Lammergier weer terug in de Alpen
Natuur Milieu
Apus apus
Kieviten en grutto's
varen wel in
Wormer- en Jisperveld
DINSDAG 12 JULI 1994
Op zomaar een dag begin I
mei zijn ze er ineens. Plotse
ling scheren hun sikkelvor
mige silhouetten langs torens
en gebouwen terwijl ze krij
sen alsof hun leven ervan af
hangt. Boven iedere stad en
elk dorp zijn ze aanwezig,
deze wonderlijke vogels,
waarvan we nog zo weinig
weten. Veel van het leven
van de gierzwaluw is zelfs I
voor ornithologen nog mys-
terie.
Oorzaak hiervan is dat het
beestje zijn domein heeft in
de lucht. En die is moeilijk
onderzoeksterrein. Nooit zult
u een gierzwaluw op een
draad langs de weg zien zit- j
ten of op een paaltje naast j
het weiland, laat staan dat u
hem ooit op de grond zult
aantreffen. Het dier kan nau
welijks zitten of lopen met
zijn kleine klauwtjes, waar
van de tenen alle vier naar
voren zijn gericht.
Apus apus is dan ook zijn
wetenschappelijke bena
ming. hetgeen betekent: zon
der poten. Pootjes heeft hij
echter wel degelijk, maar de
ze zijn alleen geschikt om
vastgeklemd te worden aan
verticale wanden. Verder is
hij geheel gebouwd op een
vliegend leven.
Geen vogel evenaart de
acrobatische luchttoeren van
de gierzwaluw. Met zijn ge
perfectioneerde en ge
stroomlijnde lichaam is deze
vliegkunstenaar altijd in de
lucht. Hij eet vliegend, door
insekten te happen; hij dr-
inkt vliegend, door regen
druppels te vangen; hij paart
vliegend, wat een unicum is; i
hij slaapt zelfs vliegend. Ra
darwaarnemingen brachten
aan het licht dat gierzwalu
wen in uiterst hoge luchtla
gen korte periodes van vleu
gelslag afwisselen met lange j
glijvluchten, tijdens welke
geslapen wordt.
Gedurende dit vliegende
leven worden enorme afstan
den afgelegd. In Engeland
werd een stervende gierzwa
luw gevonden, die naar uit
ringgegevens bleek acht
tien jaar oud was. Men bere
kende dat de vogel gedurem
de zijn buitengewoon lan
ge leven zes en een half
miljoen kilometer had gevlo
gen: achtmaal op en neer
naar de maan!
Echte wereldreizigers zijn
het dan ook, gierzwaluwen.
De jonge vogels beginnen al
kort na het verlaten van het
nest met de trek naar Afrika.
Zo'n reis wordt met grote
voortvarendheid en nog veel
grotere snelheid onderno- -
men. Er is een geval bekend
van een jonge gierzwaluw die
op 31 juli het nest verliet en
drie dagen later sneuvelde te
Madrid, meer dan dertien
honderd hemelbrede kilome
ters zuidelijker.
De volwassen vogels rep
pen zich met hetzelfde tem
po zuidwaarts, maar doen dit
een maandje later dan hun
kroost. Het reisdoel is Zuid-
oost-Afrika, vanwaar ze in
april weer naar het noorden
afreizen. Maar ook geduren
de het broedseizoen in Euro
pa blijven ze zwerven. Ze
zoeken altijd het mooie weer
op. Reden hiervoor is, dat ze
bijzonder gevoelig zijn voor
kou. In koude nachten ont
vluchten ze zelfs het lucht
ruim en worden ze, vooral in
de trektijd, soms aangetrof-i
fen in grote opeengedrongen
groepen in holen of onder
uitspringende muren of rots
wanden, profiterend yan el-
kaars lichaamswarmte.
