WlTERKRANT 'De gelukkigste man van de wereld' Bagger, bagger en nog eens bagger Bestemming: Noordwijk 1| VRIJDAG 12 AUGUSTUS 1994 Dc boot van het Leidsch Dag blad vaart vandaag naar Wasse naar en vervolgens naar het ver pleeghuis Zuydtwijck in Leiden. Morgen wordt koers gezet naar Katwijk en Noordwijk. Wie tips heeft voor de beman ning kan bellen naar het specia le telefoonnummer op de re dactie van het Leidsch Dagblad: 071-356401 of rechtstreeks met de schipper aan boord: 06- 52801476. AGENDA LOGBOEK Ringvaart, 11 augustus Miljoenen moeten er inmiddels uitgegeven zijn om Japanners en Amerikanen ervan te over tuigen dat het beeld dat zij heb ben van Nederland niet klopt. Het land staat niet vol met mo lens, we eten niet voortdurend kaas, lopen niet op klompen en er staat nergens een jongetje met zijn vinger in de dijk. Nee, we zijn een modern dichtbe volkt land, met een moderne in dustrie en we lopen niet in kle derdracht. Ook al doet Frau Antje haar best om de Duitsers anders te laten denken. Maar neem die nietsvermoe dende Japanner of Amerikaan nu eens op een sombere nazo mermiddag mee voor een boot tochtje over de Hollandse plas sen en meren. Ingeklemd tus sen de bollenvelden en Schip hol. Midden in een van de dichtstbevolkte gebieden van de wereld. Wat treft hij daar aan? Wijdse vergezichten over pol ders die lager liggen dan het water waar we in varen. Overal staan molens. In de achttiende eeuw gebouwd om de polders droog te malen. En ze werken nog steeds. Het is rustig, zelfs de Kagerplas- sen zijn niet het verkeersplein Oudenrijn voor de watersport waar ze in het weekeinde voor doorgaan. Het lijkt er op dat er nu alleen echte watersporters varen. Iedereen heeft de tijd voor een groet of een praatje. Zo nu en dan passeert een scherp aan de wind varende zeilboot. Dreigende buien drijven over. Donkere wolken maken het groen van weilanden en bomen nog groener. Het water is zwart. En ineens weet die Amerikaan of Japanner waar Hollandse meesters zoals Rembrandt -net gezien in het Rijksmuseum- de inspiratie vandaan haalden voor het unieke licht in hun schilde rijen. De gasten uit den vreem de zijn er inmiddels van over tuigd. Die plaatjes op die Delfts blauwe schotels in de toeristen- winkels kloppen precies. Hol land zoals zij het kennen be staat. En laat de Hollanders dat niet tegenspreken. Even later gaat de brug open voor ons jachtje. Voor de slag boom staat een man te wach ten. Op een zwarte herenfiets, in blauwe overal, onder zijn arm een zeis in een jute /ak. Aan zijn voeten: knalgele klom pen. Het enige wat de gasten van ver nog niet gezien hebben is een kaasmeisje in kleder dracht. Daar hebben ze begrip voor. Ook in dit Efteling-land staat de tijd niet stil. RUDOLF KLEUN» VISWATER Voor de volgende stektip neem ik u mee naar het recreatiege bied Noord-Aa gelegen tussen Zoeterwoude en Zoetermeer. Het is een uitgestrekt waterge bied waarvan de kern wordt ge vormd door een grote plas die in de loop der jaren is ontstaan door zandwinning. Het zuigen in de Zoetermeerse Plas is nog steeds niet afgerond. Daarom heen liggen vaarten, brede en minder brede sloten en uitge strekte polderwateren. Op di verse plekken zijn aanleg- en vissteigertjes aanwezig. Vooral de omgeving van het zand- strandje kunt u in de zomer be ter mijden gezien de grote druk te. Hoewel het gebied rijk is aan vele vissoorten concentreren we ons ditmaal op de karper die zowel vanaf de oever als met een bootje kan worden bevist. Voor het water op het grondge bied van Zoetermeer moet u behalve van de gebruikelijke viskaart in het bezit zijn van een visvergunning van de gemeente Zoetermeer. Die jaarvergunning is geldig van 1 januari tot en met 31 december, kost een gul den of zeven en geeft toestem ming tot het vissen met twee hengels. Een bijzondere bepa ling waarmee karpervissers re kening moeten houden is dat karpers niet in een leefnet be waard mogen worden. Eventu eel fotograferen dus en direct terugzetten. De naam ontleent het gebied aan het water dat begint bij de Weipoort en uitloopt in