1 is s
de poort
naar het
beloofde
land
r
ZATERDAG 13 AUGUSTUS 1994
Een stroom van
twaalf miljoen landverhuizers
martelingen, de teleurstellingen en de wan
hoop waarvan ik dagelijks getuige was."
Per dag - zo leert het museum in een niets
en niemand ontziende getrouwheid - ver
werkte Ellis Island zo'n vijfduizend emigran
ten. Maar er waren ook momenten waarop
de elfduizend ruimschoots werd gepasseerd.
Elk schip bracht gemiddeld 1500 tot 2000
landverhuizers naar de haven van New York.
En die stroom leek nooit op te houden. Een
enkele reis naar het beloofde land kostte
door de bank genomen immers maar 30 dol
lar. Tenminste, als je (zoals de meesten) be
reid was de overtocht te maken op het tus
sendek.
Lawrence Meinwald, Polen, 1920: „Natuur
lijk reisden we op de goedkoopste wijze: tus
sendek. Het was een verschrikkelijke erva
ring. Het voedsel was slecht en het weer mi
serabel. De tocht duurde meer dan twee we
ken en we maakten een paar enorme stor
men mee. Overal lagen doodzieke mensen te
kotsen in hun kooi en het stonk ontzettend.
Maar ik was jong, ik vond het eigenlijk wel
leuk."
Totdat hij op Ellis Island arriveerde. Dat
veel weg had van een veemarkt. Emma Grei-
ner uit Duitsland (1925) herinnert zich de
lange rijen in de Great Hall en vooral de vra
gen die in de registratieruimte op de eerste
verdieping werden gesteld. „Wat is uw be
roep? Heeft u in de gevangenis gezeten? Bent
u getrouwd? Polygamist? Anarchist? Wie be
taalde uw passage? Wat is de reden van uw
komst? Hoeveel geld heeft u bij u? Wonen er
al familieleden in Amerika?"
Scheidingen
De eerste test hadden de landverhuizers -
zonder het te weten - dan al gehad. Vanuit de
Great Hall moesten ze via een steile trap naar
de registratieruimte. Artsen aan het einde
van die klim letten scherp op mensen, die
moeite hadden met de klauterpartij. Wie, om
boven te komen, langer nodig had dan veer
tig seconden of extreem zwaar hijgde als hij
eenmaal boven was, werd meteen al als on
gezond gekwalificeerd. Dat gebeurde met let
ters, die op de kleding werd gespeld. Een X
betekende 'geestelijk gestoord', een B 'rug
problemen', een C 'ontstekingen', een D
'keelziekte', een E 'oogziekte', enzovoorts. Na
die eerste keuring werden de landverhuizers
naar een trappenhuis geleid. Door emigran
ten Stairs of Seperation genoemd omdat ge
zinnen hier niet zelden van elkaar werden
gescheiden. De meest linkse trap vormde de
weg naar de vrijheid, de toegang tot de veer
pont naar Hoboken.
Lillian Galletta, Sicilië (1928): „Ze haalden
m'n vader zonder iets te zeggen plotseling uit
de rij. Mijn moeder trok aan hem en begon te
huilen. Ze zeiden iets in het Engels tegen
haar, maar dat verstonden we niet. Een tolk
kwam later vertellen dat het in orde zou ko
men. He's allright, don't worry... Na negen
dagen keerde hij terug. Hij had - zei hij - een
fantastische tijd gehad in het ziekenhuis.
Daar hadden ze hem genezen van een oog
ziekte."
Van alle emigranten die via Ellis Island
naar Amerika kwamen, werd - onthult het
museum - 'slechts twee procent terugge
stuurd': toch nog bijna een kwart miljoen.
Hetzelfde aantal ongeveer dat nu per jaar le
gaal de Verenigde Staten binnenstroomt.
Meer staat de wet Hart-Celler Act) niet toe.
Bestond die regel niet, dan zou het miljoen
met gemak worden gepasseerd. Amerika is
voor velen nog altijd het beloofde land. „Wat
komt u doen, sir?", vraagt de douanebeamb
te op Kennedy-airport bij New York sinds
jaar en dag achterdochtig aan iedere reiziger.
Waarna hij bij een vaag antwoord je hele
doopceel gaat lichten. Eigenlijk is er niets
veranderd.
Golda Meir, de latere president van Israël, noemde in in het begin van deze eeuw emigreren
naar Amerika zoiets als vertrekken naar de maan. Zij was een van de twaalf miljoen
immigranten die via Ellis Island 'HetLand van de Onbegrensde Mogelijkheden'
binnenstroomden en merkten dat de straten niet met goud waren geplaveid. Nu herbergt
Ellis Island een museum waarin de herinneringen van de landverhuizers zijn vastgelegd.