Een andere reden om kou
de of nattigheid te ontlopen
is dat hun bestaan afhanke
lijk is van insekten en daar
van zijn er bij slecht weer
zeer weinig in de lucht. Wan
neer het bij ons regent ver-I
dwijnen daarom de gierzwa-
luwen doodeenvoudig voor
een paar dagen naar Zuid-
Frankrijk of Italië. Dit doen
ze zelfs wanneer ze een nest
met jongen moeten achterla
ten. Deze hebben echter niet
veel te lijden van de escapa
des van hun ouders: ze kun
nen gemakkelijk een week
zonder voedsel. Dit dankzij
hun vetreserves, maar ook en
niet in het minst door de bij
zondere capaciteit om hun
lichaamstemperatuur met de
helft te doen dalen, waardoor
het energieverbruik sterk
vermindert. Toch kan in zo'n
weekje het gewichtsverlies;
wel zestig procent bedragen.
Gierzwaluwen worden be-j
trekkelijk oud. Terwijl het ge-
middelde roodborstje het
moet doen met de levens-
duur van één jaar. haalt de
gierzwaluw er gemiddeld vijf
en een half. Een sterke en
snelle vogel hij vliegt ge-
makkelijk meer dan honderd j
kilometer per uur die ove-
rigens zowel wat betreft
bouw als levenswijze weinig)
overeenkomsten vertoont j
met de boeren-, huis- en oe-1
verzwaluw.
Het Jisperveld: een
puur stukje cultuurland
schap, waar 'de natuur'
dankbaar bezit van
heeft genomen.
foto hans van weel
Een natuurlandschap is het
niet. strikt genomen. De veen-
weidegebieden in Zaanstreek
en Waterland zijn immers door
de mens aangelegd en de veel
geroemde natuurwaarden blij
ven er. tot op de dag van van
daag, gehandhaafd door men
selijk handelen. Zonder onder
houd zouden de velden in hoog
tempo verruigen en verdwij
nen. Neem het Wormer- en Jis
perveld: een puur stukje cul
tuurlandschap waar 'de natuur'
dankbaar bezit van heeft geno
men.
Het Wormer- en Jisperveld is
een van de veenweidegebie-
den, het meest karakteristieke
Noordhollandse landschap, die
allemaal gelegen zijn in de
Zaanstreek en Waterland. Net
als in het Ilperveld, het Guis-
veld, het Oostzanerveld en het
Westzijderveld worden de na
tuurwaarden er gevormd door
de moerasachtige vegetatie en
de fabuleuze weidevogelstand.
De velden werden dank zij de
landbouw tot de best denkbare
biotoop voor kieviten en grut
to's. Door het verdwijnen van
die landbouw wordt ook het
leefgebied van de vogels be
dreigd. In het Wormer- en Jis
perveld heeft Natuurmonu
menten er een-antwoord op ge
vonden: als de boeren het niet
meer zien zitten, gaan de na
tuurbeschermers zelf boeren.
Wat dat betreft is er veel ver
anderd voor de man die na
mens de vereniging Natuurmo
numenten het Wormer- en Jis
perveld beheert. Toen Jan van
der Geld in 1971 in die functie
begon, had hij 250 hectare on
der zijn supervisie, die bijna
geheel door boeren werden
gepacht. Door extensief agra
risch gebruik bleef het veen-
weidegebied in stand als vogel
dorado. „Dat was voor mij een
rooskleurige tijd", aldus Van
der Geld. „Ik hoefde alleen
maar een beetje rond te varen
en de boeren gedag te zwaai-
Inmiddels is het bezit geste
gen tot 300 hectare, op welk
oppervlak er nog nauwelijks
boeren te vinden zijn. Een
melkveebedrijf treft in het Wor
mer- en Jisperveld bedrijfsma
tig gesproken zulke slechte om
standigheden, dat het niet
meer lonend is. En Natuurmo
numenten kon niet door blij
ven gaan met het bieden van
vergoedingen aan de boeren.
