^TERKRANT De Ark II is een beetje stuurloos 'Alleen een stomme reiger eet geen vis' REDERIJ VAN HULST/ DINSDAG 19 JULI 1994 Regionale verwachting voor woensdag 20 juli 24-25 graden Evangelisatieboot kan alleen nog maar vooruit De boot van het Leidsch Dag blad vaart vandaag en de ko mende dagen op de wateren in en rond /Viphen en Langeraar. Wie tips heeft voor de beman ning kan bellen naar het specia- infograpNc: PA da Grut le telefoonnummer op de re dactie van het Leidsch Dagblad: 071-356401 of rechtstreeks met de schipper aan boord: 06- 52801476. AGENDA LOGBOEK Maandag 18 juli, Braassemer- Heeft het nog zin om terug te komen op een voorval van afge lopen zaterdagavond? Zelf vond ik van niet. Het is tenslotte on eindig veel interessanter te le zen van al die keren dat we nie mand hebben aangevaren, dan van die ene keer dat het mis ging. Honderden, wat zeg ik, duizenden scheepjes moeten we de afgelopen anderhalve week zijn gepasseerd zonder een schrammetje op te lopen. En daar waren hele grote bij, zoals gisteren op de Braassem. Hoe eenvoudig is het niet om tegen zo'n kerosinetanker van 100 ton op te varen? En wat te denken van de Nederlands Kampioenschappen stern en splash, die op deze plas tegelij kertijd werden afgewerkt? Een fluitje van een cent hoor, om een ravage aan te richten in het deelnemersveld van honderden kinderen in ranke zeilbootjes. De vaderlandse speelfilmindus trie zou in e'e'n klap zijn gered, met zo'n scenario. Maar hiertoe aangespoord door het logboek van gisteren kan ik er natuurlijk niet om heen. En dat is in feite ook het hele ver haal. Ik kon er niet omheen. Met geen mogelijkheid. Zo gin gen ze nog rechtuit, en zo kwa men ze recht op ons af. Gewoon niet opgelet, alle zeven paar ogen gericht op de waterskiër die ze kort daarvoor waren ver loren. Nog zie ik het wit in de ogen van de stuurman van dat afgeladen motorvletje toen hij op het laatste moment de hoge boog van de Leidsch Dagblad boot voor zich op zag doemen. De schade beperken, dat was het enige wat er door me heen ging. Zorgen dat er geen slacht offers vallen, desnoods ten kos te van mijn eigen bemanning. Dat was ook de reden dat ik er in die laatste seconden maar recht op af stuurde. Dat iemand onoplettend en roekeloos vaart is voor mij nog geen reden om 'm meteen maar met de schroef tot pulp te vermalen. Vandaar, die manoeuvre, meld ik ook maar even voor de opvarende collega's die dit staaltje van ho- geschoolnavigatie en mede menselijkheid niet goed konden plaatsen. Zo liep het gelukkig allemaal toch nog met een flinke klap af. En mochten de waterpiraten die onze koers kruisten dit stukje onder ogen krijgen: wees gerust, ik heb besloten er verder geen werk van te maken. Excuses ge accepteerd. Zand erover. Ons bootje is maar gehuurd. Terug nu naar de actualiteit van gisteren, daar hoort een logboek tenslotte over te gaan. Gisteren was een saaie dag. We hebben niemand geraakt. DICK VAN DER PLAS Bestemming: Alphen en Langeraar Gods waterwegen zijn ondoor grondelijk. Doe je je best om op de Zuidhollandse wateren Gods woord te verkondigen, laat de keerkoppeling je in de steek. Ze hebben flink de pest in, de be manning van de forse tweemas ter waarachter we aan de Com- rie-kade in Woubrugge aanleg gen. De naam van de boot had de belangstelling al gewekt. Ark II. Het schip van de stichting Het