een kleinere plas. Van dit Zoeter- woudse gedeelte zijn de vis rechten deels in handen van de Hengelaarsbond voor Leiden en omstreken (jaarcontributie 33 gulden). Daar zijn ook vis- bootjes te huur. Het plasje zelf is vanaf de openbare weg slechts aan een kant bereikbaar, namelijk via de hoge dijk aan de oostkant. Een jaar of wat gele den zijn aan de voet van deze dijk een paar kleine parkeer- plaatsjes aangelegd en van daaruit is het slechts een paar minuten lopen naar het water. Heeft u het speciaal op karper gemunt vist u dan met water harder aas, bijvoorbeeld een brok niet al te gare aardappel, want er komt nogal wat witvis als brasem, blei en voorn voor. Voer bescheiden want dat ge beurt op diverse plekken al rij kelijk genoeg. Komt u vanuit de richting Zoeterwoude en rijdt u in de richting Zoetermeer dan krijgt u na het passeren van het plasje aan uw rechterhand een fraaie op boezemniveau gelegen vaart. De parkeerplaats ligt in de directe omgeving. Deze vaart is rijk aan karper in diverse vari anten. Ook op de zandplas zelf huizen grote exemplaren. Voor al in de rustige uurtjes komen ze tot vlak onder de oevers. Regionale verwachting vo< zaterdag 13 augustus 20 graden Noordwest 4-5 Noeste werkers bij WSV Lisse Over de crisis die de water sportvereniging in Lisse twee jaar geleden door maakte, wil de huidige voorzitter Evert van het Schip het eigenlijk niet meer hebben. Er is geen vuiltje aan de lucht, zegt hij. De watersportvereniging Uitermeer, die zichzelf op hief, ging gewoon door on der een andere naam, WSV Lisse. Maar er veranderde wel het een en ander. De le den hebben zichzelf omge turnd in noeste werkers. Het meeste onderhoud aan de haven doen ze nu zelf. ,,We zijn - zo kun je het noemen - een echte doe- het-zelf-haven", aldus Van het Schip. Het liggeld voor de jachtjes kon op die manier laag worden gehouden. Want t zo n twee jaar geleden dreigde het door de duur der wordende tijden flink mis te gaan met de kosten voor een vaste ligplaats. Niet alleen werden bijvoor beeld het loon voor de ha venmeester en het haven- onderhoud te duur, ook de buurman, Jachtwerf Olden- hage die een deel van de grond van de haven in zijn bezit heeft, vroeg ineens een huurverhoging van en kele honderden procenten. Dat laatste was indertijd ook de reden dat de leden besloten hun club op te heffen. Maar uiteindelijk kwam het dus allemaal goed. De nieu we vereniging, die eigenlijk de oude is, loste het pro bleem op door de leden aan het werk te zetten. Drie da gen per jaar moeten ze vrij houden om zo aan de slag te kunnen als steigerbou wer, hovenier of haven meester. Met ruim 150 le den betekent dat dat er voor pakweg twee manja ren loon per jaar wordt uit gespaard. ,,Als we het zo goedkoop willerr houden als nu, moeten we dat wel van onze leden verwachten", zegt Van het Schip. „We doen het allemaal van harte hoor. En het scheelt een hoop geld. Nu moet ieder een nog drie dagen aan de slag maar dat komt ook doordat er veel achterstallig onderhoud is. Uiteindelijk willen we naar twee dagen of zelfs misschien wel één dag per jaar." Hij dreunt een rijtje cijfers op om aan te geven hoeveel werk de vereniging verzet. ,,Twee tot drie kilometer grasmaaien iedere week, onderhoud aan 1200 meter beschoeiing, tientallen bo men snoeien en binnen kort, binnenkort moeten we zo'n duizend meerpalen vervangen." Van het Schip is er trots op dat de verenigingshaven de enige in de omgeving is, die geen winst wil draaien. ,,Wij vragen nog geen 25 gulden per vierkante meter schip, tien minuten verderop is het minstens 45 gulden", aldus de voorzitter. „Je ziet hier over het algemeen ook bescheiden scheepjes lig gen. Gemiddeld zijn ze mis schien zo'n 40.000 gulden waard." De meeste leden komen uit Lisse. „We zijn een typische Bollenstreek-vereniging", aldus Van het Schip, die overigens één misverstand uit de weg wil ruimen. Het misverstand dat er vanuit de Bollenstreek niet te va ren is. „Zijn ze wel hele maal fris, de mensen die dat beweren", roept de voorzitter uit. „Ik vind dat we een van de