Van der Geld: „Een blijvende
inzet van boeren zouden we fi
nancieel niet meer kunnen
trekken, dus om de natuurdoel
stellingen overeind te houden
moesten we zelf gaan boeren."
Dat blijkt een goede keus ge
weest. Inmiddels is Natuurmo
numenten per hectare minder
geld kwijt dan de toenmalige
beheersvergoeding, die de boe
ren kregen. En dat allemaal
door de Limousin-koe. Een
zoogkoe, die voor het vlees en
voor de kalveren gehouden
wordt, en niet meer melk geeft
dan nodig is om de kroost te
voeden. In 1985 zette Natuur
monumenten 60 Limousins in,
die veertig hectare grasland
professioneel schoren. Inm-
middels is het aantal Limousins
al zo gestegen, dat negentig
hectare kan worden bijgehou
den.
Echt lepelblad
Veenweide is een echt Hol
lands landschap. Origineel be
stond de bodem uit veenmos-,
riet- en zeggeveen, dat regel
matig door zeewater werd
overspoeld. Door de invloed
van het zoute water is er een
typische vegetatie ontstaan, die
'zoute' en 'zoete' planten com
bineert. Zo kan een botanicus
versteld staan als hij het echt
lepelblad op nog geen paar me
ter van de kraaiheide ziet staan.
Het Wormer- en Jisperveld is
een van de zes plaatsen in Ne
derland waar veenmosorchis
groeit.
De eerste bewoners wilden er
akkerbouw bedrijven en groe
ven afwateringssloten. Doordat
het water wegliep, ging het
veen inklinken, en moesten de
sloten dieper. Enzovoorts. Op
die manier ontstond de typi
sche afwisseling van gronderig
water en waterig land, die de
veenweide kenmerkt.
De schoonheid van dit land
schap ontvouwt zich pas tij
dens een vaartochtje. Stap in
een bootje en je zit er meteen
middenin: een stelsel van tien
tallen brede en smalle sloten,
vaak niet dieper dan tien centi
meter, afgewisseld met stroken
zompig land die de waterspie
gel net ontstijgen. Sommige
landjes mag je betreden, maar
kijk altijd goed uit: wat vaste
grond lijkt, kan ook een drij
vende humusbult van riet zijn,
waar de lompe mens zo door
heen trapt. En sta je dan op
vaste grond, dan is dat ook
maar relatief; vaak veert het als
een ouderwetse 'matras met
binnenwerk. Veel water dus, af
gewisseld door stukjes grasland
die omzoomd en soms over
woekerd worden door riet. In
het Wormer- en Jisperveld be
vinden zich ook elementen die
er helemaal niet thuishoren:
bomen. Vooral aan de kant van
Jisp. Daar bleek het mogelijk
dat stadsmensen, die hun eigen
'landje' hadden gekocht voor
de recreatie, boompjes plant
ten om uit de wind te kunnen
zitten. Zo'n bomenrij is een
ramp voor de weidevogels.
Want bomenrijen trekken
kraaien aan, en eksters, die ver
zot zijn op andermans eieren...
Vogelgeluk
Ook van mensen hebben de
vogels soms last. Op normale
dagen zijn er niet meer dan vier
mensen in het veld. In juni en
juli is het iets drukker, maar
dan zijn de meeste vogels al
uitgebroed. Alleen in mooie
lentes wordt het vogelgeluk
soms wreed verstoord.
Van der Geld: „Dan zie je op
grote afstand dat de vogels
massaal de lucht ingaan en niet
meer landen. Ik heb het wel
eens meegemaakt dat mensen
rustig zaten te picknicken op
een veldje waar een kolonie
kokmeeuwen was gevestigd. Er
hingen duizend meeuwen bo
ven hun hoofd te schreeuwen.
„Nee, niks van gemerkt", zei
den ze nog. Ongelooflijk!"
