David Copperfield is
iveel meer dan een magiër
Een uitdaging met hindernissen
Het
drukbezochtste
zwembad
Vier optredens in Rotterdam
Begin volgende maand (3, 4 en 5 september) gaat
sportpaleis Ahoy' in Rotterdam hermetisch op slot. Want
David Copperfield heeft heel wat te verbergen. Illusies
moeten nu eenmaal illusies blijven. Als je zou weten hoe
je straffeloos een hoofd van een romp kunt scheiden, hoe
je een assistente dwars door je lijf kunt laten gaan, hoe je
gewoon kan zweven en vliegen... Ja, dan is het niet leuk
meer natuurlijk.
MAARTEN DE JONG
David Copperfield, de we
reldberoemde Amerikaan
se illusionist doet er zelf
niet geheimzinnig over: hij is niét bo
vennatuurlijk begaafd. Hij beheerst
slechts dé vijf basisillusies: verdwijnen,
verschijnen, zweven, scheiden en ver
wisselen. En dat zijn allemaal trucs. Hij
pakt ze alleen een beetje groot en groots
aan. Laat - bij voorbeeld - in een televi
sieshow het Vrijheidsbeeld verdwijnen.
Of het restauratierijtuig van de Oriënt
Expresse. Je zit erbij, je kijkt ernaar en je
gelooft je eigen ogen niet. En zó moet
dat vooral blijven. Ook in het theater.
Vandaar dat Ahoy' in een veste veran
dert als David Copperfield daar begin
september intrekt voor vier shows in
drie dagen.
De magiër is al jaren een beroemd
heid in de Verenigde Staten. En sinds
vorig jaar herfst ook in delen van Euro
pa. Toen maakte hij voor het eerst een
zeven wekende durende toernee langs
steden als Wenen, Berlijn, Hamburg,
München, Frankfurt en Dortmund, in
welke laatste plaats hij met 21 uitver
kochte voorstellingen in de Westfalen-
halle het record van Pink Floyd uit 1982
('slechts' acht concerten) bijna drievou
dig overtrof. Het publiek stond in de rij,
reisde de show achterna. Plannen om
ook naar Nederland (Ahoy' Rotterdam)
en Zwitserland te gaan werden ijlings in
de ijskast gezet. In plaats daarvan propte
de Duitse promotor Wolfgang Bocksch
nog méér Duitse en Oostenrijkse shows
in de zeven weken. Het zouden er in to
taal zo'n honderd worden.
Nou was de reputatie van de char
mante illusionist - die 'iets' schijnt te
hebben met het Duitse topmodel Clau
dia Schiffer, maar wellicht is ook dat een
illusie - hem al vooruit gesneld. Dankzij
een aantal CBS-tv-specials, die RTL be
reidwillig op het scherm had gebracht.
Dus in Duitsland wisten ze een beetje
wat er aan onwaarschijnlijks te verwach
ten was. Maar dat de stormloop op de
hallen zulke grote vormen zou aanne
men, dat had eigenlijk niemand durven
dromen.
Inspectie Ahoy'
Ahoy's hoofd 'Evenementen en ver
huur', Hans van Amerongen, heeft de
show vorig jaar in de Wiener Stadthalle
gezien. Hij is er nog verbijsterd over. ,,Ik
zat op de tweede rij en ik dacht: zo, nou
ga ik eens goed opletten. Mis dus. Je
snapt er werkelijk niets van. Het is fan
tastisch. Dat vliegen bijvoorbeeld. Je
weet niet wat je ziet. Hij lijkt gewicht
loos. Of-ie in een vacuüm zit. Want je
hóórt wel iets. Motoren, of zo."
Een maand of twee, drie geleden
kreeg Van Amerongen daadwerkelijk
met The Magic of David Copperfield te
maken. Toen werd duidelijk dat de show
dit jaar wél naar Ahoy' zou komen. Maar
niet nadat de evenementenhal aan een
grondige inspectie was onderworpen.
De personal manager van Copperfield
kwam kijken of de kolossale illusies er
wel konden worden uitgevoerd. Om de
zweeftruc te laten lukken - zo leerde Van
Amerongen bijvoorbeeld - is een hoogte
noodzakelijk van zestien meter. Dat past
net in Ahoy'. Van nog groter belang
bleek echter de vraag, of de uitgevoerde
trucs 'onzichtbaar' zouden blijven. Want
van de vijf eerder genoemde basisillu
sies, waarop het hele spektakel is terug
te voeren, zijn er een paar die zelfs de
beste illusionist niet kan volbrengen als
het publiek hem zijdelings of van achte
ren op de vingers kijkt
Vandaar dat de plattegrond met het
stoelenplan van Ahoy' op tafel kwam.
