In Sarajevo regeert
de D-mark
De onderhandelaars in het
Midden-Oosten maken overuren
Feiten &Meningen
Smartegeld voor
Bijlmerramp kan
doorbraak zijn
Aandelen vaak teji
duur naar beurs
MAANDAG 18 JULI 1994
NIEUWSANALYSE
Schrik, paniek, angst en verdriet als gevolg
van een ongeluk zijn vanouds in Nederland
geen grond voor het toekennen van schade
vergoeding. Een moeder wier kind voor
haar ogen wordt doodgereden door een
dronken autobestuurder, heeft nog nooit
aanspraak kunnen maken op smartegeld.
Slachtoffers van de vliegramp in de Bijl
mermeer die niet in de rechtstreeks getrof
fen flats waren toen de Boeing van El Al
neerstortte, eisen niettemin dat zij in aan
merking komen voor smartegeld. Direct na
de zomer gaan hun advocaten de vliegtuig
fabrikant Boeing - die zich voor de schade
van de ramp aansprakelijk heeft gesteld -
dagvaarden voor de Nederlandse rechter.
Als de eisen worden toegekend, zou dat een
doorbraak betekenen in het schadevergoe-
dingsrecht.
In Amerika, maar ook in de ons omrin
gende landen, is de rechter vrijgeviger met
smartegeld dan in Nederland. Dat verschil
heeft te maken met de invloed van het cal
vinisme: een mens moet aanvaarden wat
op zijn weg komt in het leven, verdriet en
leed moet je dragen, smart is nooit in geld
uit te drukken.
Bij de parlementaire behandeling van het
nieuwe Burgerlijk Wetboek is met zoveel
woorden gezegd dat de exploitatie van ver
driet moet worden voorkomen. Toch opent
juist dit nieuwe wetboek voor het eerst de
mogelijkheid om smartegeld toe te kennen
aan mensen die zijn geconfronteerd met
een ongeluk zonder zelf lichamelijk letsel te
hebben opgelopen.
Voorheen was de vergoeding van zogehe
ten immateriële schade uitsluitend mogelijk
aan mensen die ook tastbare schade had
den geleden. Waarschijnlijk is de voorwaar
de voor de nieuwe vorm van smartegeld dat
men zelf bij het ongeluk aanwezig is ge
weest en dat men een nauwe band heeft
met het slachtoffer van het ongeluk, zoals in
het voorbeeld van de moeder van het voor
haar ogen doodgereden kind.
Tot de slachtoffers van de Bijlmerramp
behoren mensen die zich onder behande
ling van een psychiater of psycholoog heb
ben moeten stellen wegens een zogeheten
post traumatisch stress syndroom. Als zij
zich niet in de door Boeing naar Ameri
kaans recht vastgestelde gevarenzone be
vonden (de flats waar het vliegtuig op is
neergekomen), vallen zij buiten de schade
regeling die de vliegtuigfabrikant heeft aan
geboden.
Aan welke gevallen moet hierbij worden
gedacht? Mensen die pal buiten de flats lie
pen of stonden en die voor hun leven heb
ben gerend. Mensen die tegenover de flat
woonden en in paniek vluchtten toen de
muren begonnen te scheuren. Mensen van
wie een kind in de getroffen flat aan het
spelen was. Pas achteraf kon natuurlijk
worden vastgesteld wat nu eigenlijk de ge
varenzone was. De door Boeing scherp ge
trokken grens is voor discussie vatbaar.
De advocaten die de belangen van de be
trokkenen behartigen, hebben zes catego
rieën in gedachten, afhankelijk van de af
stand tot de plaats waar de Boeing neer
stortte en ook afhankelijk van de mate van
geestelijk letsel. Er zijn soms grote, twijfels
mogelijk. Iemand die in de gevangenis zat,
kreeg een shock toen hij op de televisie zag
dat de flat waarin zijn hele familie woonde
van de aardbodem was verdwenen. Het is
vanzelfsprekend aan de rechter om de
grens te trekken en vast te stellen of smarte
geld gerechtvaardigd is.
Het bewijs van de ernst van de shock en
de geleden psychische schade is niet moei
lijk te leveren aan de hand van psychiatri
sche rapporten. Maar de belangrijkste juri
dische vragen zijn vanzelfsprekend of de
rechter mensen met uitsluitend geestelijk
letsel als slachtoffer erkent en zo ja hoe
hoog een schadevergoeding dan kan uitval
len. Het proces tegen Boeing wordt in dit
opzicht een dubbele proef.
gus schreuders .juridisch medewerker
Als elke dag, al drie maanden lang, zoekt Safeta, in de vitrine
van de BH-bank in Sarajevo, haar naam op de lijst van
overboekingen uit het buitenland. Ze gaat weer,
teleurgesteld. Ze verwacht een zending van duizend mark
van haar zuster in Parijs. Als duizenden inwoners van de
bezette Bosnische hoofdstad, is haar enige hoop het Duitse
geld in handen te krijgen dat als een vorst heerst in Sarajevo
en in de rest van Bosnië. Alleen met behulp van de D-mark
kan men de eindjes aan elkaar knopen.
