De 'Leidens-weg' van een aannemer >WT Hartklachten en tonnen schade door Annex-affaire Jan en Coyce Denier. „Voor het eerst in al die tijd, heeft de universiteit nu zelf contact opgenomen." foto willem blauw RUDOLF KLEUN* M M M e zijn uitgeput', verzucht ml Wl Coyce Denier in haar w w Brabantse woning. „Nu weer een lekkage, zoiets kun je er eigenlijk niet bij hebben. De maat is vol. we hebben de grens bereikt. Buiten blaft een grote bou- \ier als een verzekeringsexpert de schade die is aangericht door een wolkbreuk komt op nemen. Mevrouw Denier heeft inmiddels een jonge Rottweiler besteld. ..Die honden zijn agressiever. Ze blaffen niet, maar bijten on middellijk." Het echtpaar Denier laat zich niet gek maken door anonieme telefoontjes. Coyce Denier loopt af en aan met dikke mappen: ordners vol correspondentie met advocaten, onderaannemers, projectontwik kelaar Fibomij en zusterbedrijf ABS Eurospan en de Leidse universiteit. 'Leidens-weg', staat op een van ordners te lezen. „En dat was het ook. voor mijn man en mij. Het is net een thriller als je al die stukken leest. Een thriller die zijn ontknoping naden. De Leidse Rijksuniversiteit heeft de aannemer 1,8 miljoen gulden betaald voor de half afge bouwde Annex. Toen de betalingen definitief uitbleven had Denier in januari 1993 op grond van het recht van retentie beslag ge legd op het pand. Dat gaf hem ook het recht het te verkopen. Met de opbrengst kon Jan Denier 90 procent van de vorderingen van de onderaannemers voldoen. De advocaatkos- ten, bijna 280.000 gulden, hebben de Deniers zelf gedragen: „Uit solidariteit. Want zonder de medewerking van de onderaannemers had ons bedrijf niet meer bestaan. De Deniers zijn opgelucht, maar niet vol daan. „Je doet zó je best, maar wij zijn de du pe van andermans fouten. De universiteit is moreel verplicht ons nu die Annex te laten afbouwen. Dan kunnen de onderaannemers ook nog wat terugverdienen van het geld dat ze verloren hebben." Steekpenningen De aanbouw bij het Sylviuslaboratorium aan de Wassenaarseweg in Leiden is nog altijd niet meer dan een onvoltooid betonnen kar kas. En hoewel zelfs dat bij lange na niet is betaald, slaagden de projectontwikkelaar en zijn handlanger er wel in het volledige bouw- krediet van meer dan acht miljoen gulden op te nemen bij de ING-Bank. Zo'n 7 miljoen gulden verdween. Het geld is waarschijnlijk weggesluisd naar het buitenland. De twee louche zakenlieden sleepten het project in de wacht met de hulp van de voor malige directeur bedrijfsvoering van de uni versiteit. Volgens Justitie streek hij vier ton aan steekpenningen op. Het drietal wordt verdacht van een waslijst van strafbare feiten, variërend van het lidmaatschap van een cri minele organisatie tot belastingfraude, het aannemen van steekpenningen, valsheid in geschrifte en flessentrekkerij. „Een hele smerige zaak", zegt Coyce De nier fel. En wij zijn erin gestonken. Maar kapot zijn we niet. Ze dachten dat ze met een stelletje achterlijke Brabanders van doen hadden, maar daar hebben ze zich mooi op verkeken. Wij houden er niet van onszelf op de borst te kloppen. We doen gewoon ons werk. Hier in Brabant zeggen wij: eenvoud kenmerkt. Dat hebben wij van huis-uit mee gekregen. Maar ze moeten ons niet onder schatten!" Eervol Jan Denier is bouwkundig ingenieur, beton en staalconstructeur. Hij houdt kantoor in Rijsbergen en in Dongen. Ooit werkten in zijn bedrijf 160 mensen, nu zijn dat er tien. Denier, zestig jaar oud, heeft geen opvolger. Reden om de afgelopen jaren geleidelijk af te bouwen en bij de uitvoering van werken een steeds groter beroep op onderaannemers te doen. Eigenlijk wilde Denier