Vanaf het immens grote toneel,, dat Da
vid Copperfield nodig heeft, trok de per
sonal manager de zogenaamde zichtlij
nen onder een hoek van ongeveer 45
graden de zaal in. Daar komen de gor
dijnen te hangen, die alles wat er achter
en naast het toneel gebeurt aan het oog
onttrekken. Daarmee overigens tegelijk
drie- van de negenduizend toeschou
wersplaatsen in Ahoy' wegstuffend. De
High-Tech-Ti-Ta-Tovenaar, die zijn me
dewerkers een contract laat onderteke
nen met daarin opgenomen een on
voorwaardelijke zwijgplicht compleet
met sancties op het verbreken daarvan,
laat niets aan het toeval over.
En zelfs toen was het nog even wach
ten op het laatste woord van Copper
field zelf. Hij beoordeelt uiteindelijk het
verslag van zijn personal manager, de
tekeningen van het gebouw en de foto's
van het interieur om pas daarna te be
slissen of hij er al dan niet zal optreden.
Ahoy' werd goedgekeurd.
Wonderkind
Als klein jongetje al is de wat eenzame,
verlegen en schuchtere David, enige
zoon van het Russische emigranten
echtpaar Kotkin in Metuchen (New Jer
sey), gefascineerd door goocheltrucs. Op
11-jarige leeftijd groeit hij, met het re
pertoire dat hij inmiddels beheerst, uit
tot de sensatie van de buurt. Davino, the
boy magician noemt hij zich en hij ver
dient 5 dollar per show op verjaarspar-
tijtjes en tuinfeesten. In 1968 - hij is dan
pas 12 jaar - wordt David als jongste lid
toegelaten tot de Society of American
Magicians. Vier jaar later geeft hij - zelf
nog student op/ de High School - een
gastcollege over 'Kunst der magie' aan
de Universiteit van New York.
De echte doorbraak komt in 1974 als
hij zijn studie aan de Fordham Universi
teit al na drie weken opgeeft en in Chi
cago auditie doet voor de musical The
Magic Man. Hij wordt meteen geënga
geerd. En dat betekent: dansen, zingen
en magische trucs creëren en spelen. De
musical zou een voor Chicago ongeëve
naard lange looptijd bereiken. David
Kotkin had zich inmiddels de naam Da
vid Copperfield aangemeten, ontleend
aan de roman van Charles Dickens.
De basis voor een coast-to-coast-car-
rière wordt gelegd in 1977. CBS maakt
dan een televisieshow, The Magic of ABC
die door David wordt gepresenteerd.
Het zou een jaarlijkse traditie worden.
Met slechts één verschil: sinds 1978 heet
de televisieshow The Magic of David
Copperfield. Er zijn er inmiddels vijftien
gemaakt. Waarin: hij zweeft boven de
Grand Canyon, zich op het laatste nip
pertje van een vlot bevrijdt dat dreigt
meer te storten in de Niagara Waterval
len, ontsnapt uit de beruchte Alcatraz-
gevangenis in San Francisaco, verdwijnt
in de Bermuda-driehoek, maar - in te
genstelling tot de talloze vliegtuigen en
schepen die daar spoorloos vergingen -
weer verschijnt... Internationaal breekt
David Copperfield: verbluffend en ongeëvenaard totaaltheater.
de illusionist door in 1986. Voor zijn
achtste CBS-show reist hij naar China,
waar hij de Chinese Muur, het 4480 kilo
meter lange en ondoordringbaar geach
te verdedigingsbolwerk, lichtvoetig pas
seert: er dwars doorheen!
Spektakel
De televisieshows (een aantal is ook in
Nederland op het scherm geweest) zijn
een en al spektakel, waarin Copperfield
de trucs een extra dimensie geeft door
de zorgvuldig gekozen lokatie en entou
rage. Maar het theater - zo blijkt - is
geenszins een beperking voor de magi
ër, die zich ook daér van de modernste
technieken bedient. De konijntjes en de
hoge hoed van vroeger hebben plaats
gemaakt voor acht vrachtwagencombi
naties met daarin 50 ton aan hi-tech-
uitrusting. Twee volle dagen duurt het
voordat alles is geïnstalleerd en in Ahoy'
- zaterdagavond 3 september om 21.00
uur - het doek kan opgaan voor 'The
Magic of David Copperfield'.