Anker heeft zich de afgelopen weken op de Zeeuwse wateren bezig gehouden met de evange lisatie onder watersporters. En gelsman Steve Vernon was er zelf niet bij. Maar hij wil er wel over vertellen, zolang de kapi tein het dorp in is. In Capelle aan de IJssel, onderweg naar de Loosdrechtse Plassen, sloeg het noodlot toe. Tijdens het afme ren begaf de keerkoppeling het. Niets beschadigd, maar erg ver velend. De reddingsboot van de schepping is nu een beetje stuurloos; de Ark II. de enige evangelisatieboot in Nederland, kan nog alleen maar vóóruit. En dat heeft een bemanningslid gekost. Bij het afhouden is hij door zijn rug gegaan. Nadat Vernon dat van de vrouw van de kapitein hoorde, heeft hij onmiddellijk alle bruggen gebeld om de Ark II op te spo ren. En toen met zijn dochter in de auto van Goes naar Wou brugge. Om te helpen. Hij zat al in de evangelisatie en had de Ark II al een keer ontmoet. Ver non heeft toen twee dagen meegevaren. Hij moet nu de ge blesseerde vervangen. Zo kan hij mooi het nuttige met het aangename verenigen: evange liseren en varen. Kapitein Karei Scholtens stapt met het gekwetste bemannings lid aan boord. Twee mannen met baarden. Ze dragen potten bier onder de arm. Vernon duikt in de stuurhut, op zoek naar 'promotiemateriaal'. De kapi tein krabt in zijn baard: „Vrese lijk, dat met die koppeling. Maar we bidden dat het snel goed komt." Want ook op de Friese meren moet worden geë vangeliseerd. Vernons komst wordt als een zegen beschouwd. Nu kunnen ze met voldoende bemanning langs de staande-mastroute via Haarlem naar de thuishaven in Huizen. Daar moet de keerkop peling worden hersteld. Over Amsterdam had ook gekund. Maar dan had hij 's nachts moeten varen. En dat doet hij liever niet. Evangeliseren onder waterspor ters, lukt dat een beetje? Inder daad, verzekert Scholtens. Erg goed zelfs. „Evangelisatie in tenten wil niet meer. Niemand komt nog binnen. Vijfjaar gele den zijn we het op het water an ders gaan aanpakken. We varen van jachthaven naar jachtha ven, meren aan en lopen langs de boten", vertelt de kapitein. De watersporters kunnen een enquêteformulierinvullen. Daarop wordt gevraagd of ze gelovig zijn, of ze in een haven wel eens naar de kerk gaan en of ze weten wie lezus Christus Het gekwetste bemanningslid (links) van De Ark, met de 'verse' kracht Steve Vemon (midden) en Karei Scholtens. was. Verlosser? Stichter van een godsdienst? Een verzonnen Fi guur misschien? Tachtig procent wil meedoen, vertelt Scholtens. De rest wil er niets mee te maken hebben. „Als je wat met de mensen praat, komen ze vaak wel los. Ook onder watersporters zitten mensen die geloven, maar niet weten hoe ze hun geloof verder moeten ontwikkelen. Hebben ze ruzie met de dominee gehad, of sprak de dominee op een be grafenis de verkeerde woorden. Een gesprek kan al veel helpen. Soms verkopen we een geloof- hoop-en-liefde-vlag. Die men sen willen hun geloof op het water graag uitdragen." Wa rempel, nog niet gezien: hoog in top waait er één. Scholtens heeft al veel ellende aangehoord. Volgens hem zit ten er op het water veel mensen die verder weinig omhanden hebben. Door ziekte of werk loosheid. En die wil hij opbeu ren. Scholtens: „In Zeeland sprak ik een man die uit pure ellende maar was gaan varen. Had kanker gekregen en kon niet meer werken. Met zó'n ge zicht zat hij op