helemaal geen grote projecten meer Ban nemen. Maar toen diende zich ineens de opdraóht van de uni versiteit aan. Ze zijn hard aan vakantie toe. De laatste twee jaar waren ronduit slopend. Aannemer Jan Denier (60) uit het Brabantse Rijsbergen en zijn vrouw Coyce (56) zijn doodmoe van de Leidse Annex-affaire, de uitbreiding van het Sylvius Laboratorium van de Leidse universiteit die uitliep op een grootscheepse bouwfraude. De zaak kostte bestuursvoorzitter C. Oomen zijn functie. De van verduistering verdachte projectontwikkelaar en zijn handlangers zaten enkele maanden in voorarrest en wachten nu op een proces. Denier lijkt voorlopig de enige winnaar in de affaire. Maar het ging wel ten koste van zijn gezondheid en leverde een schade op van tonnen. Zijn firma De Kempen/Interbouw Zuid' bestaat echter nog. Het bedrijf zou de Annex graag afbouwen. En als de zaak straks voor komt, wil het echtpaar Denier getuigen, alle bedreigingen ten spijt. Want zij hebben niets te verbergen. Coyce Denier adviseerde haar echtgenoot nog ervan af te zien. „Maar we vonden het eervol. En het zat wel goed, dachten we, het was immers voor de Rijksuniversiteit." De nier verkeerde in eerste instantie namelijk in de overtuiging dat hij voor de universiteit werkte en niet voor de later malafide geble ken projectontwikkelaar Fibomij. „Dat er ook nog een Fibomij bestond werd pas nadien duidelijk. Bij ons verscheen de directeur van ABS Eurospan die zich als architect voor de universiteit presenteerde. En het is heel ge bruikelijk dat een architect een werk aanbe steedt. Dan komt het niet in je op dat je met een stel boeven van doen hebt." De Kempen/Interbouw Zuid BV was bij aanvang van de bouw een kerngezond bedrijf met een grote reserve. „Dat is onze redding geweest", vertelt Coyce Denier. .Anders wa ren we al lang over de kop gegaan." Dankzij die reserve kon het bedrijf de bouw in Leiden nog geruime tijd financieren, ook toen de Fi bomij en ABS Eurospan in gebreke bleven. „We bleven betalen tot onze schatkist leeg was. Toen de stapel onbetaalde rekeningen steeds groter werd, belden we met de be drijfsdirecteur van de universiteit. Die stelde ons gerust. Hij zei: „Mevrouw, ik heb 500 miljoen gulden in mijn beheer. Maakt u zich geen zorgen." Dat geloof je. want het is de di recteur van de universiteit die dat zegt." Coyce Denier had - vertelt ze - niettemin al snel het gevoel te hebben gehad dat de zaak niet in de haak was. Ze vond vooral de pro jectontwikkelaar, die zich overigens liet voor staan op zijn orthodox-christelijke opvattin Eurospan reJectoegepast. gen, 'veel te glad'. „Vanaf het begin heeft het ons ook verbaasd dat er helemaal geen gege vens waren van de Annex. Er waren geen funderingstekeningen, er was niks. Alleen een bestek, dat was alles. Wij hebben alle te keningen zelf moeten maken en de techni sche gegevens moeten verzamelen. Wij zijn nu de enigen die weten waar de riolering van de Annex ligt." Ze vertelt dat de compagnon van de pro jectontwikkelaar zich weliswaar uitgaf voor architect, maar dat er niets klopte van het materiaal waarmee hij kwam. „Later bleek ook dat hij helemaal geen architect was. Hij was bovendien al failliet toen hij met ons in zee ging. Ik vond hem er ook vreemd uitzien, armoedig. Maar architecten lopen er wel va ker opvallend bij, die zijn een beetje artistiek. Ik dacht nog, dat hoort erbij." Coyce Denier vermoedt dat deze man toen de zaak eenmaal liep nog last moet hebben gehad van wroeging. „Hij vroeg op een gege ven moment of wij een bv of een firma wa ren. In het laatste geval zouden we bij een faillissement ook ons huis zijn kwijtgeraakt. Kennelijk