Op de loonlijst staat een vaste crew
van dertig medewerkers en in het thea
ter zijn er ook nog eens dertig requisi-
teurs achter het toneel actief. Bovendien
is Copperfield een perfectionist en een
entertainer, die de show (jaarlijks in
Amerika 500 voorstellingen) tot een
vorm van verbluffend en ongeëvenaard
totaaltheater heeft gevormd. Hij is veel
meer dan een magiër. Een scheppend
kunstenaar eigenlijk, die een nieuwe di
mensie heeft gegeven aan 'het onmoge
lijke'. Hij heeft de wereld van de illusie
met zijn vakmanschap en fantasie op
het niveau van de twintigste eeuw ge
bracht.
Blijft de vraag of de Copperfield-gekte
- zoals in Duitsland - ook in Nederland
zal toeslaan. De voortekenen zijn niet
slecht. Zo'n anderhalve week na het be
gin van de voorverkoop zijn er vierdui
zend kaartjes onder de mensen. Dat
moeten er 24.000 worden, wil Ahoy'
viermaal uitverkocht zijn.
Ahoy' Rotterdam, zaterdag 3 september
21.00 uur, zondag 4 september 17.30
en 21.00 uur, maandag 5 september
21.00 uur. Toegangsprijzen: ƒ.65, ƒ.85,
ƒ.100, ƒ.120 en ƒ.140.
HARRY JANMAAT»
Nederland is met vakantie.
Althans: zo heet dat in deze tijd va
het jaar nog steeds. intussen heef
een deel het jaarlijkse uitstapje ep
reeds opzitten. vakantie-v]
De snelste en meest comfortabele verbinding
van Khajuraho in midden-India, bekend
van met erotische beelden versierde tempels,
naar de hindoeïstische pelgrimsplaats Vara-
nasi in het oosten van het grote land, is het
vliegtuig. Binnen een uur leg je probleemloos
vliegend de afstand af over het uitgestrekte
land waar vervoer over de weg nogal eens
problematisch is.
Wij nemen de uitdaging aan. Met bus en
trein zullen we proberen in tivee dagen het
traject te overbruggen. Eerst met de bus naar
Satna, dan overstappen op de trein naar Al
lahabad, vervolgens de trein naar Varanasi.
Voor dag en dauw staan we op in ons hotel
letje in het landelijke Khajuraho. Bij de deur
wachten dan al de twee oude riksjarijders, die
we de vorige avond hadden gecharterd. „Six
o'clock, sir? No problem", hadden de tivee
grijsaards gezegd toen wij ze vroegen of ze ons
's ochtends vroeg wilden oppikken.
We nemen, elk met onze rugzak, plaats op
een riksja. Met veel gekreun zetten de
mannen hun voertuig in beweging. Eenmaal
rijdend, gaat het soepel met dit vervoermid
del. De weg naar het busstation daalt licht. De
riksjarijders zijn in een opperbeste bui. Zo
vroeg al een vrachtje, hun kostje is voor deze
dag al gekocht. Zeker wanneer ze - aangeko
men bij het busstation - een flinke fooi krij
gen. Ze hebben zich immers uitstekend aan de
afspraak gehouden en dat is weieens anders
geweest op onze reis door India. Wanneer wij
de oude vervallen bus instappen die ons naar
Satna zal brengen, nemen ze diep buigend af
scheid.
We zijn de eerste passagiers, we kunnen de
beste plaatsen uitzoeken. De keus is snel ge
maakt. We nemen het enige bankje, waar nog
een beetje bekleding op zit. Van de andere
smalle bankjes is alleen het frame overgeble
ven. De passagiers moeten zich daarop in een
wankel evenwicht zien te houden op stalen
stangen en houten kistjes. De chauffeur wijst
ons waar de bagage gedeponeerd moet wor-
MÊ
Het busstation van Khajuraho,
den, en knikt vriendelijk. Toeristen in plaatse
lijke bussen zijn in dit deel van India nog een
bezienswaardigheid. De bus stroomt lang
zaam vol, voller, overvol. Druk pratende
vrouwtjes met enorme manden nemen bezit
van de breedste bankjes. De mannen moeten
maar inschikken.
Hobbelend gaan we op weg. Op elk markt
plein wordt de bus uitbundig begroet. In een
dorpje langs de route voert de plaatselijke
jeugd zelfs een woeste dans op voor de buspas
sagiers.