de boot. Van het geloof had hij nog geen kaas ge geten. Ik heb hem verteld dat het geloof misschien wel niet geneest, maar wèl een luiste rend oor biedt. Niemand had hem dat ooit verteld. Hij moest huilen. Dit is wat ik zocht, zei hij." Kapotte keerkoppeling. .Als die maar kan worden hersteld. Friesland wacht. Ze krijgen af en toe wel eens een tientje van een watersporter, vertelt de ka pitein nog, maar Het Anker is zeker niet rijk. Het verfrissende geluid van ploppende bierdop- pen stijgt op uit de kuip. Maar natuurlijk; de sticker met de re genboog op de stuurhutruit stelt gerust. Er is hoop. ROELF REINDERS Parlevinker met varende vrieskist Noordwijker Mart Gielen bij gelegenheid ook boswachter te water 'Het zijn niet allemaal rotte kolen' Piet Olijerhoek. Krachtige naam, laachtige persoonlijk heid. Havenmeester in Jachtha ven De Brasem te Oude Wete ring. Ziet er uit zoals je je als kind een zeeman voorstelde. Bruine kop, krullend grijs haar. Open overhemd en brede bast. Piet is al dertig jaar havenmees ter, dus hij kent zijn pappenhei mers. En die pappenheimers zijn er niet op vooruitgegaan, zegt hij. Steeds vaker krijgt de haven bezoek van horken. „Dat sodemietert hier de boot maar neer. Zonder zich te melden bij de havenmeester. Het is water laaien, piesen, poepen en weg wezen. Ze pakken maar water zonder te betalen. Of het wat kost vragen ze niet. Vroeger ge beurde dat veel minder. Maar toen had je het 'Hem' nog niet, dat recreatiegebied hier in de buurt. Daar kost het niks voor die lui. Geen gulden." „Ze kwakken hun rubberbootje in een box van tien meter. Kan er dus geen schip meer bij." Piet wijst op een brommertje dat over de steiger scheurt. „Ook daar erger ik me nou aan. En dan vind ik nog een hoop goed hoor. Als ik me over alles zou moeten opwinden..." „Wat ik wel leuk vind? Al die ou de bekenden die hier elk jaar weer komen. Mensen uit Bra bant. Of uit België. Overal van daan. Ze zijn hier op doorreis. Ach, het zijn niet allemaal rotte kolen, de mensen die hier ko men. Je kunt het trouwens gauw aan hun kop zien of ze deugen of niet." „Maar goed, verder krijg ik hier heus geen hartaanval hoor. Ik geniet van het werk, het water. Met vakantie hoef ik niet. Sode mieter op. Ik blijf lekker hier. Wat moet ik nou in Frankrijk of in Duitsland? Dat is mij te ver weg. Hier vaar ik lekker met mijn tjalk." Het zij je gegund. Vaar wel schipper! HERMAN JOUSTRA» de man te brengen. Martijn Bartelink vaart langszij om ons van een ijsje te voor zien. Hij is 18 jaar en vindt dit een prima vakantiebaantje. „Ik vaar heen en weer tussen de Kaag, de Braassem en de West einder." Best moeilijk om in die golven je waar aan de man te brengen zonder ongelukken te veroorzaken. „Ach, soms gaat het wel eens mis. Dan loop ik een schrammetje op. Maar meestal gaat het goed." En weg schiet hij alweer, met zijn varende vrieskist. ANNEMIEK RUYGROK Boswachter Mart Gielen laat zijn blik gaan over het gebied van de reigerkolonie. foto ben de bruyn Parlevinker. Volgens Van Dale is het woord wellicht afgeleid van het Franse 'Par l'occasion', wat 'bij gelegenheid' betekent. Een vink die af en toe eens aan vliegt. Parlevinkers gaan met hun scheepjes de boten langs om hun waren te verkopen. Vroeger zag je ze veel op het water. Er waren parlevinkers met zuivel, met groenten en met huishou delijke