Een vijfjarig jongetje staat bij het graf van zijn vader die twee jaar geleden de dood vond bij e
Maar nu kampt de bevolking met andere problemen, bijvoorbeeld financiële.
Sinds de gedeeltelijke opheffing van de
blokkade van de stad is het mogelijk
nieuwe spullen te kopen bij handelaars
of op de markten, maar op voorwaarde
dat men met marken betaalt. Safeta en
haar man. allebei gepensioneerd, zijn
vluchtelingen uit Foca, in het oosten van
het land. Omdat ze in vijf maanden geen
pensioen hebben gekregen (een symbo
lisch bedrag in de waardeloze Bosnische
valuta), overleven ze dank zij humanitai
re hulp.
Het gemiddelde salaris is, sinds het be
gin van de oorlog in april 1992. gedaald
van ongeveer 675 mark naar de tegen
waarde van minder dan 1 mark per
maand. Volgens officiële cijfers bedraagt
de inflatie sinds het begin van de krijgs
handelingen 46.500 procent. Een ijsje
kost meer dan twee miljoen dinar. En
dan moet je nog het geluk hebben dat de
verkoper iets andérs aanneemt dan de-
De BH-bank. een van de vijftien in Sara
jevo, organiseerde als eerste overboekin
gen in deviezen vanuit het buitenland
voor de bewoners van de Bosnische
hoofdstad. Edina Danovic. onderdirectri
ce van de bank, weet te melden dat haar
instelling in de loop van de afgelopen
twee jaar aan 35.000 van de 350.000 be
woners van Sarajevo deviezen heeft toe
gespeeld.
Dragoljub Stojanov, hoogleraar in de
economie en sinds zes weken ex-minis
ter van buitenlandse handel, zegt dat
„niemand echt snapt hoe de plaatselijke
werkt. Met 200 a 300 mark per
maand kan je op het moment tamelijk
goed rondkomen in Sarajevo", schat hij.
„Men betaalt geen belastingen, bijna
niets voor stroom of huur en het open
baar vervoer is gratis".
„Maar ongeveer 60 procent van de men
sen heeft geen toegang tot deviezen. Zij
hebben hun spaargeld omgezet in harde
valuta en zijn aangewezen op de inter
nationale hulp", gaat hij verder. „Dat
geldt ook voor mij. Als professor verdien
ik de tegenwaarde van 1 mark per
maand, en misschien nog één als ex-mi-
Een paar weken geleden kostte een kilo
koffie 150 mark op de zwarte markt. „Nu
de prijzen gedaald zijn. hebben de men
sen geen geld meer om iets te kopen",
weet Edina Danovic.
Zij denkt dat ongeveer 100 miljoen mark
in bankbiljetten zich in het land bevond
voor het begin van de oorlog. Naar huis
gestuurd door de Bosnische diaspora die
in het buitenland werkt, werden deze
bedragen gespaard. Ook dienden ze als
bescherming tegen de inflatie.
Maar voortaan „verlaten de marken in
grote hoeveelheden het land", zo verze
kert Stojanov. „Als minister van buiten
landse handel was ik niet in staat deze
stroom te meten", duidt hij nader aan.
In juni had zijn ministerie toesteming
gegeven voor de invoer van 300 miljoen
mark.
Bedrijfsleiding wil zakken vullen j.
i
Beleggers betalen bij beursintroductie vaak te veel
voor nieuwe aandelen. De koers van het nieuwe aan£|
deel blijft de eerste jaren fors achter op de beurs en S'
de kersverse aandeelhouders zien hun belegging in Zi
waarde slinken. Zeker wanneer de verkopende partij'?
