaan of het bij de industrie een kwestie van financiën is of eerder van ge brek aan durf.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 7