artikelen. Nu kom je ze nog maar zelden tegen. Op de Hollandse plassen varen er in elk geval nog vijf. Scholie ren die in hun vakantie een centje bijverdienen door ijs aan LEVENSWATER De grutto is, met zijn lange, dunne poten en snavel, een markante verschijning in het weidegebied. Het overgrote deel van de Europese populatie broedt in Friesland en de beide Hollanden. Dat broeden (het legsel bevat vrijwel altijd vier ei eren) doen man en vrouw sa men, net als het opvoeden van de jongen. Na 21 tot 24 dagen komen de eieren uit. Dreigt er aan het eind van die broedpe- riode gevaar, dan blijft moeders onbewogen zitten. Ze laat zich liever door een maaimachine onthoofden (de grutto is zo dom in het weiland te broeden), dan de aanstaande jongen in de steek te laten. De jongen, nestvlieders, worden nog vier weken lang door de ou ders gevoerd: dan pas kunnen ze vliegen en dus op eigen be nen (vleugels) staan. De lange snavel wordt gebruikt om in de grond te peuren, op zoek naar wormpjes en ander dierlijk voedsel. Een achtcenti- mer lange snavel diep in de grond openen is nagenoeg on mogelijk. Daarom zit er aan het uiterste puntje van de snavel een scharniertje: het voorste deel van de snavel kan open ter wijl de rest van de snavel op el kaar blijft. Dit lukt alleen als de grond zacht is en het polderpeil dus (terwille van de landbouw) niet al te sterk verlaagd is. Een grutto kan twintig jaar oud worden. Dat betekent twintig keer de verre en barre tocht naar West-Afrika om daar te overwinteren. De overtocht wordt in etappes gemaakt, on derweg pleisterplaatsen aan doend om daar enkele dagen bij te vreten. Net als de tureluur, heeft de grutto zijn naam te danken aan zijn roep. (gr-wie- to). In Nederland heeft de vogel het moeilijk omdat er steeds minder ongestoorde natuur is. Landbouwmachines razen steeds vroeger in het jaar over het land, daarbij vogels en eie ren verpletterend. MONICA WESSELING un IVN, T. Gordijn Af en toe vliegt er een reiger op, tussen de rietkragen en de wilgen van het eilandje aan de zuidkant van de Braassem. Met die ken merkende schopbeweging van de poten. Alsof het beest wil zeggen: 'wegwezen jul lie'. De grote reigerkolonie die zich op het eiland moet bevinden krijgen we in elk ge val niet te zien. De minstens vijftig aanwezi ge broedparen blijven verborgen voor onze ogen. Nu had Mart Gielen, onze gids van Staats bosbeheer dat het eilandje beheert, ook al geprobeerd onze verwachtingen te tempe ren. „Het is er vrij ontoegankelijk", luidde zijn waarschuwing vooraf. „Je mag er wel aanleggen, maar het zal niet eenvoudig zijn. Misschien is dat ook wel de reden waarom er zoveel reigers zitten; het is er rustig, zo dat ze ongestoord kunnen broeden." Gielen is al twintig jaar boswachter van Staatsbosbeheer, zo vertelt hij. Wat moet een boswachter nou met watervogels?, vra gen wij ons af. „Staatsbosbeheer beheert van alles", luidt het simpele antwoord. „Van duinen, veen- en weidegebieden tot bossen en duinen. Het complete landschap eigenlijk. Als boswachter moet je dus ook van alles wat afweten. Ie moet kennis heb ben van de flora en fauna. Je hebt een voor lichtingstaak. Je houdt je bezig met de as pecten van recreatie. Je kijkt in dat verband of er voldoende wandelpaden zijn bijvoor beeld. En wat de staat daarvan is." Op het gewraakte eilandje in de Braassem zijn geen