raakte hem dat." Barri re De projectontwikkelaar en zijn compagnon hielden zich al snel na het begin van de bouw niet meer aan gemaakte afspraken. Rekenin gen werden niet betaald en als Denier zich beklaagde, reageerden beide compagnons met brieven waarin ze duidelijk maakten el kaar te hebben aangeschreven. Later bleek de projectontwikkelaar eigenaar van beide bv's, Fibomij en ABS Eurospan. De projectontwikkelaar ging heel ver in het aftasten van de mogelijkheden om geld uit de Annex te halen. Coyce Denier: „Hij heeft bij de fiscus de BTW teruggevraagd die door ons was afgedragen. Het is van meet af aan één groot bédrog geweest. Toen we begonnen te vermoeden dat de zaak stonk, trokken we aan de bel bij de universiteitsdirecteur, ons enige contact met de universiteit." Die wist zich volgens Coyce Denier goed te verkopen. Schreef brieven op het papier van het college van bestuur. Hij verspreidde bo vendien binnen de universiteit het gerucht dat de bouw van de Annex tot stilstand was gekomen omdat aannemer De Kempen in gebreke was gebleven. Denier en andere on deraannemers slaagden er nooit in door de barrière te dringen die de directeur had op geworpen voor het college van bestuur. Eén onderaannemer ondernam zeker veertig ver geefse pogingen het college te pakken te krij gen. Later kreeg bestuursvoorzitter Oomen - die het project in zijn portefeuille had - dan ook het verwijt van de Universiteitsraad het begrip 'besturen op afstand' wel erg letterlijk op te vatten. De ING-bank die in april 1993 nog een nieuwe hypotheek verstrekte, heeft het ook laten afweten, vindt Coyce Denier „Regelma tig verscheen een inspecteur van de bank op de bouw. Ze wisten ongetwijfeld hoe de zaak ervoor stond, dat het werk volledig stillag. Toch zijn ze blijven uitbetalen." Het echtpaar Denier beschikt over bewijzen dat de bank de bouw daadwerkelijk inspecteerde. Materiaal waardoor de schadeclaim van die bank van zeven miljoen gulden bij de universiteit vol gens Denier vrijwel niet valt te handhaven. „Wij zijn bereid voor de universiteit te getui gen." Solidariteit Het echtpaar Denier toonde zich eerder al behulpzaam aan de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD). Die zat al jaren achter de directeur van ABS Eurospan aan en stuitte door de Annex-zaak ook op de Leus- dense projectontwikkelaar. Die lijkt in ieder geval in de Annex-zaak de touwtjes in han den te hebben gehad. De FIOD klopte aan in Rijsbergen om archiefstukken te raadplegen. „Dat is ook ons geluk geweest: dat we zo se cuur zijn met onze boekhouding. Anders is het echt gebeurd met je." Met die nauwkeurige administratie in de hand, maar vooral door zich nauwgezet aan afspraken en beloften te houden, slaagden de Deniers er in hun onderaannemers en ande- N re leveranciers ervan te overtuigen dat ze zich achter hen moesten scharen in de strijd tegen Fibomij en ABS Eurospan. „We zijn ze ontzettend dankbaar. Ze waren solidair met ons, ze hadden ook ons faillissement kunnen aanvragen. Daar hadden die boeven ook op gerekend."" De gezamenlijke aanpak daarentegen leid de tot het faillissement van ABS Eurospan (september 1993) en Fibomij (januari 1994) Faillissementen die nog altijd niet zijn afge handeld. Net als de FIOD is ook de curator nog steeds op zoek naar verdwenen geld. Het recht mag in die zin dan zegevieren, de prijs die vooral Jan Denier moest betalen is hoog geweest. Hij kreeg hartklachten. Nog altijd trekt hij wit weg als hij naar Leiden moet. De inspanningen waren dan ook groot. Maandenlang voelde hij zich genoodzaakt dagelijks naar Leiden af te reizen om de An nex waar hij beslag op had gelegd, persoon lijk te