meest gun stig gelegen havens in Ne derland hebben. Vlakbij alle grote plaatsen, binnen een halve dag varen zit je in Rotterdam, in Amsterdam. In nog geen half uur zit je op de Kaag en ook de Braassem en de Westeinder plassen liggen vlakbij." ANNET VAN AARSEN In zijn onderbroek staat hij glimmend van trots op wat eens de stuurhut was. Jaap Faber, 47 jaar oud, theoloog van origine maar nu psychotherapeut, oud- -volleybalinternational, de hui dige bondscoach van het be- achvolleybalteam, eigenaar van diverse handelsfirma's en een hotel in oost-Europa, voetbal makelaar, als agent van Ruca- nor sponsor van de Roemeense voetbalclub Universitate Craio va. Maar sinds kort vooral eige naar van een Noorse loodskot- ter uit 1910, ontworpen door Colin Archer. „Ik loop er een beetje gek bij, maar ik zat van morgen bij een belangrijke ver gadering netjes in pak. Dat heb ik maar even uitgedaan", vertelt Faber op zijn loodskotter. Het wrak - „Je moet door de ga ten heen kijken" - is het zuster schip van de Fram, de boot waarmee prof. Friedjof Nansen naar Spitsbergen voer voor een onderzoek naar ijsdrift. Twee en twintig maanden lag de Fram ingevroren. Het was in die tijd het schip dat de Noordpool het dichtst had benaderd. Nu ligt de Fram in een Noors museum en het zusterschip op de werf van de firma Oldenhage in Lisse. De houten boot ver keert in deplorabele staat maar Faber is ervan overtuigd dat over pakweg een jaar er een fantastische boot ligt. Hij houdt het oude frame in stand en laat daarover een laag epoxyhars aanbrengen. Zo ontstaat een nieuwe buitenkant met aan de binnenzijde het houten frame. Er komt een aluminiumdek op en in het schip worden vijftien kooien gemaakt. Faber wil de boot in de toekomst verhuren. „Ik ben de gelukkigste man van de wereld", roept Faber uit op het dek van de loodskotter. ..Ik zag een advertentie dat deze boot te koop lag in Wetering, een gehucht bij Blokzijl. Ik ben erheen gereden, heb een uur la chend, gillend en schreeuwend door de boot gelopen en heb daarna een uur in het gras zit ten denken. Toen wist ik het ze ker: die boot wordt van mij." Voor de luttele som van 1.000 gulden nam hij het wrak over, haalde een duwslepertje bij de werf van Oldenhage en voer over het IJsselmeer naar huis. „Ik zonk bijna want de boot is hartstikke lek. Gelukkig zat er een waterpomp in." De loodskotter krijgt nu eerst een nieuwe buitenkant en nieuw dek en daarna gaat Faber Jaap Faber: „Deze boot kan bij windkracht tien aan lager wal op zeil nog vastgelopen vissersschepen lostrek ken." FOTO HOLVAST/MARK LAMERS zelf aan de slag. „Binnen doe ik alles zelf. Ik ga uit van de origi nele indeling en borduur daar op verder. Het zal allemaal vrij speels worden", aldus Faber, die vertelt heel handig te zijn. „Ik heb inmiddels zelf drie hui zen gebouwd." Aan het laatste huis, dat staat aan de Lisserdijk in Haarlemmermeer, is hij nog volop bezig. De Noorse loodskotters en red dingsboten die Colin Archer ontwierp zijn wereldberoemd vanwege hun grote zeewaardig heid. „Deze boot kan bij wind kracht tien aan lager wal op zeil nog vastgelopen vissersschepen lostrekken", zegt Faber. „Je vaart ook met twee vingers, zo makkelijk gaat dat." De boot wordt uitgerust met een nieuwe mast en tuig en zal vaak met zeil varen. Maar er komt ook een motor in: een Moës uit 1928. „Die motor heeft in de timmerfabriek Hillegom de zaag aangedreven. „In Scandinavië zijn deze boten nog heel populair. Er worden ook wedstrijden mee gevaren. Maar ze zijn vreselijk duur om te kopen. Meer dan een ton en dan moet je er vaak nog veel aan opknappen. Ik heb maxi maal 100.000 gulden uitgetrok ken om deze boot op te knap pen, maar daar blijf ik vrijwel zeker ruim onder." „Het is een hoop geld. Dat klopt. Maar ik heb het en ik heb het ervoor over. Op mijn 18de heb ik me voorgenomen elke dag tenminste honderd gulden zakgeld te verdienen. Er is bijna geen dag geweest, dat het me niet is gelukt. Ik doe van alles. Je kunt me de man van twaalf am bachten en het grote geluk noe men. Maar soms ga je ook op je