'We liggen op de vloer, midden in de fluimen en andere vuiligheid.
zullen zijn, dat zij ons zullen verduitsen in
plaats dat wij hen zullen verengelsen."
Twee eeuwen later was John F. Kennedy
aanmerkelijk positiever over de landverhui
zers. In zijn boek 'A Nation of Immigrants'
(1958) schreef hij: „De Amerikaanse droom is
vooral het produkt van miljoenen gewone
mensen, die een nieuw leven durfden te be
ginnen in de verwachting de kwaliteit daar
van te verbeteren." De latere president
meende verder dat de reden om naar Ameri
ka te gaan voor elke immigrant anders was.
„Iedereen had zijn eigen alibi."
Hartverscheurend
Er waren Amerikanen, die zich de toestand
op Ellis Island aantrokken. Zoals Fiorello la
Guardia, de latere burgemeester van New
York. La Guardia werkte voor een salaris van
1200 dollar per jaar van 1907 tot 1910 als tolk
in het doorgangshuis. Uit zijn boek 'The Ma
king of an Insurgent' (De Opkomst van een
Oproerkraaier): „We werkten zeven dagen
per week, het ging maar door. Vanaf het mo
ment dat we, vroeg in de ochtend, onze uni
formen aantrokken tot aan het ogenblik dat
we om half zes in de middag de boot naar
huis namen. De immigratiewet werd tot op
de letter gevolgd en er speelden zich op Ellis
Island hartverscheurende taferelen af. In de
drie jaar dat ik er heb gewerkt, ben ik er nooit
in geslaagd te wennen aan de geestelijke
uiseppe Santi, een Siciliaanse
boerenjongen, die in 1911 naar
de Verenigde Staten emigreerde,
zag jaren later in zijn herinnering nog steeds
dat 'fabuleuze kasteel glinsterend oprijzen uit
het water van de Newyorkse haven'. „We wa-
ren"heel erg blij," vertelde hij z'n kleinkinde
ren. „Want - dachten we - als we in zo'n
prachtig gebouw worden ontvangen, dan
moest het toch niet moeilijk zijn om in Ame
rika geweldig rijk te worden.
Santi behoort tot de velen wiens memoires
zijn vastgelegd in het immigratiemusetim dat
in datzelfde 'fabuleuze kasteel' op Ellis Island
is gevestigd. Hij was een van de twaalf mil
joen, die tussen 1892 en 1954 via de 'Gouden
Poort' het beloofde land binnenstroomden.
Net als Samuel Goldwyn, de film-tycoon. En
Bob Hope, de komediant. En Irving Berlin, de
componist. En Lucky Luciano, de gangster.
En Rudolph Valentino, de hartebreker van
het witte doek. En Golda Meir, de latere pre
mier van Israël. Die laatste arriveerde in 1909
vanuit Pinsk (Rusland) om via het eiland
door te reizen naar Wisconsin. „Ik kan me
van die laatste weken thuis slechts de hustle
and the bustle herinneren, het afscheid ne
men van de familie, de omarmingen, de tra
nen. Going to America was zoiets als vertrek
ken naar de maan."
Het Ellis Island Immigration Museum werd
in augustus 1990 geopend. Het ligt in de
schaduw van het symbool van de American
Dream, het Vrijheidsbeeld. Een rondvaart
boot vaart je er vanaf Battery Park in een
tocht van twintig minuten naar toe. Recht
naar achteren de machtige skyline van Man
hattan, links vooruit de Statue of Liberty en -
een halve mijl daarvandaan in noordwestelij
ke richting - het beroemde depot dat door de
ene immigrant een 'droomkasteel' werd ge
noemd en door de ander een 'kristallen pa
leis'.
Uitstraling
Het strenge, uit rode baksteen opgetrokken
gebouw moet een onuitwisbare indruk heb
ben achtergelaten op de straatarme landver
huizers, die hier vanuit Italië (2.503.310 men
sen), Rusland (1.893.542), Oostenrijk/Honga
rije (1.617.689) en ook Nederland (78.602) ar
riveerden. Project manager Gary Roth van El
lis Island: „Die uitstraling heeft het eiland
nog steeds. Dat komt: dit museum is wat de
USA is. Veertig procent van alle Amerikanen
is familie van iemand, die via dit gebouw het
land binnenkwam. Ellis Island is de draai
schijf van onze geschiedenis."