Desondanks zit het nog wel
snor met de weidevogelstand
in het gebied. De grutto is er de
belangrijkste bewoner; van de
70.000 grutto's die 's zomers in
Nederland wonen, vinden aar
dig wat dieren logies in het
Wormer- en Jisperveld. Waar
een gewoon weidegebied onge
veer tien paartjes grutto's per
honderd hectare herbergt, kun
je op 100 hectare Wormer- en
Jisperveld honderdveertig paar
tjes tellen. En dan de kemp
haan! Van de ongeveer veertig
hennetjes die nog in Nederland
leven, broeden er twintig tot
vijfentwintig bij Wormer en
Jisp. Voeg daarbij de kieviten,
scholeksters, de overwinteren
de smienten (tienduizend!) en
meeuwen (twintigduizend!), en
zeldzamer soorten als wulp, tu
reluur en watersnip en ieder
een begrijpt dat de vogel er de
baas is.
I (oren en zien vergaat je soms
door de luidruchtigheid waar
mee de vogels hun paar- en
territoriumdriften uiten. Kijk
daar eens: een kraai waagt zich
boven een landje met tientallen
grutto's, en onmiddellijk kiezen
er een paar het luchtruim. Ze
gaan de lomp fladderende kraai
te lijf rriet sierlijke duikvluch
ten, en als dat cle indringer al
geen angst inboezemt gebeurt
dat wel door het geluid als van
een lekkende stoomfluit, dat
aan de gruttostrot ontstijgt.
Ook voor grotere tegenstan
ders is de grutto niet bang.
Mensen in bootjes bijvoor
beeld. Wie zich, volgens de vo
gel, te dichtbij waagt, kan op
dezelfde behandeling rekenen
als de zojuist verjaagde kraai.
dus we zullen tot de volgende
eeuw moeten wachten op na
tuurlijke voortplanting," ver
zucht Bijleveld. „Als ze tenmin
ste niet voor die tijd worden
neergeschoten door bijgelovige
herders, zoals het laatste jaar
twee maal is gebeurd."
Dit onwrikbare bijgeloof was
trouwens de hoofdoorzaak van
het uitroeien van de lammergier
in de .Alpen. „Hoewel deze aas
vogel, in tegenstelling tot de
adelaar, nog nooit een levend
lam heeft verschalkt", zegt
Jacky Rimpault van het Franse
ministerie van Landbouw. „Om
maar te zwijgen van al die zoge
naamde babies, die door de Cy-
paetus Barbatus uit kinderwa
gens zouden zijn geplukt," vult
Bijleveld aan.
„De benaming lammergier
klopt dan ook van geen kant.
Wij noemen hem tegenwoordig
de baardgier, zoals zijn Latijnse
definitie ook aangeeft. Het is
een zeer nuttige opruimer, die
aast op dode dieren en daarvan
dan alleen nog de botten opeet.
De Cvpaetus laat grote botten
net zolang van grote hoogte op
een rots vallen, tot.ze in hapkla
re stukken breken. Hier in de
Alpen vinden ze meer dan ge
noeg voedsel."
Na aankomst in een tevoren
verkende spelonk werden de
twee giertjes op een donkere
plaats uit de kisten gelaten.
Omdat zij in een Oostenrijks
centrum waren geboren en be
geleid, toonden zij geen angst
voor hun transpirerende
weldoeners, maar schuifelden
wel met spoed de koele dujster-
nis in. De expeditie trok zich te
rug, minus de vrijwilligers, die
op enkele honderden meters af
stand een kampement opzetten
om drie maanden lang hun be
schermelingen in de gaten te
houden en voedsel te depone
ren totdat ze vliegklaar waren
geworden.
Daarna begon het grote waar
nemingsprobleem. Radiozen
dertjes bleken zelfs met ruimte
satellieten niet te werken, om
dat de vogels vlak over de grond
De eens zo gevTeesde lammergier. Europa's grootste
roofvogel, is weer terug in de Alpen, waar hij een halve
eeuw geleden door de mens radicaal was uitgeroeid.