wandelpaden, zo lijkt het vanaf de boot. Bovendien maken de vele stenen aan wal en het relatief wilde water het voor ons onmogelijk om aan te meren. We moeten., het zoals gezegd derhalve doen met een en kele opvliegende reiger. „Het is de blauwe reiger die hier zit", vertelt Gielen. „Het gaat goed met die reiger. Je ziet er ontzettend veel. De afgelopen jaren hebben we vrij zachte winters gehad en als er veel open water is, hebben ze het gemakkelijk. Ze trekken overal heen waar water is." Ook naar de stad, zoals u zelf waarschijnlijk al eens heeft opgemerkt. „Ze passen zich gemakkelijk aan", verklaart Gielen. „Je kent dat wel. Als je zit te vissen komt-ie naast je zitten. En als je niet goed uitkijkt hapt-ie de vis ook nog voor de neus weg." Over aanpassen gesproken. „Ik heb ooit eens een reiger gezien in de buurt van Artis. Nou, zo'n stomme reiger heb ik nog nooit meegemaakt. Die at brood en alles wat de mensen hem maar gaven. Maar geen vis. Dan denk ik: dat is geen echte reiger. Een echte reiger eet vis. En mollen. Als ze iets zien bewegen vlak boven de grond is het 'wammes en hebben'. Ze eten ook eendjes en waterhoentjes. Dat is maar goed ook. Als ze dat niet zouden doen zou je hier niet met de boot kunnen varen. Dan zwommen hier allemaal van die inteelteendjes." Dat klinkt weinig vleiend, maar Gielen is toch een echte vogelliefhebber. „Je hebt hier allerlei vogels op de eilandjes in de Braassem", zegt hij terwijl zijn ogen twinke len. „Heel veel futen. De karrekiet, de tuin- fluiter, de spotvogel, het winterkoninkje, de braamsluiper, de koekoek, het visdiefje, de tjiftjaf, de rietgors, de oeverloper, de aal scholver, het paapje, de buizerd..." En planten? „Nou, daar zit wat minder vari atie in op deze eilandjes. Je hebt riet na tuurlijk. Wilgen en elzen. En verder planten als brandnetels, het wilgeroosje, het voor jaarsklokje en dergelijke." Staatsbosbeheer neemt eens in de zoveel tijd een kijkje om de boel te inventariseren. BBV, Biologische Beheers Vastlegging, noemt Gielen dat. „Het is belangrijk te we ten hoe de verschillende populaties zich ontwikkelen. Daarop baseer je je beleid. Stel dat de populatie futen sterk zou teruglopen. Dan ga je vervolgens na wat daarvan de oorzaken zouden kunnen zijn. Ligt het bij voorbeeld aan de veranderde waterkwali teit? Of is de recreatie in de omgeving toe genomen? Aan dat soort zaken moetje den ken." „Ik ga hier zo'n vijf keer per jaar kijken voor de vogels. Om te inventariseren moet je ze ker zo vaak gaan. Kijken wat er allemaal komt broeden. Ik vind het toch elke keer weer spannend om hierheen te varen." HERMAN JOUSTRA» Er zijn weer volop RONDVAARTEN Geniet van een schitterende rondvaart over de Kagerplassen en omgeving. Wij varen langs veel water- en windmolens en het idyllische KAAGDORP. Op dit eiland maken wij een pauze van ca. 1 uur. Afvaarten: Warmond v.a. de Gemeentehaven Dagelijks: 14.15 uur (maaandag t/m zaterdag) Zondagen: 12.00-13.00-14.00-15.00-16.00-17.00 uur Afvaarten: Noordwijk-Binnen vanaf de Schiestraat Dagelijks: 13.30 uur Dagtochten Avifauna in juli en augustus op: DINSDAG EN DONDERDAG mAstf**4 Reserveren gewenst Binnen- en buitenplaatsen Consumpties aan boord Voor informatie en reserveringen: Tel. 01711 -10133 b.g.g. 01719- 12992 van 09.00 - 13.30 uur)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 9