Dat blijkt uit de expositie waarin wellis
waar de nadruk wordt gelegd op de periode
1892-1954, maar waarin ook andere immi
gratiegolven, die de Verenigde Staten kregen
te verwerken, aan bod komen. Kritiek op de
veronderstelde gastvrijheid van de Amerika
nen wordt daarbij geenszins geschuwd. Roth:
„We zouden de waarheid geweld aandoen als
we de bezoekers niet zouden wijzen op onze
latente vrees verdrongen te worden door bui
tenlanders. Eerst werden de katholieke Ieren
niet geaccepteerd door de puriteinen en ver
volgens vonden die de Chinezen weer te vlij
tig en de Japanners te handig. Daarna waren
de Italianen te crimineel... Ik bedoel, er zijn
altijd wel regeringen geweest, die naar rede
nen zochten om de immigratie aan banden
te leggen."
Zelfs een van de beroemdste mannen uit
de geschiedenis van de USA, de vrijmetselaar
Benjamin Franklin, wordt in het museum
geen hand boven het hoofd gehouden. Een
in 1751 geschreven pamflet van de opsteller
van de Amerikaanse grondwet, ligt van twee
kanten onder de spotlights. Hij schreef:
„Waarom zouden we toelaten dat de Duitse
immigranten met hun andere taal en hun
andere omgangsvormen zich zomaar in onze
staten vestigen? Waarom moet Pennsylvania,
gesticht door de Engelsen, een kolonie wor
den van vreemdelingen, die snel zo talrijk
Vrijheid
In het museum wordt Kennedy's visie niet
bestreden. Maar wel wordt op de expositie in
beeld en geschrift duidelijk dat Amerika toch
vooral werd overstroomd door werkelozen en
dopr mensen, die om politieke dan wel reli
gieuze redenen werden vervolgd. In de USA
kon je doen en zijn wat je wilde. Er was vrij
heid van meningsuiting en van geloof en -
wellicht het allerbelangrijkste - het geld lag er
voor het opscheppen. Louise Nagy uit Polen
(1913): „Wij droomden elke nacht van Ame
rika. Iedereen sprak erover. Je kon er a lot of
money verdienen, wel een dollar per dag. En
de straten waren geplaveid met goud."
Dat laatste was niet in overeenstemming
met de waarheid, ontdekte Charles Gallippi,
een jonge Italiaan die in 1912 naar het land
van de onbegrensde mogelijkheden reisde.
„Dat de straten niet waren geplaveid met
goud, vond ik nog tot daar aan toe. Maar er
ger was, dat ze helemaal niet waren gepla
veid en dat van mij en mijn vrienden werd
verwacht dat wij daarvoor zouden zorgen."
Het was de zoveelste dreun die Gallippi
kreeg te verwerken. De eerste was hem reeds
op Ellis Island uitgedeeld. Zoals aan zovelen.
In 19Ó9 ondertekenden honderd emigranten
een brief, die vanaf het eiland naar het dag
blad 'Jewish Daily Forward' 'werd gestuurd.
„Hoewel het onmogelijk is de omstandighe
den hier te beschrijven, doen we een poging.
We zitten met duizend mensen opgepakt in
een kamer waarin plaats is voor tweehon
derd. We mogen geen luchtje scheppen op
het plein buiten. We liggen op de vloer, mid
den in fluimen en andere vuiligheid. We dra
gen al drie of vier dagen dezelfde shirts om
dat we onze bagage niet bij ons mogen hou
den."
En de brief gaat verder: „Iedereen sjokt we
nend en jammerend rond. Vrouwen met ba
by's, die zich al bij hun eerder geëmigreerde
man hadden willen voegen, worden vastge
houden. Wie is bestand tegen dit lijden?
Mannen zijn gescheiden van hun vrouwen
en kinderen. Alleen bij het eten is er gelegen
heid elkaar even te zien of te spreken. Als een
man iets aan zijn vrouw wil vragen, of als een
vader zijn zoon of dochter wil zien, dan krijgt
hij daarvoor geen toestemming. Zieke kinde
ren worden overgebracht naar het zieken
huis. Het gebeurt dikwijls dat zij daaruit
nooit meer terugkeren.
i. -
1811111»
«a*
de Verenigde Staten binnenkwamen.
FOTO: CONVENTION VISITORS BUREAU NEW YORK
De 'Great Hall'. Het ontvangstgebouw voor immigranten op Ellis Island, waar tussen 1892 en 1954 twaalf miljoen
Ellis Island, begin deze eeuw. Net aangekomen immigranten kijken naar de verte waar hun toekomst ligt.
FOTO ARA LEISURE SERVICES