bewaken. Dat betekende iedere dag om vijf uur opstaan. Toen een van de onderaan nemers daar achter kwam bood hij spontaan aan een hondebewakingsdienst in te huren. Een voorbeeld van de door Denier zo ge roemde solidariteit. De hele affaire had bovendien tot gevolg dat de inkomsten van Denier fors achteruit gingen. Zijn bedrijf liep opdrachten mis. Al het eigen geld zat immers in de Annex. Het echtpaar Denier werd bovendien geplaagd door dreigtelefoontjes. Ze lieten zich niet uit het veld slaan. Coyce Denier: „Ik zeg altijd maar: je kunt maar één dood sterven. We zijn bovendien goed beveiligd door onze hondén. Waar ik wel bang voor ben, is dat andere on- schuldigen opnieuw in die boevenstreken Om dat te voorkomen wil het echtpaar De nier de Stichting Recht Bouwzaken oprich ten. 'Voor juridische en bouwtechnische ad viezen, ter voorkoming en oplossing van bouwgeschillen', staat te lezen op een proef druk van een visitekaartje „We willen slacht offers van fraude en oplichting helpen. Er zijn er maar weinig die zo'n ervaring hebben op gedaan als wij." Een advocaat uit Zundert heeft inmiddels toegezegd mee te doen. Jan Denier wil de bouwtechnische kant op zich nemen. „Hij kan als getuige-deskundige op treden voor de rechtbank." Verandering Dat de Annex-zaak ook iets heeft veranderd bij de universiteit, heeft het echtpaar Denier inmiddels ondervonden. Onlangs had Jan Denier ineens de secretaresse van de tijdelij- het college van bestuur, L. i de telefoon. „Dat was voor al die tijd dat de universiteit zelf contact opnam. We wisten niet wat we mee maakten: meestal was het andersom. Nu wachten we nog op een telefoontje over het afmaken van de Annex." 'Perfect gedaan' 'Het is perfect wat Denier heeft gedaan.' M. Verschoor van het gelijknamige hijskraan-verhuur bedrijf uit Sassenheim en B. Goddijn van het Alphens trans portbedrijf, zeggen letterlijk het zelfde over de inspanningen van de Brabantse aannemer om de Annex-affaire tot een zo goed mogelijk einde te brengen. De firma's van Verschoor en Goddijn horen beide tot de groep bedrijven die gedupeerd dreigden te worden door het uitblijven moesten Denier e maken n an betalingen bij de de Annex. Feitelijk hun geld krijgen van hadden ze niets te projectontwikkelaar Fibomij. Toch besloten de on deraannemers zich eensgezind achter Denier te scharen in diens pogingen Fibomij aan te pakken. Ze zagen er vanaf het faillissement van Denier's be drijf aan te vragen. Verschoor: „Als we dat had den gedaan was Fibomij de la chende derde geweest. Zij had den anderhalf miljoen in hun zak gestoken om vervolgens op nieuw te beginnen. Dat is pre- ï.op t De nier hebben we bovendien leren kennen als iemand die zich wél altijd aan alle afspraken hield." Verschoor en Goddijn zeggen in eerste instantie uit financiële overwegingen achter Denier te zijn gaan staan. Later kwam daar het gevoel bij dat het recht zijn loop moet hebben. „Je kunt criminelen niet zo maar hun gang laten gaan." Verschoor kreeg - toen de zaak liep - steeds meer contact met Denier. Hij hielp hem toen de zaak na de beslaglegging op de half afgebouwde Annex in de gaten moest worden gehouden. Zo maakte hij afspraken met een zwerver (die er sliep) om 's nachts een oogje in het zeil te houden. Later kwam er honden bewaking, betaald door een an dere onderaannemer. Verschoor is enthousiast over de afloop en wil die nog gaan vieren met De nier. „Ze dachten kennelijk dat ze die Brabantse boertjes wel klein konden krijgen, maar dat is mooi niet gelukt." De aanbouw van het Sylviuslaboratorium stilgelegd. foto archief hielco kuipers

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 24