Dank zij een collectieve krachts
inspanning van de de Europese
Unie, de Franse regering, het
Wereldnatuurfonds. de stich
ting .Alp Action van Prins
Sadruddin Aga Khan en het be
drijfsleven, scheren nu enkele
van deze bonte vogels, met hun
imponerende spanwijdte van
drie meter, weer langs de woes
te bergmassieven van Oosten
rijk, Zwitserland en Haute-
Savoie in de Franse Alpen.
Daar werden eind juni op
1500 meter hoogte opnieuw
twee jonge lammergieren losge
laten, in aanwezigheid van
plaatselijke autoriteiten, vogel
deskundigen en enkele journa
listen. In grote kisten werden de
nog vleugellamme 'kuikens' van
het formaat van forse kalkoenen
op de rug van vrijwilligers in
gloeiende hitte honderden me
ters het bergmassief opgezeuld
een liefdevolle inspanning,
die bewees dat 'Alp Action' geen
holle frase is.
De experimenten begonnen
in 1975 met uit Afghanistan
aangevoerde volwassen exem
plaren, en werden een totale
mislukking. „Ze kwamen meer
dood dan levend in Europa
aan," zegt de in Zwitserland
wonende Nederlandse ornitho
loog Martin Bijleveld, een inter
nationaal vermaard lammer
gier-specialist. „De overleven
den waren zo gestresst dat ze
prompt gingen dwalen. Een in
Oostenrijk losgelaten exemplaar
werd na een paar dagen in de
Atlantische Oceaan opgevist."
Geslacht
Aangezien zelfs vogeldeskundi
gen geen kans zagen het ge
slacht vast te stellen van de Gy-
paetus Barbatus, zoals hij offi
cieel heet, vond geen paarvor
ming plaats en daarmee ook
niet de gehoopte natuurlijke
voortplanting.
Sindsdien is men door schade
en schande wijzer geworden.
Tegenwoordig worden in ge
vangenschap geboren exempla
ren na drie maanden in zorg
vuldig geselecteerde bergspe
lonken geplaatst en daar maan
denlang gevoed en geobser
veerd totdat zij kunnen uitvlie
gen.
Dank zij uniek chromosoom-
onderzoek van Rob Belderman
van de Rotterdamse diergaarde
Blijdorp is het nu ook mogelijk
het geslacht van de vogels te be
palen. In Haute-Savoie hebben
zich tot vreugde van de initia
tiefnemers al de eerste paren
gevormd.
„Maar zij zijn pas na zeven
jaar geslachtsrijp, en leggen
hoogstens twee eieren per jaar,
Vrijwilligers dragen de lammergierkuikens in kisten de berg op. foto bob kroon
of langs bergwanden scheren
op zoek naar kadavers. „Ze kun
nen per dag een afstand van 500
kilometer afleggen en bereiken
een vliegplafond van 5.000 me
ter," zegt Ahmad Javed van Alp
Action.
„Daarom hebben we een in
ternationaal netwerk van obser
vatieposten opgebouwd. De vo
gels zijn geringd en gemerkt,
maar op afstand heb je daar
niets aan. We hebben nu de
vleugels gekleurd met witte
strepen, net als de geallieerde
gevechtsvliegtuigen op D-Day.
Dank zij verschillende patronen
kunnen we met een verrekijker
individuele exemplaren onder
kennen. Maar binnen drie jaar
zijn ze in de rui en dan heb je
daar ook weinig meer aan."
De enkele in de Alpen terug
geplaatste exemplaren en de
veel grotere kolonies in de Pyre
neeën, waar de Cypaetus Bar
batus zich in het wild wist te
handhaven, zijn nu zwaar be
schermd. De Zwitserse politie
wist de onverlaat te achterhalen
die vorig jaar in Wallis een gier
neerschoot. Hij kreeg een deels
voorwaardelijke gevangenisstraf
van een maand .en een forse
boete.
Een van de vrijwilligers met een jonge lammergier in zijn armen.
foto bob kroon