bek, vooral in het Oostblok waar contracten ineens niets meer waard waren als er een nieuwe regering aantrad. „Waar ik alle tijd vandaan haal? Ik slaap sinds m'n 12de zes uur per nacht en heb een hoog tem po. Van zes tot half negen be antwoord ik alle faxen die de vorige dag zijn binnengekomen. Soms zijn het er wel vijftig, alle maal met zaken waar ik een be slissing over moet nemen. Om negen uur drink ik koffie en dan ga ik aan het werk." Het hoge tempo vergt z'n tol. „Ik ben 23 jaar getrouwd, maar nu is mijn vrouw een tijdje bij me weg. Ze kon even het hoge tempo niet meer bijhouden, maar dat komt wel weer", ver telt Faber die benadrukt dat hij zichzelf 'een zeer gelukkig mens vindt': „Ik zou niet zonder werk kunnen. Of het toeval is dat ik in zoveel zaken terecht ben ge komen? Nee, het leven kent geen toeval, het kent voorzet ten. Die kun je inkoppen of la ten lopen. Het laatste vind ik onverstandig." 'Overal zanikt bagger'. Dat schreef de onlangs overleden dichter Lucebert. Het lijkt wel alsof hij die regel speciaal voor Leiden heeft geschreven. Want onze vaarten, singels en grach ten liggen vol met bagger, te vol, als je Leidenaar Bouter moet geloven. „Ik heb een aardige boot. Met die boot moet ik wel eens onder de Zijlpoortbrug door. Een on mogelijke zaak bij het niet draaiende gedeelte. Ze hebben bij het bouwen wel rekening ge houden met de doorvaarthoog- te maar niet met de diepte. Dat is bij de bouw niet goed gecon troleerd. Omdat er niet meer wordt gebaggerd, staat er soms nog maar twintig centimeter water. Je ziet de winkelwagen tjes emit omhoog steken. Je kunt die plaats makkelijk door- wa den." „De gemeente haalt de vaste objecten keurig weg. Maar ge baggerd wordt er niet. Bijna nergens meer. Dat is in heel Ne derland een probleem. De bag ger is sterk vervuild en er zijn geen opslag plaatsen voor. Als er nu boten van zo'n negenhon derd ton voorbijkomen wordt die bagger opgewoeld en is het water dagenlang weer smerig." „Ik heb laatst eens een man ge sproken die de oudste boer van Leiden is geweest. Hij bracht per schip altijd zijn hooi naar de stad. Hij vertelde me dat er vroeger door loonbaggeraars drie keer per week werd gebag gerd, drie schuiten bagger per week werden er uit de grachten gehaald. Maar in de jaren ze ventig zijn ze ermee moeten ophouden door die milieumaat regelen." „Het vervelende is dat je schroef die bagger aanzuigt zodat bij boten met een waterkoeling het waterfilter verstopt raakt. En dan wordt de motor niet meer gekoeld. En na de marktdagen is het nog steeds een rotzooitje. Ik heb meer dan eens een paar van die plastic zakken om mijn schroef heen." De bogen van de Zijlpoortsbrug. Hoog genoeg voor de meeste boten, maar het water eronder is doorwaad baar. FOTO LOEK ZUYDERDUIN T. Lammersen, chef waterbe heer van de gemeente Leiden, kent het probleem. „De door- vaartroutes worden wel schoon- gehouden, daar wordt door Rijnland ook wel gebaggerd. Maar voor al die bagger is er ge woon geen veilige opslagplaats. Maar dat er iets aan moet ge beuren, is duidelijk. Er vallen el ke herfst weer bladeren in het water, dus de laag slib wordt steeds dikker." De bagger is vooral vervuild door pak's, de zogenaamde po- lycycli sche aromatische kool waterstoffen. Dat zijn stoffen die met name vrijkomen bij ver branding. A. van den Berg van de afdeling Milieu in Leiden: „Je kunt daarbij denken aan uitlaat gassen. Maar deze stoffen ko men ook uit creosoot, de teer waarmee bijvoorbeeld meerpa len tegen verrot ting worden be schermd. Verder zit er lood in het slib, dat is erg giftig. Als er ernstige knelpunten zijn, ko men we wel in actie. Maar voor lopig is het nog afwachten. Er zijn namelijk geen stortplaat sen. De provincie heeft inmidels wel een aantal locaties aange wezen, waaronder een in de Oostvliet polder, maar een en ander is nog zeer omstreden. Als het heel erg is, kunnen we wel wat vervuild slib kwijt in Rotterdam maar men denkt daar natuurlijk het eerst aan het eigen vervuilde haven slib."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 11