het prijskaartje bepaalt en de zittende aandeelhou- E
der aandelen verkoopt. P
De lessen voor de belegger zijn duidelijk: mijd be- a'
drijven die door familie/oprichters of het manage
ment worden verkocht en tegelijk nieuw zijn op de
effectenbeurs. Tussen 1983 en 1990 daalden deze
bedrijven in de eerste drie jaar van hun beursbestaai /v
namelijk 14 procent in waarde. Daarmee presteer- v
den zij bijna 18 procent slechter dan vergelijkbare d
bedrijven met een beursleven van vijf jaar of langer, p
Deze conclusies komen naar voren na een onder- g
zoek van 59 beursgangen in Nederland in de period»
van 1983 tot en met 1990. Financieel econoom drs. j<
O.G. Vriesman onderzocht aan de vakgroep Finan- g
ciering en Belegging van de Erasmusuniversiteit de
prestaties van nieuwkomers aan de beurs. Hij ont-
ving voor dit doctoraal werkstuk de Scriptieprijs van
de Faculteit der Economische Wetenschappen van
de Rotterdamse universiteit. 11
De wetenschap meet de prestaties van de bedrijven 11
aan de beurs door de waarde van de aandelen, aan
de hand van de beurskoers, uit te rekenen. Na drie
jaar was de waarde van de nieuw aan de beurs geno 'V
teerde bedrijven gezakt van 23,3 miljard naar 20 mil 1
jard gulden. Vergelijkbare, langer genoteerde bedrij- z
ven, stegen in drie jaar van 23,2 tot 24,6 miljard gul- v
den waarde. Aandeelhouders in de nieuw genoteer
de bedrijven zagen dus (afgerond) 4,5 miljard gul- j
dens in rook opgaan.
Het maakt belangrijk verschil of de beursgang ge- h
paard gaat met de uitgifte (emissie) van nieuwe aan
delen of niet. Dan blijkt dat aandelen bij een verkoo
zonder emissie in drie jaar 32,5 procent slechter sco
ren, dan de ondernemingen die wel nieuwe aande
len uitgaven.
De waarde van de bedrijven die mèt emissie een
beursnotering aanvroegen ging van 11,6 naar 11,3
miljard. Langer genoteerde, vergelijkbare bedrijven,
groeiden iets meer. van 11,6 naar 12 miljard gulden.
De introducerende bedrijven zonder emissie deden
het dramatisch slechter: de waarde daalde van 11,7
miljard naar 8,75 miljard. Hier zagen de aandeelhou
ders zo'n 3,9 miljard aan waarde verdampen.
Vriesman concludeert dat bij een beursgang zonder
emissie voor de verkoper puur 'incasseren' voorop
staat. Terwijl bij een emissie de beursgang erop is
gericht om geld aan te trekken voor de toekomstige
groei. Pikant is dat volgens deze analyse de beurs
gang van Koninklijke PTT Nederland geen emissie
was, maar alleen een verkoop. Dus had voor de Staa
het 'cashen' voorrang.
De belegger moet goed opletten wie de verkopende
partij is. Geldschieters voor risicovolle beleggingen
(venture-capital) bieden over het algemeen goud-ge
rande aandelen (waarde na drie jaar: plus 47 pro
cent). Moeders die dochters verkopen deden het eer
stuk minder goed, maar een heel stuk beter dan
wanneer de bedrijfsleiding als eigenaar aandelen
de verkoop doet. De belegger schiet daar gemiddeld
55 procent bij in. Ook een zeer slechte score (min 54,g
procent) doet zich voor als familie/oprichters aande
len van het familiebedrijf naar de beurs brengen.
Uit het onderzoek blijkt dat de verkoper zelf het aan tc
deel veel te hoog prijst. Als beleggers invloed kunnen
hebben op de prijs, door middel van de handel en |Jc
het spel van vraag en aanbod, komen prijs en beurs-; ti
prestatie aanzienlijk gunstiger uit. Dit is mogelijk e:
wanneer beleggers zelf hun inschrijvingsprijs bepa- T
len ('tender') of op één of meer aandelen een 'claim'n
op een nieuw aandeel krijgen. In de handel komt g
dan het prijskaartje van de claim tot stand en in g
direct verband daarmee de prijs van het nieuwe t<
aandeel. w
Aan de hand van de onderzochte beursintroducties g
onder meer beursgangen van Grolsch, Sporthuis 1
Centrum, Frans Maas, Atag, DSM, DAF, Free Record /I
Shop en Randstad wordt duidelijk dat de waarde l
van bedrijven achteruit holt als de verkoper de prijs
bepaalt. Bij een vaste prijs ging de waarde in drie
jaar van 20,9 miljard naar 17,3 miljard gulden. Ter- i
wijl de vergelijkbare bedrijven groeiden naar 21,7 1
miljard. Hier verloren beleggers 4,4 miljard gulden.
Vriesman concludeert dat tussen 1983 en 1990 aan-
delen bij beursintroductie over de gehele linie te
duur zijn verkocht. Wie gemiddeld voor 10.000 gul-
den in de boot stapte, had na drie jaar 8200 gulden
over. c
amsterdam
De Israëlische premier Rabin.