Met de lokale bus reizen in India is vooral
ooi-verdovend. De ramen zitten los in de
sponningen en door het slechte wegdek ram
melen de ramen met groot kabaal. Wonder
boven wonder gaat er geen enkele ruit aan
gruzelementen.
Na zeven uur door elkaar te zijn gehusseld,
stopt de bus in 'the middle of nowhere'. Waar
is het treinstation van Satna, vragen we ver
baasd. Het lakonieke antwoord: drie kilome
ter verderop. Zie verder maar hoe je er komt.
FOTO HARRY JANMAAT
Het probleem blijkt minder groot dan aan
vankelijk leek. Al snel komen tiuee jongens
met riksja's aangereden. Dit hebben ze kenne
lijk al eerder meegemaakt. De buschauffeur is
waarschijnlijk een familielid, dat hen op deze
manier van een vrachtje voorziet...
Zonder veel te zeggen laden ze onze bagage
op hun voertuigen en ze weten al precies waar
we naar toe moeten. In gezwinde spoed razen
ze, elkaar steeds inhalend, naar het station.
We vragen er tivee enkeltjes Allahabad, en zijn
razend benieu wd of er vandaag nog een trein
vertrekt. We hebben mazzel: over vijf minuten
al. Rennend steken we de sporen over, tot ver
bijstering en grote hilariteit van de toekijken
de Indiërs. Want die weten: de trein hier heeft
altijd minstens een halfuur vertraging-
Zoals we eigenlijk al verwacht hadden, zijn
de coupés stampvol. De hulpvaardige conduc
teur wijst ons een plaats bij een jong gezin:
trotse vader en moeder die hun 'baby voeren.
De conducteur blijkt hevig in ons geïnteres
seerd. Of we getrouwd zijn, of we kinderen
hebben, of onze ouders nog bij ons in huis wo
nen, hoeveel we verdienen. Eén en al verba
zing over de antivoorden. „Mogen jullie zelf
bepalen met wie jullie trouwen? Bij ons beslis
sen de ouders dat." Hij zegt dat hij deson
danks zeer gelukkig getrouwd is. Zijn ouders
hebben een goede keuze gemaakt. Van kaart
jes controleren komt niet veel terecht. Hij blijft
ons de 'hele rit gezelschap houden.
Allahabad, een stoffiger stad is er niet. Te
genover het station staat een aantal hotels.
Het ene ziet er nog beroerder uit dan het an
dere. We nemen het redelijkst ogende gebouw.
We bekijken er enkele kamers. Toch maar
niet...
Per riksja op zoek dan maar naar betere ac
commodatie, elders in de stad. Een onver
wachte stop: aangehouden door de politie die
informeert naar wat we moesten betalen voor
het ritje. Het genoemde bedrag kost de riksja-
rijder een fikse uitbrander van de agent;
enigszins beschaamd krijgen wij de helft van
het geld terug...
We keren terug naar het eerste hotel; dat is
het minst slechte gebleken. We vragen de beste
en duurste kamer. Voor vijf dollar komen we
onderdak.
Vier uur 's nachts: er wordt hard op de deur
getimmerd, mensen staan te schreeuwen op
de gang. Niet opendoen, is onze eerste reactie.
Maar het gebonk en geschreeuw houdt aan:
Policepolice". We geven toe. In de deurope
ning staan tivee zwaar bewapende militairen.
De hotelhouder verontschuldigt zich. Hij kan
er ook niets aan doen, maar de tivee willen
onze reispapieren zien. „We are tourists, not
terrorists", probeer ik, maar het maakt geen
enkele indruk. Paspoorten en visa worden uit
gebreid bekeken. Ze vragen zich af wat toeris
ten in Allahabad in Godsnaam te zoeken heb
ben. Na een kwartier zijn ze tevredengesteld;
we kunnen weer gaan slapen.
Voor het ontbijt hoeven we de volgende
ochtend niet te betalen. Vanwege de nachtelij
ke overlast. We lopen naar het station; naar
het perron waarvandaan de trein naar Vara
nasi vertrekt. Een vriendelijke conducteur
wijst de coupé. Hij komt gezellig tegenover ons
zitten, en vraagt of we getrouwd zijn, hoeveel
kinderen we hebben, of onze ouders bij ons in
huis wonen
ZATERDAG 13 AUGUSTUS 1994
Onze Taal
Hoe heet een zwembad waar veel
mensen komen? Dat is een druk be
zocht zwembad. Nu een moeilijker
vraag: hoe heet een zwembad waar
meer mensen komen? Antwoord:
een drukker bezocht zwembad.