FOTO ARCHIEF
Hussein en Rabin moeten op 25 juli de kroon op hun werk zetten
De topconferentie van presi
dent Bill Clinton met koning
Hussein van Jordanië en de Is
raëlische premier Rabin moet
op 25 juli de kroon zetten op
een week van intensieve onder
handelingen in het Midden-
Oosten. Die kroon is niet een Is-
raëlisch-Jordaansvredesverdrag
- daarvoor is het nog te vroeg.
Het gaat om de 'vastbesloten
heid van deze twee belangrijke
leiders om de vooruitgang in de
richting van normalisatie van
hun betrekkingen te versnellen',
zoals de Amerikaanse minister
Christopher (buitenlandse za
ken) het formuleerde.
Christopher is vanochtend
vroeg in Israël aangekomen, het
is zijn eerste pleisterplaats op
een nieuwe diplomatieke mis
sie. Morgen vliegt hij door naar
de Syrische hoofdstad", Da
mascus, en later deze week
spreekt hij met PLO-voorzitter
Arafat.
Woensdag is Christopher in Jor
danië, waar hij samen met zijn
Israëlische en Jordaanse colle
ga's, Shimon Peres en Abdel-Sa-
lam Majali, 'economisch over
leg' zal voeren. Maar het is dui
delijk dat in die bijeenkomst
niet alleen economische sa
menwerking aan de orde zal ko
men. Israëlische en Jordaanse
ambtelijke delegaties hebben de
bijeenkomst van Christopher,
Peres en Majali vorige week sa
men voorbereid. De ministers
ontmoeten elkaar in een kuur-
hotel aan de Jordaanse kant van
de Dode Zee. waar ze aan een
U-vormige tafel zullen zitten.
Het is voor het eerst dat Israëli
sche ambtenaren openlijk voet
zetten in Jordanië.
Onderhandelaars in het Mid
den-Oosten maken deze week
overuren. Het Israëlische en het
Jordaanse leger hebben in de
afgelopen week voor bijna een
half miljoeij gulden aan tenten -
met airconditioning - neergezet
bij Ein Evrona, een oase in het
grensgebied tussen de twee lan
den, een kilometer of vijftien
ten noorden van Eilat. Daar is
vanochtend een nieuwe ronde
in de Jordaans-Israëliscjie vre
desbesprekingen begonnen,de
eerste die niet in Washington
maar in het Midden-Oosten
wordt gehouden.
De openingsplechtigheid van
het overleg bij Ein Evrona is
vanmorgen rechtstreeks uitge
zonden door de Israëlische en
de Jordaanse televisie, en ook
het begin van de ministerscon
ferentie zal op de televisie zijn
te zien. Een duidelijk bewijs dat
er wat de Jordaanse regering
betreft definitief een eind is ge
komen aan de geheime contac
ten met Israël.
Het is in Ein Evrona voorname
lijk technisch overleg, onder
meer over waterrechten en
grenscorrecties in het gebied
tussen Eilat en de Dode Zee en,
noordelijker, in de Jordaan-val-
lei.
Jordanië baseert zijn grens-aan-
spraken op kaarten uit de perio
de van het Britse mandaat. In
1922 is Transjordanië (het latere
Jordanië) afgesplitst van het ei-
genlijke mandaatsgebied vol
gens op die kaarten getrokken
grenslijnen.
Maar volgens Israël zijn die
kaarten onnauwkeurig. De Is
raëli's menen dat de grenslijn in
het zuiden precies door het
midden van wadi (droge rivier
bedding) Arava moet lopen. Zo
zouden de Britten het destijds
hebben bepaald; alleen trokken
ze de grens niet ter plekke maar
in hun kantoor in Jeruzalem.
Volgens Israëlische geografen
zal Hussein, door af te gaan op
de Britse kaarten, zelfs meer
land kwijt raken dan winnen.
Het gaat op de meeste plaatsen
overigens om niet meer dan een
paar honderd vierkante meter.
De Israëli's menen dat het mo
gelijk is binnen een maand of
drie de juiste grens te trekken,
onder meer met behulp van sa
tellietfoto's.
De andere omstreden grenslijn
ligt in het noorden, in het ge
bied waar de rivier de Yarmuk
uitmondt in de Jordaan. In 1927
is door zware overstromingen
de loop vari de rivierbedding
veranderd. Daardoor kreeg Jor
danië er vruchtbaar land bij.
Volgens Israël is de situatie in
het noorden nu zo dat Jordanië
zes vierkante kilometer Israë
lisch grondgebied bezet houdt,
terwijl één vierkante kilometer
van Jordanië in Israëlisch bezit
correspondent
Koning Hussein van Jordanië.