Tenslotte een hele moeilijke vraag:
hoe heet het zwembad waar de
meeste mensen komen van alle
zwembaden? Zeg niet te gauw wat
het antwoord is; eerst goed naden
ken. Het drukst bezochte zwembad,
of het drukbezochtste zwembad?
Feit is datje af en toe in de krant zinnen
leest als deze:uitgegroeid tot de druk
bezochtste uitgaansgelegenheid van de
stad'. Is dat raar? En mag ons tweede
zwembad dan ook een drukbezochter
zwembad genoemd worden? Of moet het
toch 'drukst bezocht' en 'drukker bezocht'
zijn?
Op het eerste gezicht doet 'drukbezochtste'
mij vreemd aan, maar ik geef toe dat ik erg
conservatief ben. Misschien dat menigeen
er al niets bijzonders aan ziet. Maar mij
doet het denken aan 'veelbekekenste pro
gramma' of 'veelgehoordste mening'. Zelf
zou ik beslist liever 'meest bekeken pro
gramma' en 'meest gehoorde mening' zeg
gen.
Wie 'drukbezochtste' gebruikt, vat eigen
lijk drukbezocht op als een eenheid. Als
losse woorden zou de overtreffende trap
'drukst bezocht' moeten luiden, maar als
het een eenheid is, komt het achtervoegsel
helemaal achteraan.
Ik heb de indruk dat er tegenwoordig heel
wat van die combinaties meer en meer als
een eenheid worden opgevat. Jaren geleden
heb ik al eens 'het veelbelovendste project'
in een krant aangetroffen. Ik was daar toen
heel verbaasd over, maar intussen ben ik
heel wat van zulke gevallen tegengekomen.
Bijvoorbeeld een 'diepgravender onder
zoek' en 'het langlopendste project'. Een
van de mooiste voorbeelden kreeg ik door
een lezer toegestuurd, die het kort geleden
in deze krant had zien staan: 'Zijn nieuwste
boek is filosofisch getinter dan ooit'. Er zal
wel bedoeld zijn: 'filosofischer getint', maar
er stond 'filosofisch getinter'.
Hoe merkwaardig ook, de zin klinkt niet
gek. Het zou me niets verbazen als ik dat
artikel ook gelezen heb terwijl de zin me
niet opgevallen is.
Het verschijnsel is in ieder geval niet nieuw.
In het verleden (langgeledener dus) hebben
we zoiets al wel vaker in onze taal meege
maakt. Het bekendste voorbeeld is waar
schijnlijk het woord goedkoop. Aanvanke
lijk zei men, als iets minder kostte, dat het
'beter koop' was. Maar beter koop en best
koop zijn destijds gaandeweg vervangen
door goedkoper en goedkoopst. Je kunt je
voorstellen hoe er, toen dat gebeurde,
gemopperd is door allerlei schoolmeesters
en conservatieve taalkundigen zoals ik.
Maar de taal trekt zich daar niets van aan,
en het is toch goedkoper en goedkoopst ge
worden. Wij weten intussen niet beter.
Toch zit 'goedkoper' net zo in elkaar als
drukbezochter, diepgravender en filosofisch
getinter.
Een ander voorbeeld is het woord hoog
dravend. In de 17de eeuw, toen het nog
een heel positieve betekenis had, sprak
men van 'hoger dravend' en 'het hoogst
dravend'. Daarna is dat veranderd en sprak
men van hoogdravender en 't hoogdraven-
dst. Laten we dus maar voorzichüg zijn met
onze kritiek op 'het veelbelovendste project'
en 'een diepgravender onderzoek'. Het is
riskant om het beter te willen weten dan de
taal zelf.
Soms kan iemand niet kiezen. Bijvoorbeeld
als het gaat om de best geklede man van
Nederland. Ik ben vergeten wie het was.
Geen familie van mij in ieder geval. Maar
hoe moet je zo iemand noemen? De best
geklede man, of de goedgekleedste man?
Wie niet kiezen kan, neemt ze gewoon alle
bei. En zo stond het er dan ook: de bestge-
kleedste man.
Misschien moet ik mijn foto hieronder
maar 'ns vervangen door een foto waar ik
met stropdas op sta. Dit ziet er niet uit.